Meer spreiding inkomen/vermogens Uit de meesterklasse Interesse voor kleine aandelen {evordering besparingen en beleggingen WITTE KRUIS n WITTE KRUIS Sven beroemd als „Désirée" wordt Mathilde Bonaparte Nieuw historisch vervolgverhaal in Libelle Lees het romantische levensverhaal van een van de lieftalligste en boeiendste vrouwen van de negentiende eeuw: Mathilde Bonaparte, bloedverwante van de Nederlandse koningin Sophia. Napoleon III houdt van haarzij huwt echter een Russisch grootvorst en dat wordt een tragedie. Dit prachtige, ge voelig geschreven vervolgverhaal is geïllustreerd met talrijke tekeningen en foto's. De eerste aflevering ziet u in Libelle van de volgende week. Abonneer u nü, dan krijgt u de eerste twee nummers gratis thuis. Geen nadelige invloed van tv op leerlingen voortgezet onderwijs GOTHENBURG, DE GROOTSTE VISSERIJHAVEN IN ZWEDEN y~ pgerkht 1 maart 1860 Zaterdag 28 november 1959 Zesde blad no. 29911 (Van onze financiële medewerker) Zoals bekend heeft de Nederlandse regering in het kader van het beleid ter [vordering van de vorming van duurzaam persoonlijk bezit in brede kring, enkele laatregelen voorgesteld. Behalve de premiering van spaargelden, waarvan wjj, [ljjk de lezer bekend is, geen voorstander zjjn omdat zjj de een geeft wat ze de nder ontneemt, zijn die maatregelen ook gericht op de bevordering van het Ifectenbezit. De regering beoogt namelijk ter vergemakkelijking van risico- preiding voor de belegging door de kleine spaarders, een algehele vrijstelling van ennootschapsbelasting aan speciale, nog op te richten beleggingsmaatschappijen, 5e zich in het bijzonder ten doel stellen het sparen ingevolge de algemene spaar- (geling of via bedrijfsspaarregelingen te bevorderen. Deze bijzondere beleg- ingsmijen zullen worden vrijgesteld van registratierecht voor het plaatsen en ilstorten van aandelen en van eventueel verschuldigd zegelrecht. Voorts zullen ak binnenlandse obligaties met een nominale waarde van f 100.of minder van [felrecht worden vrijgesteld. Of deze faciliteiten van veel invloed op de nationale besparingen zullen zijn, laat nog te bezien, maar in elk geval blijkt er uit dat de kleine belegger thans bijzondere aandacht van de regering heeft en dat deze in het kader van de ■wenste en inderdaad noodzakelijke kapitaalvorming, het effectenbezit als een ■langrijk hulpmiddel beschouwt. Een feit is. dat het effectenbezit niet ■er het monopolie is van de grote pitalist en dat de aanmerkelijke uit- eiding van de fondsenhandel geduren de laatste jaren voor een deel ook ii de activiteiten van de kleine spaar- rs is te danken. Zo is bijv. uit een quete onder de brede middenlaag van Amsterdamse bevolking gebleken, dat a hen, die weten wat aandelen zijn, 5 een gunstig oordeel heeft over de entuele belangstelling voor de ontwik- Ung van kleine aandelen. Eet is een verheugend verschijnsel, dat kapitaalvorming vooral na de oorlog et een bezitsspreiding is gepaard ge- ook al zyn alle pogingen, welke «■toe worden gedaan, niet even sym- ithiek. Het is uit een sociaal-econo- isch oogpunt toe te Juichen, dat in- men en vermogen van de bevolking evenredig is verdeeld. De verho gen van lonen en salarissen, welke sis de oorlog hebben plaats gehad, Üden voor een niet onbelangrijk deel ïiïtwijfeld verband met de waarde ver siering van het geld. Maar ze hebben tii ook het reëele inkomen van een oot deel der loon- en salaristrekkers rp-oot en voor hen de mogelijkheid a sparen geschapen. Terwijl bijv. in 1946 van de aangesla gen in de Inkomstenbelasting niet neer dan ca. 7% een inkomen had tan meer dan f. 5000, was dit aantal !n 1955 reeds tot 25% gestegen en ial het niet ver van de 30% verwijderd ijjn. Ook in de vermogenssfeer valt ten dergelijke ontwikkeling te consta teren. In 1946 had nog ca. 60% van ie aangeslagenen in de Vermogens belasting een vermogen beneden 30.000, in 195 was dit aantal tot fo gedaald, wat dus wil zeggen, dat in laatstgenoemd jaar ca. 65% een rermogen had boven f. 30.000 tegen 0% in 1946. Ook deze wijziging houdt erband met de waardevermindering tan het geld, maar dit neemt niet reg, dat thans zonder twijfel een roter aantal personen in het natio nal vermogen participeert dan tien n twintig jaar geleden en dus aan de mdsenhandel kan deelnemen. iVij hebben er meer dan eens op /ezen, dat de kleine kapitaalbezitter beleggingsrisico's in sterkere mate et beperken dan de grote kapitalist dat voor de kleine spaarder belegging spaarbanken en in obligaties der- ve allereerst aan de orde komt. De irdevermindering van het geld, welke ■ral gedurende de eerste jaren na de log is ingetreden, heeft aan de sociale ekenis van die beleggingen helaas reuk gedaan, als gevolg waarvan ook ir de Rijksfondsen een paar Jaar ge en tot een klein percentage belegging landelen is toegestaan. Het is echter rijpelijk dat niettemin ook de bespa nen bij de spaarbanken blijven toene- a en dat ook de vraag naar obligaties bestaan. Niet alleen geeft men a, .vooral in de kringen van de kleine arders, nog lang niet algemeen reken- ap van de waardevermindering van geld, maar de risico's, aan belegging aandelen verbonden, zijn nu eenmaal uiig, dat vele kleine spaarders, die mogen, of niet willen lopen. eneinde de kleine spaarder aan te rken, hebben tal van beleggings- en sinds de laatste tijd, behalve iken van f 1000, ook coupures van 100 of f. 50 uitgegeven, terwijl ook sohillende ondernemingen tot de uit- ie van honderdjes zijn overgegaan, heeft bijv. de Koninklijke haar aan- ïn f. 1000 in aandelen van f. 20 ge- tst welke niet meer in procenten van nominaal bedrag, maar zogenaamd eensgevend geld worden verhandeld, z. het bedrag aan geld, dat men er r moet betalen, wordt genoteerd. Een deel Koninklijke van f. 20 wordt os bijv. voor ca. f. 155 per stuk ver nield en ook de grotere coupures (5 f. 20 is f. 100 en 50 van f. 20 is 000) worden op die basis verhandeld, bk enkele beleggingsmijen zijn tot tsin-g van hun aandelen overgegaan. Robeco, de Interunie, de Unitas en Vereenigd Bezit van 1894 hebben ns aandelen van f. 50, welke weer men sagengevoegd tot in combinaties i 2 en 20 stukjes (die van het Ver- !gd Bezit 1894 ook in combinaties f. 5 stukjes)waardoor ze dus ook !®r het bereik van de kleine spaar- komen. In 1958 hadden de Robeco de Interunie behalve stukken van -OOO, ook reeds coupures van f. 100, [rin de omzetten niet zonder beteke naren. Terwijl de omzet van de dui tjes Robeco In totaal een bedrag van miljoen uitmaakten, een bedrag rond f. 1.7 miljoen aan stukjes van 1 verhandeld, bi) de Interunie waren cijfers resp. f. 3.8 miljoen en rond 1.000. deze enkele cijfers wordt fel ge- iistreerd, dat de belangstelling van 't kleine spaarder voor de belegging j aandelen een groeiproces door nikt, dat aan de ene kant verband oudt met de vrees voor een waarde- ïindering van de gulden, aan de idere kant met de verwachting, dat ïgevolge van verschillende factoren, f conjunctuurschommelingen in ons ■elddeel en ook in ons land in de *komst minder groot zullen zijn dan i het verleden vaak het geval was. 'fen kan van mening verschillen over Jïraag in hoeverre de pogingen om nieuwe wereldoorlog te voorkomen, p slagen, alleen reeds die pogingen [echter van betekenis en brengen te h aanzien een grotere gerustheid In nog sterkere mate speelt thans ongetwijfeld de economische integratie een rol bij de beoordeling van de con junctuurontwikkeling. Ook hierover wordt verschillend gedacht. Tot dusver schijnen toch reeds de voordelen van de E.E.G. (Europese Economische Gemeen schap) groter te zijn dan de nadelen, terwijl het streven naar een samenwer king met de z.g. ..Kleine Vrijhandels zone", de Europian Free Trade Area (Engeland, Zweden, Denemarken, Noor wegen, Zwitserland, Oostenrijk en Por tugal) voor de algehele vrijmaking van de internationale handel in ons wereld deel nieuwe perspectieven oproept, welke tenslotte ook aan de ontwikkeling van het Nederlandse bedrijfsleven en der halve aan de algemene volkswelvaart ten goede zullen komen Dat een groter deel van de bevolking door middel van in aandelen belegde besparingen bij dit proces wordt betrokken, valt om meer dan een reden toe te juichen. Gelet op het aantal beleggingsmaat schappijen, dat wij in ons land reeds bezitten, is het de vraag of daartoe nieuwe, speciale maatschappijen met fiscale faciliteiten, moeten worden opgericht en of het niet veel meer de voorkeur verdient de groei van de be staande instituten en in het algemeen de belangstelling voor de belegging in aandelen te bevorderen door het doen wegvallen van de dubbele belasting, welke over de winsten van de naam loze vennootschappen moet worden betaald. Dit zou heel wat billijker en ook veel eenvoudiger zijn dan een reeks inci dentele en gecompliceerde faciliteiten, waarmee de regering thans de spaar zin en de effectenbelegging wil be vorderen. Onze bridgembriek DE £chtz PIJNSTILLER Hoofdpijn... maar ook andere plagende pijnen verjaagt u prompt met WITTE KRUIS. Tabletten, poeders of cachets! Wederom waren de meesters in Utrecht een weekeinde bijeen en de elf A-paren speelden elk weer 100 spellen. Hoewel Filarski— Verboog 20 of meer punten op hun concurrenten voorstaan, is de strijd nog niet beslist. Eén der ge- Advertentie het nichtje van drie keizers BON Is nu eenmaal beter Noteer mi| als abonnee en stuur mi| twee weken GRATIS Libelle. Daarna betaal Ik per week 35 cf per kwartaal 4,55* NAAM STRAAT HAATS A.u.b. doorstrepen wat niet wordt verlangd. In open envelop, w.o. 4 ct postzegel, zenden aan libelle, Nassaupleln 7, Haarlem. Postgiro 268670. Statistieken 1957 wezen uit: In 1957 brachten leerlingen van het voortgezet onderwijs met huls televisie het er gemiddeld niet slechter af dan leerlingen, die thuis geen televisie had den. Dit is de conclusie van een onderzoek, dat het Centraal Bureau voor de Sta tistiek in de herfst van 1957 heeft inge steld naar de invloed, die de televisie op de schoolprestaties heeft. De resultaten ztfn opgenomen In het zojuist versche nen tweede deel van de serie CBS-pu- blikaties „Schooljeugd en televisie", ge titeld: „Invloed op schoolprestaties en belangstellingsrichting". Bij de publikatie wordt opgemerkt, dat men wel dient te bedenken, dat in 1957 de televisie-zendtijd nog beperkt was en voorts dat slechts 1 op de 10 on derzochte scholieren uit een gezin met televisie kwam. De invloed van de daar na opgetreden ontwikkeling kon dus nog niet worden waargenomen. Voor het onderzoek werden de cijfers op het kerstrapport 1957 van omstreeks 1000 leerlingen in het eerste en twèede leerjaar bij het v.h.m.o., u.l.o. en n.o. uit gezinnen met televisie vergeleken met de rapportcijfers van eenzelfde aan tal van hun klasgenoten uit gezinnen zonder televisie. Een statistische ana lyse toonde aan, dat leerlingen met thuis televisie het er gemiddeld niet slechter afbrachten dan hun mede scholieren zonder televisie. Een vergelijking van rapportcijfers voor en na de komst van een televisie toestel thuis, bij een groep leerlingen uit het tweede leerjaar, wees evenmin op noemenswaardige negatieve gevolgen van de televisie. In een uitvoerige toelichting wordt ge wezen op de mogelijkheid, dat in de praktijk de televisie slechts fungeert als vervanging van andere min of meer ge lijksoortige vormen van vrije-tydsbe- steding zoals radio, film en bepaalde soorten lectuur. In diverse gegevens omtrent de in teresses van leerleerlingen met en zon der televisie thuis bleken geen aanwij zingen te vinden, dat de televisie er veel toe bijdraagt om de algemene ontwik keling en de culturele belangstelling van de leerlingen te bevorderen. Gelijktijdig met het onderzoek onder de leerlingen hield het Centraal Bureau voor de Statistiek een enquête onder de docenten, die les gaven in bepaalde vak ken aan de onderzochte scholieren. Maximaal 1 op de 7 leraren keek min of meer regelmatig naar de televisie. De overgrote meerderheid der leraren maakte zelden of nooit gebruik van de gelegenheid om in de les aan te kno pen bij bepaalde televisieprogramma'.' Ook hadden de meeste leraren geen uit gesproken positief of negatief stand punt over de pedagogische waarde van de televisie. vaarlijkste concurrent-paren acht ik zelf nog altijd de Kaisers, on danks hun 24 punten achterstand. Bob Kaiser is zonder twijfel één der 4 beste spelers van Nederland (wat broer Kees wel aanleiding zal geven^mij te vragen „Wie zijn de andere twee?"), wat hij Utrecht o.a. aantoonde door het volgende spel: Sch. A H 4 Ha. H 3 Ru. H 6 4 KI. A 10 8 6 3 Sch. V 8 7 5 3 Ha. 4 Ru. A 9 2 KI. V B 9 4 N W O Sch. B 6 Ha. 10 8 5 2 Ru. V B 10 8 Z KI. 7 5 Sch. 10 9 2 Ha. A V B 9 7 6 Ru. 7 5 KI. H 2 Oost gever, nz kwestbaar. Oost en zuid begonnen te passen, als west opende ik in de 3e hand met 2 schoppen (zwakke- twee)noord 2 sa, oost paste, zuid 4 har ten, allen pasten. De gaten in schoppen leken mij groot genoeg om aan de uitkomst met kla ver vrouw de voorkeur te geven. Dit was weinig gelukkig, doch nog minder fortuinlijk voor mijn partner en mij was het feit, dat Bob Kaiser dit spel moest afspelen. Publiceert men het als prijsprobleem en stelt men de vraag „hoe maakt zuid thans alle slagen?", dan zou men vele onjuiste oplossingen ontvangen. Zulks, ondanks de 4 x 13 open kaarten; vraag U dus maar eens af, hoe moeilijk zo'n spel wel is met dichte kaarten. Probeert U het zelf eens te vinden? Oplossing onder de boekbespreking. Bridgeboeken. Als man, verloofde of zoon bridge speelt wordt de aanschaf van een St-Nicolaasgeschenk weer een voudiger, doordat twee boeken zojuist het licht zagen. „Waarom U bij het bridgen verliest" (S. J. Simon, bewerking voor Neder land van mr. E. C. Goudsmit en H. Fi larski, uitg. A. J. G. Strengholt, A'dam) is het meesterwerk waarvan alleen in Amerika al bijna 100.000 exemplaren Antwoord op vragen over Amsterdamse G.G. en G.D. Op vragen van het Amsterdamse raadslid, de arts J. A. de Jong (WD), betreffende het op 12 oktober jl. in haar woning overlijden van een vrouw, voor wie op 9 oktober ziekenhuisopname was verzocht, hebben B. en W. geantwoord, dat de controlerende arts geen verzuim heeft gepleegd. Na de controle heeft hij met de huisarts overlegd, waarbij zij ge zamenlijk tot dec onclusie kwamen, dat opneming (nog) niet behoefde te ge schieden. B. en W. betreuren het, dat vraagsteller de suggestie wekt, dat de controlerende arts een fout zou hebben gemaakt en dat derhalve maatregelen tegen hem zouden moeten worden ge nomen. De dienstaanwijzing voor de controlerende artsen achten B. en W. juist en behoeft derhalve geen wijziging. werden verkocht. Op geestige en duide lijke wijze houdt de schrijver de lezers hun bridge-tekortkomingen en fouten voor, doch geeft gelijk aan hoe deze te verbeteren zijn. Hoewel het boek over robberbridge handelt, is het onmisbaar voor alle bridgers, die de psychologie van dit spel willen leren doorgronden. „Het bridgespel" (A. Voorthuyzen, uit gave „Kosmos" A'dam) beleefde de zes de druk en verdient dat. Het is een boekje voor allereerste beginners, over zichtelijk, duidelijk en beknopt genoeg om echte beginners niet af te schrikken. Oplossing spel „Uit de meesterklasse": g 1 de kl. vrouw genomen met kl. heer. Slagen 25 wordt 4 malen troef gespeeld; west ruimt 1 troef, 2 schop pens en 1 ruiten op - noord 2 troeven, een ru. en een sch. Hierna volgt kl., ge sneden met de 10; vervolgens kl. aas (oost ru. weg) waarop zuid ru. 5 weg gooit. Dan in slag 8 een kl. aftroeven in zuid. Nu gaat men naar de sch. heer van noord en de laatste vrije kl. wordt gespeeld - zuid gooit zijn laatste ruiten weg, west heeft op dit moment nog sch. V 8 en ru. A 9 - waarvan hij één kaart moet weggooien. Gooit hij ru. 9, dan speelt noord ru. 6 en zuid troeft in; noord de rest. Gooit west sch. 8 dan wordt eerst sch. aas gespeeld - zuid komt dan aan slag met introeven van ruiten en heeft nog een vrije schoppen. H. W. FILARSKI Gezond bedrijf Behalve als haven voor de grole vaart, heeft Gothenburg ook veel te betekenen als visserijhaven. Deze plaats is gelegen aan het Kattegat ongeveer op 57°-45' N.B. en 12°-00' O.L. Voor de uitoefening van de zee visserij heeft deze plaats een uitne mende ligging. Dit is dan ook de reden dat Gothenburg circa 2/3 van de to tale visaanvoer van de Zweedse west kust heeft. Deze ligging is zowel voor de Noordzee als voor het Kattegat gunstig. Het grootste deel van de vloot oefent dan ook de Noordzeevisserij uit en enkele schepen de visserij op IJsland. Wij spraken van Gothenburg als de grootste visserijhaven van de Zweedse westkust. Het is juister om Gothenburg te kwalificeren als de grootste visserij - haven van Scandinavië. Omstreeks 1910 werd deze haven in gebruik genomen. De visserij had aanvankelijk weinig te betekenen. In die jaren was de aanvoer ca. 12.000 ton vis voor een waarde van 1.5 miljoen Zw. kronen. De laatste vijf tig jaar is hierin een reusachtige voor uitgang te constateren. Jaarlijks be draagt de omzet in Gothenburg 600.000 ton voor een waarde van circa 40 mil joen Zw. kronen. VISAFSLAG De visafslag staat onder toezicht van een gemeentelijke instelling, het z.g. Vissertjhavenkantoor. Dit is weer een onderdeel van het Gothenburgse haven bestuur. Evenals in andere havens wordt de lading van een schip in volgorde van binnenkomst verkocht. Deze lading dient dan ook vooraf te zijn opgegeven aan de haveninstantie. Doorgaans begint het lossen om 5 uur 's morgens. Is de aan voer groot dan wordt het aanvangsuur vroeger bepaald. Het lossen uit het schip geschiedt door de bemanning. Deze plaatst de viskisten op de kade, terwijl de vissorteerders de lading daar verder opzetten. Alle vis wordt in het schip gestuwd in kisten, van 20 of 40 kg. Dit komt de kwaliteit ten goede. De afslag begint als regel om 7 uur 's mor gens. Men heeft minimumprijzen; wor den deze prijzen niet behaald, dan wordt de vis het eigendom van een coöpera tie, die er verder over beschikt. De voor naamste kopers zijn de groothandela ren, exporteurs, de conservenfabrieken, vrieshuizen en de kleinhandelaren. Een speciale vergunning om op de afslag te kopen wordt niet vereist. De voornaamste vissoorten, die in Go thenburg worden aangevoerd zfln ha ring, sprot, makreel, kabeljauw diverse soorten platvis. De export van vis vindt plaats naar Groot-Brittannië, West-Duitsland andere landen. BAKERMAT Gothenburg is de bakermat van de Centrale Organisatie van Zweedse west kustvissers. Deze organisatie is in 1930 opgericht en, werd uit de nood gebo ren. Het jaar daarvoor was de situatie in de visserij dei-mate slecht, dat de vis sers de handen ineen sloegen en deze organisatie oprichtten. Deze vereniging heeft een ledental, dat de laatste jaren ongeveer 7000 bedroeg. De visserij wordt in Zweden hoofd zakelijk uitgeoefend door de vissers zelf. Doorgaans is het schip het eigen dom van de schipper en één of meer bemanningsleden. Dit in tegenstelling tot diverse visserijlanden, waar zich grote visserijmaatschappijen hebben ontwikkeld. Hierdoor worden de vis sers dan ook niet als werknemers in de gewone zin des woords beschouwd. Men zou dit kunnen vergelijken als de verhouding op onze Urker kotters, waarbij de vissers op een z.g. „maat schapsovereenkomst" varen. DEELLONEN Wordt een lid van de bemanning ziek, dan wordt het ziekengeld betaald uit de gage van het schip. De gage voor de le den van de bemanning is afhankelijk deellonen. Doorgaans is het zo, dat de van de besomming Zij ontvangen dus netto-besomming - dat is dus de bruto besomming verminderd met een zeker percentage ter bestrijding van bepaalde kosten - wordt verdeeld in een variabel aantal gelijke delen. De kosten voor het financieren van de boot en de uitrusting worden gedekt door een bepaald aantal delen, terwijl voorts ieder lid van de bemanning zijn eigen deel krijgt. COÖPERATIES Voor de afzet van de produkten werd in 1938 de „Svensk Andelsfiste" opge richt. Aanvankelijk werkte deze onder neming op een zeer bescheiden schaal, doch geleidelijk aan werd zij niet alleen de grootste vishandelaar in Zweden, doch ook de belangrijkste exportfirma. Behalve een verkoopapparaat beschikt de Zweedse Westkust Vissers Organisa tie, ook over een coöperatieve inkoop vereniging, die zich bezig houdt met de verkoop van olie, smeerolie en alles wat voorts behoort tot de uitrusting van vis serijschepen. De organisatie treedt ook prijsregelend op. Tijdens de tweede wereldoorlog en kort daarna was het niet moeilijk om een goede prijs voor vis te verkrijgen. Toen daarna het voedselpakket ruimer werd en de behoefte aan vis minder, was het moeilijk een goede afzet voor vis te creëren. Daarvoor werd de hulp van de overheid ingeroepen om te ko men tot minimumprijzen en tevens tot afzet van overschotten. Daartoe werd bijv. ook een coöperatieve haringzouterij opgericht. Voorts beweegt deze vissersorganisatie zich op velerlei gebied en heeft ook een eigen vakblad, dat eens per 14 dagen verschijnt. Tenslotte worden er cursus sen georganiseerd waarbij onderwerpen worden behandeld op het gebied van na vigatie, Engelse taal, boekhouding, reke nen en eenvoudige wiskunde, technische hulpmiddelen bij de visserij. Al met al kan worden gesproken van een gezond visserijbedrijf niet alleen in Gothenburg, doch in geheel Zweden. \vi Leiden qtuqev? Stemmen op voor eev; veremcjiwqs raad ffltsstVuev)kuviwenwe ketdamnde toekomst met een Smt doen.. Cv— de Leidse Amateur fotografen waven 58 Wfiêk wm-adiaL cv? in \\fcmncvia was lietdeljsclub die weer bijeen kwam. Cv— qister werd de Leidse Licktweek(écVit qe- zeliiq)qeoyev>d Leiderdorpse raad besprak verpachting van viswater.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 17