I DE BRIEF VAN VERI de meester van de bergen ZA TER DAG 7 NO VEMBER WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 4 Hoe iverkt het zonnestralen! [stoomgenerator! stralenljn»V DE ZON STRAALT DAGELIJKS EEN GROTE HOEVEELHEID WARMTE NAAR DE AARDE. OM DEZE ONUITPUTTELIJKE WARMTEBRON NIET ONGEBRUIKT TE LATEN, ZET MEN DEZE OM IN ENERGIE. satelliet met radioinstallaties j,,wieken"met foto- lelectrische cellen tech-vxjljlTl opgevangen v zonnestralen metalen plaatje met een laagje lichtgevoelige stof (b.v. selenium), waarin door het invallende zonlicht een zwakke elec- trische stroom wordt opgewekt met gas gevulde glazen ballon NAAST DE STOOMGENERATOR IS OOK DE TOEPASSING VAN FOTO-ELECTRISCHE CELLEN IN GEBRUIK OM DE ZONNESTRALEN OM TE ZETTEN IN ELECTRISCHE ENERGIE..» VOORAL BIJ DE RUIMTEVAART WORDT VAN DEZE ENERGIE BRON GEBRUIK GEMAAKT OM DE RADIOBATTERIJEN GEREGELD BIJ TE LADEN. DE AMERIKAANSE SA TELLIET „VERKENNER VI IS HIERMEE UITGERUST. DE EENVOUDIGSTE MANIER OM ZONNE- ENERGIE TE GEBRUIKEN IS DE STRALEN TE BUNDELEN EN TE CON CENTREREN DOOR MIDDEL VAN EEN LENS (BRANDGLAS).... IN WOESTIJNGEBIEDEN WORDT DE DOOR PARABO LISCHE SPIEGELS GECONCEN TREERDE WARMTE TOEGEPAST VOOR INDJSTRIELE DOEL EINDEN B.V. SMELTOVENS. DE SPIEGELS VOLGEN AUTOMA TISCH DE LOOP VAN DE ZON (LANGS 0£ HEMEL. r Als de toerist ergens in Zwitserland, waar dan ook, de vraag stelt, wie de beste berggids is. krijgt hij onveranderlijk ten antwoordt „Ga naar Zermatt en vraag naar Eddy Petrig, er is geen betere gids dan hij!" Eddy Petrig is niet alleen de beroemdste berggids van Zwitser land, hij is ook de man aan wie iedereen zich kan toevertrouwen. Men moet zich hem niet voorstellen als de halfgod van de bergen, die met ervaren klimmers de onmogelijkste toppen beklimt. Hij wan delt ook met angstige juffrouwen met hoogtevrees naar de top van de Mont Blanc en de mensen, die door hem genezen zijn van hun hoogtevrees en die van hem hebben geleerd wat klimmen is, zijn legio. Toen Walt Disney zijn film over de Matterhorn maakte („De derde man van de bergen") kwam hij met een troep Hollywood- mensen, van wie het merendeel alleen een berg op een plaatje had gezien. Hij wist ook de angstige assistent-cameraman vertrouwd te maken met de bergen. Dat doet hij in de juiste sfeer: hij laat zien, dat het gevaar er is, maar dat men met behendigheid in staat is de berg te overwinnen. Heel wat van zijn clienten, die eens bang waren op een keukentrapje, zijn hartstochtelijke bergbeklimmers geworden dan zij Eddy. Trots vertoont de Zwitserse berggids Eddy Petrig uit Zermatt zijn insigne van de Zwitserse Alpenclub. Hij is de drager van verschillende onderscheidingen, maar dit is de enige die hij ooit draagt. Hij heeft de bergen beklommen met wapenfabrikanten, ministers, school meisjes, filmsterren, huisvrouwen, mijnwerkers en bankiers. Hij leidde vorsten, geestelijken, fotografen en te lefonisten van vele nationaliteiten naar de hoogste toppen en bracht hen veilig terug met in hun harten niet het ge voel van „Goddank, ik ben weer bene den," maar „Ik zou het best weer eens willen ondernemen!" Eddy Petrig heeft bergen beklommen met een achtjarige Amerikaanse jon gen, die pas kinderverlamming had ge had en met een tweeënzeventig jarige Zwitserse gepensioneerde ambtenaar, die het nooit zover had gebracht. Hy is een van de bekendste Zwitserse „Bergführer" en zyn „Führerbuch" het boek, waarin zijn clienten hun naam, adres en een kort getuigschrift neerschrijven bevat lofprijzingen in proza en op rijm. Meermalen heeft hij mensen het leven gered, die op eigen gelegenheid de bergen introkken en in moeilijkheden geraakten. Heel wat mensen ondernemen moeilijke tochten zonder gids en de gidsen moeten dan achteraf gratis hun leven wagen om deze mensen omlaag te brengen. Het zi t in het bloed Eddy is niet alleen lid van het be roemde Zwitserse berggilde, expert in klimmen en skilopen, hij weet ook alles van het weer, van de geologie en de historie van „zijn" bergen. Hi) is een talenkenner bij uitstek en een meester in de psychologie. Hij heeft vijf onder scheidingen van drie landen, maar het enige Insigne, dat hij draagt is dat van de Zwitserse Alpenclub. Het klimmen zit hem in het bloed. „Men kan het klimmen alleen leren als men uit vijf generaties bergbeklimmers geboren is" zegt Eddy Petrig, „dat is de allereerste voorwaarde om een goede gids te wor den!" Hij is nu tweeënveertig jaar. Hij is gebruind, slank en lenig. Overal is hij geweest: in de Alphen van Savoy, in het Engelse merengebied, het Cana dese rotsgebergte, de Italiaanse Dolo mieten. (De moeilijkste rotsen ter we reld zijn die van het Engelse meren gebied.) Zijn geliefde anekdote is die van een Zwitser, die in zijn eentje de Matterhorn beklommen had. Een groep toeristen met een gids trof hem ergens op een rotspunt aan en vroeg hem of hij ook een berggids was. „Een gids?" vroeg de Zwitser, „Nee, ik ben niet van ZermattZermatt is het hart van de Zwitserse klimmerswereld: het is omringd door vierduizend meter hoge bergen van graniet en ijs. In Zermatt doet iedereen aan berg sport, niet alleen de mensen, maar ook de geiten, koeien en de honden Elke ochtend, als de zon op gaat, ziet men de bergbeklimmers uit hun hotel komen en naar de plaats gaan, waar zij met hun gids hebben afgesproken. Een Indische vorst met paarse tulband, gekleed in sporthemd met rijbroek en klimschoenen is iets heel gewoons, waar niemand van opkijkt. De schooljeugd van Zermatt kijkt omhoog naar de Matterhorn en denkt terug aan de vele keren, dat zij boven waren. Maar de grootmeesters van de bergklimkunst zijn de gidsen; nergens ter wereld is de kunst van het berg- klimmen zo zeer echte „kunst" als in Zwitserland. Dë hedendaagse Zwitserse berggids is iemand, wiens voorouders in de 17e en 18e eeuw al de eerste schre den zetten op de smalle paden en rots wanden. Men wordt in Zwitserland berggids omdat vader en grootvader het ook waren. Eddy beklom op twaalf jarige leeftijd al de Riffelhorn en maakte zyn eerste tochten boven de drieduizend meter. Zijn hobby zijn de bergen Het gidsenberoep is door de Zwitserse regering officieel geregeld; men moet achttien jaar zyn om een aanvraag in te dienen. Maar vele leerlinggidsen zijn lang voordien al dragers voor hun vader, dat wil zeggen: zij dragen rug zakken en rollen touw, zoeken voet steunen en de beste plaatsen om te rusten en helpen in elk opzicht. Het belangrijkste, wat zij leren, is echter -r ederlanders zijn altijd by de I pinken geweest, als 't er om ging hun energie bui ten de landsgrenzen te ont plooien. Voor velen was al in vroeger eeuwen het parool: liever er op uit trekken dan bij moeders pappot blijven. Dat heeft hun geen wind eieren gelegd. In alle werelddelen valt 't op, dat onze landgenoten hun „weetje weten". Vroeger in het nu helaas voor ons verloren Indië, nu in al die landen, waar Prins Bernhard als een échte voortrekker voorging, anderen de weg te wyzen. Ergens anders een bestaan opbouwen, is lang niet een voudig. We kennen niet precies de cij fers over de aantallen jonge mannen en vrouwen, die er moe dig genoeg voor waren. Ook door onze overbevolking zijn 't er héél wat. Wie echter het geluk een beetje mee heeft en er niet tegen op ziet z'n schouders on der hard werk te zetten, is dik wijls over een kort aantal jaren beter af dan hier. Dat heb ik wel begrepen uit de verslagen der emigratiedien sten en uit brieven, die ik zo af en toe van héél ver ontvang. Ze zijn er in de meeste geval len zelfs bést aan toe en lachen in hun vuistje als ze horen, hoe de achterblijvers het maken Die denken dan: „Waren we óók maar zo flink geweest!" De ouders lachen beslist niet in hun vuistje Ineens is 't stil geworden in huis, nu de kinderen wegge trokken zijn Te stiller na al die emigratie- bereddering Ze hebben 't zich eerst niet zó gerealiseerd, dat er een enorme leegte in hun bestaan zou ko men, een moeilyk te verwerken leegte. Ze hadden zich volkomen op de toekomst van de anderen in gesteld. Nu komen ze tot de ontdek king, dat 't héél moeilyk is, de kinderen te moeten missen, moeilijker dan ze dachten In héél veel gevallen leven ze op 't schaarse contact. Eerst kwamen er regelmatig brieven. Maar het leven gaat snel en het is hard: wie heeft er in het nieuwe bestaan eigenlijk tijd zich vrij te maken voor een lange brief? Voor hen die weg gingen is het leven druk. Ze denken er niet altijd aan, dat vader en moeder verlangend uitkijken naar wat regels uit dat verre land. En dat ze bly als kleine kinderen zijn, als die brief dan eindelijk komt! Dat ze er speciaal voor gaan zitten om te lezen en te her lezen wat er geschreven is: dik wijls vlug tussen alle drukte door en zonder dat de afzender eigenlijk beseft, wat dit voor voor hen betekent. Zó zijn er duizenden ouder paren. Ze kyken uit naar de „post" en wanneer die voorbij gaat zonder iets in de bus te stoppen het kan soms weken of maan den duren voor dat dit wél 't geval is! schrijnt er iets. Ze zullen 't elkaar waarschyn- lijk niet zeggen, hoe ze er op gevlast hadden en hoe teleur gesteld ze zijn. Liever nog tot morgen wach ten en intussen hopen en ver trouwen, dat alles goed is met hun „kind". Want dat is en blijft hij (of zy), ook nu ze volwassen zyn. Hopenmisschien kan 't er op den duur nog af, hen te be zoeken. Stille droom of werke lijkheid? Ook daarover durven ze niet te spreken. Wie weet. Eéns toch wel? FANTASIO ■lllllllilllllllilflIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIItlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll llllllllinillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllQ dat men in de bergen nooit haast mag hebben en dat men beter twee keer kan kijken dan één keer uitglijden. Daarom is de dragersopleiding zo uit stekend geschikt voor de jeugd; de jongens leren zich aanpassen aan het tempo van de gemiddelde bergbeklim mer. Van hun vader leren zij, dat het beter is twee keer onverrichterzake te rug te gaan dan eenmaal in de mist te verdwalen. Maar als men berggids wil worden, moet men méér kunnen dan klimmen alleen; een aspirantberggids moet alles weten van de eerste hulp en hij moet getuigschriften kunnen over leggen van minstens drie verschillende gidsen voor wie hy heeft gewerkt. Pas dan en na volbracht examen krygt hy zijn blanco Führerbuch, dat door de Bondsregering wordt uitge reikt. Op de vakschool leren de gidsen een beenbruk behandelen en een ont wrichte schouder spalken. Ze leren hoe ze een man uit een kloof moeten red den, hoe men bevriezing voorkomt, be vriezingen behandelt en hoe men de weg terug vindt onder alle omstandig heden. zy leren ook talen en goed ook. „Op vierduizend meter hoogte kan men met drie woorden in de juiste taal iemand het leven redden" zegt Eddy, „maar die woorden moeten voorin de mond liggen, zonder na denken". De gidsen zyn de leden van het meest trotse gilde van Zwitserland: zy vragen niet om klanten, de klanten moeten by hen komen, zy werken vol gens de hen ingeprente slagzin „Wie valt, die faalt". De klant legt zyn leven in hun handen en dat vertrouwen mag niet beschaamd worden. De Zwitserse gidsen oefenen hun clienten voor zware tochten met lange bergwande lingen. Amerikaanse ski-kampioenen hebben verschillende triomfen te dan ken aan deze training, zonder een en kele top te hebben beklommen. Eddy Petrig heeft filmacteurs, die nog nooit een berg hadden beklommen, geleerd om zich op de smalste randjes te be wegen zonder angst te hebben. „Leun niet tegen de berg", zegt hij altyd, „maar hou stevig vast en beweeg geen hand of voet als je niet zeker weet, dat je minstens drie houvasten hebt Van een man als Eddy Petrig zou EÉN VAN DE MANIEREN OM DIT TE DOEN, IS DE ZONNE STRALEN OP TE VANGEN IN EEN HOLLE (PARABOLISCHE) SPIEGEL, DIE DE STRALEN TERUGKAATST EN BUNDELT IN HET BRANDPUNT.... jparabolische spi IN HET BRANDPUNT IS EEN STOOMGENERATOR AANGEBRACHT. DIT IS EEN CYLINDER GEVULD MET VLOEISTOF. DOOR DRAAIEN VAN DE CYLINDER WORDT DE VLOEISTOF NAAR DE WAND GEDREVEN, WAAR ZE DOOR DE WARMTE VERDAMPT. DE STOOM DRIJFT EEN TURBINE AAN WAARVAN DE AS EEN GENERATOR IN WERKING STELT DIE ELECTRICITEIT OPWEKT. Amateurs gaan met de lift vanuit Zermatt en zij komen weliswaar een heel eind, maar toch niet ver. Waar zij ophouden, begint het werk van de berggidsen. De ware liefhebbers beginnen echter in het dorp zelf en gaan te voet in drie dagen heen en terug naar de top van de Matterhorn op de achtergrond, de bergtop welks bedwinging een eeuw geleden wereldhistorie maakte. men vele hobby's verwachten, die hele maal niets te maken hebben met berg beklimmen. Hy is een voortreffelyk schaker en harmonicaspeler, verzamelt talenboeken en catalogi van bergbe klimmersmateriaal, maar heeft slechts één echte hobby. Hy verzamelt foto's, fotoboeken, tydschriften, krante knipsels, periodieken en alles wat maar gedrukt is over bergbegklimmen en wel voornamelijk van de Zwitserse bergen, waaraan hy zyn hart verpand heeft I jv'!. -X"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 16