Datis'm Zijne genade doet alles om geld te verdienen! 59.7 Onrust in Verenigde Staten over tie nationalisatie in Latijns Amerika Dertiende hertog van Bedford is een goed zakenman Honderd parlementsleden in Bonn eisen oprichting van pensioenkas Verontrustende symptomendie wijziging van de Amerikaanse politiek noodzakelijk maken Ere-doctoraat voor mijnwerker met hobby voor de geologie.... VRIJDAG 4 DECEMBER 1959 Zijn er nog echte hertogen in Engeland? Ongetwijfeld, ondanks drukkende belastingen. En de beste van die hertogen weten nog altijd het hoofd boven water te houden. Om de erfrechten en andere belastingen op zijn domein te kunnen betalen, is de hertog van Bedford bij voorbeeld bereid alles te doen, wat men wil. Het kan hem niet schelen wat zijn landgenoten ervan zeggen, zolang het geld opbrengt. Zijne Genade John Robert Russell, de dertiende hertog van Bedford, is de meest onmogelijke hertog, die Engeland ooit heeft gehad. Hij is tweeënveertig jaar en in elk opzicht een zeer sym pathiek mens, met een adeldom, welke dateert uit het jaar 1555. Maar voor iemand van zulke oude adel gedraagt hij zich wel anders dan andere edellieden. Hij heeft bij voorbeeld een radioprogramma met de titel „De grammofoonplaten van de hertog" en de platen, die hij draait, zijn zijn keuze, zolang de grammofoonplatenfabriek voldoende betaalt. Hij komt voor de televisiecamera als doelwit voor cockney- grappen en weet het juiste antwoord te geven in de beste conserva tieve stijl. Het verkopen van glansverf, deurkrukken, behangselpapier en dergelijke voor de Britse commerciële televisie doet hij met dezelfde glimlach, die hij in Buckingham Palace reserveert voor de kinderen van de Koningin. Hij noemt zich zelf de Rock en RoII-versie van een hertog en heeft het niet beneden zich geacht om op gezellige en soms wel wat tè popu laire wijze over zyn voorouders te praten voor de televisie. „Sommigen van mjjn voorouders waren ietwat te excentriek", zegt hij dan ver ontschuldigend met een perfect Oxford-accent. Hij is het enige lid van het Hoger huis, dat ooit een koe meenam op een cocktailparty in Londens Westend. Zijn grootste bezit is Woburn Abbey, zijn vaderhuis sedert 1626, een van de meest majestueuze verblijven in Enge land; zestig met damast beklede ver trekken en vier miljoen pond sterling aan oude meesters, zilver, Chinees porselein en andere kostbaarheden. Nu al vijf jaar lang laat de hertog bezoe kers toe tot zijn domein. Daarin staat hij niet alleen; vele Engelse edellieden hebben zich verplicht bezoekers toe te laten tot hun verblijven om te ontkO' men aan de zware belastingdruk, die Labour instelde en die de conservatie ven niet hebben opgeheven. Zelfs Blenheim Castle, waar Sir Winston Churchill werd geboren, ontkomt hier niet aan. Maar Woburn Abbey is het pronkstuk van de driehonderd kaste len en buitenverblijven, die voor het publiek zijn opengesteld. Waardigheid naar bank van lening Tot heden hebben naar schatting twee miljoen mensen hun halve kroon betaald om het kasteel te mogen zien. Daarmee komt dit kasteel vlak na de Tower van Londen, die een miljoen mensen per jaar trekt. Op de lijst van kastelen staat Woburn Abbey verreweg bovenaan, met viel maal meer bezoe kers dan Chatsworth van de hertog van Devonshire. Misschien is dat suc ces niet voor een gering deel te dan ken aan de kwaliteiten van de hertog van Bedford, diè wijlen Barnum nabij kwamen. „Nergens meer te zien dan hier" adverteert hij, „voor alle leef tijden, naar ieders smaak, reductie voor groepen boven de honderd per sonenHet is trouwens een feit, dat geen landgoed meer variatie biedt dan het voorvaderlijk kasteel van de hertog van Bedford. HU heeft niet alleen een half do- z«n Rembrandts, een boekerü met kostbare uitgaven en een bed, waar in Dickens, zowel als Koningin Victoria geslapen hebben, maar ook drie jukeboxes(!) en een ouderwetse bioscoop met „trilbeelden" uit het oudste verleden, een hertenpark met lama's en tweeduizend herten. Op de veertien vyvers kan men water sport beoefenen met kano's, zeil boten, motorboten en elektrische bootjes. In het park vindt met limonade ten ten en biertenten, men kan er „hot- dogs" en patates frites kopen. Er zijn een theetuin en een restaurant, alles geëxploiteerd door de hertog en bij het vertrek kan men souvenirs kopen ge stempeld met het hertogelijk wapen van de Bedfords. Natuurlijk hebben andere hertogen en vooral hertoginnen hem aangevallen en gesproken van „waardigheid". ,3reng die waardigheid naar de bank van lening", zegt de der tiende hertog van Bedford, „en zie wat je ervoor kunt krijgen!" Het begon ermee, dat deze adellijke telg een erfenis kreeg ter waarde van zes miljoen pond sterling; de successie rechten op dit alles bedroegen maar even vier miljoen pond, als er geen maatregelen werden genomen. De der tiende hertog verkocht hele stukken Devonshire en Dorsetshire, maar des ondanks dreigde het gevaar dat hij, lady Lydia en hun vijf kinderen het dak boven hun hoofd zouden verliezen. HU kon de catastrofe maar op één manier voorkomen: door zUn bezit open te stellen en er geld mee te verdienen. „Wat heb je aan een her- togstitel als je geen kasteel hebt?" zei de dertiende hertog van Bedford, „ik kan geld verdienen als ik wil!" Vorig jaar verdiende hij met zyn kasteel en attracties de kleinigheid van honderdduizend pond sterling, een bewijs, dat deze hertog ook zakenman is! De pers hielp Hij zou dit niet hebben kunnen doen als de pers hem niet een handje ge holpen had. De Britse pers noemde hem Showman-Duke, de Duke of Barnum en de Democratische hertog. Zijn collega van Marlborough, een broer van Churchill zei bitter: „Ze moesten vermakelijkheidsbelasting van hem heffen!" De hertog trekt zich niets van deze kritiek aan. „Een enquête heeft uitgewezen, dat alle be zoekers niets liever willen dan mjj te zien", zegt hy, „ik ben de grootste attractie; andere hertogen verbergen zich voor het publiek op bezoekdagen, maar ik ben er en geef handjes, zoals het publiek graag wil!" De hertog doet meer dan handjes geven. Hij heeft een „wasbordorkest" georganiseerd, waarin hy zelf mee zingt en als hij goede zin heeft, danst hy rock en roll met zyn bezoeksters. Het succesnummer is echter de per- sooniyke rondleiding; die bewaart hy voor byzondere gelegenheden. „De eerste hertog van Bedford", zegt hy dan by een schilderij, „verdiende zyn geld met smokkelen; de meesten van myn voorouders trouwden ryke erf dochters, een makkelijker manier om ryk te worden dan werken. Dat is de tweede hertog, de lelykste man van zyn tyd, als U my vraagt By Amerikaanse toeristen is hy uitermate populair, vooral in zijn be schavingen van de staatsie-logeer kamer. Hy probeerde Marilyn Monroe ook zover te krijgen, dat zU er 'n nacht sliep, maar Marilyn weigerde. Hy laat nooit na zyn rondleidingen vergezeld te doen gaan van klachten over zyn onkosten. „Het dak moet gerepareerd worden en de kolenrekening is nog niet betaald", zegt hy. Een dame uit Manchester frommelde hem na zo een peroratie een pondbiljet in zyn hand als hulp; de hertog stak het zonder blikken of blozen in zijn zak. Hy laat niets na om de aandacht te trekken. Als hy zyn stamboekkoe Ethylene meeneemt naar het Savoyhotel, laat hy zich eerst by Lloyds tegen alle schade verzekeren, vertelt de directeur, dat hy had gedacht dat er ook vee houders zouden komen en heeft de pers op zyn hand. Zyn optreden voor radio, film en televisie is altyd een succes, onver schillig om welk produkt het ook gaat, maar hy laat zich goed betalen. De eerste hertog van Bedford was een smokkelaar, die de gunsten van Hen drik VIII verwierf en ambassadeur in Spanje werd. De vierde hertog bouw de Woburn om aan de pest te ont vluchten. De huidige hertog is de dra ger van vele onderscheidingen; zyn vrouw is een oorlogsweduwe en was moeder van twee kinderen toen hy met haar in het huwelyk trad. En passant is zyn vrouw ook een tante van de huidige Aga KhanDe her tog heeft het voorouderiyk kasteel nieuwe glorie verleend. Toen hy het overnam was het verwaarloosd en de tuinen waren een woestenij. Hy begon met zelf voor tuinman te spelen en zijn eigen overhemden te strijken. Tegen woordig brandt hij van nieuwe ideeën om zyn kasteel tot een amusements park te maken met zich zelf als de grootste attractie. Zyn nieuwste stunt is een boekje (twee shilling) met als titel „De weg naar succes" dat grif verkocht wordt, maar alléén aan be zoekersUw voorouders zullen zich in hun graf omdraaien", zei een Ame rikaanse dame eens voorzichtig. „Laat ze draaien, zolang het maar geld in brengt!" was het nuchtere antwoord van de dertiende hertog. Beraad landarbeidersionen wordt voortgezet In de vergadering van de hoofdafde ling Sociale Zaken van het Landbouw schap is gisteren gesproken over de landarbeidersionen. Zoals bekend was van de zUde der drie landarbeidersorga- nisaties een loonsverhoging in de C.A.O. voorgesteld, terwyi de werkgevers 2% loonsverhoging plus verwerking van de huurcompensatie wilden geven. De hoofdafdeling is gisteren niet tot het vaststellen van een advies gekomen. Het beraad zal op 17 december as... worden voortgezet. Na de vaststelling van een advies door de hoofdafdeling zal het bestuur van het Landbouwschap over dit advies moten oordelen, waarna de C.A.O.'s per provin cie worden afgesloten tussen de werk gevers- en werknemersorganisaties. Kritiek op voorstel is niet uitgebleven Voorziening voor gezinsleden ((Van onze correspondent in Bonn) Meer dan honderd leden van de West- duitse Tweede Kamer, de Bondsdag te Bonn, hebben na lange voorbesprekin gen in fracties besloten een voorstel in te dienen om een pensioenkas voor de parlementsleden op te richten. In de Westduitse politieke opinie is dit be sluit, dat neerkomt op een verzoek om pensioen voor de parlementariërs, be paald niet overal in goede aarde geval len. Wat de indieners van het voorstel wensen is geen verplichte ouderdoms voorziening voor alle parlementsleden, maar een vrijwillige regeling. De ver plichte voorziening zou op moeilykheden stuiten omdat daartoe de grondwet zou moeten worden gewUzigd. Thans houdt het plan in dat iedere afgevaardigde van de Bondsdag 15 procent van zUn maandeiykse belastingvrye parlemen taire inkomsten (1100 Duitse marken daarbij komen dan nog daggelden tot een maximum van 500 mark per maand en toeslagen voor het houden van een bureau van 600 mark per maand, plus nog verscheidene reiskostentoeslagen), dat is 165, in een pensioenkas zal storten. Na een parlementaire werkzaamheid van acht jaar, maar pas op dat mo ment dat de afgevaardigde 65 jaar oud is geworden, heeft de parlementariër recht op een pensioen van 40 procent van zyn gewone parlementaire verdien sten, dat is 440 Duitse marken per maand. Na een twaalfjarige parlementaire activiteit kan de afgevaardigde 550 Duit se marken als pensioen krijgen en dat is dan ook het maximum. De staat moet helpen Het doel van deze voorziening moet zyn de gezinsleden van de afgevaar digde, die plotseling overlydt tenminste een basis te geven om zonder al te veel moeilijkheden verder te kunnen leven, want in dat geval' krijgt de weduwe vol gens het ontwerp direct het pensioen waarop haar man recht zou hebben ge had. Maar toch ook bedoelt men met het voorstel om de parlementariër in het. algemeen die om der wille van het politieke leven in de staat afziet van een groot deel van zyn particuliere le ven en zyn gezin vaak alleen laat, die buitendien zyn beroep min of meer moet verwaarlozen gedurende de vyf of zes maanden dat zyn aanwezigheid te Bonn strikt vereist is, een schadevergoeding te geven. Daar, zo redeneert men voorts, de ministers op 55-jarige leeftyd en reeds na vier jaar het hoge ambt be kleed te hebben, een enorm pensioen krijgen en dus de top van het uitvoe rende apparaat in de staat geholpen wordt, zou dat ook moeten geschieden met de top van het wetgevende lichaam. De kritiek is niet uitgebleven. Aller eerst zal het onvermijdelijk zijn dat de Westduitse staat mettertijd een groot deel van de financiële kant van deze zaak op zich zal moeten nemen. Een collectieve verzekering op basis van het voorstel van de 100 parlementsleden wordt nameiyk onmogelyk geacht. Dat zal betekenen dat de parlementariërs pensioen zullen krygen in de vorm van een staatssubsidie hetgeen zeer onge wenst geacht moet worden. Voorts zeg gen de critici, dat het parlementariër- zyn „beroep" zowel als „roeping" in zich houdt. Dat wil zeggen, dat hij, die af gevaardigde van de Bondsdag wordt, daarvoor iets moet opofferen in zyn ge zin, zijn beroep of anderszins. Men ge looft voorts niet, dat vele mannen van allure, die nuttig voor het parlemen taire werk zouden kunnen zyn, door het pensioen van hoogstens 550 mark per maand zullen worden aangetrokken. Onzekerheid Het is helemaal niet zeker dat de Bondsdag dit voorstel uit zijn midden zal accepteren. Er zijn diverse parle mentsleden die er niets van moeten hebben, die menen dat men de afge vaardigden maar naar een particuliere verzekering moeten verwyzen. Maar in een land als de Bondsrepubliek, waar drie van vijf volwassenen het zelf ver diend pensioen, een oorlogsuitkering of een staatsoudex'domsvoorziening hebben, lykt het by na vanzelfsprekend dat ook de parlementariër er nog wat bij krijgt: in negen van de tien gevallen heeft hy natuurlyk al een eigen pensioen! Maar waar gesproken wordt over de dienst van de parlementariër voor het algemeen belang, daar krijgt men straks zelfs wel dat deel van de openbare me ning klein, dat thans nog tegensputtert en van een parlementslid geen soort volksambtenaar wil maken, maar een politieke figuur wil laten met alle goede en kwade consequenties daarvan Advertentie Morgen loopt U als een vorst in Uw sportieve, hypermoderne, geklede winterjas. De prachtige stof met mohair-effect, de onberispelijke^ coupe en afwerking maken deze jas verrassend mooi. Jarijs is y/.bü maar eze jas tot Coster's herfstsensatie, want één dag en geen dag langer betaalt U voor deze schitterende Winterjas, vol gens de laatste mode in het gedis tingeerde antracietgrijs, de sensa tionele prijs van MB 75 Zolang de voorraad strekt.' Telefonische of schriftelijke orders kunnen niet worden uitgevoerd. LEIDEN Haarlemmerstraat 25 ROTTERDAM: Korte Hoogstraat 11 Meent hk.Goudjeaingcl Katendr. Lagedijk hk. Dorpsweg West-Kruiskade 35 y Linkse relletjes met gevaarlijk karakter De meestbesproken Britse edelman van alle tijden is de hertog van Bedford. Gebukt onder een zware schuld voor erfrechten. is deze her- tog erin geslaagd om het voderlijk erfdeel goeddeels intact te houden dank zij zijn Amerikaanse showmanschap. Thans wetenschappelijk medewerker aan universitair instituut in Miinclien Veelbelovende kleinzoon (Van onze correspondent te Bonn) De universiteit te München heeft de zer dagen een ere-doctoraat verleend aan de 62-jarige ex-mijnwerker Otto Hölzl, uit Hausham in Beieren, wegens zijn verdienste voor de geologische wetenschap. Hölzl wist van een een voudige hobby een wetenschappelijke studie te maken en hij deed dat zo voortreffelijk, dat hij tenslotte vijf we tenschappelijke werken kon schrijven.' Dertig jaar lang werkte Hölzl als mUnwerker en wel tot 1949. Maar hy wist altyd weer tyd te vinden om in zUn vrye uren nogmaals in de mijnen te kruipen voor zyn genoegen, om zeldzame stenen te zoeken. Zakkenvol haalde hij naar boven tydens meer dan 700 excursies! Eenmaal ging hy zelfs met 40 kg. per fiets over de Gross Glockner Het begin van zyn hobby was het mede-ontdekken als jonge mUnwerker yan 22 jaar van een laag schelpen. Hölzl was direct enthou siast en begon een eigen verzameling by elkaar te zoeken, die thans tot de grootste van geheel Beieren behoort. Van het zoeken naar oude stenen tot de verzameling met wetenschappe- lyke waarde, dat werd een proces, waarin de mynwerker heel wat spaar centen moest steken. Maar niet alleen financiële moeilykheden had Hölzl, hy ontdekte al vry snel, dat er ook nog andere moeilykheden te overwinnen waren: zuiver wetenschappeiykeDaar toe leerde Hölzl, die alleen de lagere school had doorlopen, Frans en Latijn, Grieks en Italiaans. Na tien jaar studie en verzamelen kreeg Hölzl contact met het Palaeon- tologische Instituut te München en spoedig daarna ging hy zich speciali seren op het z.g. tertiaire molasse van Beieren. In 1948 verscheen zyn eerste publikatie met als titel „Mollusken- faunen der subalpinen Molasse, vor- laufiger bericht", en dat geschiedde op een moment waarop Hölzl nog altyd iedere dag als mUnwerker zyn dage- lyks brood verdiende! Iedere zondag weer ging hy in die dagen met zyn houweel naar beneden om „stenen" te zoeken. Geen vakantie sloeg hU over, (Van onze Amerikaanse correspondent) De kwalijke bejegening, die Ne derland van Indonesische zijde ondervonden heeft, bedreigt thans ook de Verenigde Staten. Voor Amerika komt de dreiging echter niet zozeer van Soekarno als van Castro en andere Latijns-Amerika nen, die hun volken tot extreem nationalisme weten op te zwepen en tot toeëigening van wat Noord amerikanen in deze staten hebben geïnvesteerd. Dat is heel wat: in Cuba schat men het Amerikaanse bezit op 900 miljoen dollar en in geheel Latijns- Amerika moeten particulieren uit de Verenigde Staten geïnvesteerd hebben tot een bedrag van elf miljard. Men zal zich herinneren, dat de Ame rikaanse vice-president Richard Nixon, toen hy in het voorjaar van 1958 een bezoek bracht aan verscheidene staten in Zuid-Amerika, in diverse hoofdste den vry onvriendelyk door een deel van de bevolking is ontvangen. In Caracas, om zyn hobby in praktyk te brengen. Op de fiets ging hy eens van Beieren naar RUnland-Palts, 's nachts by boe ren slapend en dat alles omdat zyn wetenschappelijke stokpaardje hern niet losliet. Hölzl had het grote geluk met 'n vrouw getrouwd te zijn, die hem in al deze dingen bepaald bijstond. Het was hierom, dat hy een byzonder fraaie, door hem ontdekte schelp naar haar noemde: „Laevidarium Johanna". Thans is dr. Otto Hölzl sinds enige jaren wetenschappelijk medewerker van het Instituut voor Historische Geo logie en palaeontölogie te München. Het vorige jaar verscheen nog van hem een geschrift in een wetenschappelijke serie, dat ook buiten Duitsland opzien heeft gebaard. Maar het meeste ple zier heeft Hölzl thans van zijn klein zoon, een elfjarige met reeds thans een meer dan normale belangstelling en kennis van de verzamelingen van zijn grootvader. ,,H\j zal het gemak kelijker krijgen dan ik om, als hij er voor blijft voelen, op de hoogte te komen",, zei Hölzl dezer dagen. de hoofdstad van Venezuela, namen de relletjes, die linkse elementen op touw hadden gezet, beslist een gevaarlyk ka rakter aan. Deze demonstraties hebben te Washington diepe indruk gemaakt. Nixon zelf heeft uit zyn ervaringen de verstandige conclusie getrokken, die men ongeveer als volgt kan samenvat ten. De jongeren in Zuid-Amerika, met name de luidruchtige studenten, zijn kennelijk anti-dictatoriaal. Zij zullen de toekomst van hun land bepalen en hun politieke instelling zou men, in ✓ergelyking met een dictatoriaal stelsel, links kunnen noemen. In het verleden heeft Noord-Amerika in bepaalde ge vallen steun verleend aan dictatoriale regimes in Zuid-Amerika, eenvoudig omdat die regeringen aan de macht waren. Die steun aan dictators is ech ter een van de redenen geweest van de anti-Yankee gevoelens, die de jonge ren in Latijns-Amerika thans aan de dag leggen. Naar Nixons mening richt ten de Amerikaanse diplomaten zich nog te zeer tot de oudere generatie in die zuidelijke staten; zij zouden de te kenen des tijds beter moeten verstaan en er de nadruk op moeten leggen, dat men te Washington juist grote sympa thie had voor het streven naar een ware democratie. Vage linkse sympathieën Ook dr. Milton Eisenhower, de broer van de president, die zich tot specialist voor Zuid-Amerika heeft ontwikkeld, is deze mening toegedaan en men kan zeggen, dat de officiële politiek van Washington distantiëring is gaan na streven van dictatoriale elementen en waardering aan de dag is gaan leggen voor een democratische ontwikkeling. Die politiek is stellig verstandig. Hoe meer begrip men in Latyns-Amerika ontwikkelt voor wat het Westen als de mocratie beschouwt, des te geringer is de kans, dat de Russen profiteren van vage linkse sympathieën der jongeren. Dat de Sovjet-Unie hier kansen ziet is buiten kyf. Niet voor niets heeft Miko- jan een bezoek aan Mexico gebracht en niet voor niets heeft deze sluwe poli tieke reiziger zich allerlei onvriende- lyks over de Verenigde Staten laten ontvallen! In Cuba maken de Russen op het ogenblik de beste kans. Daar is, na de revolutie van Castro, een vry wilde toestand ontstaan. Economisch gaat het niet al te best en in zulke omstandighe den is de verleiding groot om althans tUdelyk voordeel in de wacht te sle pen door nationalisatie van buitenlands bezit. Dat men vagelyk een schadever goeding in het vooruitzicht stelt hy land-onteigening, stelt de beroofde Noordamerikanen natuurlijk nauwelijks gerust. Het is nog niet te zien hoe ver men gaan zal in Cuba. Zal men na de suikeroogst de suikerindustrie, die voor een groot deed in Amerikaanse handen is, gaan aanpakken? Er lopen geruch ten dat men dit overweegt. Maar niet alleen in Cuba, ook in Pa nama, Venezuela, Brazilië, Argentinië en Mexico heeft men verontrustende symptomen waargenomen. Het ziet er niet naar uit, dat Washington de poli tiek, die N'ixon en Milton Eisenhower hebben aanbevolen, zal wijzigen. Bevor dering van democratie in Westerse zin blijft de leus. Maar het gevaar is reëel, dat een anti-dictatoriale, links gerichte actie dóórslaat; dat het communisme er vat op krijgt en dat een soort com- munistisch-nationalisme tot nationali satie of eenvoudigweg onteigening leidt. Dat de Latijns-Amerikanen daarby de kans kunnen verspelen op verdere steun van hun noorderburen kan Moskou al leen maar aangenaam zyn. Zulks zou slechts ten goede kunnen komen aan de economische en politieke relaties, die de Sovjet-Unie met Latyns-Amerika pro beert aan te knopen. Zo heel vreedzaam is de vreedzame wed yver van de com munisten nu ook weer niet. Inbraak in Wassenaar werd gevolgd door auto-ongeluk (Van onze Haagse redactie) ZU waren beiden 22 jaar, maar toch hadden ze er al vele jaren gestichts- en gevangenisstraf op zitten, de twee ma chinebankwerkers uit Nymegen, die don derdagmorgen voor de Haagse Recht bank moesten verschijnen wegens een inbraak in een woning te Wassenaar. Voor dit object waren de twee jeug dige zware jongens speciaal met de trein uit Nijmegen naar Wassenaar gekomen. De kraak was goed voorbereid, want juist toen het tweetal arriveerde, ver liet de bewoner het huis. De machine bankwerkers klommen over een muur en bereikten via de tuin de woning, waarin een geldkist als welkome buit stond te wachten. Even welkom was de grote auto, die startklaar in de garage stond. De jonge inbrekers stapten welgemoed in, en reden weg in de richting van Utrecht. Alles zou (voor de machine bankwerkers tenminste) goed afgelopen zijn, als een van hen niet in zyn ze nuwen een verkeerde manoeuvre met de snelle wagen had gemaakt. Nu gebeurde er daardoor in de buurt van Utrecht een verschrikkelyk ongeluk. De wagen vloog met een snelheid van meer dan 100 kilo meter tegen een huis. Een buitenmuur werd geheel vernield, de auto werd zwaar beschadigd. Beide inbrekers be landden in het ziekenhuis. „U moet wel rekening houden met de schok die wy door dit ongeluk hebben gekregen", zei de leider van het tweetal vanmorgen tegen de President van de Rechtbank. „Maar U had rekening moe ten houden met de belangen van de gene bü wie u inbrak en wiens auto u vernielde. Wie betaalt de vernielde auto en de schade aan het huis?" vroeg de president. De of/icier eiste tegen beide krakers een verblyf in de jeugdgevangenis van twee jaar. Uitspraak over veertien dagen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 6