Houten huis in Alphen in ommezien door laaiende vuurzee vernield Tanker van 69000 ton in liet Noordzeekanaal Jaclit op liaring verloopt dit jaar verrassend goed Ernstige stagnatie in export door droogte in Boskoop Geen overvloed op de markten Grootste schipin Amsterdam MAANDAG 19 OKTOBER 1959 Burgemeester Ferwerderadeel verongelukt Zaterdagmiddag is op de provinciale weg Hoorn-Amsterdam, nabij de ge meente Monnikendam, een personen wagen geslipt en over de kop geslagen. De enige inzittende, de 43-jarige mr. J. M. H. Baron van Heemstra werd uit de wagen geslingerd. Met ernstige verwon dingen werd hij naar het stadszieken huis te Purmerend vervoerd, waar hij kort na aankomst overleed. Het slachtoffer was vorige maand be noemd tot burgemeester van Ferwer deradeel. Baron van Heemstra was on gehuwd. Het ongeluk is vermoedelijk ontstaan door het springen van een achterband. De vlammen joegen aanvankelijk hoog op. De ziekenzaal, die welis waar in een dichte rookwolk werd gehuld, bleef gelukkig toch ge spaard. De foto geeft een duidelijk beeld van de felle, maar korte brand. (Foto Leidsch Dagblad) GROTE SCHADE De schade bedraagt ongeveer f. 10.000 Mej. Somerwil, die tijdens de brand niet thuis was, had huis en inboedel verze kerd. Burgemeester Bruins Slot, de direc teur-predikant ds. J. Th. Meijer van de Marthastichting en inspecteur N. G. Groothuijse waren op het terrein van de brand aanwezig. AVRO nam afscheid van dr. H. Molhuysen In de zaterdagmiddag gehouden ver gadering van het algemeen bestuur met de gewestelijke besturen heeft de AVRO afscheid genomen van haar on dervoorzitter, dr. H. Molhuysen, die on langs te kennen gaf zich wegens zijn hoge leeftijd terug te willen trekken uit het dagelijks bestuur, waarin hij ge durende 33 jaar zitting heeft gehad. De voorzitter van de AVRO, jhr. Th. Róell, cverzag in waarderende woorden de be stuurscarrière van de scheidende on dervoorzitter. In zijn afscheidswoord constateerde dr. Molhuysen, die als blijk van de bij de AVRO voor hem levende waarde ring twee 18e eeuvvse tinnen koffiekan nen ontving, dat het tijdperk van 33 jaren voor hem rijk is geweest aan on dervinding. Dr. Molhuysen dankte tenslotte hen, die hem tijdens het vervullen van zijn bestuursfunctie hun hulp en steun nooit hebben onthouden. Rond de Kesp Volgende maand wordt de „Jones" ingezet op de lijn Koeweit - Philadel phia, „We nemen dan 64.000 ton ruwe olie in", aldus de kapitein. „Be laden waren we rond dc Kaap, want we steken dan 43 voet diep, maar terug als we leeg zijn kunnen we door het Panania-kanaal. Zo maken we zes reizen per jaar. Lang blijven we niet in een haven, want in krap tien uur zijn we geladen en in ongeveer 16 uur reeds gelost. Het is wel de bedoe ling, dat de bemanning, uitgezonderd de officieren dan een halve dag vrjj krijgen. De officieren zullen het schip niet kunnen verlaten. Enfin, na een jaar worden we afge lost Executies in Hongarije Een Hongaarse woordvoerder heeft zaterdag meegedeeld dat kort geleden een aantal mensen is terechtgesteld we gens misdaden tijdens de opstand van 1956. Dit is de eerste officiële bevesti ging dat executies werden voltrokken na het proces tegen een grote groep personen uit Oejpest: een industriële voorstad van Boedapest. Van betrouwoare zijde wordt in Boe dapest vernomen, dat het proces in Oejpest in het begin van dit jaar in het geheim is begonnen en dat in de zomer het beroep is behandeld. Zeven of acht beklaagden zijn in juli of augustus te rechtgesteld. Anderen zijn tot gevan genisstraf veroordeeld. (Van onze Haagse correspondent) De jacht op de verse haring door de treilervloot heeft dit jaar vergeleken met het slechte jaar 1958 een verrassend gunstig verloop. In Nederland steeg de aanvoer van verse haring in juli van 3.735 tot 4.268 en in augustus van 5.175 tot 5.787 ton. In West-Duitsland is de aanvoer van verse haring, vergeleken met het voor dat land wel zeer slechte jaar 1958, gestegen met maar liefst 61%. De gemiddelde prijs voor verse haring in de vishallen van Bremerhaven, Ham burg, Kiel en Cluxhaven daalde gelijk tijdig van 44 pfennig tot 38 pfennig per kilo. Van de opening van het Westduitse haringseizoen op 5 juli af tot en met eind augustus hebben de treilers van dit land 398 haringreizen gemaakt, 28 meer dan in dezelfde periode in 1958. De Duitse treilers voerden in deze periode 963.293 Schade nog niet te overzien Normaal zou in Boskoop reeds de vorige maand een begin zijn gemaakt met de export van de produkten die deze plaats oplevert. In verband met de droge zomer is hiervan thans pas sprake. Het een en ander is nog niet in kannen en kruiken daar verschillende buitenlandse afnemers de uit Boskoop afkomstige produkten nog niet kunnen ge bruiken. Toch is allerwege waar te nemendat de paktijd weer voor de deur staat. Talloze verenigingen houden nu nog festiviteiten en jaar vergaderingen, wanneer de paktijd in volle gang is. blijft men met lege zalen zitten. Talloze kwekers en handelaars zitten met de handen in het haar. De afgelo pen zomer met de zeer geringe regen val heeft de kwekerijen zeer droog ge maakt. In andere delen van het land zijn weliswaar de gevolgen van de droogte veel ernstiger: hie-r voelt me,n de gevolgen meer indirect. Immers :n Boskoop zijn alle kwekerijen omringd door sloten, waarvan sommige zeer diep. Het grondwaterpeil mag nooit tot een zodanig niveau zakken, dat de gewassen geheel zonder vocht komen. Bij het rcoien en verzenden van planten levert dit echter wel moeilijkheden op. Omdat de landen waar de gewassen worden af genomen thans ook veel van de droogte te lijden hebben gehad. De buitenlandse afnemers wensen nog niet de Boskoopse produkten te ontvangen, daar deze veelal niet in staat zijn deze artikelen, welke tijdens het verzenden veel van de hoge temperaturen hebben geleden, te besproeien, omdat zij ook niet beschik ken over goed water. Het verwekt dan ook geen verwon dering, dat een importeur uit Zwit seriand een zendine boomkwekerij - produkten terugzond. Het behoeft verzending in het water gedompeld. Door de geringe regenval kon deze zo mer echter geen water worden uitgela ten. waardoor het zoutgehalte vooral d'icht bij de woonwijken, zeer noog is. Dit is zeer schadelijk voor deze plan ten. Ondertussen is reeds een maand van het exportseizoen voorbij, en wanneer er niet spoedig verandering komt in de huidige toestand, zal de uitvoering van veel orders tot het voorjaar van 1960 moeten worden uit gesteld. Dit brengt vanzelf conse quenties voor de handelaars mee. Men denke alleen maar aan het werkkrachtenprobleem. Mocht er nog een strenge winter komen, dan is het leed helemaal niet te overzien. Strenge controle De controle op de te exporteren planten is uiteraard zeer streng. In ver band met de klachten, die binnenkwa men over kleine zendingen boomkweke- rijprodukten aan particulieren in het buitenland, verpakt in pakketten, is dit Pjaar het Uitvoercontrolebesluit 1947 geen betoog, dat dit voor de betrokken i Boomkwekerijprodukten) dusdanig ge- firma een grote financiële strop be tekent. De stagnatie in de export is te wijten aan het feit. dat vele exporteurs de mededeling ontvangen de verzending der voor hen bestemde produkten uit te stellen, totdat voldoende regenwater is gevallen. Te veel zout Voor de planten, die een kluit moe ten hebben, komt er nog, wanneer het niet spoedig gaat regenen, een andere moeilijkheid bij. Deze planten, zoals azalea's, coniferen e.d., worden voor de .iaar de haven van Amsterdam, door de sluis te IJmuiden te lood sen. Het was de grootste tanker die ooit de Amsterdamse haven be zocht. wijzigd, dat de amtbenaren van de P.D. de bevoegdheid krijgen om in het ver volg de voor de export bestemde pro dukten niet alleen op ziekten en scha delijke organismen te keuren, maar ook op kwaliteit en onbeschadigdheid. kisten haring van vijftig kilo aan tegen 597.691 kisten in juli en augustus 1958. De redersvereniging „Elbe", die deze cijfers heeft bekendgemaakt, tekent hierbij aan, dat deze bijna sensationeel te noemen toeneming van de aanvoer van verse haring erop zou kunnen wij zen, dat men niet té veel waarde mag hechten aan de biologische en hydro grafische oorzaken van de vangstvermin dering in 1958. Dit wil echter niet zeg gen, dat alle problemen van de haring visserij in de Noordzee nu vanzelf zijn opgelost. De vangsten van de Duitse treilers bestaan overwegend uit kleine haring. Vroeger maakte deze haring slechts een klein gedeelte van de totaal vangst uit. Van de in Bremerhaven, Hamburg, Kiel en Cuxhaven in juli en augustus aangevoerde haring bleven 228.000 kisten als onverkoopbaar in de hallen staan, 23.6% van de totale vangst. Vorig jaar werd slechts 5% als onverkoopbaar naar de vismeelfabriek verwezen. Het jaar 1959, dat zich zo gunstig on derscheidt van 1958, is tot nu toe echter niet beter dan 1957. Er is nog niet meer haring aangevoerd dan in dat gunstige jaar. De kwaliteit van de aangevoerde haring is echter beslist slechter. Deze vermindering van de kwaliteit is echter niet veroorzaakt door een gebrek aan zorg voor het produkt aan boord van de schepen. De Westduitse vissers wijten deze vermindering aan de sterke ver warming van het Noordzeewater door de zeer hoge zomertemperaturen. Dit heeft tot gevolg, dat de vis weker wordt. Het aantal beschadigde vissen neemt dan sterk toe. Vooral voor de conservenfabrieken is dat nadelig. Overigens is de produktie van de Duitse conservenfabrieken dit jaar in vergelijking met 1958 met 20 toegenomen. De redersvereniging „Elbe" wijst in haar overzicht voorts op de onderzoe- kingsreizen voor het opsporen van nieu we visgronden, die met steun van de Bondsrepubliek thans worden gemaakt. In het kader van dit programma, zullen ook twee reizen naar de Noordzee wor den gemaakt met het pelagische treilnet een net, dat niet over de bodem be hoeft te worden gesleept. In Duitse rederskringen is men namelijk van me ning, dat het slechte verloop van het seizoen 1958 voor de haringvisserij voor een deel verklaarbaar is door de zeer lage temperatuur van het water in dat jaar. De haringscholen hielden zich daardoor te dicht onder de oppervlakte van het zeewater op, zodat zij niet met het gewone treilnet, dat over de bodem sleept, gevangen konden worden. Dat de Nederlandse vangsten minder gestegen zijn dan in Duitsland, is niet zo verwonderlijk. Het jaar 1958 was voor Nederland minder slecht dan voor Duitsland. Bovendien was de belangstel ling voor zoute haring in het begin van het seizoen in Nederland groter. Dit heeft tot gevolg, dat aanvoer van verse haring in Scheveningen tot nu toe ver beneden die van 1958 blijft. Overigens kan men dit geen nadeel noemen. West-Duitsland dat vorig jaar een bijzonder grote belangstelling toon de voor verse haring uit Nederland, kocht nu belangrijk minder. Vorig jaar moest dit land zoveel verse haring in Nederland kopen om de produktie in de conservenfabrieken gaande te kunnen houden. Rondom de veemarkt (Van onze deskundige medewerker) Ofschoon de toestand voor de veehou derij in verband met de slechte veevoe derpositie allesbehalve gunstig mag wor den beschouwd, blijft op dc veemarkten een te verwachten overvloedig aanbod nog steeds uit. De melk is schaars en daar men in vrijwel geheel Europa in dezelfde moei lijke positie verkeerd, lopen de zuivel- prijzen sterk op, zodat de boeren blijk baar niet zo gemakkelijk de veestapel inkrimpen. In de afgelopen week was het aanbod van gebruiksvee dan ook weer zeer weinig ruimer dan de week tevoren en waren het slechts de minder produk- tieve dieren die moeilijk werden ge plaatst, doch de goede typen met een redelijke melkgift en ook vooral de drachtige beesten vonden toch tot vaste prijzen wel weer afzet, In de guste koeien voor de mesterij was de vraag gericht op diegenen waar nog een redelijke slok melk onder zat om nog een poosje op stal te zetten en af te mesten. Ook hiervan bleven de prijzen wel op peil. Voor het jonge fokvee daar entegen was de kooplust uitermate aklm entegen was de kooplust uitermate kalm In de slachtveesector kwam aanvan kelijk vrijwel geen verandering. Het aanbod was niet ruimer; totaal gezien zelfs eerder wat korter dan de week tevoren, hetgeen werd aangevuld met ongeveer 800 stuks buitenlands slacht vee. uit Engeland. Ierland, Denemarken, België en Luxemburg. Hiertegenover stond een export van fijn rundvee van plm. 300 ton, hoofd zakelijk naar Frankrijk en Italië. De invoer van buitenlands slachtvee brengt dus alsnog geen concurrentie aan onze produkten. In de tweede helft dezer week verliep de slachtveemarkt even williger. Den Bosch had woensdag wat minder aan bod en was even duurder en hetzelfde kan van de Leidse markt worden gezegd, terwijl de noordelijke markten eveneens een iets vastere tendens vertoonden. Men kan er rekening mede houden, dat er dit najaar veel minder vee met het bietenafval zal worden afgemest. Im mers dit prima voeder is door de droogte uiterst schaars. Het zou ons dan ook niets verwonderen, dat het goede slacht vee in prijs zal gaan stijgen, want uit het weiland valt ook niet zoveel best slachtvee meer te verwachten. Op de vette kalverenmarkten werden de goede kwaliteiten deze week weer goed en wel prijshoudend opgenomen. De export blijft zich nog handhaven op plm. 300 ton per week. De mindere kwa liteiten kregen wat te veel concurrentie van goede graskalveren, die vrij veel voor de slacht werden gezocht. Ook de nuchtere kalveren kwamen hierdoor iets in de daling.. De wolveehandel was nogal gunstig gestemd wat de slachtlammeren betreft. Vooral de rammen werden vlot opgeno men en liepen in de top tot bijna f. 100 per stuk. Ooitjes en oudere vette scha pen trokken minder aan en ook voor fokschapen was een flauwe kooplust. Een partij Texelse fokschapen, waar mede men in feite van het eiland was gevlucht omdat er geen voedsel voor de beesten te vinden is, moest voor prijzen tussen f. 60 en f. 70 per stuk van de hand worden gedaan. De varkensmarkt was totaal gezien tussen 1 en 2 cent per kg lager gestemd, uitgezonderd de fijne vleesvarkens. De markt van zwaardere soorten heeft de steun van export naar West-Duitsland, waarvoor nogal wat vraag is, zodat men voor een verdere daling o.i. niet behoeft te vrezen. De paardenmarkt was gelijk vorige week. wederom gedrukt. Vooral oudere paarden moesten voor lagere pnjzea worden afgestaan. Bankdirecteur te Driesum verduisterde nog meer De 58-jarige directeur van de Boaz- bank te Driesum, die enige weken ge leden werd gearresteerd in verband met verduistering van een bedrag van een kwart miljoen gulden ten nadele van deze bank, blijkt, zoals thans uit het onderzoek is komen vast te staan, ook nog f. 3.000 te hebben ontvreemd uit de kas van de geref. school te Driesum, waarvan hij penningmeester was. Hij heeft enkele bedragen, die van Rijk en gemeente werden ontvangen, niet ge boekt. Het bestuur van de school heeft van deze vermissing officieel aangifte gedaan. De directeur heeft nog steeds niét verteld waar het door hem ver duisterde geld is gebleven. Zondagmorgen omstreeks 12 uur werden de bewoners van de Martha-Stichting op het terrein van Rijnstroom aan de Raadhuisstraat in Alphen aan den Rijn opgeschrikt door angstige kreten. Het waren enkele meisjes, die hadden ontdekt dat in de houten bungalow van mej. P. Somerwil, een der hoofdleidsters van de stichting brand was uitgebroken. Spoedig kwamen op het hulpgeroep andere leiders en leidsters naar het terrein van de brand waarbij spoedig bleek, dat overslaan naar de nabygelegen ziekenzaal, niet denkbeeldig was. Onmiddellijk werd de brandweer ge waarschuwd, die vrij spoedig met de ne velspuit arriveerde. Aan redden van huis of enige in boedel viel toen al niet meer te den ken omdat men door de enorme hitte op flinke afstand gehouden werd, en het aan alle kanten brandende ge bouwtje niet meer te betreden was. De brandweer onder leiding van de waarnemend commandant, de heer J. de Raat, was de brand binnen twintig minuten meester. Van de bungalow noch van de inboedel kon evenwel niets maar dan ook niets worden gered. De ziekenzaal, die aanvankelijk groot ge vaar liep, kon behouden blijven. De brand is waarschijnlijk ontstaan door dat mej. Somerwil verzuimd heeft de haard te temperen. Door de nogal harde wind is de haard harder gaan branden dan gewenst was, waardoor de houten achterwand vlam heeft gevat. (Van onze Amsterdamse redacteur) Kapitein A. Looren de Jong zat achter een groot schrijfbureau in een kamer, die de directiekamer van een groot bedrijf zou kunnen zijn. „Ik heb 64 bemanningsleden aan boord en ze hebben ieder een eigen hut, maar ik moet nog een beetje wennen aan deze schuit". En dat is wel begrijpelijk, want de tanker „W. Alton Jones", waarop de heer Looren de Jong (32 jaar op tankers) gezagvoerder is, meet 68.840 ton en is het grootste schip, dat ooit de Amsterdamse haven is binnen gevaren. De kapitein: „Ik heb op schepen gevaren van 1300 tot 24.000 ton". Hij heeft donderdag het commando van de gloednieuwe „W. Alton Jones" aanvaard. „Als ik op de brug sta en ik kijk achteren zie ik wel mensen. Maar wie het zijn kan ik niet onderscheiden. Dat is een gekke gewaarwor ding als je schepen gewend bent, waar je alles in een oogopslag kunt overzien. Dit schip is zo groot dat je tal van lieden in dagen niet tegenkomt". De „W. Alton Jones" is gebouwd bij de Uddevallarvarvet A/B te Uddevalla in Zweden. Omdat Zweden geen droog dok heeft waar deze supertanker kan worden gedokt heeft met het schip na afbouw naar Amsterdam gezonden om het in dok IV van de NDSM de laatste dokking te laten ondergaan, voor de overdracht aan de toekomstige eige naren. „The grand cape tanker Ine". Stuurmanskunst Onder de naam staat .Monrovia" ge schilderd, maar omdat het schip onder management van de firma Phs. van Ommeren te Rotterdam zal varen, heeft het een Nederlandse bemanning gekre gen. De ontvangst van het „Grootste schip" heeft bewezen, dat Amsterdam nog grotere schepen kan ontvangen, want zelfs de Hembrug bood nog vol doende speling. Zaterdagmorgen lag het schip na een voorspoedige reis uit Zweden voor de pieren en kwam de loods Th. de Waard uit IJmuiden-Oost aan boord van de 251 meter lange reus. Kapitein Looren de Jong zei: „Tus sen de pieren dreigde het even be nauwd te worden toen het schip door de geringe snelheid vrijwel onbestuur baar was en omdat zelfs vier sleep boten zo'n gevaarte niet gemakkelijk kunnen hanteren. Maar ik had goede sleepboten en vooral ook een uitste kende loods: een bijzonder rustige en kalme kerel, die ons feilloos bin nenbracht. Wij heben al geprobeerd hem weer te krijgen als we over enke le dagen weer uitvaren". De Hemburg mag met het oog op de treinenloop slechts tien minuten ach tereen geopend blijven. Zaterdag om half vijf werden het 13 minuten en met 5 meter speling aan iedere kant schoof de „W. Alton Jones" het IJ op. „Dat is dat!" Bij de NDSM deed een klein man netje de rest van het karwei: dokmees- ter W. Huvers stond met zijn megafoon op de wal om het schip „binnen te pra ten". Om 17.52 uur had hij de „Jones" recht voor het dok en blies hij op zijn fluit. Centimeter voor centimeter schoof de tanker naar binnen, aan weerszode 40 centimeter ruimte latend. Toen de sluisdeur was gesloten wiste de dok- meester het zweet van zijn voorhoofd: „Zo dat is dat. Ziet u, de „Jones" is 251 meter lang maar het dok slechts 249 meter. Dus het is passen en meten". Het tekort wist Huvers namelijk weg te werken met de over de wal stekende steven van het schip. Donderdagmiddag zal de tanker Am sterdam weer verlaten. Voor die tijd moet het onderwater gedeelte van het schip zijn geschilderd, een karwei van 20.000 v erkante meter Er kwam heel wat vakmanschap aan te pas om de enorme Zweedse tanker Alton Jones, die op weg was

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 5