Wandelende Buffel"
Wezeltje en muizeneter
Verrassende ontmoeting met 88-jarige
rr
Een Zoeklicht
ZATERDAG 5 DECEMBER
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 4
„Ik reis met de vredespijp!"
OP DE BOEKENMARKT
Hoe werkt het
Kijkjes in de Natuur
[schematisch]
het bij de luchtvaart gebruikte
radarsysteem wijkt weinig
af van dat bij de scheepvaart
[BUWCHMtmj
vertikaal
signaal
het beeld op het
scherm geeft dus
twee posities van
'het vliegtuig aan
boven de vlieghoog
te. onder de zij
waartse afwijking
de streep in het
midden is de lan
dingsbaan
norizontaal
signaal
naast de normale horl
zontale zender is hier
nog een vertikale om
ook de vlieghoogte te
kunnen bepalen
tech.
detail van de beeldbuis
van het scherm
„radio detection and ranging".
of kortweg „radar" wordt gebruikt-
om de afstand en richting te
bepalen van objecten die door
mist of duisternis 'niet zichtbaar
zijn ■ij.j.ft
■mjscHixmAnj-
electronenstraal
van het signaal
afbuigolaten
gezichtskring
yadarbereik
het ontvangen
echo-signaal
wordt nu over
gebracht op
het beeldscherm
generator
op het schip heeft
men nu een over
zicht van de omge
ving
(Speciale berichtgeving)
Het is even een gekke gewaarwording je eerste Indianenopper-
hoofd in een moderne villa te Olst te ontmoeten. Een Sioux van 88
jaar met een krachtige stem en een warme, peilende blik in zijn wijze
goede ogen zo is „Wandelende Buffel", die met zijn neef „Twee
Jonge Mannen" (zo sterk is hij) naar Europa kwam om de mensen
een boodschap te brengen. Die van de vredespijp. De afgelopen
zomer waren de heer en mevrouw Schimmelpenninck, bewoners van
de reeds genoemde Olster villa, in het Indianenreservaat van de
„Wandelende Buffel". U dient dat te zoeken in westelijk Canada
aan de voet van de Rocky Mountains en niet ver van de Amerikaanse
grens. Er leeft daar een stam van rond duizend Sioux-Indianen,
waarover „Walking Buffaloe" een kwart eeuw lang de scepter
zwaaide. Of beter zijn verrukkelijke totemstaf, die ik dezer dagen
minutenlang in de hand heb mogen houden. Een attribuut om
een schooljongen te doen duizelen van zaligheid: bovenop de met
buffelhuid beklede staf de hoorns van een bergschaap en de veren
van een ekster en dan meer naar onderen allerlei fascinerende zaken
zoals de hoefjes van herten en de tanden van een beer.
„Wandelende Buffel" woont daar by
de Rocky Mountains in een keurig hou
ten huis en dit geldt eveneens voor
zyn stamgenoten, die wijd verspreid in
dit, naar hun smaak toch nog veel te
kleine, reservaat hun woning hebben.
Ze leven van koeien en paarden, maar
de jacht, eenmaal hun hoofdbezigheid,
is nog altijd een heel belangryk hoofd
stuk in hun leven. Elanden, beren, her
ten en berggeiten vormen hun buit.
„Wandelende Buffel" loopt thuis al se
dert een jaar of tien in een colbert
pakje en zo zag ik hem ook in Olst.
Maar ondanks dat en zyn wollen pull
over, was hij ook nu een pakkend-
markante persooniykheid: het bronzen
gegroefde gezicht, de brede neus en de
prachtige ogen, het lange grijze haar,
van achteren in twee dunne vlechtjes
by eengebonden, de ruwlederen riem
schoenen van herteleer, zyn woorden
en gebaren, dat alles maakte deze ont
moeting voor my toch tot een wonder-
lyke gebeurtenis.
Het oude opperhoofd kwam naar Olst
voor een tegenbezoek by de familie
Schimmelpenninck en tevens om een
paar dagen uit te nisten van zijn tour
nee. Ondanks zyn 88 jaar reist hij drie
maanden Europa rond teneinde een
missie te vervullen. Hij was al weken
lang in Engeland, nu is hij dan in Olst
en daarop volgen het Roergebied, de
Scandinavische landen en Cyprus, waar
toe Makarios hem persoonlijk uitnodig
de. Met Kerstmis wil hy weer terug
zyn in zyn Stony-reservaat, waar zyn
vrouw (75) en zijn vele familieleden
en vrienden hem wachten
Ik vroeg de grijsaard of hij niet moe
was nu hij al een maand lang heen en
weer trok. In zijn eenvoudig, maar
krachtig Engels antwoordde hy„Geen
ogenblik, want ik werk voor God. Ik
ben naar Europa gekomen om vrede te
maken, om te vertellen dat oprecht
heid, zuiverheid, onbaatzuchtigheid en
liefde de pijlers van ons leven moeten
zyn. I want to make peace!" (Ik wil
vrede maken!).
Uit deze woorden begrijpt U, dat
„Wandelende Buffel" strydt voor de
ideologie, die de wereld tracht te ver
overen onder de naam „Morele Her
bewapening". Bijna 25 jaar geleden
ontmoette hy Franck Buchman, de
grondlegger van deze leer, zij werden
bloedbroeders, de Indiaan en de blanke
en nadien bleek „Walking Buffaloe" een
van de trouwste en meest spectacu
laire propagandisten, die „Morele Her
bewapening" zich maar kon wensen.
Vrede is het begrip waar hij voor leeft.
Ik vroeg hem of hy in zyn jeugd de
ellende van een oorlog aan den lijve
heeft gekend. Zo bleek het niet ge
weest te zyn. Zeker, er waren soms
twisten tussen de Sioux en een andere
stam, maar dat ging nooit om land of
geld, maar om de eer van een man en
gevechten op grote schaal beleefde hy
nimmer. De eerste blanken, die hy
zag, waren twee zendelingen, die zich
by deze Sioux-stam voegden. Eén van
hen nam de jonge „Walink Buffoloe"
(zo genoemd naar zyn grootvader, die
een fameus jager was) als zyn zoon
aan. Daarom heet de chief voor de
burgerlijke stand George Maclaine en
zyn neef „Twee Jonge mannen" kent
men in de praktijk als Jimmy Mac
laine. Deze jongeman, die de moderne
Indianen vertegenwoordigt, is een
vlotte knaap, westers gekleed en in
ons stadsbeeld heus niet opvallend.
Maar toch spreken zyn oom en hy en
alle andere stamgenoten nog steeds de
taal der Sioux (spreek uit „soe"). Ik
kreeg het daar in Olst te horen en
ik dacht aan de Indianenboeken uit
mijn jeugd, die nu toch wel heel ver
weg schenen.
Het oude opperhoofd was niet in ce
remonieel tenue dit bleef op Schip
hol achter maar wel droeg hy op
zyn colbertjasje twee imposante me
dailles: één uit 1901 ,toen de Engelse
koning George V in de Canadese stad
Calgary een ontmoeting had met de
grote Indianenleiders en ter gelegen
heid van dit gebeuren aan de opper
hoofden een zilveren plak overhan
digde, en een tweede, die Koningin
Elisabeth hem in 1953 als kerst
cadeautje zond.
Voor ik hem verliet, vroeg „Wande
lende Buffel" nog een ogenblik myn
aandacht.
In de gebarentaal van handen en
hoofd, op de wijze waarop hy en zyn
voorvaderen zich hadden verstaan met
de blanke pioniers, gaf hy me een op
dracht. Zonder moeite kon ik zijn ge
baren lezen: „Vertel de mensen over
mij en zeg dat ik vrede breng. De
vrede van de .Morele Herbewape
ning", die de mensen tot elkaar zal
voeren en liefde in hun hart zal schen
ken. Als dit gelukt, zullen we samen
hoger en hoger klimmen op de ladder
van het geluk"
Zo sprak de 88-jarige „Wandelende
Buffel" tot my. Een eenvoudig en toch
wijs man uit het Stony-reservaat aan
de voet van de Rocky Mounttains, waar
slechts zelden een vreemdeling komt.
Met de hand op het hart: myn eerste
ontmoeting met een echt Indianen-
opperhoofd heeft me niet teleurgesteld,
al had ik nooit kunnen aannemen, dat
dit in een moderne villa aan de rand
van Olst zou plaats vinden.
VARIA
Portret van Koningin op de
nieuwe Britse bankbiljetten
Op de nieuwe Britse bankbiljetten van
£10. £5, £1 en 10s. zal het portret van
de Koningin komen te staan. Dit zal de
eerste keer in de geschiedenis zyn dat
de afbeelding van een regerende vorst
op de bankbiljetten van de Bank of
England wordt afgebeeld. Het biljet van
een pond dat overheersend groen zal
zyn zal begin volgend jaar in omloop
komen. De nieuwe biljetten van 10 shil
ling volgen in 1961 en de nieuwe biljet
ten van 5 en 10 pond zo spoedig moge
lijk daarna. De biljetten van een pond
en tien shilling zullen gelijk van grootte
zyn dezelfde lengte als het huidige
één-pondbiljet, maar niet zo breed. De
nieuwe biljetten van 5 en 10 pond zul
len dezelfde afmetingen hebben als het
huidige biljet van 1. Hoewel een vol
komen andere basiskleur voor elke cou
pure zal worden gebruikt, zal een aantal
secondaire kleuren in elk ontwerp wor
den gebruikt, gedeeltelijk by wyze van
veiligheidsmaatregel. De basiskleuren
zullen pas tegen de tijd van uitgifte be
kend worden gemaakt.
Piet van Aken. „De Nikkers".
Ad. Donker. Rotterdam 1959.
In lange tyd heb ik geen boek ge
lezen, dat my zo heeft aangegrepen
als deze roman De Nikkers, van de jon
ge Vlaamse schrijver Piet van Aken.
Dat is wel opvallend, want het is heus
niet de eerste roman van een tropen-
drama, dat my onder ogen komt.
Want romanfiguren van café-au-lait
tot pikzwart zyn tegenwoordig sche
ring en inslag.
Het gegeven van dit boek is eigenlijk
eenvoudig. De administrateur Meers
man de ik-figuur, vertelt wat er ge
beurt. wanneer op een zeker ogenblik
de negerarbeiders van 'n onderneming
in de Kongo staken en het blanke be
stuur van de stad onderling verdeeld
is. Het toeval wil, dat de vrouw van
de goevemeur Clausen vroeger met
Meersman verloofd is geweest. Doch
dit is slechts een kleine schakel in het
geheel. Het drama eindigt met het
neerschieten van een vijftig arbeiders
en met de afschuwelijke dood van
Clausen en z'n vrouw. Wat dit boek
zo indrukwekkend maakt, is de ma
nier waarop Van Aken zyn verhaal
heeft voorgedragen. Zonder emotie
ogenschijnlijk, kritiekloos als 't ware.
plant hy de feiten voor des lezers
neus. Onontkoombaar echt ervaart
men deze zwart-wit tragedie. Voor on.
ze ontstelde ogen laat hij de daden
zich voltrekken van enige individuen
en van enige groepen. Commentaar
geeft hij niet. Het blijkt ook overbodig.
Maar de kracht, waarmee hij zyn aan
grijpende visie regelrecht op ons over
brengt, is van een dusdanige sterkte,
dat er lange tyd voor nodig is om zich
door een zender wordt een
signaal uitgezonden dat na
het treffen van een object
een echo terugkaatst
4—"écro
hiermee is de
verkeersleider
in staat de piloot
aanwijzingen te
geven en zo het
toestel „binnen
te praten".
EEN ontmoeting met een wezeltje
in de vrye natuur is altijd een
kleine, bijzondere gebeurtenis voor
iedere natuurvriend. Dat zit 'm voor
namelijk in het onverwachte en het
plotselinge, dat de verschijning van
het snelle, bruine diertje kenmerkt. Je
zit ergens aan een bosrand of, nu in
het koudere jaargetijde, je staat bij
een greppel in aandacht voor een
troepje staartmeesjes, dat in clubver
band een boompartij inspecteert. Het
is zeer stil om je heen, zo stil, dat de
kleine krabbelgeluidjes van de vogel
pootjes bij het gebalanceer op de tak
ken hoorbaar is.
En dan is hy er ineens, zo maar.
zonder aankondiging. De kleine bruine
wezel met zyn witte buik en borst, zijn
ronde oortjes en zyn rusteloze, snelle
pootjes. Alsof hy er al een hele tyd
was, snuffelend onder de bladeren, op
springend tegen de donkere aarde-
wand, krabbelend hier en ritselend
daar. Ik geloof niet, dat een wezel ooit
stil zit, zoals een eekhoorn bijvoorbeeld
na zijn driftig geknabbel aan een eikel
of na zyn snelle pootvegen door zyn
pluimstaart, in eens kan verstarren tot
een brum beeldje. Een ogenblik maar,
natuurlyk, want daar is het een eek
hoorn voor, maar er is toch wel eens
even een adempauze in dat hevig
vibrerende dierenlijf je. Een wezel niet.
Tenminste, ik hem hem nog nooit in
rust gezien, want daarvoor zou ik moe
ten binnendringen in een oud muizehol
of in de verlaten woning van een mol.
zyn geliefkoosde verblijfplaatsen. Ik
kan me echter wel voorstellen, hoe een
wezel in rust erbij ligt, want van jonge
slapende boommarters op hun boom
stam in een hok, heb ik dat indertijd
meermalen gezien. Een wezel is im
mers een marter, evenals de hermelijn,
de grotere „uitgaaf" van het wezeltje
en beide zijn holbewoners, die buiten
hun slaapplaats resteloos zijn en onaf
gebroken in beweging. Een wezel heeft
een typische wijze van zich voortbe
wegen, het is een huppelend draven,
dat wordt afgewisseld met een plotse
ling rechtop schieten, op de achterpo
ten, terwijl de neus met rukjes even
de omgeving verkent, waarna de galop
wordt voortgezet.
Het reukvermogen van deze kleine
jager is buitengewoon goed ontwikkeld,
de wind behoeft dan ook maar even
van de waarnemer af te waaien of
tjoep, daar schiet het diertje onder de
struiken of, zoals ik enige weken ge
leden nog zag, daar krabbelt het blik
semsnel de bladerenwand van de grep
pel open en verdwijnt in een muize-
holletje.
Niet bepaald prettig voor de familie
muis
Die kunnen gerust zeggen, dat de
wezei de verklaarde vijand is van alles
wat maar muis heet. bosmuis of veld
muis en ook onze huismuis. De spits
muis, hoewel in het geheel geen
muis, geen knaagdier, maar een insek-
teneter, mag zich eveneens verheu
gend) in zyn belangstelling.
IN de wezel bezitten wij nu eens een
Nederlands roofdiertje, dat ook in
de steden is te vinden, waar 'het
veelvuldiger voorkomt, dan de bewo
ners zullen vermoeden. Het is welis
waar een sohemerdier, dat dus tegen
donker in actie komt, maar bang voor
het daglicht is het niet en zeker niet
als het wezelmoertje een nest jongen
heeft te verzorgen. Dan verschijnt het
wel eens midden op een straat, die het
in een snelle ren tracht over te steken.
Dit kan het diertje noodlottig worden,
zoals ik eens heb gezien, tot m'n ver
driet mag ik wel zeggen. Ik passeerde
n.l. een straat, die gelegen was tussen
een park en een spoordijk, beide dus
uitstekende verblyfplaatsen voor een
wezeltje. Juist toen het diertje hup,
hup, hup wilde oversteken, werd het
opgemerkt door een man. die het biyk-
baar zyn plicht achtte, het de pas af
te snijden en het terug te jagen naar
een andere held, die al van dezelfde
vemielwoede was bezeten. .Dat ging
over en weer, het flitsende bruine ding
heen en weer schietend tussen de
stampende mannenlaarzen, totdat het
gebruik kon maken van een passeren
de auto en de tyd kreeg het veilige
park te bereiken.
Over dit zinloos en onwaardig gedoe
zal ik verder zwijgen, daar heb ik in
dertyd zeer scherp op gereageerd, hoe
wel met de wetenschap, dat dit soort
mensen, blinde vernielers, toch niet is
te bereiken.
IK kan me wel indenken, dat een
jager, die zelf over de wilde kony-
nen, de hazen, de patrijzen wil be
schikken, met lede ogen aanziet, hoe
zijn met geld en moeite op de been
gehouden wildstand schade ondervindt
van de felle wezel, de kleine, zowel als
door
Sjouke van der Zee
de grote (de hermelyn). Maar wat kan
dat de Nederlandse burger in het alge
meen schelen?Moeten wy het niet eer
der best vinden, dat de wezel muizen
vangt, veel muizen en dat hy voor geen
rat bang is. Hindert het ons, dat hy
kikkers eet en slakken en insekten.?
Over de wezel zyn vele verhalen in
omloop, die voornamelijk betrekking
hebben op zijn jagen achter konijn en
haas. Ze worden nog versterkt door
prachtige tekeningen in oude dierkun-
deboeken. waarin men b..v. een haas
kan zien met als een ruiter te paard
een wezel op zyn rug. Ja, ja en dat
rost dan maar door veld en wei en de
wezel maar drinken het warme bloed
van zijn slachtoffer. Van die hele
bloedzuigery is wetenschappelijk nog
nooit iets vast komen te staan. We
mogen het gerust terugwijzen naar de
vruchtbare duim van schrijvers met
fantasie, hoewel het jammer is van
het spannende verhaal. De spaarzame
foto's van konijnen door wezel of her
melijn overvallen, vertonen wel de
kleine aanvaller, die zich vastgebeten
op zij van de kop, een eindje door het
sterke slachtoffer laat meesleuren.
Merkwaardig is het, dat men ons
vroeger in onze schooljeugd ook iets
dergelijks vertelde over de tijger en
de wilde buffel ook met een plaat erbij
van een op een buffel rijdende ..bloed-
dorsteling'. Eerst veel later toen men
de wilde dieren, inplaats van ze dood
te schieten, werkelijk ging bestuderen,
daarbij gesteund door fototoestel en
filmcamera, bleek ook dit gehossebos
van tijger of panter nonsens te zijn.
VAN de wezel op de tijger, van de
muis op de wilde banteng en nu
weer terug naar ons „muus-
hondje" onze ..Mauswiesel", zoals de
Duitsers niet zonder grond zeggen. En
als ik dan aan dat gemuis van de
kleine wezel denk, komt me een zomer
avond in de gedachten, toen ik op de
glooiing van een dijk zat te kijken
naar de zon, die in een brandend wol-
kenrood snel naar de horizon zonk. In
de bijna volmaakte stilte passeerde er
beneden mij door het gras een water-
vlugge wezel. Even hield hij zijn snelle
draf in, stond rechtop, verkende de
omgeving en holde verder, snuffelend
met rukkende bewegingen. Ik zat
natuurlyk als een stenen beeld en
volgde met m'n ogen het lichte bewe
gen van het gras. Enige minuten later
bewoog het gras opnieuw, in tegenge
stelde richting. Daar was de wezel weer
er bengelde een muis dood in zijn
stompe bekje. Even een aarzeling, zou
hij het standbeeld wel voorbij durven?
De muis schommelde, vastgehouden
door de naaldscherpe tandjes.
te ontworstelen aan deze gebeurtenis-
op-papier. Ik zou niemand weten, die
de tragedie van de kolonisatie zo fel
heeft neergezet als Piet van Aken
of het moest, op een geheel andere
wijze, Joyce Cary zyn in zijn „Mister
Johnson".
Vasco Pratoüni. „Een wijk in
Florence". Wereldbibliotheek,
Amsterdam 1959.
Deze Italiaan heeft met zijn vorige
romans ,die goeddeels ook in Florence
spelen, reeds bekendheid verworven.
Hij heeft een geestige en gevoelige pen
en weet 'n buurt, een wyk, met al z'n
gekrioel en gewoel open en levendig
neer te zetten.
In de ten dode opgeschreven wyk
het verkeer eist doorbraak tussen
de Santa Croce en de Annunciata
bruist het weliswaar armoedige, maar
daarom niet minder hartstochtelijke
leven van jong en oud. Het is een wijk
van kleine handwerkslieden, van slor
dige vrouwen, van winkeltjes en kroeg
jes. „Een kind kon ongestoord zijn
terracotta knikkers zitten tellen op de
trap van het bordeel". In de overvolle
huizen leeft men met elkaar en voor
elkaar. De oorlog met Abessinië roept
de jongemannen weg Giorgo, Carlo
een andere raakt op het slechte
pad en in het gevang. Gino. Maar de
vrouwen gaan door. Zij baren kinde
ren en verzorgen de ouden. De wijk
valt maar de levensvatbare Florentij-
nen versagen niet. Een onderhoudend
en kleurig geheel.
Leon Uris. „Exodus". Hol-
landia NV, Baarn 1959.
In deze machtige roman beschrijft
de Amerikaan Leon Uris op historische
basis het lot van de joden in alle de
len van de wereld, voor en tijdens de
tweede wereldoorlog en hun uiteinde
lijke, uittocht naar Israël. In korte
flitsende beschrijvingen en veel dialo
gen roept hij de martelgang van die
velen op. M.i. had het wel iets korter
gekund.
Fran?oise D'Eaubonne. „Zon
daars in Spijkerbroek". Zuid-
Hollandsche Uitgeversmij, Den
Haag, z.j.
Zowel de film, die ervan gemaakt is,
als de roman zelf, heten in het oor
spronkelijke Frans „Les Trioheurs"
(„De valse Spelers"). Wie er nu die
valse spelers zijn, de zgn. ontredder
de jongelingen of de oudere samenstel
lers van boek en film, zullen wij in
het midden laten. Het lykt my het
beste een jeugdig mens, een 22-jarige
studente uit Amsterdam, die haar
commentaar schreef op uitnodiging
van een enquête van „De Telegraaf",
aan het woord te laten over dit onder
werp.
„Zelfs de francofielen zijn het er te
genwoordig over eens, dat een Franse
film niet langer een goede film bete
kent. Maar daar is iets op gevonden:
het jeugdprobleem en volgens de offi
ciële kritiek op „Les Tricheurs" en
„Les Cousins" weten ze daar in Parijs
van wanten. Hier gaat zo'n stukje
huisvlijt er dan weer in als koek, voor
al bij die „begrijpende" volwassenen
van boven de veertig". Ziedaar de me
ning van de jeugd zelf: goed geschre
ven en zo helder geformuleerd, dat er
aan de bedoeling niet te twijfelen valt.
Richard Powell. „Wie doet me
wat". J. van Tuyl NV, Zalt-
bommel, 1959.
Een ietsje onaannemelijk, maar heel
amusant is het verhaal van de heer
Kwimper, die met zijn volwassen zoon,
een kinderjuffrouw en een aan hem
geparenteerde tweeling, Eddy en Fred
dy, blijft steken in de waterige wilder
nis van Florida, zou ik zeggen. De ben
zine is op en de beschaving heel ver.
Vissen, takkenhutten, kokosnoten
iedere dag wordt het leven leefbaar
der. Maar ho! zegt Publieke Werken,
wat is dat! Kamperen! En nog wel op
ONZE weg, opgenomen in het VER
BETERINGSPROJECT! Alle grond
heeft al tot de laatste vierkante meter
zijn bestemming gekregen! „Voor de
mensen blijft dus geen plekje over?"
zegt Pap. „Mensen?" O ja. Op een van
de eilandjes komt een bewaakt kam
peerterrein. een modelboerderij en een
modelwoning.
Het is Amerika, maar het zou Ne
derland Vnrmen zijn.
Hoe "feT "•■■der afloopt met dit ver
makelijke geval van zgn. asocialiteit,
zal ik U niet verklappen. Dat zou zon
de zyn.
CLARA EGGINK
Roetsj Als een streep schoot het
dunne lichaam door het gras, verdeen
even geluidloos als het was gekomen.
U verbaast U er misschien over, dat
zon klein voorvalletje na jaren nog zo
scherp in mijn geheugen staat? Mij
verbaast 'het niet. Toen ik opstond
wachtte me n.l. een bekeuring. Artikel
461-