Italic s wetgeving op liet bouwen voldoende, maar alleen op papier Zal men cle Beatrix afbouwen? DE RAMP VAN BARLETTA Onbegrijpelijke slordigheid waarbij op gevaarlijke wijze met levens wordt gespeeld enthousiast zijn Oud-KNIL militairen eisen verklaring van recht Zaak voor Haags Hofarrest over 6 treken GEHEEL LIMBURG HOUDT DE ADEM IN Indien ons land de olie in wil laat men het dan ronduit zeggen _*}aar Belgische zeevissers zagen af van spectaculaire demonstratie Opgericht 1 maart 1860 Vrijdag 25 september 1959 Derde blad no. 29857 (Van onze Romeinse correspondent) In vredestijd is er in Italië, tenzij bij aardbevingen, nooit een ramp voorgekomen van de omvang van die welke Barletta heeft getroffen. Hoe kon het gebeuren, dat een huis van vijf verdiepingen in een ommezien ineenstortte? Dat is de vraag, die telkens weer terugkomt en die (misschien) uit dit vreselijke ongeluk iets goeds geboren zal doen worden. Gebleken is, dat alleen enkele bewoners van de bovenste etage, er zij het zwaar gewond, het leven hebben afgebracht. In de andere etages heeft zich niemand kunnen redden. Het huis is ingestort vroeg in de ochtend, een paar minuten voor zevenen, toen bijna alle inwo ners nog sliepen. Het ging zo vlug, dat bijna allen in en met hun bed verpletterd zijn. Want dit is het tragische en tegelijk het belangrijkste aan deze ramp: niets heeft weerstand geboden; alle muren, alle steun balken, het gehele geraamte van het gebouw (beton en bakstenen) zijn tot gruis en stof geworden. Van een huis, dat dertig meter hoog was, is niets over dan een berg gruis minder dan vijf meter hoog. Meubelen, zelfs ijzeren ledikanten, ja lepels en vorken, zijn kapot en ook de lijken zijn voor het merendeel verpletterd. Het enige wat „heel" is gebleven, zijn matrassen en kleren. En vreemd genoeg, een goud vissenkom met de nog levende vissen erin. opgenomen, dat de huurder de even tuele boete (duizend lire per vertrek) betalen zal voor de bewoning van een huis, dat nog niet is goedgekeurd. Is er dan zulk een woningnood in Italië? In tegendeel, er staan in alle steden tal loze woningen te huur, maar doorgaans van het duurdere soort! Alle huizen 11a 1930 vertonen scheuren en verzakkingen Was dit een oud huis, een van de vele middeleeuwse huizen, waaraan Barletta, de kunsthistorisch meest belangrijke en meest schilderachtige stad van Apulië, zo rijk is? Integendeel, het bouwsel was nog geen zes maanden oud en eigenlijk, wat het binnenwerk betreft, nog niet helemaal klaar. De „geschiedenis" van het „palazzo" is leerzaam en doet ons enigszins begrijpen hoe zulk een ramp kon ontstaan. Ter plaatse was eerst een grote garage voor de autobussen, die Barletta verbinden met de omliggende dorpen. Die garage was het eigendom van zekere d'Oronzo (deze man heeft bij de ramp acht van zijn negen kinde ren verloren), die haar verkocht aan Marozzi, ondernemer van de autobus diensten. De grote garage, niet veel meer dan een schuur, had een plat dak waar eventueel een verdieping op gezet kon worden. Dat „bouwterrein" werd door Marozzi verkocht aan een bouw- speculant, een in de laatste tien jaren rijk geworden metselaar, Viola del Car mine. Deze Del Carmine wist van de gemeente verlof te krijgen om een ont werp te laten uitvoeren van de bouw kundige ingenieur Lombardi, een ont werp waarbij op die garage maar liefst vijf woonlagen kwamen te rusten!! In Italië is het niet eenvoudig vergunning te krijgen om een huis te bouwen. Er komen heel wat paperassen aan te pas en men zou veronderstellen, dat de in stanties tot wie die papieren worden gericht, ook terdege onderzoeken of het bouwplan aan alle eisen van veiligheid voldoet. En juist daaraan begint men na deze ramp ernstig te twijfelen Wie de resten van de steunbalken ge zien heeft, schrijft, dat het gaat om ijzeren staven, niet veel steviger dan die welke gebruikt worden voor de carros serie van een automobiel in ieder geval: op de garage kwamen twintig appartementen, waarvan er vijftien aan mensen uit de kleine burgerstand (amb tenaren, leraren, de stationschef van Barletta, enz.) werden verkocht en reeds bewoond waren. Het kan zijn, dat ook in enkele der vijf resterende appar tementen al gezinnen woonden, die hun verhuizing nog niet bij de burgerlijke stand hadden opgegeven. Men weet ook niet nauwkeurig hoeveel kinderen elk gezin had, hoeveel inwonende dienst boden (afkomstig uit andere plaatsen) er waren. Het aantal personen, dat zich op het ogenblik van de ramp in het gebouw bevond, wordt geschat tussen de negentig en de honderdvijftien. Eerst wanneer al het puin geruimd zal zijn (en er werken zevenhonderd man, onder wie vijfhonderd soldaten) om dat doel binnen enkele dagen (en nachten) te bereiken, zal men ongeveer het nauw keurige aantalder doden weten. We zeggen „ongeveer", omdat de meeste lijken niet alleen onherkenbaar zijn maar ook bij stukken en gedeelten wor den gevonden. In ieder geval zijn het er meer dan zestig. Nog meer vreemde dingen Er zijn enkele vreemde dingen bij die ramp gebeurd. Het huis vertoonde al sedert verscheidene dagen zware scheu ren en men had de bouwondernemer gewaarschuwd. Juist op de ochtend van de tamp was de vroegere eigenaar van de garage, d'Oronzo, met zijn jongste zoontje vroeg opgestaan om opnieuw naar Del Carmine te gaan. Hij kwam hem op straat tegen en zei hem, dat de toestand werkelijk onhoudbaar begon te worden. Del Carmine beloofde steunen te zullen laten aanbrengen, maar zei te vens dat men zich niet ongerust be hoefde te maken: het was een deug delijk huis, door de gemeentelijke dienst van woningtoezicht goedgekeurd. Op datzelfde ogenblik hoorde men een hels lawaai en zagen de twee mannen voor hun ogen het huis in puin vallen. D'Oronzo wist in dat puin acht van zijn kinderen begraven. Maar hoe te verklaren, dat het huis al niet de dag tevoren was ontruimd? De „Stampa" van Turijn schrijft, dat de bouwwetten in Italië serieus genoeg zijn, maar dat ze niet worden nage leefd. In 1958 zijn er alleen in de stad Turijn meer dan 15.000 boeten opge legd voor bewoning van huizen, die niet door de bouwinspectie waren gecontro leerd en dat is Turijn, de meest „Euro pese" en noordelijke stad van Italië. Het blad schrijft, dat in vele gevallen in het huurcontract een clausule wordt Noorwegen heeft het paviljoen, dat het op de Brusselse Wereldtentoonstel ling had, ten geschenke gegeven aan de Belgische gemeente Llmal, in Waals-Bra bant. waar het als Jeugdherberg zal wor den ingericht. Het gebouw dat geheel uit hout is opgetrokken, heeft een opper vlakte van 500 vierkante meter. Tragische stad In Barletta en in vele andere Zuid- Italiaanse steden is er onder de bur gerij een sterke voorliefde om nieuwe huizen te betrekken, die meer comfort bieden dan de oude. Ook het thans in gestorte ..palazzo" bood voldoende com fort en kon zelfs aanspraak maken op de naam „luxeflat". Barletta is in vele opzichten een tragische stad. Zij telt ruim 70.000 inwoners en er zijn 85.000 onbewoonbaar verklaarde en natuurlijk toch bewoonde „vertrekken", meestal in oude huizen. Van alle belangrijke cen tra van Italië heeft deze zeer arme stad het hoogste sterftecijfer. In 1952 is er een oud huis ingestort .waarbij zeven tien personen om het leven kwamen. Op 14 maart 1956 heeft een uitgehongerde massa er de magazijnen bestormd van de pauselijke bijstandscommissie we gens ontevredenheid over de soepuit delingen. Er werd op de mensen ge schoten met het gevolg, dat er drie do den vielen en 17 gewonden. De toestan den in die Zuiditaliaanse steden zijn waarlijk al erg genoeg zonder dat bouw- speculanten door het gebruik van on deugdelijk materiaal en het bouwen van hoge huizen op onvoldoende funderin gen de zaak nog erger maken. President Gronchi heeft een nauwge zet onderzoek beloofd en tevens aange kondigd, dat wanneer er schuldigen zijn, deze voorbeeldig zullen worden gestraft. De minister van Openbare Werken Togni, die in deze dagen in Nederland vertoeft, heeft verscherping van de wet geving op de woningbouw in uitzicht gesteld. Maar van vele zijden hoort men, dat de bestaande wetten ruim schoots voldoende zijn, mits men er slechts de hand aan zou houden. Een feit is, dat van de huizen in de laatste dertig jaar gebouwd (en we praten over huizen die er van buiten vaak uiterst aantrekkelijk uitzien, niet over nood woningen) er vrijwel niet één is zonder scheuren en verzakkingen. De Amerikaanse atoomduikboot Patrick Henry" liep in Connec ticut van stapel. Het schip is meer dan 120 meter lang, meet 5400 ton en kan Polarisraketten met atoom kop, aangedreven door vaste brandstof, zowel onder de opper vlakte als aan de oppervlakte af vuren. Reünie Stichting Oranjehotel De jaarlijkse reünie van nabestaanden van oud-gevangenen uit het Oranje- hotel gedurende de tweede wereldoorlog zal op zaterdag 10 oktober in het Kur- haus te Scheveningen worden gehouden. Deze reünie wordt voorafgegaan door een défilé langs de dodencel 601 in de gevangenis, die in de bezettingsjeren de naam „Oranjehotel" verwierf. Daartoe verzamelt men zich op een binnenplaats. „Het „Poortje" wordt te half elf geopend. Om elf uur zal de voorzitter van de Stichting, prof. mr. R. P. Cleveringa een inleidend woord spre ken. Daarna vangt het défilé aan, langs de dodencel en vervolgens langs het monument aan de gevangenismuur. Dit maal zal mevrouw B. Boon-Van der Starp, die als voorzitster van de celcom missie ieder Jaar vóór de reünie een radiotoespraak houdt, daartoe wegens ziekte niet in staat zijn. Na het noenmaal in het Kurhaus ko men de deelnemers 's middags in de grote zaal bijeen. Als sprekers zullen hier optreden prof. mr. S. Gerbrandy, minis ter van Staat en ds. A. C. D. van den Bosch uit Ginneken. Medewerking aan deze bijeenkomst wordt verleend door de voordrachtskunstenares mevrouw Hansje van Gent. De secretaresse der stichting, mej. M. van der Ent zal een kleuren film van de Oorlogsgravenstichting in leiden. Vergadering Ned. Ver. voor Gemeentebelangen De Ned. Ver. voor Gemeentebelangen heeft gisteren in Arnhem haar jaarver gadering gehouden. De voorzitter, de heer J. C. Haspels, zeide, dat de instel ling van examens en de ontplooide acti viteiten in de afgelopen 75 jaar van niet te onderschatten betekenis zijn geweest. De resultaten zijn ten goede gekomen aan het gemeentelijk apparaat en heb ben ook bijgedragen aan de betere be staansvoorwaarden voor de betrokken ambtenaren, aldus de heer Haspels. Wat de examens betreft wees hij op het in 1884 ingestelde examen „Gemeente administratie I". Aan in totaal ruim 11.000 kandidaten is sedert de instelling van dit examen de acte GA 1 uitgereikt. De directeur van de Kema, prof. dr. ir. J. C. van Staveren gaf vervolgens een uiteenzetting over de toepassing van kernenergie voor energieproduktie. »Sir« scheermiddelen garanderen feilloos en aangenaam scheren, zowel met creme als met zeep. »Sir« maakt het scheren tot een genoegen. »Sïr« schuimt buitengewoon sterk. »Sir« maakt de hardste baard zacht. »Sircc ontziet en beschermt de huid. En na het scheren: »Sir« SCHEERWATER met het mannelijk-pittige accent, activeert de huid en geeft nog meer frisheid. (Van onze Haagse redactie) De civiele kamer van het Haagse Gerechtshof heeft zich gisteren beziggehou den met het behandelen van het proces, dat mr. A. G. Maris namens de hier te lande verblijvende oud-KNIL-militairen voert tegen de Staat der Nederlanden. De KNIL-mannen eisen een verklaring van recht betreffende hun status, waarbij zou moeten worden vastgesteld, dat zij nog steeds als militairen in staatsdienst zijn. Dit wordt door de staat bestreden. De landsadvocaat, mr. E. Droogleever Fortuyn, bepleitte dat het ontslag van de Knillers volkomen rechtsgeldig is geweest en dat zij dus beschouwd moeten worden als burgers. De kwestie is uiteraard van het grootste belang voor de betrokkenen, meest Ambonezen: niet alleen hun eventuele salariëring hangt ervan af, doch tevens de vraag, of zij op Rijkskosten zullen moeten worden teruggebracht naar Ambon. De zaak werd in eerste instantie aan hangig gemaakt voor het ambenaren- gerecht te Den Haag. Dit wees de eis toe. doch tijdens de behandeling in ho ger beroep, voor de Centrale Raad van Beroep te Utrecht, werd beslist dat het Ambtenarengerecht om formele redenen niet bevoegd was geweest tot oor delen. De Ambonezen maakten de zaak opnieuw aanhangig .ditmaal voor de burgerlijke rechter. De Haagse Arron dissementsrechtbank wees de eis echter af. Gisteren vond de behandeling plaats in hoger beroep. Industrie wil weten, waar zij aan toe is (Van onze Limburgse correspondent) De mededeling, dat de directie van de Staatsmijnen op korte termijn met de minister van Economische Zaken gaat praten over de toekomst van Staatsmijn Beatrix, is in geheel Limburg ingeslagen als een bom. Ofschoon de Staatsmijn-directie niet tot de conclusie gekomen is, dat verdere afbouw van de mijn achterwege moet blijven, ontveinst men zich, met name in de mijnstreek, de ernst van de toestand niet. Het Eerste Kamerlid J. NI a c 11 c nlid van de NI ij n raad en voorzitter van de KAB in Limburg zei ons: „Wanneer de mijn Beatrix niet zal worden afgebouwd, omdat geen lonende exploitatie gewaarborgd is, dan betekent dit, dat ook de mijnen in de bestaande mijnstreek geen toekomst mee hebben". Zo voelt men het algemeen aan in Limburg en in de mijnstreek in het bijzonder, waar men ook geschrokken is van wat de nieuwe voorzitter van de Hoge Autoriteit, Piero Malvestiti, woensdag j.l. in Straatsburg heeft verklaard, namelijk dat in de toe komst de moderne industrie geen kolen meer zal gebruiken. houtje allerhande beschermende maat regelen voor hun mijnindustrieën tref fen, terwijl onze regering praktisch niets doet voor onze Nederlandse mijn industrie. Daardoor zijn thans onze praktisch onbeschermde Nederlandse kolen in een dodelijke concurrentiestrijd gewikkeld met de beschermde import kolen en met de olie, die op de kolen bevoordeeld wordt door fiscale en andere maatregelen. Wij moeten in ons land inderdaad komen tot een verantwoord energiebeleid, gericht op een zo goed koop mogelijke energievoorziening, maar waarin de kolen him eigen plaats en taak hebben. Zo lang dat beleid er niet is, zal onze regering de Nederlandse kolen moeten bijspringen om de scheef getrokken concurrentieverhoudingen recht te trekken. Dat is het minste, wat onze Nederlandse mijnindustrie van haar regering verwachten mag". De heer Dohmen wees er ook op dat men steeds en onder alle omstandig heden de Limburgse mijnindustrie een zekere basisproduktie zal moeten waarborgen in hit belang van 's lands economie en In *et belang van 's lands Dodelijk concurreren In dit verband zei de voorzitter van de Katholieke Mijnwerkersbond, de heer F. Dohmen, ons: „Ik heb vol komen begrip voor de stap. welke de Staatsmijnen bij de regering gaan on dernemen. We mogen zo langzamer hand wel eens weten waar we met onze Nederlandse mijnindustrie aan toe zijn. Een mijn is geen fabriek. Eer een mijn in exploitatie is gekomen, zijn er tientallen miljoenen guldens geinvesteerd. En als een mijn eenmaal in bedrijf is, kan zij maar niet, zoals een fabriek, van de ene op de andere dag op een nieuwe marktsituatie wor den omgeschakeld. Een mijn moet op lange termijn ver zekerd zijn van stabilisatie in produktie en werkgelegenheid. Nu duidelijk geble ken is, dat de crisis in de mijnindustrie van de K.S.G. van structurele aard is, als gevolg van de wassende olie-vloed, moet er een gecoördineerd energiebeleid komen. In plaats daarvan zien wij hoe de voornaamste K.S.G.-landen op eigen onafhankelijkheid, niet alleen in eco nomisch, maar ook in politiek en mi litair opzicht. Niet in de steek laten Tenslotte zei hij: „Als men ook in Nederland de olie in wil, laat men dat dan ronduit zeggen. Dan weten we ten minste waar we aan toe zijn. Onze Ka tholieke Mijnwerkersbond zal met de Katholieke Vereniging van Mijnbeamb- ten en de werkgevers alles doen om door de moeilijke situatie heen te komen. Maar zowel regering als ondernemingen moeten zich hier terdege van bewust zijn, dat wij, die tijdens de hoogcon junctuur in het mijnbedrijf toen er voor ons zoveel te halen was, ons getemperd hebben in onze eisen vanwege het alge meen nationaal belang, thans, nu de mijnindustrie zich in een laagconjunc tuur bevindt, ons fel zullen verzetten tegen iedere poging om onze mijnwer kers en mijnbeambten in de steek te laten". Van de 50.000 georganiseerde mijn werkers en mijnbeambten zijn er 42.000 georganiseerd bij de twee katholieke vakorganisaties. Voor Midden-Limburg, waar men z'n hele toekomst aan het bouwen is op de Staatsmijn Beatrix, zal een eventueel niet verder afbouwen van de mijn een ware ramp worden. Burgemeester E. Rutten van Melick, Herkenbosch en Vlodrop, op welk grond gebied de Beatrix in aanbouw is, ver klaarde: „Ik hoop dat de regering mid delen en wegen zal vinden om de Staatsmijnen in staat te stellen de Bea trix af te bouwen. Wij zullen voorlopig maar gewoon doorwerken". Doorwerken of niet? Intussen houdt de mijnstreek en ge heel Limburg de adem in. Van het resultaat der besprekingen tussen de hoofddirectie der Staatsmijnen en de regering zal het afhangen welk lot het mijnbedrijf is beschoren. Zoveel is duidelijk geworden: de ge schiedenis met de Beatrix is maar een aanleiding tot wat er nu gebeuren gaat. Zowel in werkgevers- als in vak bondskringen houdt men zich over tuigd, dat de inzet van de komende besprekingen de vraag is of ons Ne derlandse mijnbedrijf met steun van de regering rustig kan blijven doorwer ken of dat het langzaam maar zeker zal aftakelen als speelbal in een steeds meer ontluisterde E.G.K.S. Er zijn twee kernpunten van geschil. Is de algemene order 1935 van het Ne derlands-Indische Gouvernement van toepassing op de ontslagkwestie en zo ja, hoe moet deze order geïnterpreteerd worden? Mr. Maris meent, dat de algemene or der 1935 van toepassing is en dat het dienstverband tussen de Staat en de betrokken KNIL-militairen nog steeds bestaat. Dat de order van toepassing is blijkt volgens eiser uit de gemeenschap pelijke beslissing 1950 van de ministers van Oorlog en Uniezaken. Volgens de Landsadvocaat is de al- algemene order 1935 van toepassing op de KNIL-militairen, behalve wat de ontslagkwestie betreft. Het ontslag is geregeld in de gemeenschappelijke be slissing van 1950, aldus mr. Droogleever Fortuyn, die op grond hiervan weder om concludeerde tot afwijzing van de eis. Het Hof zal waarschijnlijk over zes weken arrest wijzen. De zitting werd bijgewoond door een groot aantal Am- bonese voormalige KNIL-militairen. Charlotte Köhler oogstte succes met „Olivia" Zeer veel succes heeft mevrouw Char lotte Köhler geoogst met haar nieuwe voordracht „Olivia", waarvan zij gister avond in de kleine zaal van het concert gebouw te Amsterdam de première gaf. Het verhaal waarmee de schrijfster on der het pseudoniem Olivia een jeugdher innering heeft verteld, is uit het Engels vertaald door A. H. Nijhoff. De geschie denis speelt zich af aan het einde der vorige eeuw in een Franse meisjeskost school, waar een der leerlingen, zelf ko mend uit een stijf en weinig liefderijk milieu, een dweperige liefde opvat voor een der leraressen. Charlotte Köhler werd na afloop ge loond met een lang applaus en vele bloemen. Sterke aanwas ledental Federatie Ned. Export De Federatie voor de Nederlandse Export (Fenedex), waarbij thans een 165-tal bedrijven en organisaties zijn aangesloten, heeft heden in besloten kring haar algemene jaarvergadering (in hotel Hamdorff) te Laren gehou den. Mr. A. C. Jas, directeur van het bureau van de Fenedex, memoreerde o.a. de toe nemende belangstelling voor de Fenedex. zich uitend in een sterke ledenaanwas. Als nieuwe activiteiten van de Fenedex noemde hU o.m. de oprichting van het ,3ureau Exportconsulenten" en de aan stelling van permanente vertegenwoor digers in het buitenland. Over het Bureau Exportconsulenten werd mede gedeeld, dat dit bureau zich ten doel stelt de Nederlandse ondernemer speciaal de middelgrote en kleine bedrij ven commercieel-technische adviezen voor de export te geven. Hiertoe hebben exportspecialisten met een jarenlange ervaring op het gebied van de Nederlandse export zich bereid verklaard voor het bureau als consulen ten in de bedrijven op te treden. Van deze adviezen kan iedere Nederlandse ondernemer gebruik maken. 's Middags sprak mr. B. J. Geveke, directeur van de Economische Voor lichtingsdienst, over „exportbevordering nu en in de toekomst". Aan het slot van de jaarvergadering heeft het 'bestuur gerecipieerd ter gelegenheid van het eerste lustrum van de Federatie voor de Nederlandse Export. advertentie [isigheid bij vat tg kou. P' >!askc HUISAPOTHEEK IHeftAl/ l/Alfcn). MEENK^S POEDERS helpen! Br zijn Mcenk's Poedcr^fci hoofdpijn, kies pijn. hoest, gritlp,.Marrhee, influenza, rheumatick, koortsj^eid bij gevatte kou, periodieke pijnen ^z. enz. Verkrijgbaar in etuis met 6 [roeders maar ook in een handige plastic HUISAPOTHEEK (met 6 verschillende etuis 6 6 poeders), zonder prijsverhoging. Vraag uw drogist. r zijn ies- oortsigneiabij gevattèkou, POEDERS*' I lie K DATUCCf Twee schepen verkocht: 150 werklozen meer De Belgische zeevissers hebben op het laatste ogenblik afgezien van een spec taculaire demonstratie om de aandacht van de Belgische regering en de open bare mening op hun moeilijkheden te vestigen. Bij enkelen van hen is enige tijd geleden de gedachte opgekomen de vissershaven Oostende, Zeebrugge en Nieuwpoort met 200 van de 400 Belgische vissersschepen te blokkeren om op deze wijze een oplossing af te dwingen voor de crisistoestand, die reeds twee Jaar in de Belgische zeevisserij heerst. Volgens vakbladen van de Belgische visserij zijn de afgelopen maanden her haaldelijk stappen gedaan bij de minis teries van Landbouw en Verbindingen om te komen tot drastische maatrege len ter verbetering van de toestand. Deze stappen leverden echter geen enkel resultaat op en de situatie, waarin de Belgische vissers zich bevinden, ver slechtert met de dag. De afgelopen weken zijn in Zeebrugge verscheidene faillissementen uitgespro ken tegen reders, die niet meer aan hun financiële verplichtingen konden vol doen. In de Belgische pers wordt de crisis in de visserij geweten aan de invoer uit Nederland en Duitsland en aan het feit, dat de tussenhandel de afzet volkomen beheerst, waardoor grote verschillen be staan tussen de opbrengst voor de visser en de prijs, die de consument moet be talen. Verkoop in buitenlandse havens bracht ook grote moeilijkheden met zich mee. Deze ontwikkeling heeft er toegeleid, dat, zoals gemeld, kortgeleden twee vis sersschepen, die voor de vangst rondom IJsland waren ingericht, aan een En gelse reder werden verkocht, hetgeen het toch al niet geringe aantal werk lozen in België met 150 vermeerderde. Volgens visserij kringen is vooral de Ne derlandse concurrentie een factor bij het ontstaan van de huidige situatie ge weest. De Nederlandse vissers hebben vis en garnalen op de Belgische markt gebracht aldus zeide men tegen prijzen die ver beneden de prijzen aan de Belgische kust lagen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 11