IN NOORWEGEN KUNT U EEN ZALM VAN 25 KG. VANGEN ^5 DECEMBER, EEN OECUMENISCH FEEST J WOORD VAN BEZINNING Stroperij bestreden door vliegende politie Duitse vernielingen bevorderden hengelsport in hoge Noorden Het zijn waarlijk niet alleen vreemdelingen, die in Noor wegen ter visvangst gaan. Blij kens een Gallup Poll zyn name lijk ruim 40 der Noorse man nen en byna 25 der Noorse huisvrouwen beoefenaren van de hengelsport. Geen wonder! Dat blijkt uit dit artikel. DE heilige, wiens dag we vandaag vieren, is wel een bij uitstek oecumenische figuur. U weet waarschijnlijk, dat we met het woord Oecu mene de wereldkerk aanduiden, die onze kerkelijke grenzen over koepelt en doorbreekt. Me dunkt dat de heilige Nicolaas er als enige onder de heiligen in ge slaagd is om alle kerkelijke mu ren met het dynamiet van zijn vrijgevigheid te doorbreken. Als het om de viering van zijn sterfdag gaat (want daarom gaat het eigenlijk op 6 decem ber), lappen we plotseling al onze reformatorische beginselen aan onze laars. Ook in het streng calvinistische gezin wordt de gedenkdag van de heilige, die in 313 stierf in Klein-Azië, ber met de oecumene in verband te brengen. U oordeelt: dit feest heeft niets met de oecumene, de wereldkerk, maar wel alles met de economie te maken. Van wege de „pepernoten" spelen op 5 december de principes geen rol. Het is niet de barmhartig heid van de heiüge Nicolaas, maar het is de verleiding van zijn rijkdom, die alle kerkelijke muren doorbreekt. coladeletters en elektrische kof fiemolens! Ik denk ditmaal niet eens aan alle collectes, die we kelijks gehouden worden, al hoop ik. dat U zich daarbij ook wel bedenkt voordat U neen zegt. Neen, mijn gedachten gaan ter gelegenheid van de sterfdag van de heilige Nicolaas uit naar de 2de adventszondag, 6 decem ber, waarop in een groot aantal kerken over de betekenis van de oecumene, de wereldkerk, wordt gesproken. Hebben we alles, wat we van God aan geloof en liefde aan inzicht en kennis, aan be lijdenis en kerkorde ontvangen hebben, niet te uitsluitend voor onszelf gehouden? En hebben we ons niet te angstvallig afgeslo ten voor de gave waarmee an- nog altyd met enthousiasme ge vierd en de zakenman, uit wiens mond ik wel eens heftig anti papistische uitlatingen opving, kan het toch niet laten om in deze tijd van het jaar de nage dachtenis van deze heilige te eren door zyn afbeelding in zijn etalage te plaatsen. Ja zelfs bij de verstokte humanist, die zich geroepen voelt te pas en te on pas tegen het bijgeloof te ful mineren, kruipt het bloed waar het niet gaan kan: ook hij brengt dezer dagen een gevoelig offer aan de langgestorven hei lige. Nu denkt U misschien, deze regels lezende, allang bij uzelf: daar moet je toch wel een we reldvreemde dromer voor zijn, om het feest van de 5de decem- Ik geef toe, dat U voor een groot deel gelijk zult hebben. Zoals van meerdere kerkelijke feestdagen (denkt U maar aan Kerstmis), heeft de geest van het geld zich ook van deze hei ligendag meester gemaakt. En toch, alle economische belangen ten spijt, geloof ik, dat we daar om de herinnering aan de bis schop van Myra zo levend hou den, omdat we het schone spel, of liever: de verrukkelijke ernst van ontvangen en geven, van royaliteit-zonder-directe-aanlei- ding niet graag uit ons leven zouden willen missen. Eigenlijk moesten we veel va ker Sint-Nicolaas vieren. Een te kostbare aangelegenheid .vindt U? Maar we kunnen ook nog wel iets anders geven dan cho- dere christenen ons konden ver rijken? Zou de wereld Gods boodschap nog wel kunnen ver staan. als de kerken hun gaven zo zorgvuldig voor zichzelf re serveren? 5 december is toch wel terecht een oecumenisch feest: we gaan iets verstaan van de verrukkelijke ernst van geven èn ontvangen. Waar christenen, afkomstig uit verschillende kerken elkaar weer met hun gaven tegemoet treden, zal God nog voor won derlijke verrassingen zorgen. Want. een bijna vergeten trek van het feest van 5 december is, dat „vreemde vrijers" elkan der vinden. P. KLOEK, Ned. herv, pred., Leiden. Wetenschap en stropers VISSEN op de forel is een alle- mans-sport in Noorwegen. Duur is het beslist niet. Schilderachti ge blokhutten staan ter beschikking van de hengelaars. Zij stellen hen in staat om op goedkope manier ook in afgelegen bergdistricten hun mooie sport te beoefenen. In de regel is het niet moeilijk om zo'n blokhut te be reiken. Gaat men in groepjes van twee of drie, dan kan men voor betrekkelijk weinig geld per luchttaxi bij het vis water en de blokhut komen. De ambtenaren en wetenschappelijke adviseurs van het Noorse visserywe- zen maken eveneens gebruik van vliegmachines. En wel om vis uit te zetten in afgelegen, eenzame wate ren .doch ook om de stroperij te be strijden. Het komt nog wel voor, dat zalmen in strijd met de voorschriften met netten gevangen worden. Van de lucht uit is het niet zo moeilijk om hierop te letten en de schuldigen te betrappen. Zo groot was het succes der „Lucht-Zalmpolitie", dat vele stropers reeds zenuwachtig worden, zodra ze een vliegtuig in de lucht horen, ook al Is het maar een ge wone luchttaxi of een verkeersvlieg tuig. De wetenschap doet veel om de Noorse visstand op peil te houden en te verbeteren. Zo is het bijvoorbeeld aan de wetenschap te danken, dat Noorwegens langste rivier, de Glom- ma. thans een prima zalmrivier is, die jaarlijks ongeveer 50.000 kilo zalm „opbrengt". Wie van de noordelijke natuur houdt wie een paar dagen goede sport aan de oevers van meren en rivieren weet te waarderen, doet er verstandig aan, zijn hengelaarsgeluk eens in Noorwegen te gaan proberen. De meren en rivieren krioelen er van visen het zou best kunnen zijn, dat uw vrienden thuis zullen menen, dat u Visserslatijn spreekt, als u van uw successen vertelt, ook als u werkelijk de waarheid, en niets dan de waarheid, spreekt. (NIVANO NADRUK VERBODEN) Forellen-vissen is in Noorwegen een sport, welke ook graag en veel vuldig door vrouwen wordt beoefend. (Bijzondere medewerking) Het verhaal van de boerenknecht, die slechts bij een boer in dienst wilde treden, mits hij niet meer dan tweemaal per week zalm behoefde te eten, is geen sterk verhaal. Vroeger was dat zelfs een gebruikelijke arbeidsvoorwaarde in Noorwegen. De tijden zijn inmid dels. veranderd en de „zalm-bepaling" komt in geen enkel arbeids contract meer voor. Doch evenals vroeger kan men in Noorwegen nog steeds record-zalmen en record-forellen verschalken. Drie voor beelden. Een twaalfjarige knaap ging een paar jaar geleden wat roeien met zijn moeder op de rivier de Dramen. Na een uurtje kwam hij thuis met een forel van ten naastebij 14 kg. In 1957 gingen drie Denen op de zalm ten noorden van Trondheim in de Nansen-rivier. Zij vingen 32 grote zalmen in 10 dagen tijds. De grootste woog 25 kg. en was 4 voet lang. In dat zelfde jaar ving een dertienjarige jongen een zalm van 22 kg. in de Tana-rivier in Finmark. Twee uur moest hij echt vechten om de vis op het droge te krijgen. Deze man klaagde er bij een Noorse boer over, dat hij al dagen lang geen vis had gezien. Hij zei, dat er zijns inziens geen enkele vis in het water was. „O", zei de boer, „denkt U dat? Goed, we zullen eens een net halen door een der stukken van Uw vis water!" Zo gezegd, zo gedaan. Het resultaat was een vangst van 36 zal men in korte tijd. „U ziet dus", zei de boer toen, „dat er veel vis in het water zit!" „Er zat vis" .antwoordde de Engels man, „maar NU heeft het stellig geen zin meer voor mij om te blij ven hengelen „O", zei de boer weer, „denkt U dat?" Hij wierp zijn net opnieuw uit en haalde 23 zalmen binnen. De moraal van dit verhaal is duidelijk. Er is vis genoeg, maar de hengelaar moet voldoende bekwaam zijn om de zalm te verschalken! DE Noorse visserij-deskundigen hebben er wel eens over ge klaagd, dat de boeren in som mige streken wat al te vlot zijn met het gebruik van netten. De oorlog heeft op dit punt in het hoge noorden van mijn vaderland iets goeds be werkstelligd. De bevolking daar ver andert, dank zij de vijand van net- vissers in hengelvissers. Dat kwam zo. Toen de Duitsers Noord-Noorwegen ontruimden, vernielden ze alle roeren de en onroerende have, die binnen hun bereik kwam. Toen de bevolking in het district van de Komag-rivier terug- Rivier (Sogne-fjord), dan is het goed om tevoren te weten, dat er meer moeite vereist wordt om één Aarö- zalm binnen te halen dan verscheidene vissen in andere wateren. Dat komt, omdat de Aarö zó wild is. dat men er niet per boot noch in waterlaarzen kan vissen. Jack Scott schreef eens terecht, dat de Aarö de sportiefste rivier is, omdat hij de zalm de beste kansen biedt. Iedere zomer worden nochtans in de Aarö tal van zalmen van 20 kilo, een enkele maal zelfs van meer dan 30 kilo verschalkt. Dit verklaart, dat de sterkste vissersverhalen van de Aarö gaan over „die reuzenkanjer van een zalm, die men net op het nippertje ver- GEOGRAFEN en statistici kwa men tot de conclusie, dat er in Noorwegen meer dan honderd- I duizend meren zijn. En niemand heeft ooit de moeite genomen om te tellen, hoeveel rivieren en beken er zijn. Maar jook hun aantal is zeer groot! Er zijn minstens tweehonderd rivieren bekend, waar men met succes op zalm kan vis sen. De vangstmogelijkheden zijn nog steeds groot. Dit komt mede, omdat de overheid tijdig maatregelen treft, zodra blijkt, dat in een meer of stroom de visstand achteruit dreigt te gaan. Deze zalmvisser sprak waarlijk geen visserslatijn, toen hij zijn vrienden vertelde een knaap van een vis" gevangen te hebben Er waren forellen te veel! IN enige meren, vooral nabij Noor- wegen's zuidkust, is er soms zóveel forel, dat de vangst er niet meer lo nend is. Het klinkt paradoxaal, maar toch is het waar. Een voorbeeld. Het Nedre Heimdalsvatn Meer in de ber gen van Jotunheimen krioelde zozeer van forellen, dat de dieren niet genoeg te eten hadden en dus klein bleven. Men is toen met wetenschappelijke bestrijdingsmiddelen de forellen te lijf gegaan. Het aantal vissen nam af. Ze kregen toen weer genoeg te eten en groeiden uit tot „flinke knapen". De vangst werd weer lonend. Vóór het grote offensief verschalkten de sport- hengelaars in dat meer zelden een forel van een pond. Nu zijn forellen van een a twee kilo er heel gewoon. Zelfs in de buitenwijken van Oslo het grondgebied van de Noorse hoofd stad is heel groot kunt U goed op forellen vissen. De autoriteiten geven zich erg veel moeite om de hengelsport daar aan te moedigen ten bate van de volksvoeding in de hoofdstad en ook ten pleziere van de vreemdelingen, die Wateren als deze vindt U er vele in Noorwegen. Zij bieden de zalmen en forellen de beste kansen omniet gevangen te worden. Oslo bezoeken. Driehonderd k vierhon derd meren en meertjes, benevens tal rijke rivieren en beken liggen binnen de grenzen van Oslomarka. Herhaalde lijk rapporteert men de vangst van fo rellen van een tot drie kilo, soms zelfs van zwaardere. Een der beste plekjes is het Bogstadvatn Meer, dat men bin nen twintig minuten per bus van het hartje van Oslo uit kan bereiken. En de „stedelijke" forellen smaken net zo lekker als die, welke men hoog in de bergen vangt. Net en hengel NOORWEGEN'S meren en rivieren krioelen van vis. Betekent dit, dat men altyd veel vangt, als men ter visvangst gaat? Het beste antwoord op de vraag is: Misschien. Meer dan eens was het mijn taak om mensen, die in hun vakantie in Noorwegen op zalm wilden vissen, van advies te dienen. Vaak bleken zij te denken, dat de heerlijke zalmen niets liever begeerden dan aan hun haken te worden gesla gen. Ik vertelde deze optimisten altijd het relaas van Thomas-Stanford over een Engelse hengelaar. keerde, beschikten de mensen niet meer over netten. Zij vervaardigden echter enig vistuig en sneden hengels. Hiermede gewapen gingen zij op de zalmvangst. Zij genoten zo van de hen gelsport, dat zij nog heden ten dage die sport gaarne beoefenen. Er is een boer daar, die in één hengelseizoen ruim duizend kilo zalm met de hengel uit het water haalde! Als regel echter moet de omschake ling van net op hengel onder dwang geschieden. Toen in de Repparfjordelv de zalmvangst achteruit ging, nam een hengelaarsvereniging de rivier onder haar hoede. Vissen met een net werd verboden. Na enige jaren bleek, dat de zalmstand weer behoorlijk op peil was gekomen. Nog steeds mag er in de Repparfjordelv alleen met de hengel worden gevist. „Zo'n grote"! IEDERE Noorse stroom, ieder Noors meer heeft zijn eigenaardigheden. Die moet men kennen alvorens te gaan hengelen. Zoudt U bijvoorbeeld uw geluk willen beproeven in de Aarö speelde". Van 'n Oosters potentaat, die tot de waarlijk dikke mannen behoor de, gaat het verhaal, dat hij om aan te duiden hoe groot de vissen waren, die hij net niet ving, verlengstukken voor zijn korte armen had laten ver vaardigen. „Zó'n grote!", placht hij dan te zeggen tegen zyn bewonderende vrienden en volgelingen. Aan de andere kant van de Sogne Fjord ligt de rivier de Aurlandselv, die meer nog om zyn zeeforellen dan om zijn zalmen bekendheid geniet. In die streek doet het volgende verhaal de ronde. Een sportvisser kwam een boer tegen, die van de rivier kwam en op weg was naar huis. „En, iets gevan gen?", vroeg de sportvisser. „Nu, veel zaaks was het niet", antwoordde de boer wat mistroostig, „ik kon geen en kele zeeforel buitmaken, ik bemach tigde alleen maar vier zalmen Dit verhaal wijst erop, dat er in de Aur landselv geen gebrek is aan zalm. Vis sen van 20 kilo zyn er geen uitzonde ring. De grootste zeeforel, die er ooit gevangen werd, woog omstreeks 12 kg, terwijl zeeforellen van 5 7 kilo niet tot de „bijzonder vangsten" gerekend worden. Flinke knapen dus!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 11