De zac van a Lezers schrijven en bij Golden Fiction Ruim tweeduizend jongeren weer geboeid door Toonkunstconcert ZWAAN EN ZEE DOMINEREN IN DE KOMENDE HAARMODE De voetganger in liet verkeer zit de zachtheid waar ze hoortin de tabak Het „open gesticht" beoogt de wederaanpassing van delinquent vrij Opgericht 1 maart 1860 Dinsdag 29 september 1959 Derde blad no. 29860 Flipse bracht HaydnWagenaarDu kas Ruim twee duizend jongens en meisjes hebben gistermiddag weer In de Stadsgehoorzaal genoten! Eduard Flipse en zijn Rotterdams Philharmonisch Orkest waren als alle jaren present om, in het kader der Jeugdconcerten van de Maatschappij voor Toonkunst hun kunnen en muzikaal enthousiasme in de dienst der jeugd te stellen. Het is niet eenvoudig, telkenmale voor de jongeren een programma samen te stellen, dat hen boeit. Maar Flipse slaagt daar steeds won derwel in! Zijn korte, deskundige toelichtingen en zijn energieke directie zorgen voor de rest: het wordt ook nu weer een prettig en vlot verlopend concert (het 62ste!) tweemaal op één middag waarnaar gespan nen geluisterd wordt. Met de vijfde der Londense symfo nieën, daterend van 1791, van Haydn opent het programma. Wanneer men weet, dat Haydn er niet minder dan 104 schreef, is het wonderbaarlijk, hoe hij steeds een merkwaardige frisheid be hield, die ook in deze symfonie haar uitlaat vindt. Van de vier delen kwa men er drie tot uitvoering, maar zij waren voldoende, om te bewijzen, hoe veel Haydn met een betrekkelijk klein apparaat reeds wist te bereiken. Geheel op dreef was het orkest hier evenwel nog niet, de uitvoering had aan fijnzin nigheid kunnen winnen. Een kolfje naar Flipse's hand is altijd dr. Johan Wage naars uit 1906 daterend symfonisch ge dicht „Saul en David". Klankrijk, in een meesterlijke instrumentatie gevat, schildert Wagenaar hier de bekende episode uit de bijbel: de sombere Ko ning Saul, tegenover zijn gunsteling David, die harp voor hem speelt. Totdat de speer, muzikaal geïllustreerd door de bekkenslag, naar hem geworpen en hij vlucht. Na de hoogste extase, weer een vervallen in sombere waanzin Treffend is hier Wagenaars illustratief kunnen, weliswaar menigmaal herinne rend aan dat van zijn grote voorbeeld Richard Strauss, doch de persoonlijke verwerking wist hij te behouden. Mar- got Flipse-Broeders hanteerde hier op de van haar bekende voortreffelijke wijze haar „Koninklijk" Instrument! Het Rotterdamse orkest gaf er een karakteristieke en suggestieve schilde ring van, evenals van het hierop vol gende geniale en wereldberoemde Scher zo van Paul Dukas „L'apprenti sorcier", dat het toch qua constructie en opbouw van Wagenaar wint. De Tovenaarsleer ling (1897), naar de ballade van Goethe, het verhaal van de behekste bezem en het steeds maar sneller stromende wa ter, door de bezweringsformule van de tovenaar tenslotte toch eindelijk tot 6taan gebracht, liet ook nu niet na in druk te maken. Vooral door de bewogen vertolking, culminerend in het magis trale koperakkoord, waarna nog even even iets van het mysterie blijft nawer ken. Fagot en klarinet spelen in dit alles een grote rol, het is een genot hier de geestige thematiek te volgen. Deze oude volkslegende sloeg, in Dukas' „Bemiddelend optreden" bij overlast in flatgebouwen B. en W. van Den Haag hebben na onderzoek geen aanleiding gevonden, in de algemene politieverordening voor de stad een bepaling op te nemen, waarbij het bewoners van etagewoningen wordt verboden, bewoners van lager gelegen woonlagen bjj het verrichten van huis houdelijke bezigheden (ophangen van druipend wasgoed, uitslaan van zwab bers en stofdoeken, rommel laten vallen op lager gelegen balkons en in tuinen, enz.) overlast aan te doen. Dit euvel heeft wèl in enige gevallen tot moeilijkheden tussen verschillende bewoners geleid - het aantal klachten bedroeg over een periode van twee jaar 79 - maar in 62 gevallen had de inge roepen politiebemiddeling een gunstig resultaat. Slechts in gevallen van aperte onwil of plagerij schoot deze bemidde ling tekort. Ook in andere grote ge meenten wordt, aldus het college, in het overgrote deel der gevallen met gunstig resultaat de weg van „bemiddelend op treden" gevolgd. Generaal Lieftinck op Ned. Antillen Zaterdag is op Curacao aangekomen genera al-majoor der Mariniers H. Lieftinck, vergezeld door zijn adjudant kapitein der Mariniers H. Martens. Zij zullen drie weken op de Ned. Antillen blijven. Tot het einde van de maand septem ber blijft de generaal op Curasao, daar na bezoekt hij Aruba en tenslotte zal hij gedurende drie dagen oefeningen van in de Antillen gelegerde Mariniers op Bonaire bijwonen. Ook op Aruba en Curacao zal hij oefeningen bijwonen en inrichtingen bezoeken. Er zullen be sprekingen worden gevoerd met de com mandant der Marine-eenheden in de Ned. Antillen. Commandeur Van Strien en met de commandant van het in de Antillen gestationeerde bataljon Mari niers, kolonel Pronk. Vermoedelijk zal generaal Lieftinck op 16 oktober naar ons land terugkeren. Generaal Schuyler naar Nederland De chef-staf van het NAVO-hoofd- kwartier in Europa, te Parijs, de Ameri kaanse luit.-generaal Cortlandt van Rensselaer Schuyler, die binnenkort de NAVO gaat verlaten, komt deze week een afscheidsbezoek brengen aan ons land. Hij zal vrijdag te Soestdijk worden ontvangen. Nederlands schip bij Japan aan de grond Het 10.972 ton metende m.s. „Tji- tjalengka" van de Kon. Java-China Paketvaartlijnen is zaterdag bij de over Japan razende tyfoon bij Nagoya op de Japanse kust aan de grond gelopen. Noch het schip, noch de bemanning of de 77 passagiers, voor het merendeel toeristen uit Zuid-Afrika en Zuid-Ame- rika, verkeren echter in gevaar, aldus de berichten van de vertegenwoordiger der maatschappij in Hongkong. In Amsterdam voegde de directie van de KJCPL hier aan toe, dat het schip in modderige grond vast zit en vermoe delijk geen schade heeft opgelopen. eminente muzikale verbeelding, vanzelf sprekend opnieuw hevig in. De fantasie werd bovendien sterk geprikkeld; ook dat is een voorname factor op een jeugdconcert. Flipse had het orkest hier ferm in de hand, zodat het applaus bij voorbaat verzekerd was! Toonkunst heeft de jeugd weer een interessante middag bezorgd. H. Slachtoffers van de Jroogte krijgen liulp Op royale wijze is gereageerd op de oproep van de drie centrale landbouw organisaties om de getroffen boeren in de hogere zandgebieden de helpende hand te bieden door het verstrekken van voer in de vorm van bietenloof, stro en hooi. De landbouwers in de Noordoost polder hebben reeds meer dan 400 ton voedsel toegezegd voor de boeren in Overijssel. Deze hoeveelheid werd binnen twee dagen geboekt. Naar het zich laat aan zien, zal de stroom toezeggingen nog aanhouden. De ergste gevallen zullen het eerst worden geholpen. Gisteravond bereikte het eerste voedseltransport het zeer zwaar getroffen Hardenberg, waar twee vrachtauto's geladen met bieten koppen, arriveerden. De provinciale voedselcommissaris belast zich met de verdeling, terwijl de plaatselijke bureau houders toezicht houden. Er is ook medewerking van de han del. Velen stellen hun vrachtauto's be schikbaar. Men heeft voor de hulpver lening voorlopig als maatstaf aangeno men bedrijven, welke ongeveer vier a vijf koeien bezitten, het eerst te voorzien van veevoeder. Of deze norm echter ver hoogd zal worden, hangt af van de toe zeggingen, die zullen volgen. Eerder in Leiden dan in Parijs Aangepast aan smaak Nederlandse vrouw Korte tijd geleden toerd de ge- interesseerde wereldpers in Parijs geconfronteerd met de nieuwe haar mode. De modekoningen hadden ge sproken, volgens de wetten der lo gica moesten de figaro's wel volgen. Ditmaal hadden die zich laten inspi reren door de sierlijke lijnen van de zwaan en de natuurlijke golven van de zee. Dus zal de haarmode in het komende seizoen beheerst worden door twee lijnen: „La Cigne" en „La Mer". Maar al wist de wereldpers nu pre cies hoe deze creaties eruit zagen, de kapperswereld wist nog niet, hoe men deze moest inzetten en uitwerken. Of ficieel worden deze bijzonderheden eerst over enkele dagen vrijgegeven. Het geen echter niet wil zeggen, dat inge wijden nog steeds in het ongewisse ver keren. Ook de Nederlandse vereniging van topkappers „Circle des Createurs" heeft haar relaties met Parijs en langs aie verbindingen zijn de details reeds tot ons land doorgedrongen. Via Den Haag zelfs tot in Leiden. Tot in de bo venzaal van Zomerzorg, waar gister avond de kammen en borstels door blonden, bruine, zwarte en andere kleu rige lokken gleden. Het bestuur van de Leidse afdeling van de Vereniging van Technische Clubs in het Kappersbedrijf had alle kappers en kapsters in Leiden uitgenodigd om een kijkje te komen ne men. Toch was de belangstelling niet overweldigend. Een diepe doorn in het oog van de VTCK. „Hoe bestaat het in hemelsnaam, dat zovelen in ons bedrijf geen lid van de Technische Clubs zijn", riep de heer L. van Tongeren uit in zijn welkomstwoord. Hoe kan men dan bij blijven met de verdergaande techniek en de zich ontwikkelende mode? En om verder te borduren op het stra mien van de spreker, hoe kan men dan te weten komen, dat „La Mer" zich kenmerkt door „bolle oorpartijen, een hoge volle bovenpartij, een naar de nek uitlopende punt en een afgevlakte bo venkant aan de achterzijde"? En „La Cigne" door „een bolle boven kant. twee platte zij partijen die tegen de wenkbrauwen eindigen, een in een punt uitlopende achterkant en een denkbeeldige scheiding rondom het hoofd ongeveer vier centimeter boven het oor"? Ongetwijfeld zal men het nog wel eens kunnen lezen in de vakliteratuur, maar gisteravond werden deze nieuwe lijnen eerst gedemonstreerd door leden van do afdeling Den Haag van de VTCK en later door vier „Createurs", die duide lijk - en fraai - de mogelijke variaties lieten zien. Want het is al net als met de haute couture. Parijs kan wel decreteren, maai de Nederlandse vrouw wil niet slaafs volgen. Zij wil de mode aangepast zien aan haar smaak en haar uiterlijk. Dus hebben de Nederlandse kappers en kap sters zo gemanoeuvreerd met die vele en voor een leek onbegrijpelijke denk beeldige driehoeken van de nieuwe lij nen, dat naar hun gevoel de charme van het vaderlandse zwakke geslacht het best gediend wordt. Het resultaat is niet altijd even bescheiden, maar in vele ge vallen beslist gracieus en ook in ons winderige klimaat goed draagbaar. Het geen men bij de Parijse originele mo dellen niet altijd kon zeggen. In ons waterrijk landje hebben de kappers ook „hun" zwaan en „hun" zee een zuiver Nederlands karakter gegeven. Niet één branche voor (liep vriesha ndel (Speciale berichtgeving) De commissie adviezen vestigings regelingen van de S.E.R. is van me ning, dat het geen zin heeft de klein handel in diepvriesprodukten aan enige regeling op grond van de vesti gingswet bedrfjven 1954 te onderwer pen. De specialistische vakbekwaam heid, benodigd voor deze detailhandel, is van zo geringe aard, dat diepvries produkten niet als kenmerkend voor een bepaalde branche kunnen worden gerekend. Daarmee wijst de SER-commissie de regeling van de kleinhandel in diep vriesprodukten, zoals opgenomen in het voorontwerp vestigingsbesluit levensmid- delenbedrijven van de hand. De commissie is van mening, dat voor een goed afzetapparaat der produkten een groot aantal verkooppunten is ver eist.. Voor een economisch gebruik van een diepvries container is voorts het voeren van een volledig assortiment veelal noodzakelijk, zodat het onjuist zou zijn het complex van diepvriespro dukten over verschillende specialistische branches te splitsen. Dr. Albert Schweitzer in Kopenhagen gearriveerd Dr. Albert Schweitzer is zaterdag in Kopenhagen gearriveerd waar hem mor gen door de universiteit de „Sonning prijs" zal worden overhandigd. Behalve de 100000 kronen van de prijs zal dr. Schweitzer een cheque voor 50.000 kro nen ter hand worden gesteld, de op brengst van de vertoning in Denemar ken van een film over zijn ziekenhuis in Lambarene (Afrika). Dr. Schweitzer had de reis vanGüns- bach, zijn geboorteplaats in de Elzas, naar Kopenhagen per auto gemaakt. De 84-jarige wordt vergezeld door Mathilde Kaufmann, die al 35 jaar zijn secreta resse is en een fotografe, die de auto bestuurde. Dr. Schweitzer verklaarde dat hij de 150.000 kionen voor zijn ziekenhuis zal gebruiken en dat hij donderdag weer uit Kopenhagen vertrekt. Hij zal een be zoek brengen aan een kennis in Malmö iZweden) en daarna een aantal univer siteiten in Duitsland bezoeken. Oud-minister Van der Meer onderscheiden Gouverneur Speekenbrink heeft aan de afgetreden minister van Justitie van de Ned. Antillen, mr. S. W. van der Meer, diens benoeming tot ridder in de Orde van de Ned. Leeuw bekendgemaakt en de aan deze benoeming verbonden versierselen uitgereikt. De voltallige raad van ministers en familieleden van mr. Van der Meer waren bij deze plech tigheid aanwezig. Soldaat op wacht gedood Gistermiddag is door een ongeluk de 20-jarige dienstplichtige soldaat F. A. M. van Bree door een schot uit een geweer om het leven gekomen .De soldaat, die was ingedeeld bij de staf en stafcompag nie van de 12e gevechtsgroep (stoot troepen), maakte deel uit van de wacht en stond op post bij een bunker. Te 13.15 uur werd een schot gehoord, dat gelost bleek uit het geweer van de soldaat van Bree. die levenloos op zijn post werd aangetroffen. De Koninklijke Marechaussee, die de kwestie in onderzoek heeft, veronderstelt een ongeluk. De omgekomen soldaat was afkomstig uit Heeze (N-B). Als er één groep van weggebruikers is. die belang heeft bij een goed stelsel van openbaar vervoer en het scheppen van de voorwaarden daartoe, dan is dat wel die van de voetgangers. Dagelijks kan men waarnemen, hoe tramreizigers bij de halte Stadhuis zich soms als slangenmensen moeten gedra gen bij het in- en uitstappen, terwijl ook bij de bushalten dikwijls auto's ge parkeerd staan. Hoe denkt men dit op te lossen, wan neer de tram gaat verdwijnen? Er ko men op de Breestraat en elders nog vele bushalten bij: de parkeerruimte op de Breestraat zal dus drastisch beperkt moeten worden, wat neerkomt op de instelling van een stopverbod, resp. wachtverbod, wanneer men de gewraak te toestand wil voorkomen. De opvatting, dat de tram de oorzaak van de moeilijkheden is. komt zo wel In een ander licht te staan! Een wachtverbod dient reeds nu, in ieder geval 's middags, tot stand te ko men. om de volgende redenen: 1. Het tramverkeer gaat sneller, een gevolg van gemakkelijker in- en uit stappen bij de halten, sneller rijden, doordat de wielrijders naast de tram kunnen rijden inplaats van er vóór en geen stremmingen meer doordat er er- 1 gens een auto te dicht bij de rails staat of door „laverende" parkeerders. 2. Het bus- en autoverkeer verloopt eveneens vlotter, om dezelfde reden als bij 1. (Wel blijft het. bezwaar bestaan, dat de bussen bij elke halte de baan van de wielrijders tweemaal moeten kruisen, waarbij deze wielrijders dan weer midden op de weg rijden; boven- ditn is het gevolg, dat de snelheid van de bussen nadelig beïnvloed wordt). 3. Het bezwaar van de tramrails ver valt voor de wielrijders, zij behoeven niet meer over de rais te zigzaggen. Te vens verdwijnt met de geparkeerde auto's het euvel van de plotseling open zwaaiende portieren. De huidige toe stand vraagt om ongelukken. 4. Méér dan totnutoe komen automo bilisten ertoe, om hun auto ergens an ders (indien mogelijk buiten het cen trum) neer te zetten en per tram naar de Breestraat te gaan. 5. Het „verkeersbeeld" wordt over zichtelijker en rustiger. In aansluiting hierop nog iets over de exploitatie van de stadstram. Tijdens de vergadering van de gemeenteraad van 2 maart 1959. waar het vervoersrapport besproken werd, is de suggestie gedaan, om op de spitsuren op de stadslijn grotere motor wagens van de interlokale lijnen in te In België zijn 12.000 Belgische dienstplichtigen naar huis gegaan als gevolg van het besluit van de regering om de diensttijd te ver korten. Een groepje van de geluk kigen gefotografeerd bij hun ver trek. zetten in plaats van de stadswagen, ten einde het comfort en de capaciteit te vergroten. De wethouder bleek bereid deze suggestie aan de directie over te brengen. Totnutoe is resultaat uitgebleven en wat erger is: de frequentie op de stads- lijnen is sedert 31 mei 1959 terugge bracht van 6 op 7 8 minuten, wat blij kens persberichten de komende winter zo blijft! Waarom legt de NZH toch ge makkelijk vervulbare wensen naast zich neer. waar het de exploitatie van de stadslijn betreft? Het is mij bekend, dat de maatschappij o.a. beschikt over 5 grote motorwagens (een ander aantal reeds gesloopt), die sedert de opheffing van de lokaaldienst Voorburg-Scheve- ningen buiten gebruik zijn op één na. Deze wagens verkeren in goede staat en zijn veel minder verouderd dan de kleine stadswagens. Ik hoop niet, dat de NZH het plan heeft genoemde rij tuigen terzijde te laten staan of even eens te slopen. Het is met het beschikbare materieel (de overige reserve meegerekend) bijv. mogelijk, bij een totaal van 8 stadsdien- ten om en om een grote en een klein wagen te laten rijden gedurende de drukste uren. Dit zal het openbare ver- op volkomen (Speciale berichtgeving) ijwilligheid „Het Nederlandse gevangeniswezen heeft thans de beschikking over twee z.g. „open gestichten", maar het ligt niet in de bedoeling om de executie van de vrijheidsstraffen te versoepelen of te humaniseren", zo verklaarde de directeur- generaal van het Gevangeniswezen, mr. E. A. M. Lamers, toen hij in de Regen tenkamer van de Rotterdamse strafgevangenis een uiteenzetting gaf omtrent deze nieuwe vorm van strafexecutie. „Het humaniseren van de straf bepaalt het beschavingspeil van een volk", zo vervolgde hij, „maar het „open gesticht" vergt zeker niet een lichtere executie van de vrijheidsstraf. Het opleggen van vrijheidsstraffen hier te lande is zacht aardiger dan elders. Dit is voor een groot deel te danken aan de uitstekende sociale voorlichting over de delinquenten, welke de strafrechter ten dienste staat. Dr. J. van der Griend, hoofdambte naar aan het departement van Jus titie en voorzitter van de selectie commissie, zeide dat de gedetineerden uit de strafgevangenissen te Rotter dam, Den Haag, Haarlem, Leeuwarden, Breda, Vught en Norgerhaven in aan merking kunnen komen voor plaat sing in „open gestichten". Zij moeten ten minste reeds vier maanden van hun straf in een gesloten gevangenis hebben ondergaan. Geen voorwaardelijk veroordeelden Het „open gesticht" betekent slechts een fase in de behandeling van de delinquent in de tijd voorafgaande aan zijn vrijlating. Voorwaardelijk veroor deelden vallen niet in de categorie, die voor plaatsing in een open gesticht in aanmerking komt. Het open gesticht j beoogt de wederaanpassing van de delin- I quent. aan de maatschappij. Dergelijke i instellingen bestaan ook in Engeland en Frankrijk. Het is, aldus mr. Lamers, het meest nodig voor hen, die er het sterk ste behoefte aan hebben om een con frontatie met de vrijheid te ondergaan. Hij merkte op, dat de executie van de j vrijheidsstraf in een „open gesticht" zwaarder valt dan in een „gesloten ge sticht", zij is zeker niet een gemakke- 1 lijker vorm. Het gevangeniswezen heeft thans twee open gestichten in gebruik, een te Eygelshoven (Nievelsteen) en een te Hoorn (De Sluis). Selectiecommissie De heer J. Dilling, directeur van de Rotterdamse strafgevangenis, zeide dat de gedetineeerden uit zijn strafgesticht niet het grootste contingent voor de „open gestichten" leveren. Hij somde de moeilijkheden op, waar de selectiecom missie zich voor ziet geplaatst, nadat rapporten zijn samengesteld omtrent hen, die in staat worden geacht de „drie-kwart-vrijheid" te kunnen verdra gen. Gegevens worden verzameld om trent de omgang met familie, het ge drag in het gesticht, de gezondheid, het vak dat zij graag willen uitoefenen. Bo vendien zal geen enkele delinquent tegen zijn zin in een „open gesticht" worden geplaatst. voer momenteel meer ten goede komen dan alle grote plannen voor een meer of minder ver verwijderd verschiet! Trouwens: ook het personeel kan er geen bezwaar tegen hebben, wanneer er wat meer ruimte in de wagens komt, terwijl voor de omschreven maatregel niet meer personeel nodig is. Vele zullen de NZH er dankbaar voor zijn, wanneer een en ander nog voor de winter in orde komt; de recente tariefs verhogingen komen dan zonder grote kosten in een beter dienstbetoon tot uiting Met dank voor de plaatsing. Hoogachtend, W. van Rooi jen, Marislaan 11. Leiden Met redelijke zekerheid kan van hen worden verwacht, dat zij t.z.t. voorwaar delijk in vrijheid zullen worden gesteld. „Opneming", aldus dr. Van der Griend, „in een open gesticht gebeurt niet eer der dan vijf maanden vóór de datum, waarop voorwaardelijke invrijheidsstel- ling wettelijk mogelijk is. De directeu ren van de „gesloten gestichten" stellen aan het departement voor welke gevan genen naar hun mening in aanmerking komen voor overplaatsing naar een open gestfcht. Van geval tot geval worden zij door de centrale selectiecommissie be zien. In deze commissie hebben zitting het hoofd en het waarnemend hoofd van de afdeling regime van de directie ge vangeniswezen, de directeuren van de beide open gestichten, het hoofd van de onderafdeling reclassering van de hoofd afdeling publiekrecht en een reclasse- ringsambtenaar. 20 a 30 in het „open gesticht" „De tendentie is steeds aanwezig om die mensen uit te zoeken", aldus dr. Van der Griend, die het werkelijk no dig hebben". En hij herhaalde: „het gebeurt op een basis van volkomen vrijwilligheid. Er zijn thans 4500 ge vangenen verdeeld over de verschil lende strafgevangenissen in Neder land en naar schatting zou ongeveer 25 a 30 in aanmerking kunnen komen voor plaatsing in een „open gesticht". Omtrent het werk van de selectie commissie deelde dr. Van der Griend nog mee dat de commissie totaal 155 voorstellen tot plaatsing van gevange nen in een open gesticht heeft behan deld. Er werden 26 voorstellen afgewe zen. Twee gedetineerden, die waren „goedgekeurd" eaven achteraf de voor keur aan verblijf in een „gesloten ge sticht". Er werden 128 gedetineerden in Nievelsteen en 39 in de Sluis bij Hoorn geplaatst. Van hen is één man uit Nie velsteen weggelopen niet terugge keerd van zijn werk. Twaalf man uit Nievelsteen en twee man uit De Sluis zijn teruggezonden naar een „gesloten ;sticht".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 5