Aardnotenboeren weten wal krokodillen ziin Jachtbuit van ruim 30.000.— is normaal jaarres AMERIKANEN VERGROEIEN LANGZAAM MET HUN AUTO AANGESCHOTEN MONSTERS ZIJN LEVENSGEVAARLIJK Opgericht 1 maart 1860 Zaterdag 17 oktober 1959 Derde blad no. 29875 Zondagsjagers moeten niet op de krokodillen- jaoht gaan, want zij zet ten hun leven op het spel en brengen de krokodillen zó in verwarring, dat echte jagers er beslist schade van ondervinden. Dit vertelde ons een er varen krokodillenjager in Australië's „Outback" of in het Nederlands in de Australische Achter hoek. Levensgevaar aan weerszfdenJ De buit wordt binnenboord gehaald „En ik vertoon het je ook niet", voegde hij er aan toe. „want dan zou ik tijdens de jacht op je moeten passen als op een klein kind. Zo'n kaaiman is heel erg gehaaid en heel erg vlug, broeder!" Een andere bekende jager, Bob Cutler, geeft de voorkeur aan een ge vaarlijker methode. Trouwens, als oor logsvlieger leerde hij zich verzoenen met gevaarlijke situaties. Bob werkt met een soort lichtbak, zoals in Neder land de konijnenstropers gebruiken. Dat is de doeltreffendste en winstge- vendste manier van jagen, verzekerde Bob mij. En, vertelde hij, dat gaat als volgt: Ik stap in een bootje en ga wat spelevaren na zonsondergang. Op mijn voorhoofd bevestig ik een soort lamp, die wel iets weg heeft van een mijn lamp. Die lamp werpt een lichtstraal over het donkere water. Zelf ga ik op de voorplecht van het schuitje staan. Achter mij staat een harpoenier, een inboorling. Deze man moet trefzeker zyn! Achter in de boot zitten twee mannen, die de peddels hanteren. Langzaam schuift mijn boot over het water. Dank zij de lichtstraal kan ik de krokodillen ontdekken, want in het schijnsel gloeien de ogen van zo'n reptiel als kooltjes vuur. Behoedzaam en zo geruisloos mogelijk peddelen de roeiers het bootje tot dicht bij de kop van het monster. Op een paar voet afstand van het dier beduid ik mijn helpers met een handgebaar om stil te blijven liggen. Dan schiet ik! Ik moet het dier treffen op een bepaald plekje, dat maar een paar vierkante centimeters groot is. Tref ik het beest elders, dan schiet ik het niet dood. Onmiddellijk na het schot doe ik een stap opzij. Dan krijgt de harpoenier zijn kans. Hij werpt dan de harpoen weg met de kracht en de behendigheid van iemand, die van zijn prille jeugd af sparen heeft geworpen. .De harpoen dringt door in het lichaam van het dier. De harpoenlijn zorgt er voor. dat de dode krokodil niet zinkt en dat wij onze buit op de wal kunnen brengen. Het gevaarlijkste ogenblik ver volgde Bob Cutler is dat van het schot. Als de jager namelijk het mon ster niet dodelijk treft, dus het alleen maar verwondt breekt de hel los. De razend geworden krokodil gebruikt dan zijn kaken, staart en klauwen om de jagers te attaqueren. Dan is er nog maar één middel om het vege lijf te redden: Zo snel mogelijk naar de kant. Eens probeerde zo'n aangeschoten krokje in mijn boot te klauteren. Met zijn vieren stapten wij toen uit en baanden we ons een weg naar de kant door het ondiepe water. Gelukkig waren we tamelijk onder de wal. Daar om kostte het avontuur ons alleen maar onze boot! Wij kwamen, zoals dat in de krant heet, met de schrik vrij. Diversen DE beroepskrokodillenijagers gebrui ken sedert de laatste oorlog vrachtauto's, die speciaal zijn ge bouwd voor gebruik in de Outback. Met deze wagens trekken zij langs de krokodillenparadijsjes. Hebben zij een aantal reptielen verschalkt, dan bren gen zij de (gezouten) huiden naar Port Darwin.. Daar worden zy terstond ver kocht aan de vertegenwoordigers van leerlooierijen en leerwarenfabrikanten. Een gulden of vijftig voor een flinke huid is op het ogenblik geen uitzonde ring. In vroeger jaren was er vrijwel uit sluitend vraag naar de huiden van grote krokodillen (Crocodilius perosus) dus van reptielen, die even graag vis als paarden, koeien, honden of men sen verslinden. De laatste tijd echter zijn ook de huiden der kleinere soort ((Crocodilius johnsoni) zeer in trek. Zij zijn zelden langer dan 1.80 meter. Vis is hun hoofdvoedsel. Menseneters zijn zij niet. In het, ongeveer vier maanden du rende, natte seizoen zijn de wegen in het Australische krokodillenland zo moeilijk begaanbaar, dat de krokodil- lenjagers thuis blijven. Velen hunner hebben een boerenbedrijf en oefenen naast het gevaarlijke beroep van kro kodillenjager het vreedzame beroep van aardnotenboer uit. De krokodil is een lucratief dier. De aardnoot is een lucratief gewas. Geen wonder dus, dat de krokodillenjagers-aardnotènboeren gewoonlijk goed in hun geld zitten. Toen ik dit tegen Bob Cutler zei, antwoordde hij grinnikend. „Maar zo gemakkelijk als jy heb ik mijn geld nooit verdiend met de krokodillen. Want jij schrijft over die ondieren., en ik moet jacht op ze maken mei levensgevaar!" (NIVANO Nadruk verboden) Meer en meer drive-in-bedrijven Zelfs bij kerkdiensten blijft men in de auto (Van onze Amerikaanse correspondent) Van iedere drie dollars, die er da gelijks in Amerikaanse restaurants worden uitgegeven, wordt er één ge spendeerd in een „drive-in", dat ivil zeggen, in een restaurant, waar men in de eigen auto kan "blijven zitten, wanneer men eet. Drie van iedere vijf nieuwe restaurants zijn drive- ins! Deze gegevens zijn ontleend aan het blad „American Motorist", een uitgave van de A.A.A., de grote Ame rikaanse automobilistenvereniging. Deze feiten wijzen op een neiging van de Amerikaanse autobezitter om zo weinig mogelijk uit zijn auto te komen. Hij kan nu al eten, brieven posten, de was wegbrengen en halen, de apotheek bezoeken, alles zonder zijn auto te verlaten. Ook kan hij natuur lijk benzine nemen op die manier, maar voor Nederland is het toch nog onge woon, dat men ook bij bioscoop en kerk bezoek in de auto kan blijven zitten en achter het stuur bankzaken kan afhan delen. Is luiheid de oorzaak van dit alles? Stellig niet alleen. Parkeren is zulk een probleem geworden, dat ieder heel dankbaar is, wanneer hy allerlei kan afdoen zonder uit te stappen. Dertigduizend Er zy'n nu al dertigduizend drive-in- restaurants in de Verenigde Staten. Als men bedenkt, dat er 57 miljoen automo bilisten in Amerika zijn, wordt het dui delijk, dat zij goede zaken kunnen doen. Wie in zijn auto wil eten, rijdt zulk een restaurant binnen. Als regel stopt men onder een afdak en naast de wagen ziet men dan aan een paal een duidelijk menu, plus een telefoon. Wanneer men zijn keus heeft bepaald telefoneert men de bestelling naar de keuken en spoedig daarna komt er een bedienster met evenveel dienbladen als er eters in de auto zijn. Die kleine dienbladen met voedsel erop kunnen op een eenvoudige manier in de raamopening worden be vestigd en de familie kan gaan eten. Geen gekook thuis, geen etenslucht, geen afwas en toch blijft men onder elkaar, in de eigen auto. Men behoeft niet ,ssst" te roepen als de kinderen wat luidruchtig zyn. Men is om zo te zeggen „thuis". Dat uw correspondent niet met groter enthousiasme over deze nieuwigheid schrijven kan, moet ge wijten aan zijn conservatieve inslag.. De Amerikanen zijn volgens de cijfers kennelijk inge nomen met deze manier van eten. Langs de weg ziet men steeds meer van deze voederplaatsen. Lange „slurf" De kostbare krokodillenhuid wordt voorzichtig afgestroopt. Heel handig zijn de brievenbussen, die zulk een lange „slurf" hebben, dat men niet behoeft uit te stappen wanneer men een brief post. Och en het is ook niet zulk een slecht idee om de auto te laten wassen, terwijl men er in blijft zitten. Natuurlijk moet men even de ramen goed sluiten wanneer de slang erop wordt gezet, maar de hele operatie duurt slechts een paar minuten. Dat is wel uit te houden. Over het voor en tegen van kerkdien sten, waarbij de mensen in de auto blijven zitten is men het in Amerika niet eens. Veel opgang maken deze nog niet. In het algemeen worden zy alleen gebruikt door mensen, die op zondag ochtend op weg zijn naar het strand of voor toeristen, die ver van huis zijn en die wanneer zij in de auto blijven zich niet op zijn mooiste behoeven aan te kleden voor kerkbezoek. Want. hoe onformeel de Amerikanen ook vaak zyn. by het bezoek aan normale kerken is iedereen op zyn „zondags". Voor de spieren kan het beslist niet goed zyn, dat men zo met de auto ver groeit. Mensen in vroeger tijd, die „een met hun paard" waren, hadden een heel wat gezonder leven I (Bijzondere medewerking) Het zijn jonge, sterke, dappere kerels, die in de met bloeiende lelies omzoomde tropische moerassen en rivieren van Australië's Noordelijk Territorium (de „Outback") het even gevaarlijke als winstgevende beroep van krokodillenjager uitoefenen. Ouderen en onervaren jagers proberen ook wel eens „op de krokodil" te gaan, maar van velen hunner hoort men nooit meer iets. „Verslonden door het moeras of door de krokodillen" zeggen zij, die de „Outback" kennen. Nog is de tijd goed voor de krokodillenjagers. Nog, want er zijn tekenen, die er op wijzen, dat het aantal krokodillen afneemt. Deze geschubde monsters zijn blijkbaar niet opgewassen tegen de voort durende jachtpartijen. Over enige jaren zal de vangst minder groot zijn dan nu nog het geval is, luidt de voorspelling. De jagers vinden dat niet zo heel erg, want zij weten, dat dan de prijzen van kroko dillenleer zullen stijgen, zodat zij toch wel aan hun trekken zullen komen. Toch is het aantal beroepsjagers niet groot. Een juar of tien geleden waren het er zes of zeven. Toen bleek, welke winsten de jacht opleverde, trokken jagers uit andere delen van Australië eveneens naar het krokodillenparadys Zij* hadden geen spijt van hun lange, lange tocht dwars door het Vyfde Werelddeel, want ook zij maakten heel wat huiden buit. Zowel de blanke jagers als hun inheemse helpers koes teren diepe minachting voor de zon dagsjagers. Deze halzen, zeggen zy, brengen de krokodillen maar in ver warring en spelen bovendien met him eigen leven. Amateurisme en krokodil len jacht gaan nu eenmaal niet samen! De vangst Krokodillen zijn heel moeilijk te verschalken. Toch slaagde de mens er in, een paar methoden te vinden om de krokjes buit te maken. Ted Morey vond zelfs een eigen methode. Wie Ted Morey is? Een man, die de Australische wildernis kent als zijn vestzak. Vroeger behoorde hij tot de Bereden Politie. Tienduizenden kilometers te paard heeft hij er op zit ten. Eens, het was in 1938, lokten in boorlingen zyn patrouille in een hin derlaag. Alle politiemannen vonden de dood behalve Ted. Hoe ontsnapte hy aan de dood? Ik vroeg het Ted eens „Boy" zei hy „doodeenvoudig. Omdat ik zo rustig bleef!" Nu, aan rust en vernuft ontbreekt het Ted beslist niet. Hij bedacht een methode om met behulp van aas en touwen de krokodillen onschadelijk te OVER de waarde van de jachtbuit moogt U beslist niet gering den ken.. Want een Australische krokodillenjager vangt jaarlijks onge veer tweemaal zoveel geld bij elkaar als het salaris van een Nederlandse hoogleraar bedraagt. Een bedrag van f. 35.000 is waarlijk geen te versmaden „moerasbuit" Als U weet, dat de meeste krokodijlenjagers nog andere inkomsten hebben bovendien uit de buffeljacht of het boerenbedrijf dan begrijpt U, dat zy een zeer hoog jaar inkomen hebben. maken. Heeft hij zo'n monster gevan gen. dan is een enkele goed gerichte kogel voldoende om het uit zijn lijden te helpen. Hóe zijn systeem precies in elkaar zit, wilde Ted mij niet vertellen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 10