Het kwade geweten van de Hongaarse regering loopt patrouille op begraafplaatsen van 1956 Men kent slechts ten dele het aantal arrestatiesprocessen en executies Emigranten LONDEN HEFT BEPERKINGEN VAN AMERIKA'S INVOER OP REELDENGROEP „TOEKOMST" STAART NAAR HET VERLEDEN Opgericht 1 maart 1860 Vr\jdag 6 november 1959 no. 29892 Machinepistolen en grijze uniformen.... (Van onze reisredacteur, W. L. Brugsma) BOEDAPEST, NOVEMBER In de grijze herfstnevels die deze dagen soms over de Kere pesi-begraafplaats in Boedapest hangen, vervagen de grijze uniformen van de Hongaarse politie mannen een beetje. Maar men hoort het grint knerpen onder hun laarzen, wanneer zij het machinepistool op de rug patrouilleren tussen de vierhonderd graven, die door een lage heg van de andere gescheiden zijn. Soms gaan zij verlegen opzij voor andere schimmen: een bleke vrouw met een bosje bloemen, die een kaars komt aansteken op een graf, een oude man die zijn hoed afneemt en het hoofd buigt Dan hernemen zij hun wan trouwig staren naar de paar Westelijke corres pondenten, die kijken naar de namen en de ge- emailleerde foto's op de zerken: „Laszlo X„ 16 jaar.Imre Y., 51 jaar. Ilona Z., 23 jaar". Op die zerken staan veelal nog twee andere woorden: Pro Patria (voor het vaderland) en data, die altijd tussen 23 oktober en 6 november 1956 liggen. Want de vierhonderd doden van de Kerepesi-begraafplaats behoren tot de duizenden die de Hongaarse opstand eiste. Dat is in deze dagen drie jaar geleden. Illllllllllllllllllllllllllllll In de revolutie van 1956 vlucht ten bijna 200.000 Hongaren naar het buitenland. Van hen zijn er volgens de Hongaarse regering nu 42.000 teruggekeerd. Heim wee, familiebanden, moeilijke aanpassing of teleurstelling in het Westen waren daartoe de voornaamste aanleidingen. Drie factoren schijnen de terugkeer nog te bemoeilijken: A) repa trianten moeten hun eigen reis bekostigen. B) familie of ken nissen moeten vóór hun terug keer woongelegenheid voor hen vinden. C) zij moeten een terug- keervergunning verwerven van de Hongaarse regering, die te vens officiële amnestie inhoudt, of wanneer zij zich aan 'be paalde vergrijpen' hebben schul dig gemaakt, een verklaring te kenen, dat zij weten vervolgd te zullen worden. Hoeivel er geruchten circule ren dat Hongaren op grote schaal naar hun land terugge lokt zijn en vervolgens zijn ver oordeeld of verdwenen, heb ik daar geen betrouwbare bevesti ging van kunnen verkrijgen. Het grootste deel der repatrianten wordt blijkbaar ongemoeid ge laten. Wel is voorgekomen dat mensen enkele weken voor on dervraging zijn vastgehouden. Kunnen Hongaarse emigranten, die dat wensen, dus veilig terug keren? Veelal vermoedelijk wel, maar een betrouwbaar antwoord op die vraag is niet te geven, zo- lafig Hongarije een land blijft roaar elementaire rechtszeker heid ontbreekt. De Rijkspolitie zal in de komende zomer volgens een nieuwe mode gekleed gaan. Inplaats van de bekende Nassau's blauwe balonbroeken of rijbroeken, krijgen zij gewone lange pantalons in dezelfde kleur, die veel koeler zijn. Dit is reeds gebleken tijdens een proef die in de zomer van dit Jaar gehouden ls met deze nieuwe broeken. Hongaarse politie patrouilleert I honderd gevallen opstandelingen I demonstraties te voorkomen bij de tussen de graven van de vier-1 op de Kerepesi-begraafplaatsom 1 derde verjaardag van de revolutie deelt weer rijksdaalders uit! Swv W» Stophoest, 't hèlpt en 't isI Schrijf deze zin over op een briefkaart en vul het ontbrekende woord in. Plak er dan 2 Stophoest-agenten bij (U vindt re op elke rol Stophoest van 17 cent) en zend de briefkaart vóór donderdagmor gen 12 nov. aan Red Band - Roosendaal. De eerste 200 goede Inzendingen wor den beloond met elk 2 rijksdaalders. Prijstoekenning onder controle van Nota ris Mr. Jos van Gastel. Roosendaal. Let op de advertentie van volgende week met een nieuwe kans op rijksdaalders. Nu alleen nog restricties voor handel met communistische landen en met Japan Van grote betekenis voor Washington j (Van onze Londense correspondent) De Britse regering zal volgende week maandag vrijwel alle beper kingen op importen uit Amerika opheffen, waarmede zo goed als alles restricties, die twintig jaar geleden bij het begin van de tweede wereldoorlog werden ingevoerd, zullen zijn verdwenen. Alleen hor loges, tabak, varkensvlees en enkele goederen, waarop interna tionale controle bestaat, zoals radio-actieve stoffen en wapens en munitie, zullen dan nog aan be perkingen onderhevig zijn. De invoertarieven zullen echter ge handhaafd blijven, evenals uiteraard de preferentie voor de Britse Gemenebest- landen, wat o.a. ten gevolge zal hebben, dat de invoer van grapefruit en jus d'orange (sinaasappelsap) nog aan ban den is gelegd. De opheffing van de importrestricties, die door de nieuwe minister van Handel. Reginald Maud- ling, in het Lagerhuis bekend werden gemaakt, zullen overigens in de praktijk weinig uitmaken, en men verwacht zeker geen stormloop van Britse huisvrouwen op Amerikaanse artikelen, die vermoe delijk vrij duur zullen blijven. De vrijmaking van de Britse handel, moet dan ook meer worden gezien als een psychologische factor in de wereld handel. die pas op den duur voor Enge land zijn vruchten zal gaan afwerpen. Er blijkt uit, dat de Britten hun aandeel willen leveren voor de vergroting van de wereldhandel, waardoor uiteindelijk, zoals men in Britse regeringskringen hoopt, het buitenland zal worden aan gemoedigd meer Britse goederen te kopen. Deze liberalisering is echter vooral van belang voor Amerika, dat worstelt met een passieve betalingsbalans en het de Britten bijvoorbeeld hoogst kwalijk nam, dat zij wel hun auto's in Amerika konden verkopen, maar dat de invoer van Amerikaanse auto's in Engeland aanzienlijk was beperkt. Van maandag af zal deze kritiek dus tot het verleden behoren, maar het is ook al weer de vraag of de Britten nu zo veel dure, en voor de Engelse wegen toch te grote en te moeilijk te parkeren Amerikaanse auto's zullen gaan kopen. De enige restricties, die er na maandag overblijven, zijn, behalve de enkele arti- Zweedse officier sticht „N.V. Militaire hulp" (Van onze correspondent in Stockholm) In de Zweedse garnizoensstad Boden kimt U zo maar een soldaat vragen uw matten te kloppen of op uw baby te letten! Als hij het werk niet aanneemt, komt zijn makker. Maar geholpen wordt U. Het is een idee, dat misschien ook in Nederland kan worden toegepast. De gedachte is bij een officier opge komen. Hij had medelijden met de sol daten, die maar een werktijd van 40 uur per week hebben en voor de rest met hun ziel onder hun arm door de weinig aantrekkelijke straten van dit kleine plaatsje lopen. Die stakkers hadden te veel tijd en te weinig geld. Een Zweeds soldaat krijgt amper twee gulden per dag, te weinig nog voor het goedkoopste pakje sigaretten. Al deze problemen zijn nu opgelost door het stichten van de „N.V. Militaire hulp". Meer dan honderd soldaten heb ben ieder e^n aandeel gekocht van twee Zweedse kronen <f. 1,50) en daarmee het secretariaat gefinancierd. Daar zit nu iemand, die de telefonisch binnenko mende opdrachten verdeelt. Iemand zoekt hulp bij het bouwen van een zo merhuisje. Een ander heeft een hulp kelner nodig. Een derde vraagt, of sol daten ook op kinderen kunnen passen, passen. De berekening van het loon is niet eenvoudig geweest. Men wilde namelijk niet in strijd komen met het vakverbond, dat de soldaten wel gaarne een bijver dienste gunde, maar de eis stelde, dat niemand onder het tarief mocht werken. Dus werd een lange lijst samengesteld van de verschillende werkzaamheden en het te betalen loon. Iedere soldaat zal. zo mogelijk, op zijn eigen gebied werk krijgen. Hij moet dan tien percent van het ontvangen bedrag in de gemeenschappelijke kas storten. Uit deze kas wordt de administratie betaald. Is er na afloop van het dienst jaar geld over. dan krijgen alle aan deelhouders een gelijk percentage terug. Op die manier zijn drie vliegen in één klap gevangen: de soldaat heeft iets om handen, hij verdient een centje extra en de burgers zijn geholpen. kelen, uit Amerika en de rest van dB Westelijke wereld, die op de handel met de communistische landen, China inbe grepen en Japan. Het ziet er echter naar uit dat de Britten ook binnen afzien bare tijd meer Japanse artikelen zoals camera's, textiel en machinerieën zullen gaan toelaten. Wat de handel met de communistische landen betreft, wil de Britse regering ook een zo liberaal mogelijk standpunt innemen, wanneer de Russen en hun satellieten maar niet proberen de door hen zo. geliefde methode van dumping toe te passen. Voor de rest is men bij de handel met de communistische landen uiteraard nog gebonden aan de lijst van goederen, waarvan de export om mili taire en strategische redenen is verbo den Hebt U al geproefd hoe lekker SANOVITE isl Regelt de spijsvertering Bestrijdt overwicht Buit van f. 19000 onder keukenvloer Inbraak opgelost (Van onze Amsterdamse correspondent) Verpakt in enkele pepermuntdozen heeft een groot aantal horloges, arm banden en andere sieraden geza menlijke waarde precies f. 18.891 bijna zes dagen lang onder de keuken vloer van een woning aan de Wormer- v eerst raat te Amsterdam-noord gele gen. Gisteren heeft de politie deze schat in beslag genomen en de bewo ner van het huis, een 30-jarige lasser, gearresteerd. De kostbare inhoud van de peper muntdozen bleek afkomstig uit een juwelierszaak op de Rozengracht te Amsterdam. De lasser wordt verdacht van medeplichtigheid aan een inbraak, die zijn collega, een inmiddels eveneens gearresteerde 30-jarige man uit de Rozenstraat hier in de nacht van 27 op 28 oktober j.l. heeft gepleegd. De Amsterdamse recherche was al spoedig tot de conclusie gekomen, dat de inbreker zeer slank moest zijn ge weest. Dez.e was namelijk in de winkel doorgedrongen via een paneel van 40 bij 50 cm., dat hij had gelicht uit de deur, die de winkel met het trappenhuis van de bovenburen verbindt. Bij het onder zoek bleek voorts, dat een eveneens slanke jongeman onlangs een kamer had gehuurd bij de bovenburen. Na enige dagen reeds had hij de huur opgezegd. In het hoofdbureau wezen de boven buren uit het politie-foto-archief de collega van de lasser aan als de kamer huurder. Deze ontkende iets met de diefstal te maken te hebben. Bij fouil lering trof de recherche echter een ring bij hem aan. die afkomstig bleek te zijn uit de juwelierszaak Huiszoeking lever de evenwel niets op. Eerst na een lang durig verhoor bleek, dat de buit bij de lasser in Amsterdam-noord was verbor gen Diens collega had. nadat hij de kamer boven de winkel had gehuurd, een sleutel van de buitendeur gekregen. Hij liet hiervan een duplicaat maken, zegde de huur van de kamer op en leverde daarbij netjes de huissleutel in. Een week later had de inbraak plaats. Advertentie Het kwade geweten van de Hongaarse regering loopt hier derhalve patrouille In grijze uniformen op zware laarzen en met machinepistolen. Het doet dat ook vijfhonderd meter verder bij een groot mausoleum, gewijd aan de martelaren van de partij. Men ziet er de naam van Bela Kun, stichter van Hongarij's commune in 1918. Dat mausoleum ziet uit over een lange erelaan met graven aan weers zijden, links de partijleden die tijdens de revolutie om hals werden gebracht, rechts de dichter Attila Joszef en danLaszlo Rajk, de „titoïst", in 1949 door de stalinist Rakosi gerechtelijk vermoord, in 1956 opgedolven en postuum in ere hersteld. Over al die graven, dat van „Laszlo X., 16 jaar" en dat van Laszlo Rajk, staart een beelden groep. Een arbeider, zijn vrouw en zijn kind, de banieren van de nieuwe tijd omhoog geheven. De ogen op de toekomst. Zij moeten het nieuwe Hongarije symboliseren, de staat van werkers en boeren en de opbouw van het socialisme. Maar de zwarte beelden in de mist kunnen de blikken niet afhouden van de graven en de schimmen aan hun voeten. Wat er in de afgelopen drie jaar in Hongarije aan politieke arrestaties, pro cessen en executies heeft plaats gegre pen, is maar ten dele bekend. De hoog ste schattingen gaan tot 40.000 arresta ties, 20.000 veroordelingen, 4.000 execu ties. Zijn die cijfers te hoog? Misschien. Maar het overgrote deel is in het geheim geschied, de Hongaarse pers heeft er maar een klein en zorg vuldig voor de publieke consumptie ge selecteerd deel van gepubliceerd. Een re cent voorbeeld van die zwijgzaamheid: dat er van de zomer in het Ujpest-pro- ces 8 jonge mensen ter dood veroordeeld en ter dood gebracht zijn, is maanden lang doodgezwegen en pas in de afge lopen weken eindelijk door de regerings woordvoerder Laszlo Gyaros toegegeven. Gyaris, een cynisch maar niet oneer lijk man, gaf nog meer toe. Hij zei mij: „Het grootste deel van de processen voortkomend uit de contra-revolutionai re en na-contra-revolutionaire periode, is in 1958 afgehandeld. De rest kwam in 1959 aan de beurt. En inderdaad, er zul len er nog een paar volgen". Een eerlijk man, eerlijker blijkbaar dan de Hongaarse minister van Buiten landse Zaken, Endre Sik, die de Ver. Naties meedeelde, dat in 1958 alle ge rechtelijke vervolgingen wegens contra revolutionaire activiteit waren stopge zet. v Laszlo Gyaros gaf mij nog meer toe: „Ja, er is een concentratiekamp in Hongarije. Het heet Tokoöl en ligt op het Csèpel-eiland (vlak bij het Sovjet-hoofdkwartier)Er zitten prostituees in en zwarte handelaren en ook wat U politieke gevangenen zoudt noemen. In totaal ongeveer 2.000 mensen. Men kan daar door een administratieve maatregel van het Ministerie van Binnenlandse Za ken voor zes maanden heengezonden worden. Nee, U mag dat kamp niet bezoeken. Het totale aantal van de politieke gevangenen in Hongarije kan ik U niet noemen". Onbeleefde dialoog Gewapend met Gyaros' erkenningen voelde ik de directeur, de partijsecretaris en de vakbondssecretaris van de grote stalen buizenfabriek op Csèpel aan de tand. Een concentratiekamp op Csèpel was er niet, zeiden zij. Maar als de regering het nu toegeeft, zei ik. Oh, ik bedoelde het interneringskamp, meende de partijman. Het standbeeld van Lajos Kos suth. Hij en Sandor Petöfi waren de Hongaarse vrijheidshelden uit 1848, toen Hongarije een korte periode van zelfstandigheid ver wierf, die het een jaar later tegen Oostenrijkse en Russische troepen niet kon verdedigen. in Algerije, waar hy zo even tegen te keer gegaan was, ook, zei ik. Nu ja, die mensen zitten in Tokoöl om tegen zichzelf beschermd te/ worden, zei de partijman. Dat noemden de Duitsers „schutzhaft", vond ik. Mijn tolk en de directeur wisten van het bestaan van het kamp trouwens niets af. Dat zeiden de Duitsers over Auschwitz en Dachau ook, zei ik onbe leefd. Tot dit soort onhoffelijkheden wordt men in Hongarije helaas dagelijks ver leid. Wat moet men zeggen als men hoort dat vorig jaar 40 percent van alle advocaten zonder zich te hebben kun nen verdedigen, in geheime comité-zit tingen van de lijst der balie geschrapt zijn? Dat de anderen nauwelijks in po litieke processen durven te pleiten en meestal eerst bij de openbare aanklager gaan informeren wat zij ter verdediging mogen aanvoeren? Wat moet men den ken van de secretaris-generaal der schi'ijversfederatie, zelf auteur, die op de vraag of hij van zins is bij de regering aan te dringen op amnestie voor de ver oordeelde (cofnmunistische) schrijvers als Tibor Dery en Gyula Hay (Dery is Zo noemen de Fransen hun kampen65 en kreeg negen jaar) zegt: lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll' „Ja hoor eens, dat zijn onze zaken niet. Iedere verdienstelijke schrijver, die het eens is met de socialistische princi pes, kan bij ons lid worden. Maar eerst moet hij zijn status met de autoriteiten in het reine brengen". Hij meldde ook zijn verlangen tot betere betrekkingen met de Weste lijke letterkundigen. Ik nam de vrij heid hem mee te delen, dat hij daar niet op hoefde te hopen, zolang Dery c.s. in de gevangenis zitten. De „contra-revolutie" Men voelt in gesprekken met Hon gaarse regerings- en partijfunctionaris sen en hun medereizigers een voortdu rende korzelige minachting bij zichzelf opkomen, wanneer zij over de „contra revolutie" beginnen. Sommigen wuiven haai- nonchalant weg als „een onaange name episode", anderen hoorde ik zeg gen dat „Hongarije zich moest scha men". Er dringen zich dan twee, nogal ruwe vergelijkingen op. De ene dat Hon garije een verkracht land is. De andere dat de regeerders, die zich schamen over de Hongaarse strijd met blote handen tegen tanks, er een eunuch-mentaliteit op na houden. Maar zelfs die oncompli menteuze reactie maakte bij mij plaats voor sprakeloosheid toen ik de rector van de universiteit en leider van het Patriottische Volksfront, prof. Gyuala Ortutay ontmoette, een „fellow-travel- Ier" met 20 jaar trouwe dienst, wiens ba gage onder meer etiketten schuilgaat dan de koffer van een wereldreiziger. Hij zei met een voldaan glimlachje: „De politieke ontwikkeling van onze studenten is uiterst gezond. In 1956 geloofden zij in de morele su perioriteit van het Westen. In 1957 waren zij nog onrustig. Daarna za gen zij in dat alleen de Sovjet-Unie zijn vrienden in Hongarije eerlijk en trouw bijstand had verleend. Dat heeft hen doen inzien ioelke voor hen de enige weg is". De hooggeleer de heer vergiste zich. Op de Hongaarse universiteiten èn op de grote staalfabriek van Csèpel gingen dezer dagen kleine gedrukte briefjes rond met vijf woorden erop: ..WIJ HEBBEN HET NIET VERGE TEN".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 13