In Brussel is de stemming inzake liet probleem-Kongo iets verbeterd Regering stelt alles in het werk nieuwe overbesteding te voorkomen koningin opende A.M.V.J.- gebouw an de Mauritsweg te Rotterdam Maar Afrikaanse volksmenners maken gebruik van ontbreken van onafhankelijkheidsdatum Belastingverlaging nu minder urgent dan 1 a 2 jaar geleden gericht I maart 1860 Zaterdag 19 september 1959 Vijfde blad no. 29852 loge van dit brandpunt gloed uitgaan!" Jisteravond heeft Koningin Juliana in Rotterdam de opening bijge- ond van het nieuwe AMVJ-gebouw, dat zijn ingang heeft aan de uritsweg. Zodra de noodbioscoop „Lutusca" verdwenen zal zijn, de reiziger, die op het station C.S. arriveert, recht voor zich het 11 bouwwerk kunnen zien aftekenen tegen het silhouet van de Jerne stad. )e Koningin werd ontvangen door de Commissaris der Koningin je provincie Zuid-Holland mr. J. Klaasesz, door burgemeester Van alsum van Rotterdam en door de voorzitter van de Stichting [Vj-werk mr. A. Ruys. In haar gevolg bevond zich mr. dr. K. P. der Mandele in diens kwaliteit van kamerheer i.b.d. de hall kreeg onze vorstin bloemen eboden door de 9-jarige Flora In- jiousz. Hier waren o.m. ter begroe- aanwezig de minister van Justitie A, C. W. Beerman, die tevens voor- is van de Stichting A.M.V.J.-ge- de minister van Sociale Zaken folksgezondheid, mr. dr. Ch. J. M. an Rooy en de Staatssecretaris van en W., mr. Y. Scholten, alsmede AMVJ-bestuurders. de toneel- en gymnastiekzaal, heen het gezelschap zich begeven waren behalve vele genodigden (alrijke jongeren aanwezig, welkomstwoorden van mr. A. Ruys, minister mr. A. C. W. Beerman ens uit, dat het contact met dit m en met de geest van het hier thte werk voor talloze jongeren ontmoeting zal zyn, die maakt dat zij hun levensweg reizen in blijd- directeur, mr. C. B. Posthumus s, gewaagde van zijn hoop op in deze stad, vooral in die zin, een groeiend getal jonge mensen ntdekken, dat het mogelijk en zin- om met anderen van andere op- ag en eventueel ook van andere stand of ras, samen iets op te n. aller grote verrassing begaf Ko- n Juliana zich hierop naar het po en sprak daar, zich tot de voor richtend, de volgende woorden: orens aan uw verzoek te voldoen wat ik zeer graag zal doen om gebouw voor geopend te verkla- wil ik toch eerst een wens uit- iken. Die wens is, dat dit gebouw zyn een oase in de eenzaamheid de grote stad, de grote stad die ilreert door zUn leven en zijn rgie; maar die inspireert ook rdat zij, zoals hier, de behoefte gemeenschap weet op te vangen daarmee zichzelf completeert. dit huis zijn een middelpunt, brandpunt, een punt waar radio- Iviteit van uitgaat, waar men het van de gemeenschap kan er- waarin de wereldse levens- st bloeit naast de geestelijke le- skunst. Moge er aldus gloed en mte uitgaan van dit brandpunt, ie het velen verwarmen, verlich- en activeren! rie jaar geëist wegens overval bij Teriet hoger beroep heeft voor het Ge- hof te Arnhem terecht gestaan o-jarige venter uit Arnhem, één de twee mannen, die onlangs uit uis van Bewaring te Arnhem de hebben genomen. Hij werd be- ligd van het plegen van een nach- overval in een boerderij aan de wrnseweg bij Teriet op 20 ja- j.l. De overval had geen succes, de bewoners, twee bejaarde ontwaakten en alarm sloegen, procureur-generaal mr. G. W. C. eiste 3 jaar gevangenisstraf met De rechtbank te Arnhem had hte veroordeeld tot 2 Jaar gevan- !raf met aftrek. Uitspraak 1 ok- dodelijke val van legstgeestenaar cursie in Alpen was niet kampleiding verboden aanleiding van het bericht over lelijke val van een Oegstgeeste- 1 de Franse Alpen (in ons num- |Q dinsdag j.l.) vernemen wij na- i de zijde van de vader, die zich atse van de gang van zaken op »gte heeft gesteld, dat bet 3e 24-j'arlge student in de wis- Uurkunde aan de Leidse Univer- i. Vis uit Oegstgeest betrof, die a aan een studentenwerkkamp, arechte werd in eerderbedoeld (afkomstig van een der grote teaus) gezegd, dat de heer Vis e Engelsen geweigerd zouden mee te gaan met de anderen, ürsie is zonder meer niet doorge- a van een verbod van de kamp- is geen sprake geweest. Het heeft te kennen gegeven op eigen heid een tocht over bekende pa- willen maken, waartegen van de der leiding geen bezwaar be- alleen werd zoals voor de ag de waarschuwing meege- ie nodige voorzichtigheid te be- n. De verongelukte student zal jar zeker aan gehouden hebben, j als een bedachtzame jongeman stond. Het ongeluk moet toege- a worden aan een plotselinge itering van de weersomstandig- onweer, gladheid en het ontbre- 3 uitzicht door zware wolkenban- ze omstandigheden zijn de jeug- sderlander noodlottig geworden. Met deze wens verklaarde H.M. Koningin het gebouw geopend. Hierna volgde een programma onder de titel „Uitzicht". Tijdens de pauze werd in de foyer een grammofoonplaat van het lied „God heeft de wereld lief" aan H.M. aangeboden door mevr. J. Kuyper-Jur- gens, die het dichtte en componeerde. Tot slot werd een rondgang door het gebouw gemaakt, waarbij de Koningin in verschillende zalen en kamers ge tuige kon zijn van tafeltennis, bridge en schaken, van een demonstratie judo en van een basketballwedstrijd. Bevrijdingsdag van Brabantse corridor Met enorme enthousiasme en groot eerbetoon aan de Amerikaanse oud strijders van de 101ste Amerikaanse luchtlandingsdivisie, werd gisteravond het 15de bevrijdingsfeest van de Bra bantse corridor uit 1944 ingezet. Zoals elk jaar werd nu ook een fak kelestafette van Bayeux naar Eindho ven onderhouden, langs de weg. die de geallieerde troepen zich door de vijan delijke legers naar ons land vochten. Terwijl de klokken beierden, vuurpij len van de lichttoren ten hemel wer den gejaagd en Bengaals vuur het Eindhovense „18-septemberplein" in ro de gloed zette werd de koningsfakkel uit Bayeux. omringd door fakkeldra- gende hardlopers en wielrenners naar de waarnemend burgemeester de heer F. J. W. Gijsels gebracht. Daar ontvin gen de vertegenwoordigers uit de cor ridor-gemeenten het bevrijdingsvuur om op hun beurt dit naar hun steden en dorpen te dragen. Vervolgens formeerde zich een enorm lange stoet achter de burgemeester met de fakkel en de Amerikaanse gasten. Men trok onder overweldigende belang stelling door de versierde en verlichte straten naar het Bevrijdingsmonument op het Stadhuisplein. Nadat de heer Gijsels een korte toespraak had gehou den, stak hij onder oorverdovend ge juich de vlam van de vrijheid aan bij het Bevrijdingsmonument met de ko ningsfakkel uit Bayeux. Vervolgens klonk plechtig het volkslied. Het bevrijdingsfeest in de lichtstad en ook in de andere corridorgemeenten barstte daarna in volle hevigheid los. H.M. de Koningin heeft gisteravond te Rotterdam de opening van het nieuwe AMVJ-gebouw bijgewoond. Tijdens de rondgang kwam H.M. in een vertrek, waar jongeren aan het schilderen waren. Geheel buiten het protocol vroeg een meisje, dat zich toelegde op vrije-vlak-verde- Voortgaande consolidatie vlottende schuld (Van onze Brusselse correspondent) Hoewel de berichten uit Kongo enigszins verward zijn, heerst in Brussel een ietwat betere stemming dan kortgeleden. Sinds het ophef makende ontslag van minister Van Hemelrijck en de aanvaarding van het ambt van minister van Kongo door de heer De Schrijver, hebben de regeringspartijen, de katholieken en de liberalen, getracht het onderling over de te volgen politiek weer eens te worden. Zoals de eerste minister, de heer Eyskens en ook de nieuwe minister van Kongo in de laatste dagen herhaaldelijk hebben beklemtoond: de beloften, vervat in de Koninklijke boodschap van januari 1959 en de door alle regeringspartijen toen eenstemmig goedgekeurde regerings verklaring, zullen loyaal worden uitgevoerd. Alleen het tempo, waarin zal gewerkt worden, is nu versneld. Economisch apparaat moet intact blijven Dat betekent, dat de provinciale raden onmiddellijk na de verkiezingen van maart 1960 zullen worden gevormd en dat de algemene raad en de wetgevende raad ten spoedigste na die datum en in ieder geval in 1960 tot stand zullen ko men. Ook de nodige uitvoerende licha men zullen worden geschapen, terwijl er tevens toe zal worden overgegaan de provincies van Kongo een grote autono mie te verschaffen. Men bedenke hier bij, dat sommige van deze provincies uitgestrekt zijn als grote Westeuropese staten, terwijl zij bewoond worden door naar aard en ontwikkeling zeer verschil lende stammen. Er zal veel meer aandacht dan in de laatste maanden aan het economisch, financieel en sociaal beleid worden ge schonken. Dat dit dringend nodig is, blijkt bijvoorbeeld uit het feit, dat de Kongolese provincieraden reeds danig het mes hebben moeten zetten in hun buitengewone begrotingen voor 1960. Deze moesten in sommige gevallen bijna gehalveerd worden. Het is gemakkelijk grootse plannen te maken, maar de financiën voor de uitvoering moeten er ook zfjn. Gelukkig is de export van Kongo dit jaar flink gestegen en als het economisch beter blyft gaan, zal men wellicht ook de middelen vinden om de economische expansie van Kongo voort te zetten. Opruier gepakt Voorlopig domineert echter de poli tiek. Er wordt yverig gewerkt aan de voorbereiding van de nieuwe instellin gen en de komende verkiezingen, waar voor veel wetteksten en besluiten moe ten worden klaargemaakt. Dezer dagen is te Brussel de wetgevende raad samen gekomen, de toekomstige Kongolese Se naat, maar thans nog een adviserend lichaam. Hiervan maken zowel blanken als zwarten deel uit. Deze laatsten zyn afgevaardigd door de Kongolese provin cies. Als voorzitter treedt minister De Schryver op. Eén van de Kongolese leden van deze raad ls afwezig, de heer lingen, of Hare Majesteit het ook eens wilde proberen. Zij ging hier gaarne op in. (Van onze financiële medewerker) Het is uit de toelichting van minister Zylstra op de staatsbegroting duidelijk geworden, dat het by de opstelling daarvan niet enkel gaat om een evenwicht tussen ontvangsten en uitgaven van de staat. In niet mindere mate is ook het oog gericht op de monetaire consequenties en de invloed, welke er van het over heidsbeleid ten aanzien van de staatsfinanciën op de conjunctuur uitgaat. Vooral sinds het einde van de tweede wereldoorlog is de invloed van het over heidsbeleid op de conjunctuur in belangryke mate toegenomen. Het herstel van de tijdens de oorlog sterk gedaalde nationale produktie heeft de noodzaak van een inflatoire financiering meegebracht en de daardoor ontstane mogelijkheid van een grotere consumptie heeft by velen de mening doen postvatten dat zulk een inflatoire financiering nog zo kwaad niet is. Overbesteding, rentestyging en recessie hebben echter de gevaren van de inflatie weer duidelijk aan het licht gebracht. Nu in vele landen de bestedingen in een snel tempo toenemen, is het verklaarbaar dat de regeringen alles in het werk stellen om een nieuwe over besteding en de funeste gevolgen daarvan te voorkomen. De verhoging van het disconto in de VB. en West-Duitsland heeft ongetwy- feld dat oogmerk en ook de staatsbe groting 1960 van minister Zylstra is niet in de laatste plaats gericht op een zodanige beinvloeding van de nationale conjunctuur dat een herhaling van de recessie 1956/57 zo mogelyk wordt voor komen. Het spreekt vanzelf, dat by de be staande en voortgaande integratie van Europa en de internationale verhoudin gen in het algemeen, ook de Nederlandse conjunctuur zich niet kan onttrekken aan de invloed van de economische en monetaire ontwikkeling in het buiten land. Tegen de gevolgen daarvan is ook de meest bedachtzame en deskundige begrotingspolitiek van de Nederlandse regering niet bestand. In zoverre blyft de gang van zaken in de V.S. ook voor de Nederlandse conjunctuur van het grootste belang, temeer omdat de Euro pese valuta's aan de Amerikaanse dol lar zijn gekoppeld. Wat echter de invloed van het over heidsbeleid op de Nederlandse conjunc tuur betreft, kan worden geconstateerd dat de minister van Financiën zich daar van terdege bewust is en de voor 1960 in de begroting uitgestippelde gedrags- lyn van de regering moet dan ook in dat licht worden bezien. Het heeft begrypelykerwys vooral in de kringen van het bedryfsleven enige teleurstelling gewekt dat de tydelyke belastingverhogingen, op de verlenging waarvan tot eind 1960 oud-minister Hof- stra is gestrand, toch voor dat jaar zul- ter Zylstra anderzyds toegeeft dat de belastingen zich in het algemeen op een te hoog niveau bevinden. Men zal hierby echter in aanmerking 'moeten nemen dat de Nederlandse eco nomie in de loop van 1959 een groter herstellingsvermogen heeft getoond dan mocht worden verwacht. De aandrang tot belastingverlaging, welke er een en twee jaar geleden bestond, was een uit vloeisel van de teruggang in het be dryfsleven, die tot een aanzienlyke be perking van de industriële investeringen leidde. Belastingverlaging zou een rui mere armslag voor het bedryfsleven be tekenen en er toe kunnen leiden dat de gevolgen van de recessie in sneller tem po zouden kunnen worden overwonnen. In zyn toelichting op de begroting heeft minister Zylstra echter een ver snelde expansie van de economische be- dryvigheid in ons land kunnen consta teren, o.m. een stijging van de Neder landse export, welke boven de raming van het Centraal Bureau uitgaat en voor zover er thans reeds cyfers over de bedryfsresultaten van het eerste half jaar bekend zyn, overtreffen deze in meerdere of mindere mate die van het voorgaande jaar. Het is dus gebleken dat de inderdaad zware belastingdruk in 1959 de expansie van het Nederlandse bedryfsleven geen onoverkomelyke bezwaren in de weg heeft gelegd en dat zy ook een belang rijke toeneming van de particuliere be stedingen niet heeft verhinderd. Men zou dus kunnen zeggen dat een belas tingverlaging uit een oogpunt van con- len worden gehandhaafd, hoewel minis- junctuurpolltiek thans minder urgent is dan ze een en twee jaar geleden scheen en dat ze, nu de grotere produkfiviteit in een verhoging van de lonen wordt omgezet en de bestedingen daardoor zullen toenemen, zelfs het gevaar voor overbesteding zouden vergroten. Zo ge zien, zal men de handhaving van de ty delyke belastingverhogingen moeten bil lijken. Gelykblyvende belastingen drukken bovendien minder zwaar als het na tionaal inkomen stygt en ook daarom moet worden toegegeven dat de nood zaak van belastingverlaging in een op gaande conjunctuur minder groot is dan in een tijd van depressie. Het kan zelfs nodig zijn dat van de staatsbegroting een zgn. anti-cyclische werking uitgaat, waardoor de opgaande conjunctuur eni germate wordt geremd en deze doelstel ling heeft ongetwyfeld bij de opstelling van de begroting van 1960 voorgezeten. Daar komt by dat in een opgaande conjunctuur niet alleen de staatsuitga ven automatisch stygen, o.m. doordat ook de beloningen van het overheids personeel de in de particuliere sector toegestane verhogingen moeten volgen, maar ook de aandrang tot nieuwe staatsuitgaven groter wordt. Het is dus duideiyk dat ook de staats uitgaven automatisch met de sty ging van het nationaal inkomen meegroeien. Dat de styging van de staatsuitgaven voor 1960 by die van het nationaal in komen achterbiyft, kan daarom als een verdienste van de nieuwe staatsbegro ting worden aangemerkt. Met voldoe ning mag in dit verband worden vastge steld dat minister Zijlstra het aanvatten van nieuwe overheidstaken zoveel mo gelyk wenst tegen te gaan, het afstoten van bestaande taken is echter heel wat moeilijker. Een en ander zal de regering hebben doen besluiten de tydelyke belastingver hogingen in afwachting van de verdere conjunctuurontwikkeling te handhaven. Ook de consolidering van vlottende schuld bedoelt een groter deel van het nationaal inkomen te binden en een overbesteding tegen te gaan. Vandaar dat by de laatst uitgegeven staatslening, conversie van de lening 1962/64 werd opengesteld, van welke conversie voor het grootste deel van de lening werd ge bruik gemaakt (f. 791 miljoen) en waar door dit bedrag dus voor een veel lange re tijd dan de duur van de lening 1962- 64 vastgelegd en derhalve aan de geld markt werd ontrokken. By de financiering van de staatsuit gaven moet ook rekening worden ge houden met de behoeften van het be dryfsleven en van de lagere publiek- rechteiyke lichamen, welke laatste met de consolidering van hun vlottende schuld als bekend op de goeds weg zijn. Gedurende de eerste acht maanden van 1959 heeft de Bank voor Ned. Gemeen ten aan de gemeenten f. 640 miljoen, grotendeels voor consolidatie verstrekt en met deze consolidatie wordt nog steeds voortgang gemaakt, waarnaast uiteraard ook nieuw kapitaal aan de ge meenten wordt verstrekt. De onlangs uitgegeven 4% lening van de Bank voor Ned. Gemeenten, groot f. 100 miljoen tot de koers van 100 is een zeer groot succes geworden, zodat slechts een minimaal percentage van het ingeschreven bedrag kan worden toegewezen. Zelfs de 4 1/4 lening van Gelderland k 99 is er vlot ingegaan, maar zy was ook slechts f. 10 miljoen groot, waarvan bovendien reeds f. 3 mil joen tevoren was geplaatst. In elk geval biyken er in ons land nog altijd grote bedragen voor permanente belegging beschikbaar te zyn, voorna melijk bij de institutionele beleggers, hetgeen de Bank voor Netd. Gemeenten er biykbaar toe heeft genoopt nogmaals meteen 4lening aan de markt te komen, nu tot een bedrag van f. 75 mil joen en opnieuw tot de koers van 100 Deze lening heeft ook overigens dezelfde voorwaarden als de eerste, n.l. een loop tijd van 25 jaar, terwyl de eerste tien jaar geen vervroegde aflossing mag plaats vinden en daarna slechts met een premie van lYz resp. 1 Deze lening komt min of meer als een verrassing, omdat bekend was, dat Rot terdam en Amsterdam een 4 1/4 le ning 99 in voorbereiding hadden en daaruit de conclusies werd getrokken, dat de gemeenten weer een zelfstandige financieringspolitiek kunnen voeren. Men kan stellen, dat betrekkelyk klei ne bedragen k 4 1/4 tegen 99 kun nen worden verkregen, maar voor gro tere bedragen 4% tegen 100 moet worden betaald. Elegant kan men de nieuwe uitgifte van de Bank voor Ned. Gemeenten zeker niet noemen gelet op het feit, dat zy krachtens haar doelstel ling de belangen van de gemeenten moet bevorderen, terwyi zy thans als concur rente van Rotterdam en Amsterdam op treedt. Het kan daarom niet bevreem den, dat de gemeente Rotterdam reeds een scherp protest tegen deze hande ling van de Bank voor Ned. Gemeenten heeft doen horen. Hoe dit zy, het sane ringsproces ten aanzien van de finan ciering van de gemeenteiyke uitgaven heeft opnieuw voortgang, terwyi, zoals uit de staatsbegroting is gebleken, de centrale overheid haar beroep op de ka pitaalmarkt ditmaal tot f. 625 miljoen zal beperken. Het is ongetwyfeld de bedoeling een zekere stabiliteit ten aanzien van de rentestand te verkrygen, waarmee de volkshuishouding ook het meest is ge diend. Alleen als de styging van de ren testand in het buitenland mocht aan houden, zal men ook in ons land aan hogere rentetarieven niet kunnen ontko men. De effectenbeurzen bleven ook deze week in de ban van de onzekere hou ding van Wall Street, waardoor de om zetten ook in Amsterdam aanmerkelijk r"~i verminderd. Kalonji, de voorzitter van de provinciale afdeling voor Luluaburg van de Natio nale Kongolese Beweging. Hij werd enige tijd geleden door de gouverneur van zyn provincie „in verzekerde bewaring" ge steld omdat hy de bevolking zou hebben opgeruid. Dat geval heeft nogal wat stof doen opwaaien, maar twee andere leden van de Nationale Kongolese Beweging, de heren Ileo en Ngalula, die wekenlang in Brussel hebben vertoefd en diverse be sprekingen, ook met de nieuwe minister van Kongo hebben gehad, moesten on- verrichterzake terugkeren. Het schynt, dat niet de minister maar de gouver neur-generaal dit geval moet beslechten en gouverneur-generaal Cornells is pas enige dagen geleden naar Kongo terug gekeerd. Alleen dreigement Het dreigement van de Afrikanen, dat zy niet aan de werkzaamheden in Brus sel zouden deelnemen, als Kalonji er niet by kon zyn, is niet door de daad gevolgd. Volgens de minister van Kongo verloopt deze „historische zitting" zelfs onder zeer gunstige omstandigheden en zo juist zyn de nodige maatregelen aan genomen, die inderdaad de Kongolese provincies een zeer verregaande autono mie verzekeren en het de Kongolezen mogelyk maken in eigen huis baas te worden. Zyn de Kongolezen nu tevreden? De Abako, de beweging van Neder-Kongo, blijft actief en eist de onafhankelykheid voor januari 1960. Zy weigert de rege ringsverklaring van januari 1959 te er kennen, omdat zy aan de opstelling er van geen deel heeft genomen. De Kon golese Nationale Beweging heeft gewei gerd deel te nemen aan de byeenkom- sten, die door het gouvernement-gene raal zyn belegd om de Afrikanen uiteen te zetten, hoe het systeem van de a.s. verkiezingen en ons democratisch stel- stel in het algemeen functioneren. In het algemeen bestaat er by de zeer talryke Kongolese politieke partyen een neiging tegen elkaar op te bieden. Daarby zyn er ook wel elementen, die weten dat ze geen kans meer maken, als binnen enkele jaren de in de universi teiten opgeleide krachten naar voren komen. Voorlopig zyn er intussen maar betrekkelijk weinig incidenten omdat de Afrikanen wachten op de besluiten, die Brussel zal nemen. Eén broederschap De brandende kwestie blyft: hoe en wanneer krygt Kongo de onafhankelyk heid? Aan het einde van de Afrikaanse studiedagen, die ter gelegenheid van de Gentse jaarbeurs zyn gehouden en waar aan ook Afrikanen, zowel uit Kongo als elders deelnamen, heeft de minister van Kongo een rede gehouden. Hy sprak zich daarbij uit voor een gedurfde en tegelyk realistische politiek, voor een Belgisch- Kongolese „dialoog". Volgens de minister hebben deze studie dagen wel aangetoond, dat een Franse, een Britse en weldra ook een Belgisch- Kongolese gemeenschap in Afrika nood- zakelyk zyn. Het komt er voor minister De Schryver vooral op aan, een grote broederschap te scheppen tussen België en Kongo, zodat eerstdaags een Belgisch- Kongolese gemeenschap tot stand kan komen, waarby elk der partners, iets wil prysgeven in het belang van de onder - lingen onafhankelykheid. Intussen blyft vooral de socialistische oppositie in België de toestand in som bere kleuren afschilderen, zy weigert enige verantwoordeiykheid voor de ge volgde politiek te dragen, niettegenstaan de zy de regeringsverklaring van januari 1959 heeft goedgekeurd, zolang de minis ter van Kongo zyn beleid niet voor het parlement verantwoordt. De binnen landse politiek speelt hier natuurlyk mee. Het huidige kabinet blyft weige ren aan dit verzoek te voldoen, zodat we wel op de normale opening van de zitting in november zullen moeten wach ten om te vernemen hoe de regering de Kongolezen naar de onafhankelykheid wil voeren. Een grote fout De liberale minister van staat, sena tor Motz, schryft in de „Dernière Heure" dat de regering een grote vergissing be ging, toen zy zich in januari j.l. niet uitsprak over de datum waarop de nieu we onafhankelyke Kongo-staat zal wor den gesticht. Het heeft de demagogen van Kongo een argument in handen ge speeld, waarop zy hun actie en de boy cot van de verkiezingen kunnen baseren. Dat is heel wat gemakkelyker dan een goed economisch en sociaal programma voor het reusachtige Kongolese gebied op te stellen. De Engelsen hebben in 1956 Nigeria de onafhankelykheid voor 1960 beloofd, zonder dat dit aanleiding tot ontevredenheid gaf. Stelt België nu achteraf een termyn van vier jaar, dan ïykt het een terugtocht. Toch moet vol gens de minister de tyd gevonden wor den om de nieuwe staat een stevige, politieke basis te geven, zonder tot het „césarisme", de alleenhaarschappy, te vervallen, dat nu zo welig bloeit in de staat Ghana van de heer 'Nkroemath in het Guinea van de heer Sikotoure of de Kongolese republiek van abt Fulbert Youlou. In al deze landen schynt men byvoor- beeld de mening te zyn toegedaan, dat de gevangenis een normale verbiyfplaats voor de politieke tegenstanders is. België heeft volgens de heer Motz in de afge lopen 50 jaar te veel in Kongo gestoken om dit gebied tot een dergelyk systeem te zien vervallen. Er moet vooral voor gewaakt worden dat in een onafhanke lijk Kongo het economisch apparaat binnen enkele maanden in elkaar zou storten. Men heeft hier nu enige hoop. dat minister De Schryver, die de naam heeft een goed onderhandelaar te zyn, de weg zal weten te vinden om de economische en politieke vooruitgang van Kongo parallel te doen verlopen, zonder dat de banden met België worden verbroken, waarby ook op de hulp van bevriende naties wordt gerekend. Reeds is de mi nister van Financiën naar de Verenigde Staten vertrokken, waar hij een leninrr -,r„„ T-„nr,0 zaj vragen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 7