Hardere economische hand in Polen is nog geen „mislukte revolutie-' Groep a-socialen nog niet eens één procent KWATTA Leedvermaak der Stalinisten„ivel Westelijke kranten in Warschaumaar geen biefstuk".... GRATIS Opgericht 1 maart 1860 Vrijdag 20 november 1959 Zesde blad no. 29904 (Van onze reisredacteur, W. L. Brugsma) (II) Warschau, november „Je kunt in Polen wel de New York Times kopen, maar niet een pond biefstuk". De Hongaarse partijman zei het met duidelijk leedvermaak, hetzelfde leedvermaak waarmee de partijpers van het zelfgenoegzame Oost-Duitsland en. het welgedane Tsjecho-Slo- wakije opvallende aandacht besteedde aan Polens huidige economische moeilijkheden. In feite wil den de Stalinistische zetbazen in Praag en Oost- Berlijn daarmee één ding zeggen: „Zie je wel, het „liberalisme" van Gomoelka leidt tot een faillisse ment". Dat sommige Westelijke commentators dezelfde Poolse crisis aangrepen als bewijs dat een communistische plan-economie het volk toch maar doet hongeren, is een van de vele ironische aspecten van Polens unieke situatie. Overigens is iedere goed of kwaad gemeende kritiek op Go- moelka's beleid min of meer academisch, want het berust veel minder op theoretische bespiegelingen dan op een aantal harde politieke en economische qrondgegevens. Maatschappij en gehandicapten De Poolse beurs is krap bemeten maar er zitten altijd wel een paar zlotych in voor een gokje in de staatsloterij, de enige (zij het ge ringe) kans om in Polen snel rijk te worden. Klok is niet terug te draaien Polen is een arm, door de oorlog geteisterd landmet een schrikbarende bevolkingsaanwas, dat door geen enkel systeem tot plotselinge bloei kan worden gebracht. Het ligt zo vast verklonken in de Sovjetrussische invloedssfeer, dat een niet-socialistisch systeem er eenvoudig ondenkbaar is. Van het gangbaar socia listisch patroon kan Gomoelka niet nog verder afwijken dan hij al gedaan heeft, het Poolse liberalisme heeft zijn grens bereikt, het moet nu wachten tot frisser tendenzen zich in de andere socialistische landen, in de Sovjet-Unie vooral, openbaren. Maar evenmin kan Gomoelka al zóü hij het willen de klok terugdraaien, met Stalinistische methodes de socialistische discipline herstellen. Want dat zou een revolutie met zich meebrengen en een herhaling van de Hongaarse tragedie is het allerlaatste dat Nikita Kroesjtsjef zou wensen. stokte, de stijgingen van 1956 en 1957 zetten in 1958 niet door, de oorzaken: klimatologische tegenslagen en een fout prijsbeleid van de regering die de nood zakelijke verhoging der vleesprijzen om politieke redenen niet tijdig aandurfde. Het goederentekort kon niet worden aangevuld door grote importen, Polens buitenlandse handel die voornamelijk op de steenkool-export steunt, kwam dooi de crisis op de internationale kolenmarkt op losse schroeven te staan. Polens wan kele economische wagen die eigenlijk »een enkele tegenslag kan verdragen, aegon vast te lopen. Gomoelka, die af gezien van het marxistische abc. weinig economische kennis bezit en die aan vankelijk niet in een komende crisis wil de geloven, eerst het piepen niet wilde horen, geraakte in lichte paniek en greep terug op Szyr en Tokarski, de economen van de harde hand. .Waakzaamheid bij de intellectuelen Deze grondgegevens palen het terrein af waarop Gomoelka kan manoeuvreren om wat er economisch scheef is gegaan recht te trekken met een politiek van versobering en straffer economische dis cipline. Drie mannen zullen die voor hem moeten uitvoeren: Eugene Szyr, tot 1956 voorzitter van de plancommissie, Julian Tokarski, tot 1956 minister voor de zware industrie, in de „Poolse oktober" gede gradeerd tot werkmeester in een fabriek, maar geleidelijk weer tot hoger posten opgeklommen en Tadeusz Gede, tot voor enkele weken ambassadeur in Moskou. Gede wordt vice-president van de plan commissie, een duidelijke aanwijzing dat Moskou Gomoelka wil bijstaan. Szyr en Tokarski, wier namen met de Stalinisti sche periode zijn verbonden, worden allebei vice-premier. Het valt niet te ontkennen dat hun benoeming in Polen bezorgdheid heeft gewekt, aanleiding heeft gegeven tot scherp commentaar bij de man in de straat en tot duidelijke waakzaamheid bij intellectuelen en studenten. Bij vele hoge ambtenaren zelfs. Die argwaan werd verscherpt door twee ont slagen in d» niet-economische sector, de „liberale" minister van Onderwijs, Bien- kowski, persoonlijk vriend van Gomoel ka, die nu de verhouding tussen kerk en staat weer verscherpt is moest boe ten voor zijn toegevendheid inzake het godsdienstonderwijs op de scholen, en de ..publicity-manager" van de partij, Jerzy Morawski. Maar na de wilde geruchten Van de eerste dagen de gevoelige Poolse politieke barometer slaat op de geringste atmosferische schommelingen meteen tot het alleruiterste uit! lijkt de kalmte voorshands weergekeerd. De overheersende mening is thans dat de veranderingen in het kabinet inderdaad op vrijwel puur economische motieven berusten hetgeen aan de algemene waak zaamheid niets afdoet: men zal de heren met de nieuwe bezems bij het vegen nauwlettend op de vingers kijken!! Heel wat schoon te vegen Er is in Polen op economisch terrein inderdaad heel wat schoon te vegen. De crisis die de afgelopen maanden vooral in een pijnlijke schaarste aan vlees, het Poolse volksvoedsel, hevig begon te schrünen er is nu een vleesloze dag heeft vele permanente en tijdelijke oorzaken. Geforceerde industrialisering en een beleid van maximale werkgele genheid leidden tot veelal onrendabele produktie en een ongelofelijke overbe zetting van de bedrijven. Het totaal der uitbetaalde lonen zwol builen iedere proportie tot de produktie. Gomoelka's beleid van economische decentralisatie gaf plaatselijke functionarissen de kans soms noodzakelijke maar vaak te snelle en ongecontroleerde investeringen te doen. Het gevolg was uiteraard inflatie, de arbeiders zagen hun lonen stijgen, maar de koopkracht ervan dalen. Deze latente kwaal werd verscherpt door nieuwe laotoren, De Vleeeproitnktie Vele klachten Zij zullen nu het Poolse volk duidelijk moeten maken, dat men ook in een socialistische economie niet kan verde len, wat er niet is. Ten eerste dus ver hoging der agrarische produktie. Hoe? Polens boeren zijn vrij, van gedwongen collectivisatie is geen heil te venvach- De wederopbouw van Polen, mis schien Europa's meest door de oor log geteisterde land kost ernome economische inspanning. ten Bepaalde vormen van coöperatie zijn voor de Poolse dwergbedrijfjes noch tans levensnoodzaak, men zal dus pro beren de toetreding tot de „agrarische kringen", een specifiek Poolse vorm van coöperatie, aanlokkelijk te maken. De crisis op de steenkolenmarkt kunnen ook Szyr en Tokarski niet verhelpen. Rest dus de industrie, een aanzienlijk zorgenkind. Centrale controle op inves teringen is natuurlijk uitvoerbaar. Maar \oor rendabeler produktie is meer nodig, niet ten onrechte klaagt de staat over absenteime, luieren en fabrieksdiefstal- len op grote schaal, een gebrek aan be langstelling bij de arbeiders voor hun bedrijven. Ook over onefficiënte leiding, vertraagde levering, manco aan kwali teit, over directies die hun bedrijfsplan nen vervullen door eenvoudig nog meer arbeiders aan te trekken. De Poolse bedrijfsleiders wachten een paar moeilijke jaren. Zij zullen moeten proberen hun arbeiders mee te krijgen. Gomoelka heeft die arbeiders drie jaar geleden gouden bergen beloofd, zij heb ben ze niet gekregen. Nu wordt het pa rool: broekriem aanhalen, maar die staat al zo lang op het laatste gaatje. Bur gerzin aankweken in een land dat een paar honderd kilometer op de landkaart is verschoven, dat een volksverhuizing van oost naar west heeft doorgemaakt, waar de oorlog zes miljoen mensen doodde en allerwegen familiebanden doorsneed waar in het algemeen zoveel houvasten voor sociale stabiliteit ver dwenen .is geen eenvoudige zaak „Dure plicht voor hulp te zorgeu" (ii) (Van onze Groningse correspondent) De mensendie een vergrijp heb ben gepleegdzetten wij buiten onze maatschappij. Wij hebben echter de dure plicht ervoor te zorgen dat deze mensen alle hulp krijgen, waardoor zij liefst op korte termijn hun plaats in de maatschappij weer zullen kunnen innemen. Dit is een uitspraak van professor dr. mr. P. A. H. Baan uit Utrecht, hoogleraar in de psychia trie te Groningen. Professor Baan, die in zijn werk echter alleen te maken heeft met volwassenen, zegt: ..Willen wij in staat gesteld worden ons werk goed te doen. dan is er geld nodig voor research!" Het werk van professor Baan bestaat o.m. hieruit, dat hij adviezen geeft in gevallen van emotioneel gestoorden, sociaal slecht aangepasten, labielen en anderen, die met het gerecht in aan raking zijn gekomen of voor de Dienst Sociale Zaken of de Voogdijraad zijn hulp inroepen. Vaak zijn dit mensen, die nog niet in de een of andere inrichting of kliniek zijn geweest, maar die eigenlijk al sinds hun jonge jaren hadden moeten worden „begeleid". „Weet U'\ zegt professor Baan dan opeens, ,.dat de groep, die werkelijk a-sociaal mag worden genoemd, minder dan 1 percent van onze totale bevolking (in Nederland vanzelfsprekend) uit maakt?" Statistiekje Hij geeft dan het volgende kleine, maar uiterst belangrijke statistiekje: „Van onze totale Nederlandse bevol king komt 85 percent nooit voor de rechter, 10 percent verschijnt voor de groene tafel, krijgt een schrobbering en komt nooit terug. 5 percent krijgt niet meer dan eenmaal een gevangenisstraf en dan rest er dus de kleine groep recidivisten, mensen, die onmachtig zijn hun doen en laten volkomen onder controle te houden". In de loop der tijden is gebleken, dat alleen gevangenisstraffen voor die men sen niet helpen. Men meent een con structieve oplossing te hebben gevonden in het „ter beschikking stellen van de regering". De ter beschikkine van de regering Geleidelijke verbetering Men mag omderwille van het welsla gen van het experiment-Gomoelka, dat zo'n belangrijke eerste stap is op weg naar de humanisering van het socialis tische kamp, hopen dat Szyr en To karski snel en pijnloos succes zullen hebben en dat de geruchten over span ningen in de industrie-steden Lodz en Poznan overdreven zullen blijken. Er is tenslotte de troost, dat bekwame Wes telijke waarnemers de Poolse economi sche situatie niet zo zwart zien als zij soms wordt geschilderd, zij wijzen er vooral op dat de industriële produktie met negen procent per jaar stijgt, dat de kwaliteit beter wordt en dat Polen doende is zich een plaatsje op de we reldmarkt te veroveren. Zij achten een geleidelijke verbetering niet uitgesloten. Men mag bidden dat zij en niet de Sta linistische erfgenamen in Praag, Berlijn of Boekarest gelijk zullen krijgen. Hier zitten de mannen die een politiek-economische koorddans tot een goed einde moeten brengen: het is het hoofdkwartier van de Poolse Verenigde Arbeiderspartij waarvan Wladyslaw Gomoelka secretaris generaal is. gestelden worden opgenomen in een kliniek, waar individuele en groeps therapie wordt toegepast. De mensen verrichten er zinvolle arbeid en verdie nen met hun werk zoals zij dat met dat zelfde werk in de maatschappij zouden doen. Men poogt hen dus in een betrek kelijk kleine gemeenschap op te voeden voor herplaatsing in de maatschappij. De gemeenschap En dan komt de grote gemeenschap er dus weer aan te pas. zy moet bereid zijn tot het opnemen van deze mensen. En als het gesprek op dit punt is geko men, wijst professor Baan er met klem op. dat Nederland vrij tolerant is in ver gelijking met andere landen, byvoor- beeld met de Verenigde Staten, waar men het ter beschikking stellen van de regering helemaal niet kent, maar waar onmiddellijk gevangenisstraffen worden gegeven. „In ons land leeft de reclasserings- gedachte al een honderdvyftig jaar en dat is verblijdend!", aldus professor Baan. „Men heeft de minimum-toleran tie hier zeker bereikt, maar aan een optimum (de meest gunstige grens) is men nog lang niet toe". Professor Baan sprak zün gTote be wondering uit voor de verstandige en in tegere rechtsspraak in ons land. Dat op zichzelf betekent al een stap in de goede richting voor de reclassering van de a-sociale medemens. De rest van de lange weg tot zijn volledig herstel zal voor een belangrijk deel door hemzelf moeten worden afge legd, maar daarbij heeft hij ons aller steun nodig. 1 K watta Manoeuvre 20 ets reep voor ÏO Kwatta-soldaatjes bij Uw winkelier 't is weer Tweelingzusjes stelden een probleem Pleegden zij een ivinkeldiefstal tezamen? 1 I I (Van onze Haagse redactie) „Jullie halen nou toch geen grapje uit hè? Want ik heb in de rapporten gelezen, dat jullie jc tegenover je vrienden ook wel eens verwisseld hebt en ik kan jullie óók niet uit elkaar houden" .aldus sprak de president van de Haagse Rechtbank tot twee Rot terdamse tweelingzusjes. Wiegertje en Dientje, die zich hadden te verant woorden terzake van het stelen van een japon uit een groot kledingmaga zijn te Den Haag. De 23-jarige tweelingzusjes genieten in Rotterdam een zekere beruchtheid door de rare streken die zij altijd samen plegen uit te halen. Zij zijn al verschei dene keren veroordeeld: een keer voor het stelen van een kabouter uit een tuin, voor brandstichting in de duinen bij de uige Hoek, voor stroperij en voor nog andere misstappen. Een verkoopster van het kledingma gazijn verklaarde als getuige, dat zij per tinent zeker wist, dat de zusjes de dief stal van de japon samen gepleegd had den Het personeel van het magazijn had namelijk maar één zusje kunnen aan houden: zij had de japon in haar tas. Het meisje met wie zij de diefstal samen gepleegd had, was hiard weggelopen. Het betrapte meisje gaf de diefstal toe. „Maar", zo zei ze, „zij was alléén ge weest". Haar zusje ontkende dan ook alle schuld Zij verklaarde dat zij op de be wuste dag niet naar Den Haag was ge gaan met haar zusje, doch dat zij al liftende met vakantie door het land was getrokken. Op de bewuste zaterdagmid dag had zij in Groningen gelogeerd. Zij wilde niet zeggen waar, om haar ken nissen geen last te bezorgen. Een feit is, dat zij sinds de dag van de winkeldief stal spoorloos is geweest, tot de politie 1» ar tien dagen later aantrof in een ■droge sloot van de Haarlemmermeer polder. „Deze zaak heeft zowel eon humoris tische als een tragische zijde", mec.iri. de officier van Justitie, die tegen elk der meisjes een gevangenisstraf van 4 maanden eiste. De officier achtte het zonneklaar bewezen, dat de zusjes, zoals altijd, ook dit gevnl samen hadden gedaan. De verdedigster van het betrapte zusje, mej. mr. Goedemoed, beschreef de zusjes als kinderlijke impulsieve wezen tjes. Haar cliënte had zeker niet het boze opzet tot stelen gehad, het betrof hier eerder weer een geval van katte- kwaad: eens proberen of het lukte. Do verdedigster van het ontkennende zusje achtte het tenlastegelegde niet bewezen. Uitspraak 3 december. Begroting Zaken Overzee ingetrokken De minister van Financiën heeft de Tweede Kamer laten weten, dat de re gering het wetsontwerp tot vaststelling van de begroting van Zaken Overzee voor 1960 heeft ingetrokken. In de brief van de minister wordt voor deze intrek king geen reden opgegeven. In zaak Meulenbelt vreest minister Beerman niets „Als de zaak-Meulenbelt straks in het parlement speciaal aan de orde komt, vrees ik niets". Dit verklaarde gister middag de minister van Justitie, mr. A. C. W. Beerman, in de Tweede Kamer. Hij brandt van verlangen klaarheid te schenken. De medische gegevens die hy op 29 mei niet wilde mededelen in ant woord op vragen van het Kamerlid Van Ryckevorsel, zyn nu wel gepubliceerd in het rapport van de vaste commissie voor Justitie uit de Tweede Kamer op ver zoek van die commissie .Daarby heeft de minister overwogen, dat inmiddels veel over de zaak is geschreven en de indruk is gewekt dat mensen, een jong nrtsenpaar. in Nederland ten onrechte kunnen worden opgesloten. Om in het algemeen belang die indruk weg te nemen, heeft de minister erin toege stemd dat een deel van de medische gegevens, niet de diagnose, is gepubli ceerd in het rapport van de Kamer commissie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 17