in KAMER en TUIN Koksscholieren krijgen in diverse soorten opleiding iets mee voor hun gehele leven Een Zoeklicht ZATERDAG 26 SEPTEMBER WEKËLIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 2 Ongeveer 400 man per lichting OP DE BOEKENMARKT „Lythrum salicarla" wordt ook wel de ka'ttestraart genoemd. Er zijn ook andere plantensoorten, die men deze naam toedenkt en daarom is het wel nuttig bij een bestelling de Latijnse naam op te geven. Het is trouwens altijd nuttig om dat te doen. Plaat selijk geeft men aan bepaalde gewassen weer heel andere na men, zo komt het we leens voor dat de kweker helemaal niet weet wat U nu eigenlijk wenst en zo kunnen vergissingen voorkomen. De Lythrum bloeit in juli- augustus met een schat van wijnrode bloemen; lange bloem trossen, die in de border sterk opvallen. Het is wel echt iets bijzonders. Het zijn overigens vrij gemakkelijke planten; aan droge grondsoorten hebben ze over het algemeen een hekel; ze voldoen veel beter in een goed vochtopgevende grond soort. Ze doen het ook prima aan de voet van het water, doch staan er niet graag met de voet in. Trouwens dat is voor vrijwel geen enkele plant pret tig; uitgezonderd echte water en moerasplanten. De kattestaart kan nogal hoog opgroeien. Als de plant het naar haar zin heeft, kan het gewas wel een hoogte van ruim één meter bereiken. Daarom zal men ze ook wat dicht op elkaar moeten poten; de slanke scheu ten kunnen elkaar dan een beetje steunen en dan behoeft men niet zo veel met die nare stokken te werken. Behalve kattestaart komt ook vrij veel kattekruid voor; meer bekend als Nepeta, een laag- blyvende rand- of rotsplant. Vooral voor het afranden van een tuin is de Nepeta heel mooi; ze bloeien de hele zomer onaf gebroken door. Het is geen sterke plant en men kan ze beter niet in het najaar poten. Vele bevriezen dan. Heeft U er dus plezier in hiervan ook aan te planten, dan kunt U dit veel beter in het vroege voorjaar doen. Nepeta's kan men ook voortkweken door middel van stekken en die kan men in juli-augustus wel nemen. Voort- kweken door middel van scheu ren gaat echter ook heel goed en dat doet men dus niet in deze tijd, doch volgend voorjaar. Ne peta's moeten wel een zonnig plekje hebben; in de schaduw komt er maar weinig van te recht. G. KROMDIJK Kattestaart in volle bloei Enkele van de enorme glimmende ketels, waar de verzorgingsafdeling over beschikt, maaltijden voor troepen in verre omgeving worden bereid. en waarin Ongeveer 200 dienstplichtige soldaat-koks worden hier per lichting (zes lich tingen per jaar) in de geheimen van de gewone en massa-keuken ingewijd, voorts vinden ongeveer 150 mess-bedienden hier per lichting hun scholing, ierwjjl nog circa 40 anderen in de reeds genoemde ingewikkelder vakken wor den opgeleid. De opleidingstüd varieert, al naar gelang de uiteindelijke functie, van 6 tot 24 weken. Het grootste deel van de cursisten, de koks en de mess-bedienden, worden in acht weken klaargestoomd, waarna zij naar de onderdelen vertrekken waaraan zij zijn toegevoegd. In die 8 Leidse weken hebben zij 384 lesuren waarvan ongeveer de helft of een derde aan zuiver militaire training en exercitie wordt besteed. Ook dit vormt een onderdeel van de Leidse training, een voortgezette training, want de militairen komen pas naar Leiden nadat zij eerst acht weken de eerste oplei ding in de depots hebben ondergaan. Alle verzorgingsopleidingen op dit brede terrein van de Koksschool zijn voor het gehele land geconcentreerd in Leiden, althans wat het leger betreft. Ook worden wel beroepskoks en hofmeesters voor de luchtmacht opgeleid, maar marine en luchtmacht hebben over het algemeen eigen, niet gecentraliseerde opleidingen. Eigen potje koken De leslokalen worden hoofdzakelijk gevonden in de Doelenkazerne. Daar staan dag in dag uit de militairen aan keurige vierpitsgasfornuizen. in kraak heldere keukens waar de pannen, wan neer zij niet in gebruik zijn, glimmend in het gelid staan als aluminium sol daatjes. In die lokalen leren zij het uitbenen van vlees, het bereiden van een-per- soonsmaaltijden (voor zichzelf, zodat de drang er wel achter zit om het goed te doen!), het bereiden van slaatjes (dikwijls van voortreffelijke compositie en opmaak, zoals wij letterlijk „proef ondervindelijk hebben kunnen vaststel len), het keukenonderhoud, de visbe- reiding en uiteraard ook de massa maaltijdbereiding in de keukens van de verzorgingsdienst, waar grote glim mende moderne ketels o.a. van vijf honderd liter water staan te dampen ipet heerlijke gerechten. Dat hele praktische onderwijs, gege ven door deskundigen aan kleine groepjes tegelijk zodat grote aandacht aan het persoonlijke werk kan worden besteed, wordt ondersteund door theo retische lessen en vooral ook voorbe sprekingen voordat het praktische onderricht begint. In de theoretische lessen komen zaken als voedingsleer en warenkennis ter sprake, waarvoor enkele Milva's als leerkracht optreden. „Wat zegt U, moeilijk zo als vrouw tussen al die soldaten? Helemaal met, heel wat makkelijker dan voor een klas vaneen meisjesschool staanis het antwoord van een hunner op onze vraag. De Koksschool heeft zoals gezegd ook een verzorgingsafdeling, waar de de maaltijden worden bereid die naar onderdelen in geheel Leiden en omge ving worden verzonden, b.v. in Alphen en Maaldrift, voor wat betreft de voor ziening met vlees tot in Delft en Den Haag, waar het alleen nog maar toe bereid behoeft te worden. Grote omzet Dit betekent enorme omzetten per dag. Om U daarvan een denkbeeld te geven: er wordt in de Koksschool on geveer tien ton vlees, betrokken uit het Slachthuis, per week behandeld als in een massa-slagerij, waarna het gereed voor toebereiding wordt verzonden. De Koksschool kan op dit gebied heel wat aan. Tijdens de Vierdaagse in Nijme gen verzorgt de school de gehele voed selvoorziening voor de duizenden deel nemende militairen, die na hun in drukwekkende marsen een fors hapje kunnen verstouwen. In die dagen wor den in de tijdelijke keukens in Nijme gen vier koeien per dag verwerkt! Mess-bedienden Van geheel andere aard is de op leiding, die de mess-bedienden ontvan gen. Zij krijgen, wanneer zij eenmaal aan de verschillende onderdelen zijn toegevoegd, in de kantines de taken te verzorgen van de kelner in de burger maatschappij. Zij moeten daarom de dranken leren kennen, weten hoe deze behandeld en geserveerd moeten wor den, zij moeten lichte hapjes kunnen klaarmaken, weten welke dranken bij welke spijzen passen, enige voorlich ting kunnen geven over wijnen, en op de juiste wijze leren serveren en om gaan met de mess-bezoekers (eigenlijk niet meer maar ook niet minder dus dan leren toneelspelen, zo omschreef de ons rondleidende officier deze laat ste taken). Dat onderricht geschiedt voor de mess-bedienden in een apart lokaal, ingericht als bar, waar de klas zelf ook voor publiek fungeert. Er wordt hier gewerkt met namaakdranken van de juiste kleuren in originele daarbij be horende flessen, met plastic-namaak- geld en met andere zaken, welke zo natuurgetrouw mogelijk zijn nage bootst. In de opleiding van de mess-bedien den vinden we ook de andere unieke zaak: les in correctie van meerderen. Het wil in een enkele geval wel eens voorkomen in een mess, meer dan el ders, dat een meerdere de grenzen van de toelaatbare veiligheid overtreedt, en dan kan het nodig zijn terstond corri gerend op te treden of althans de ge volgen te beperken. Dan moet de mesöbediende weten, hoe hij zijn meer dere moet aanpakken, hetgeen een delicate zaak is zoals ieder begrijpt, die iets van de militaire verhoudingen afweet. Hoger personeel Op weer ander terrein ligt de oplei ding van hofmeesters, managemeesters en soortgelijke functionarissen. Hun opleiding duurt over het algemeen langer en is speciaal bedoeld voor dienstplichtige onderofficieren en be roepsmilitairen. Zij moeten van talloze dingen zoveel weten, dat zij als alge meen organisator van een grotere dienst zich nimmer met een kluitje in het riet laten sturen, zij moeten leren beseffen wat voor de mensen van hun dienst mogelijk en onmogelijk is, zij moeten aan uiteenlopende werkzaam heden leiding kunnen geven, zoals ook een gerant-bedrijfsleider of een admi nistrateur van een restaurantbedrijf in de burgermaatschappij dit alles moet beheersen. Winst voor het leven Al deze opleidingen, hoe uitlopend ook, hebben echter één zeer belangrijk aspect gemeen: zij geven de militairen, die de Koksschool doorlopen hebben, een vaardigheid mee, welke ook in de burgermaatschappij kostbare vruchten kan afwerpen. Uit de Koksschool zijn uteindelijk al heel wat kellners, koks, gerants, hoteladministrateurs en der gelijke voortgekomen! De jonge Nederlanders, die hier een deel van hun onvermijdelijke diensttijd doorbrengen, leren in de Koksschool nuttige zaken in een prettige sfeer. Natuurlijk is de opleiding op militaire leest geschoeid, maar het besef, dat hier misschien toch voor een opbou- wender taak wordt gewerkt dan in andere legeronderdelen, een taak bo vendien die anderen ten goede komt, verleent aan het werk in de Koksschool een bijzondere bekoring. Er zijn heel wat militairen, die naar Leiden worden verwezen door de selectie-autoriteiten, die hun aanvankelijke afkeer van de hun toegewezen taak heel snel omzet ten in enthousiasme. Het komt zelfs wel voor, dat ze vragen, in dienst te mogen blijven als militair kok, ook na afloop van hun dienstplicht, maar dan komt van hogerhand het vaderlijk advies, met beslissing daarover maar even te wach ten tot die dienstplicht inderdaad is vervuld. Een zo snel oplaaiend enthou siasme kan gemakkelijk een zeer tijde lijk karakter hebben! Suggestie De huidige kazernes zijn ondanks de vele verbeteringen van de na-oorlogse jaren niet meer voor honderd procent geschikt voor 'hun doel, maar de outil lage is, voor zover de middelen het toelaten, perfect verzorgd, modern en royaal van opzet. Het ware te wensen, dat de Leidse huisvrouwen hier eens een kijkje kon den nemen. Het moet voor hen toch bijzonder aantrekkelijk zijn, te zien welke zorgen op het zo eigen terrein van de huisvrouw worden besteed aan de jeugd, welke zorgen veelal uiteinde lijk ten goede komen aan eigen kinde ren, die elders hun dienstplicht ver vullen en die voor hun lichamelijke verzorging in zo hoge mate afhanke lijk zijn van wat de leerlingen van de Koksschool in Leiden opsteken. Zou het niet eens iets zijn voor de Vereni ging van Huisvrouwen, om het hart van de commandant van de Koksschool te vermurwen en toestemming van hem te krijgen tot het organiseren van een excursie? Het is een suggestie, welke naar wij menen in goede aarde zal val len bij een commandant, die zo gaarne de burgers laat zien, dat de dienst plichtigen in goede handen zijn, en die zo gaarne de banden tussen garnizoen en burgerij aantrekt. Wij zijn er, na de bezoeken, die wij aan de Koksschool hebben kunnen brengen, van overtuigd, dat het anderen evenzo zal vergaan: een be zoek wordt tot een treffend bewijs, dat dienstplichtigen met vertrouwen aan deze school uit handen kunnen worden gegeven. Ongetwijfeld zal Maximiliaan van Oostenrijk met zijn gevolg, zijn familie en alles wat er verder in de optocht om hem heen zwerft, zijn korte bezoek van drie oktober bekroond zien door een dankbare herinnering, ook al zijn de hem opvolgende gezagsdragers in ons land indertijd door het gedwongen vasten van de Leidenaren de grenzen over Wanneer het gerinkel, gesudder en geklepper met klompen is uitgestorven, staan de pannen in de keuken in keurig gelid als aluminium soldaatjes opgesteld. Theo M. Eerdmans. „Het Be- waasde Kijkglas". De Arbei derspers, Amsterdam 1959. Deze roman ik geloof dat het een eersteling is is typisch een boek waarvan men zegt: „ja, het heeft goede kanten, maar...." In elk geval is het gegeven interes sant. Donald Menalda, de hoofdper soon, is met zijn familie naar Canada geëmigreerd. Zijn ouders en zijn broer schikken zich naar behoren en wennen spoedig aan de veranderde levenswijze. Doch in Donald woelt het heimwee naar Nederland. Hij is sterk gebonden aan zijn vroegere leven en in zekere zin cultiveert hij die gebondenheid. Hij schrijft lange brieven aan het meisje Pauli in Rotterdam, waarmee hij eigenlijk niet anders dan goede vrienden is geweest. Maar met deze correspondentie heeft hij zich liefde voor dit meisje ingepraat. Zonder iets te zeggen verlaat hij zijn ouders, trekt clandestien over de Canadese grens en zal trachten New York en een schip van de H.A.L. te bereiken. Dit ge deelte, het inwendige avontuur van Donald, is zeer juist getekend en het krijgt aan het slot van het verhaal ook de goede oplossing. Donald komt dan n.l. tot de ontdekking, dat hij zich heeft vastgebeten in een romantische Klompen In het leslokaal voor de vleesbehan deling werden wij ervoor gewaarschuwd, dat de ten behoeve van de hygiëne fraai betegelde vloeren wel eens spek glad konden zijn.'En hier werden wij er dan ook op gewezen, dat in verband met de gladheid in de leslokalen de militairen klompen dragen, aangezien het gewone militaire schoeisel teveel gevaar van valpartijen meebrengt. Dat is dan een van die unieke aspec ten van de Koksschool: wanneer een klas naar een ander leslokaal gaat, kan men hier een groep militairen op klom pen zien marcheren. Het is maar goed, dat dit alleen in de kazerne gebeurt, want anders zou in Amerika al spoe dig de wooden-shoe-legende tot het be lachelijke worden opgeblazen met het risico, dat men wat wantrouwig zou gaan kijken naar alle dollars, die Ame rika ook aan onze militaire uitrusting ten offer legt! situatie, die niet waar is. Goed zijn ook de z.g. flash-backs, Donalds her inneringen aan vroeger voor zover die beslissend zijn geweest voor zijn men taliteit. Zo ook de snel geschetste ont moetingen met Amerikanen. Maar helaas „Het Bewaasde Kijk glas" heeft ook een intrige. En het is deze intrige, die ver beneden het niveau van de Donaldfiguur is geble ven. Want moeten wij dat nu geloven? Dat een schatrijk Amerikaans meisje een wildvreemde met een malaria- aanval uit de Greyhoundbus haalt? Hem meeneemt naar een Motel en hem daar verwent met alles wat voor geld te koop is tot en met een auto? En dat allemaal omdat deze Dorothy zo heet de reddende engel bij een eerste bezoek zo van haar a.s. schoonouders geschrokken is? In een omgeving van zon, water, bergen en bossen krijgen D. en D. elkaar natuur lijk hartstochtelijk lief, maar Dorothy zal toch trouwen met haar vlieger officier Vernon. Dit geval doet mij een beetje denken aan de beroemde film met Clark Gable en Claudette Colbert „It happened one night". Maar wat goed genoeg is voor een filmverhaal, is dat gewoonlijk niet voor een roman met echte mensen er in. En een echt mens is deze Donald in elk geval. Ab Visser. „Rudolf de Mepse". Corona boek. Kroonder, Bus- sum, z.j. De historische roman van Ab Vis ser over het monsterproces van Faan is terecht aan de vergetelheid ontrukt. Het zou Jammer geweest zijn als dit boek, na in 1945 in een onhandig for maat verschenen te zijn, verloren zou zijn geraakt. Want het is een van de best geschreven historische verhalen, die onze literatuur herbergt. Ab Vis ser heeft de sadistische Rudolf de Mepse in zijn sombere hartstochten verstaan en hem tot het leven terug weten te roepen met grote natuurlijk heid. De grondslag van deze boosaardige geschiedenis is historisch. Visser, die zelf uit Groningen komt, weet dat de figuur van de edelman De Mepse van Faan daar in ruim twee eeuwen nog niet vergeten is en dat het proces, waarbij 22 onschuldige mannen en jongens onder martelingen het leven lieten, nog als een schrikbeeld van willekeur leeft in de herinnering. Vis ser heeft dit gegeven met grote leven digheid en waarachtigheid uitgewerkt tot een roman, die zodoende een krachtig beeld is geworden van acht tiende eeuws landleven in Noord- Nederland. De schrijver heeft deze tweede druk herzien, d.w.z. hij heeft gedeelten van de roman herschreven en passages ontdaan van overbodigheden. Voor degenen, die belangstelling hebben voor het schrijverschap als vak, is het ook interessant de teksten naast el kaar te leggen en dan te zien hoe met ogenschijnlijk kleine veranderingen een boek als werkstuk veel kan winnen. Mart Janssonlus. JVIilu Man Gaat uit". Wereldboog."Wereld bibliotheek, Amsterdam, 1959. De publiciste Mart Janssonius, be kend uit dagbladen en tijdschriften, treedt hier voor de eerste maal met een kleine roman voor het voetlicht. In dit verhaal van een echtpaar wordt het huwelijk belicht van een andere zijde dan wij gewoonlijk gewend zijn. Deze twee mensen -kennen elkaar reeds uit hun schooljaren. Zij hebben samen opgewerkt en als zij volwas sen zijn, stichtten zij samen een exportzaak, die tot grote bloei raakt. Het huwelijk blijft kinderloos, maar man en vrouw hebben hun gezamen lijke levenswerk, zodat ons hier een huwelijk geschetst wordt met een be langengemeenschap als basis. De vrouw zij is de ikfiguur be schouwt haar man enige malen in een periode, waarin andere vrouwen zijn genegenheid krijgen, maar de basis blijkt zo hecht te zijn, dat zij haar jaloezie weet te overwinnen en haar tranen te verbergen. Anderzijds kan de man zich ook niet ontrukken aan deze sterke band. Een curieus verhaal, dat getuigt van oorspronkelijkheid. Het maakt de in druk autobiografisch te zijn, maar is dat naar alle waarschijnlijkheid niet. OLARA EGGINK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 14