Li'l Abner
I SAXIFRAGA'S OF STEENBREEK I
Een Zoeklicht
ZATERDAG 17 OKTOBER WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 2
OVERSTAPJE VAN STRIP
NAAR SHOW EN FILM
Bizarre karakters
in bonte musical!
OP DE BOEKENMARKT
GESCHENK VAN EEN JARIGE
T rouwe
Amerikaanse huisvriend
Een vrolijke scene uit de musical "Li'l Abner Een ballet van haveloze volkstypen en mooie meisjes
(Dogpatch Gids
De rol van Li'l Abner wordt in deze
film die inmiddels bijna voltooid is
evenals op Broadway vertolkt door
een voormalige rugbyspeler, Peter
Palmer. Panama en Frank zagen hem
op het televisiescherm, toen hij in de
befaamde Ed Sullivan-Show uit
barstte in een gloedvol Granada".
Eén blik op de blonde reus was vol
doende. Van het ene moment op het
andere werd Peter filmster. Dit wordt
zijn debuut. Maar dan met donkere
haren
film, die volgens de aankondigingen
dit jaar tot de belangrijkste produk-
ties van Paramount behoort. De blon
de en charmante Stella Stevens was
een van de veertig meisjes, die e«r veel
voor voelden om de rol van Apassio-
nata von Climax te vervullen. Het
feit, dat Tina Louise een groot deel
van haar nu behoorlijke bekendheid
te danken heeft aan deze rol op
Broadway, zal aan die belangstelling
wel niet vreemd geweest zijn. Maar »le
voorkeur ging dus uit naar Stella. Die
kwam enige tijd geleden naar Holly
wood voor een filmtest voor de rol
van Jean Harlow in de film over het
leven van deze bekende filmster. Maar
helaas voor Stella destijds, onbekende
redenen gooiden roet in het eten. De
produktie ging niet door. In plaats
daarvan speelde Stella in „Say one
for me" en „Blue Angel". Daarna
werd ze gevraagd voor een plaatsje in
de dolle musical „Li'l Abner".
Een kleine collectie van de wonderlijke figurendie men in Li'l Abner kan tegenkomen. Van links
naar rechts Pappy Yokum (Joe E. Marks). Merryin' Sam (de voormalige televisie komiek Stubby
Kay), Mammy Yokum (Billie Hayes), Lij Abner (Peter Palmer) en Daisy Mae (Leslie Parrish).
Het is dezer dagen precies 25
jaar geleden, dat Li'l Abner ten
tonele verscheen.
Een naam, welke de meeste
Nederlanders niets zal zeggen.
De Amerikaanse krantelezers des
te meer!
Toen Li'l Abner geboren werd,
was hij negentien jaar oud. Nu
een kwart eeuw later dus
is hij nog geen dag ouder.
Zoiets kan in die wonderlijke
wereld, waarin Al Capp zijn Li'l
Abner plaatste en waarin gespot
wordt met alle wetten van de
logica.
Zoiets kan ook tn een krantestrip.
Mits dat beeldverhaal maar goed ge
noeg is om het zo lang uit te houden.
En die kwaliteit bezat Al Capps strip.
Meer dan dat. Enkele jaren geleden
om heel precies te zijn in novem
ber 1956 werd Capps' geesteskind
zelfs de hoofdpersoon van een grootse
muzikale show, die op Broadway niet
minder dan 871 opvoeringen beleefde
Twee jaar trok hij volle zalen.
En nu heeft men Al Capps wonder
lijke en unieke wereldje overgeplaatst
naar het witte doek.
Bizarre karakters
Bijna al die bizarre karakters een
fantastische verzameling van haveloze
landlopers, boerenkinkels, deugnieten
en wellustelingen zullen de film-
revue passeren, al die figuren aange
duid met de vreemdste en in sommige
gevallen schier onvertaalbare namen
als Li'l Abner, Daisy Mae, Mammv en
Pappy Yokum, Marryin'Sam, Evil Eye
Fleagle, Appassionaba von Climax.
Stupefyin' Jones. Moonbeam McSwine.
Earthquake McÓoon. Lonesome Pole
cat. Hairless Joe en 'vele anderen. En
dat heterogene stelletje wordt dan nog
aangevuld met een troepje „Dogpatch
Girls", welgeschapen dansmeisjes, die
spaarzaam gehuld in lompen én vod
den door de dwaze geschiedenis flad
deren.
Op enkele uitzonderingen na is het
gehele gezelschap, dat de show „Li'l
Abner" op Broadway zette door het
bekende duo Norman Panama (produ
cer) -Melwin Frank (regisseur), voor
de film gecontraoteerd. Het draaiboek
werd vervaardigd door dit duo. „De
karakters zijn van mij", zegt Al Capp,
die zelf bij de verfilming een oogje :n
het zeil heeft gehouden: „Maar wat
zij doen is origineel". Panama en
Frank gingen bij het schrijven van
het scenario vanzelfsprekend in de
eerste plaats uit van hun Broadway-
show. Maar de komische strip van Al
Capp, gelezen door veertig miljoen
mensen in zevenhonderd Amerikaanse
bladen, werd niet vergeten. Immers,
de film stelt andere eisen dan het to
neel, en biedt ook meer mogelijkheden,
zodat meer kon Vorden teruggegrepen
op de oorspronkelijke basis, waarop
het verhaal werd gebouwd.
Onbeduidend plaatsje
Evenals In de musical destijds op
Broadway speelt het verhaal in de
film zich af m het plaatsje Dogpatch.
Een onbeduidend vlekje op de land
kaart. Zo onbeduidend zelfs, dat
Washington het had bestemd voor een
proef met een A-bom. Tenzij men er
bijtijds in slaagt iets te vinden, waar
door het voortbestaan noodzakelijk
wordt. Alles uiteraard in rep en roer.
Waar haalt men zo snel zoiets van
daan. Even denkt men „het" gevon
den te hebben In een soort wonder
drankje, dat „Li'l Abner" zo sterk
maakte. Maar boze elementen in die
vreemde Dogpatch-gemeenschap
waarin haat, nijd, jaloezie en moord
zucht aan de orde van de dag zijn
doen de formule van het drankje ver
loren gaan.
De dagen van het gehuchtje lijken
geteld. Washington staat gereed om
de oefening te laten beginnen. Maar
dannog juist op tijdwordt
een gedenkplaat gevonden. De woor
den „Abraham Lincoln" erop verlenen
deze plaat een bijzondere waarde. Zo
bijzonder zelfs, dat Dogpatch toch ge
bombardeerd wordt, echter niet met
een A-bom. maar tot „nationaal mo
nument".
En tussen al die uitzonderlijke si
tuaties door wemelt het van vrolijke
en ritmische liedjes en wervelende
dansjes.
Vrouwelijke sterren
Naarstig heeft men gezocht naar
een juffrouw, die in staat zou zijn de
belangrijke rol van Daisy Mae op haar
lieftallige schouders te nemen. Vijftig
meisjes werden er voor ondervraagd
of getest. Uit dat groepje bleef ten
slotte Leslie Farrish over. Leslie was,
voor zij een contract afsloot voor een
jaar met 20th Century Fox, model
voor een verffirma. Haar aantrekke
lijke plaatje stond er steeds bij wan
neer deze zaak het nodig oordeelde
het publiek te laten weten, welke ver
ven zo goed waren en waarom. Bij
Fox maakte zij zes films. In zeer on
dergeschikte rolletjes dan altijd. En
onder haar eigen naam Majorie Hel
len. Waarom die nu niet goed meer is
ontgaat ons. Maar vooruit. Leslie Par
rish klinkt ook wel aardig, ze is leuk
om te zien en dit is haar grote film
debuut. laten we dus niet al te kri
tisch zijn.
Er is nog een bijzonder lief meisje
gecontracteerd voor deze muzikale
Rico Bulthuis. „Johan Fabricius.
Een schrijver en zijn werk".
Leopold, Den Haag 1959.
Johan Fabricius. „De Heilige
Paarden".
Leopold. Den Haag, 1959.
Kort geleden, op 24 augustus om
precies te zijn, is Johan Fabricius zes
tig jaar geworden. Zijn biograaf Rico
Bulthuis heeft deze memorabele gele
genheid benut om een kleine levens
geschiedenis van de schrijver te publi
ceren. Het is een bijzonder aantrek
kelijk geschrift geworden- Bulthuis
ÊuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiii iiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiii g
Saxifraga of steenbreek in volle bloei
Saxifraga's of steenbreken
zijn algemeen bekende tuin
planten ze komen in allerlei
soorten in de tuin voor. Geluk
kig maar. want het zijn trouwe
bloeiers en U kunt er op niet
al te zonrijke plekjes veel ple
zier van hebben. Saxifraga mn-
brosa is wel één van de meest
bekende soorten. In de ouder
wetse tuin gebruikt men ze nog
wel al6 rand plantjes, doch in de
moderne tuin is men die tijd al
lang voorbij. Men gebruikt daar
niet veel rand plantjes meer en
zeker geen „Hoe langer hoe lie
ver". Het plantje wordt name
lijk zo ook wel genoemd. Men
kent het ook nog als „Schil
dersverdriet" en „porselein
bloempje" en zo zouden nog wel
meer namen te noemen zijn.
Het is echter een lief plantje
om in de rotstuin te poten of
op de voorgrond in de border,
maar dan dient U wel een
plekje te zoeken, waar ze op liet
heetst van de dag een weinig
beschermd staan. De felle zon
kan ze beslist niet verdragen.
Ook als ondergrond tussen niet
te dicht op elkaar staande hees
ters zal ze wel voldoen.
Naast deze algemeen bekende
soort komen ook vele kussen-
vormende soorten voor. Zij vol
doen uitstekend in de rotstuin
of op de voorgmd in de border
en kunnen wel een beetje meer
zon hebben. Toch vinden ze het
ook wel prettig als ze op het
heetst van de dag een weinig
beschermd staan. Er zijn soor
ten met witte en met roze
bloempjes: ze bloeien al vroeg
in de voorzomer. Men heeft or
alleen maar op te letten, dat ze
voldoende vochtig staan, want
ze houden niet van een al te
droge grond. De meeste soorten
kunnen er zelfs wel tegen om
in volle bloei verpoot te worden.
Saxifraga andrewsii vormt
mooie rozetten van donker
groene blaadjes. De tamelijk
grote, witte bloemen staan op
dertig centimeter stevige sten
geltjes. Deze soort is bijzonder
aan te bevelen voor de liefheb-
berstuin. Trouwens vrijwel alle
soorten blijven laag bij de
grond en men heeft er dus niet
zoveel ruimte voor nodig. Als
verplant moet worden kan
men dat ook in deze tijd van
het jaar doen, doch het kan
ook in het vroe.ge voorjaar ge
daan worden. Ze zijn volkomen
winterhard en hebben zelfs van
strenge vorst, geen last- Het is
dus niet nodig ze af te dekken:
de kussenvormende soorten zou
den er trouwens ook niet tegen
kunnen.
G. KROMDIJK.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHHmniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiirH
heeft het leven van zijn oudere collega
met grote genegenheid en scherpzin
nigheid gevolgd. Zonder ooit over z.g.
dierbare bijzonderheden uit te glijden,
heeft hij toch de graad van ver
trouwdheid weten te bereiken, die een
biografie hebben moet. Bijna onge
merkt vloeien de diagel ijkse mens Fa
bricius en de schrijver ineen tot die
twee-eenheid, die een figuur als hij
zo bij uitstek is. Net zoals hij van Fa
bricius zegt: „Hij vertelt altijd de rea
liteit én daarbij het sprookje van de
realiteit" (pag. 18). zo kan men van
Bulthuis zeggen, dat hij altijd de rea
liteit van de mens Fabricius geeft,
vermenigvuldigd met diens creativiteit.
Het werkelijke leven van deze schrij
ver is niet zoveel interessanter dan
diafc van vele van zijn tijdgenoten,
maar dat van de schrijver Fabricius
wordt met dezelfde gegevens boelend.
Het boek is voorzien van een biblio
grafie en versierd met enige foto's.
Tot mijn verrassing trof ik er ook re
producties in aan van Fabricius als
schilder en tekenaar. Ik wist zelfs
niet. dat het bekende portret van Ge
rard Walschap van zijn hand was.
In onze kindertijd mochten wij op
school trakteren als wij jarig waren.
Die gewoonte bestaat, meen ik, nog.
Een dergelijk gebaar moet bij Johan
Fabricius voorgezeten hebben, toen hij
zijn lezers omstreeks zijn verjaardag
zijn nieuwe roman getiteld „De Hei
lige Paarden" aanbood. Gedachtig aan
de uitdrukking, dat men gegeven
paarden niet in de mond mag kijken,
kan ik beginnen met te zeggen, dat
deze paarden die proef met groot suc
ces kunnen doorstaan. „De Heilige
Paarden" is werkelijk een indrukwek
kend verhaal.
Het eiland Soemba. een van de
kleine Soenda-eilanden, lag in het
begin van de twintigste eeuw ongerept
als het domein van inheemse ruiter
volken en hun kudden wilde paarden.
Eigenlijk zou men het andersom moe
ten zeggen, want die paarden, de be
roemde en door Arabieren en andere
kopers zo gezochte Sandelwoods,
vormden er verreweg de belangrijkste
wezens. Zij waren rijke handelswaar,
rijdier en offerdier tegelijk. Iedere ge
storven radja kreeg volgens de adat
zijn heilige paarden mee om in statie
in het schimmenrijk van de Marapoe
aan te kunnen komen.
Door een roof. en de wraak daar
voor, van de heilige paarden van de
ene radja door een andere, ontstaat
een wilde krijg, waarbij de verslagene
de hulp inroept van het Nederlandse
gezag. De jonge luitenant Berends
overziet in den beginne de situatie
niet. Pas later ontdekt hij hoe de hark
in de steel zit, mede door de wijze
houding van de zendeling dokter
Wierdsma. De opstand wordt bedwon
gen en alle hoofden leggen zich neer
bij de Nederlandse overwinning op
één na. De grote aanvoerder, Pomboe,
trekt zich in de woeste bergen terug
en wil zich niet onderwerpen. Jaren
lang jaagt de sergeant Schol op cle
rebel, tevergeefs. De voortvluchtige
Pomboe wordt eigenlijk buiten zijn
wil het onvatbare middelpunt van po
litieke, moederschaps- en liefdesintri
ges. Pas als zijn jongste zoon Pati, op
gevoerd door Wierdsma tot verlicht
mens, als volwassen man bij hem
komt. geeft hij toe en keert naar zijn
dorp terug, waar evenwel zijn zoon
hoofd is geworden. Maar - neen, ik zal
dit heldenverhaal niet verder vertel
len. Het einde is even indrukwekkend
als tragisch.
Terecht heeft Bulthuis in zijn bio
grafie opgemerkt, dat Fabricius zo uit
stekend de toon weet te vinden, die
bij zijn verhaal past. Men weet niet
wat men meer moet bewonderen: de
gedragen toon. waarop deze geschie
denis van primitieve hartstochten
wordt voorgedragen of de gedempte
melancholie om het verdwijnen van
wat barbaars, maar groots was, die als
een begeleiding bij voortduring hoor
baar is.
CLARA EGGINIf.