ULTiU-LICHTSPINNER: WOORD VOOR
DE MODIEUZE TUNIEK
ONS MENU
KOKEN
ZATERDAG 10 OKTOBER
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 3
HERFSTTIJD IS BAARSTIJD SPORTVISSERS
VAN DE WEEK
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand
MET
JOKE
Om van de snoeken niet te spreken
In mijn laatste epistel, over die kapitale snoekbaars in Vinkeveen,
heb ik het zo terloops gehad over een klein spinnertje met een vliegje
er achter en ik noemde het vissen met zo'n dingetje het laatste woord
op visgebied. Zo is het ook. Men kan echter op verschillende
manieren met een spinner te werk gaan; op vele, zeer vele verschil
lende manieren, die zeer slecht gehonoreerd worden en op maar één
goede manier. Dat laatste woord is dus een nogal uitgebreid woord.
Vooral de beginnende kunstaasvissers hebben een grote voorkeur
voor spinners met een eigen bezwaring. Dat zijn de spinners waarvan
de as meestal omkleed is met een lichaam van koper en die van 5 tot
18 gram wegen.
De voorkeur voor deze spinners berust bijna voor 100 op het
feit, dat ze zich zo uitstekend en zo bijzonder ver laten werpen.
Allicht, het gewicht is er naar.
meer grote vissen dan wordt gedacht.
Vissen die nog eenmaal, vóórdat kou
en vorst en barrigheid komen, hun
buiken willen vol eten. Geen buik zo
goed als een gespannen buik, is hun
devies. Hun dekking is geringer gewor
den, het water helderder. Zij zyn uiter
mate schuw en laten zich zeer snel ver-
Jagen. Zij zijn ril, om een jagersterm
te gebruiken.
Blijf ver van de kant af en loop op
uw tenen. Gebruik dunne nylon en
kleine spinners die goed draaien. Werp
met de geringe loodbezwaring zo ver
mogelijk ln de open stukken en sla het
vuil en de kleine gaatjes niet over.
Draal langzaam en geef af en toe een
rukje, om de baars, die eventueel de
spinner naloopt, te doen denken, dat
zijn prooi hem ontvluchten wil. Hij
kan dat meestal niet verdragen, gooit
er een schepje op en bonkt zich vast
op het kunstaas. Rest u nog, de pols
te houden voor de vastslag op het juiste
moment.
JAN SCHREINER.
Dit zijn de zgn. stroomspinners, die
buitengewoon goed zijn voor het vissen
in snelstromende rivieren op forel of
zalm, maar die niet bepaald enorm
zijn in stilstaand water. En voor het
ondiepe water, voor de weteringen en
sloten, waar honderden zo gaarne de
baars en snoek jagen, zijn zij vrijwel
waardeloos. Bovendien hebben ze een
rare houding in het water, omdat ze
door de bezwaring altijd neiging heb
ben, scheef te hangen. Ze draaien dan
onregelmatig of vallen stil. Men moet
deze spinners in de regel zo snel bin
nenhalen, om te voorkomen dat ze
vastraken aan de grond, dat een roof
vis, zelfs al beschikt hij over gemoto
riseerd vervoer, er nog niet bij kan.
Och, er gaat weieens een snoek of
baars aan hangen, daar niet van, maar
van geraffineerd spinnen, van „uitge
kookt" vissen, zoals de insiders zeg
gen, kan geen sprake zijn.
De geschikte spinner in het algemeen,
voor Nederlandse omstandigheden, is
een onbezwaarde spinner, die in ver
houding tot de bladmaat van een be
paald gewicht anti-kinklood moet wor
den voorzien. En voor een normaal for
maat spinner zal dat gewicht de 2 gram
zelden te boven behoeven te gaan.
Spinners hebben, zodra ze in het
water draaien, een gyroscopische wer
king, die hen in een bepaalde water-
laag doet vastliggen. Hoe kleiner het
blad, hoe geringer de gyroscopische
kracht en hoe lichter het lood zal moe
ten zijn.
Want een spinner, waarmee men
roofvis wil vangen, moet langzaam
door het water gaan.
Dat is de allereerste voorwaarde om
resultaten te bereiken. Vér werpen is
nooit van belang en maar zelden no
dig. En het is beter over een afstand
van b.v. 8 meter goed te vissen, dan
dertig meter te werpen en de spinner
terug te laten vliegen door het water.
Vlak langs de neuzen van de verbou
wereerde roofvissen, die zo iets mals
nog nimmer hebben bijgewoond en dus
onmogelijk kunnen begrijpen dat er
van hen wordt verwacht naar het ding
te happen.
Baars is een wildeman
Na deze schier onverteerbare tech
nische verhandeling, waarvoor mijn
welgemeend excuus, zou ik gaarne wil
len terugkeren naar het ultra-lichte
spinnertje van straks. Er zijn tal van
kleine spinners in de hanclel, zo met
een bladmaat van 12 tot 20 mm. De
meeste zien er reusachtig aardig uit.
Een beetje gekleurd, met balletjes en
streepjes en opgemaakt met pluisjes,
pluimen en vliegen. Maar als men een
handje van die dingen neemt en men
werpt ze stuk voor stuk met behulp
van een hengel te water, blijken de
meeste geheel niet en vele bar slecht
te draaien. En dat is nu net niets voor
de baars.
Baars is soms een wildeman, ik weet
het; hy verslingert zich maar al te
vaak aan een worm waar de haak ein
den buiten steekt, maar hij is niet al
tijd zo rigoureus. Hij kan heel erg ach
terdochtig zijn, benauwend wantrou
wig en dodelijk secuur zijn zün bek
goed dicht om te zien of men hem
een kool wil stoven. Hij springt soms
toe en schiet op het kunstaas, maar
precies één centimeter vóór de dode
lijke haak remt hij af en verandert in
een fraai, gestreept stukje beeldhouw
werk. Meestal zwemt hij dan weer heel
kalm naar zijn schuilplaats terug. Hij
heeft het bekekenZonder het be
wijs ervan te kunnen leveren, garan
deer ik u, dat er al heel wat baarzen
gegrinnikt hebben, bij het zien van
sommige kunstaasvormen. Gelijk had
den ze!
KLEINE spinners goed draaiend te
maken, schijnt enorm moeilyk te
zyn. Maar niet onmogelijk, want
er bestaan er een paar. Van tien en
vijftien centimeter bladmaat, met vlieg
en kunstworm, met pluim en flap tail.
Alle met enkele haak. En deze spin
ners bedoel ik, als ik het heb over het
laatste woord op visgebied.
En als die spinner dan goed draait,
dan is het aan u om er het juiste ge
bruik van te maken. Hang voor een
spinnertje tot 20 mm een loodje van 2
gram, en het ding wordt zo dood als
een pier. Het kan dagenlang door het
water worden getrokken, zonder dat er
ook maar iets zal gebeuren dat op vis,
vissen of visvangen lijkt. Dat spinner
tje, hetzelfde spinnertje, doet het ech
ter büzonder, wanneer u het gebruikt
in combinatie met twee loodhageltjes.
Dertig centimeter vóór de spinner,
twee hagels op de lijn en dan de lijn
zelf niet dikker dan hooguit zestien
honderdste millimeter. Daar kan goed
mee worden geworpen, uitstekend mee
worden gevist, uitmuntend mee worden
gevangen.
snelle rover, die met zyn stekels recht
op en kieuwen gespalkt, huishoudt on
der het kleine goed.
De grotere baars in kleinere scho
len verenigd doet wat matiger aan.
Maar vooral in de vroege ochtend, zo
tegen de tijd dat de zon schuchter in
spectie houdt, kan een waarlyk jeug
dig enthousiasme bezit van hem ne
men. Ze zijn dan even doldriest als het
jeugdiger goed; alleen hun bek is wat
wyder en him eetlust groter. De aller
grootste exemplaren, de baarzen waar
over altyd zoveel wordt gesproken, met
wallen onder de ogen van ouderdom,
zijn byna altyd solitaire vissen. De
school is opgegroeid en uitgedund en
zy zijn het, die overbleven. Zy hebben
de jachtwijze van de snoek overgeno
men. Zy wachten, met het geduld van
de ouderdom en de wijsheid van hun
jaren. Komt er niets langs, dan komt
er niets langs, en komt er wèl wat, nou
goedDan gaat de staart krom, de
bek wagenwijd open en wee het oner
varen visje, dat langs gedarteld kwam.
Hoewel, zyn dood is zeer humaan, want
de snelheid van de grote baars, op het
moment dat hy prooi slaat, is zeker zo
groot als van een snoek in puike con
ditie.
DE herfst is gekomen. Het begint
de tyd te worden voor het jagen
in de polders; voor velen één der
mooiste takken van sportvissen. Een
klein stukje metaal wordt tot leven ge
wekt en met dit draaiende stukje ko
per, met deze imitatieprooi, die zacht
jes vibreert op de dunne top, tast men
als het waren het water af. Langs
kroosdammen en gestorven plantenres
ten, over wierbedden en tussen de ge
heimzinnige, donkere, diepe gedeelten
van de rietkragen.
Ieder stootje, iedere rilling die door
nylon en hengel zindert, wordt gevoeld
als een stroomstoot. Hengel en lijn zijn
blootliggende zenuwen, die door de
minste aanraking heftig worden ge-
irriteerd. Een uit de verkeerde hoek
startende baars gooit slechts het blad
van de spinner stil. Maar het wordt
gevoeld met een intensiviteit alsof
buurman ons op de schouder tikte. Een
van voren aanvallende baars, te onge
duldig om te wachten tot de vermeen
de prooi goed onder bereik is, tikt de
spinner aan; vier, vyf baarzen, na-
zwemmend, morrelen en happen naar
het metaal. Eén is de snelste of bru
taalste en de hengel vliegt krom.
Wanneer hij na hevig geplas en ge
spet in het schepnet komt, blijkt het.
een ruisvoorn te zyn. Een voorn die
vier baarzen te slim af was. Dat meen
de hij tenminste
Magische dingen
IN vele gevalletjes, o.a. in helder wa
ter, is de suggestie van een klein
spinnertje veel beter dan van een
grote spinner, beter vaak dan die van
een lepel of plug. Vooral op dagen met
weinig wind, wat zonneschyn en in niet
te diep water, kan een klein spinnertje
schier magische dingen doen.
Treft men een schooltje baars, zo'n
twintig of dertig stuks, dan wordt het
„lopende bandwerk": spinner te water,
draaienbang!!!!
Daarom is het zo prettig met één
enkele haak te vissen. Ze grypen vaak
hard en wild toe, vooral de baars uit
een school, omdat ieder graag de eer
ste is die zyn bek kan sluiten om de
malse hap. Een dreg is dan een lelyk
ding in een baarzebek. Een enkele
haak laat zich gemakkelijk lossen, zo
dat de vis onbeschadigd kan worden
geretourneerd. Want vergeet in uw op
winding niet, dat het onze partners
zijn; voor nu, voor straks en voorlater.
Het vissen met een klein spinnertje
is vaak peuterwerk, maar geen peuter-
werk op peutervis. Tussen de sterven
de vegetatie, onzichtbaar aan de op
pervlakte, huizen grote vissen. Veel
Op de loer
DE planten in sloot en plas begin
nen langzaamaan hun glorie te
verliezen. De waterlelie wordt
bruin en slap en het kroos dat in de
hoeken byeen waait, krygt de kleur
van zware pruimtabak. Tussen de
stervende vegetatie ligt de baars op de
loer. Met listige gele oogjes. Hy is min
der vadsig dan in de zomer, maar nog
lang niet zo sloom als by intense koude.
De kleinere baarzen huizen in scho
len en tijdens hun jacht zyn ze heel
sociaal. Ze vallen aan in groepsver
band en de kleine visjes, waaiervormig
boven het water springend, verraden
de paniek, die in hun gelederen wordt
gezaaid door de wijdmuilende aanval
lers.
De vaak zo trage baars, die als dood
onder de waterplanten kan hangen,
met een houding alsof niets hem in het
leven interesseert, is in de herfst een
"Wij vrouwen zijn
nu veel beter af 1"
„Kind, wat een toestand was
dat vroeger l Die omslachtige
methode! Die ellendige
dagen! Vergelijk dat eens met
onze moderne o.b.-hygiëne,
de Onmerkbare Bescherming.
Miljoenen vrouwen doen nu,
fit en vrolijk, aan alles mee:
dansen, fietsen, uitgaan,
sport. Zij zijn „safe", altijd en
overal, want een pakje
©.b.-tampons gaat in het
kleinste tasje."
Als afscheid van de zomer brengen
we nog eens "n vruchtensla, die, omdat
de herfst begonnen is, herfstvruchten
sla heet! Alle vruchten kunnen ervoor
gebruikt worden, die nu nog te kry-
gen zijn als: peren, appelen, perziken,
en druiven. De vruchten worden in
kleine blokjes verdeeld en gemengd
met wat slagroom, basterdsuiker en
citroensap in brede platte glazen, en
naar wens gegarneerd met halve wal
noten, gepresenteerd.
Maandag: Vleespannekoek, tomaten,
gebakken aardappelen; wentelteefjes.
Dinsdag: Runderlappen, andijvie,
aardappelkoekjes; tweekleurenvla.
Woensdag: Eieren met kerrysaus,
pronkbonen, aardappelen; citroenryst.
(Extra rijst meekoken voor kaa&ge-
hakt)
Donderdag: Kaasgehakt, bloemkool,
aardappelen: rabarber met schuimkop.
Vrijdag: Bloemkoolsoep; gesmoorde
paddestoelen, prinsessenbonen, aard
appelpuree.
Zaterdag: Eenvoudige nasi-goreng;
peren.
Zondag: Toost met haring: varkens
haas, postelein, aardappelen; herfst
vruchtensla.
RECEPT KAASGEHAKT
200 gr. koude rijst, 200 gr. oud brood
(zonder korst), 200 gr. kaas, 1 ui, wat
zout, noot. aroma, 2 eieren, 100 gr.
roomboter.
Het brood, de ui en de kaas raspen
en mengen met de rijst, de eieren en
de kruiden. Een stevig deeg ervan
maken en dit tot balletjes of platte
koekjes vormen, welke in de koeke-
pan in de boter rondom bruin gebak-
Parijs, oktober '59.
De tuniek is een Leitmotiv in de nieuwe Parijse wintermode. De
tuniek van nu lijkt in de verste verte niet op die tunieken, die we al
eerder in ons leven gedragen hebben, indien we in de jaren dertig
al volwassen waren. De tuniek van nu kent verschillende vormen,
voor zover het de japonnen betreft, en hoe verschillend die vormen
wel kunnen zijn, wordt u uit slechts vijf modellen reeds duidelijk,
ofschoon er heel wat meer mogelijkheden nog zijn. Die vijf modellen,
uit de jongste Parijse haute-couturecollecties, ziet u hier afgebeeld.
Allereerst een model van Pierre Car-
din, waarvoor wollen pied de poule
in bruin en zwart het uitgangsmate
riaal was (1). Het betreft hier in feite
een negentiende overgooier, die over
een iets langer onderkleed wordt ge
dragen, terwyi dit onderkleed niet een
creatie is, die het ook zonder de over
gooier kan doen. De overgooier heeft
een ruime ronde hals, een ietwat bol
le, maar gladde rok met steekzakken
en geen mouwen. Het onderkleed, dat
van crêpe de chine is, is voorzien van
het rugpand is geknoopt, doch onder
de ceintuur een lanke split vormt, die
een rechte onderrok laat zien. Wat er
van het onderkleed verder onder deze
overgooier zichtbaar is, zijn een kraag
en halflange mouwen.
Dior gebruikt van de tuniek vaak
niet meer dan het „effect". Bijvoor
beeld in zyn japonnen met „bloesende"
rok. Als voorbeeld een Japon zonder
per pakje van 10 tampons.voldoendo
voor maandelijks gebruik:
Normaalf )f>SpK)ul{1-23
driekwart mouwen en een rand langs
de zoom, die beide van de geruite wol
len stof zyn en onder de overgooier
aan het licht komen.
Vervolgens een creatie van Guy La-
roche, gemaakt van effen materiaal
(2), waarin de tuniek zich eveneens als
een „valse" overgooier ontpopt. Zoals
in het voorgaande model is die over
gooier ook hier negentiende lang en
ontdaan van mouwen. Hij is voorts
voorzien van een boothals en een rug
ceintuur, terwijl het voorpand aan bel
de kanten van oksel tot ceintuur op
ken worden. Van de overblijvende bo
ter met een scheutje water een jus
maken, die men op de schotel over de
balletjes giet.
RECEPT:
EENVOUDIGE NASI-GORENG
1% pond gare rijst, 200 gr. varkens
vlees (in dobbelsteentjes gesneden);
100 gram ham; 2 eieren; 25 gram ge
droogde nasi-goreng-kruiden; 2 uien
100 gram roomboter.
De uien, samen met het vlees in de
boter fruiten. Als het vlees bijna gaar
is de kruiden toevoegen en by gedeel
ten de rijst, welke dan nog even mee-
gebakken wordt. Voor het opdienen de
in stukjes gesneden ham erdoor roe
ren. Van de eieren omeletten bak
ken, hiervan reepjes snijden welke bo
ven op de nasi-goreng gelegd worden.
^r*verlpnMp
ceintuur, en slechts amper getailleerd
(3), geheel door geknoopt en voorzien
van vyf zesde kokermouwen en verti
cale steekzakken. Het geheel werd ver
vaardigd uit rood fluweel.
Ook Chanel is aanhangster van de
tuniek. Bij haar is hy zoiets als een
Indochinees overkleed. Een van haar
tuniek modellen (4) is van rood goud-
brocaat en is als een japon van nor
male lengte, in de zynaden van heup
hoogte af gespleten over een rechte
onderrok van dezelfde stof. Een biesje
van effen goudlamé garneert dit Cha-
nelmodel.
Tot slot een van de fraaiste tunie
ken die Parijs te zien gaf en waarin
de modieus-elegante vrouw op haar
best en elegantst zal zijn. De tuniek -
een avondtuniek van Cardin - is hier
als een vry brede driekwart jas van
zwart fluweel, die van een rechte, voet-
vrije en strapless avondjapon een an
dere avondjapon maakt. Het onder
kleed is van zwarte satin duchesse. De
tuniek bezit een even uitstaande
schoot, waarvan het begin - net onder
de taille - wordt aangeduid met een
zwart satynen rolceintuurtje en een
tere zwarte roos.
J.V.
CHOCOLADEBALLETJES
Van mammie hebben we vier cho
coladerepen gekregen, hoera! Daar
gaan we wat lekkers van maken! Eerst
eens kyken wat er nodig is: 1 ons bo
ter (tot het tweede streepje op het
boterpakje)3 afgestreken eetlepels
poedersuiker, 2 eetlepels melk in een
pannetje en 1 eetlepel cacao.
2. Geef jy het pannetje even aan.
Jan? Dan zet ik het op het vuur, dat
maar heel laag gedraaid mag worden,
want de melk mag niet gaan koken.
Ziezo, nu scheuren we de papiertjes
van cje repen en breken die in kleine
stukjes boven het pannetje. Roer jij
dan, Kokkie, tot alle klontjes eruit
zyn?
xrx,
3. Nu hebben we het vuur niet meer
nodig. Dolf, geef jy de boter even aan
en doe die er maar by. Zo. nu goed
biyven roeren tot het mooi glad ziet
en afgekoeld is. Jan, wil jy nu de
poedersuiker vermengen met het ca
caopoeder?
4. Is de chocolademassa intussen
koud en styf geworden, dan gaan we
allfcmaal om de tafel staan, nemen
leder een klein beetje van het meng
sel in de hand en draaien er vlug bal
letjes van. Dan rollen we ze door het
suiker-cacaomengsel. Ziezo, klaar is
Kees! En een andere keer rollen we
de balletjes door chooolade-hageslag,
dal ls net zo lektoerl