Glazen wolkenkrabber EUROPESE HERENMODE VROEGER MAÜ-MAU THANS NAASTENLIEFDE ZATERDAG SEPTEMBER WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 4 Donkere verpleegsters verzorgen liefdevol de kleuters Niet overhaastdoch gestadig IS THANS KLEURIGER DAN OOIT Voortreffelijke Nederlandse inzending op belangrijke Keulse confectie-jaarbeurs siert Newyorks Fifth Avenue Als straks da verpleegster komtgaan zij met de vinger in hun mond naar haar toe. Iets nieuws in het leven van deze Afrikaanse kinderen I (Bijzondere medewerking) Verpleegsters van Afrikaanse huize vindt men pas sedert een paar jaar in Kenya. De eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat er nog maar heel weinig volledig bevoegde en gediplomeerde „donkere verpleeg- sters" in dat verre, zon-doorgloeide land zijn. Het personeel in de ziekenhuizen bestaat nog grotendeels uit mannelijke krachten, die enige scholing genoten hebben en zich trots tooien met de titel „ziekenhuisassistent". DE geest van het christendom en het streven naar vooruitgang zijn echter niet aan de grenzen van Kenya blijven staan. Van oudsher nam de vrouw in dat Oost-Afrikaanse land een tweede-, ja, een derderangs- positie in het maatschappelijk en huiselijk leven in. Thans echter is men zover en dit is waarlijk geen kleinigheid dat ook meisjes en jonge vrouwen de kans hebben om opgeleid te worden tot goede huisvrou wen, verpleegsters en maatschappelijke werksters. Nabij Nairobi, de hoofdstad van Kenya, bevindt zich de Jeanes' School, waar praktische cursussen worden ge geven aan stamhoofden, politieman nen, kooplieden, onderwijzers en andere Afrikanen. Het doel is, deze mannen tot nuttige, sociaal voelende leden der Afrikaanse gemeenschap te maken. Ook voor de Afrikaanse vrouw is op de Jeanes' School een plaats ingeruimd. Zij worden er opgeleid tot leidende functies in de „Maendeleo ya Wanawaki", welke beweging de naam betekent „Vooruitgang voor Vrouwen" beoogt om de vrouw de haar toekomende maatschappelijke plaats en werkkring te geven. Goede huismoeders, kinderverzorgsters en maatschappelijke werksters vormt men daar. De Medische Opleidingsschool te Nairobi (verbonden aan het Koning George V Ziekenhuis) is de „baker mat" van de Afrikaanse verpleegsters in Kenya. Een aantal der huidige „verpleegsters-in-wording" zal echter het diploma nooit halen. Waarom niet? Omdat zij de last meedragen van het verleden, toen de meisjes in Kenya praktisch gesproken geen onderwijs ontvingen. Niettemin zullen de niet volledig bevoegden op den duur een nuttige taak kunnen vervullen ten behoeve van haar zieke en lijdende Afrika vecht voor een betere toekomst. Niet slechts in de po litieke arena, maar ook in het maatschappelijk leven. Janet Ndoti's levensloop is een leer zaam voorbeeld, dat in ruime Afrikaanse kring navolging ver dient en zal vinden. Centra voor Gezondheidszorg, onder Afrikaanse leiding en met uitsluitend Afrikaans personeel. Enige zijn al gereed. De (Afrikaanse) districts raden moeten voor de benodigde gel den zorgen. Slechts in een paar grotere ziekenhuizen zullen voorlopig nog enige Europese krachten werk zaam blijven. Niet overhaast, doch wel gestadig verder, aldus het motto waar onder het plan wordt uitgevoerd. TN het district Noord-Nyanza is men wel het meest voortgeschreden op de uitgestippelde weg. Daar zijn reeds negen „Gezondheidscentra" en bovendien een Mobile Eenheid, die de afgelegen streken bezoekt. Butere Centrum is het bekendste. Het ligt in een landbouwgebied, bewoond door een kleine 90.000 leden van de stam men der Luo en Abuluhya. Butere werkt buitengewoon doeltreffend en kan gelden als een toonbeeld in zijn soort. Dit is goeddeels te danken aan de ijver, de bekwaamheid en de persoon lijkheid van Joash Adalo. Joash Adalo is oud-leerling van de Medische Op leidingsschool te Nairobi. Hij zag reeds jong in, hoe nodig het is, dat de Afrikanen voor hun eigen volk gaan zorgen. Wat meer zegt, hij bracht dit inzicht in praktijk. Van hem is het woord afkomstig, dat ik als titel voor deze reportage koos: „Vroeger Mau-Mau, thans naastenliefde". (Nadruk verboden). De 18-jarige Janet Ndoti van de M'Kamba-stam hoopt het volgende jaar een nuttige assistent-verpleegster te zijn. landgenoten, al krijgen zij dan slechts de titel van „assistent-verpleegster". NEEM nu bijvoorbeeld Janet Ndoti. Zij is afkomstig uit het gebied der Wa-Kamba. Zij be zocht gedurende twee jaren de lagere school te Machakos. Toen zei haar vader, dat zij thuis en op het land moest komen werken. Dit heeft ze gedaan tot haar zeventiende jaar. Toen ging ze naar Nairobi, naar de Medi sche Opleidingsschool. Zij is nu ruim twintig jaar oud en klaar met haar studie. Trouw volgde zij de theoreti sche lessen. Niet minder trouw en toegewijd verrichtte zij de haar opge dragen praktische werkzaamheden in het ziekenhuis. Het was voor Janet en haar meeste studiegenootjes alsof een nieuwe wereld openging, een wereld met schone bedden, heldere kamers en zalen, vriendinnen,ongedwongen vro lijkheid, blijmoedige ernst en vooral een wereld van naastenliefde. Janet verliet op zeer jonge leeftijd de lagere school. Daarom zal zij ver moedelijk nooit de rang van volledig gediplomeerd verpleegster bereiken. Janet is hier niet spijtig over. Die eer zegt zij, zal beschoren zijn aan de meisjes, die nu nog op de schoolban ken zitten en de school wèl zullen af lopen.. Janet zal reeds tevreden zijn, als ze assistent-verpleegster kan blij ven en kan gaan studeren voor vroed vrouw. Als ze dat eenmaal is, vertelt zij, gaat ze terug naar haar geboorte streek bij Machakos om daar prak tisch werkzaam te zijn onder haar stam- en landgenoten, die waarlijk wel enige medische hulp kunnen ge bruiken. De stam der Wa-Kamba zal dan een liefdevolle maatschappelijke werkster rijker zijn. Het ligt irt de bedoeling om op den duur medische verzorging in Kenya geheel in Afrikaanse handen te leg gen. Thans is men bezig met de vor ming van een stelsel van Afrikaanse (Van onze correspondent in Bonn) Op de Internationale Herenmodejaarbeurs, die onlangs in Keulen werd geopend, is Nederland uitstekend voor de dag gekomen. Onder auspiciën van de Stichting Nederlandse Hereirmodebeurs tonen hier dertien Nederlandse con fectiefabrieken wat ons land kan op het gebied van de herenconfectie. In dit internationale gezelschap bleek reeds op de eerste dag, dat de Nederlandse bedrijven zowel wat hun stands als wat hun produkten betreft, een voortreffe lijke indruk maken en kunnen wedijveren met het beste van het buitenland! Deze Keulse jaarbeurs wordt gekenschetst als een van de belangrijkste jaar beurzen op het gebied van de heren- en jongensconfectie in Europa. Dit jaar namen niet minder dan 330 exposanten uit elf landen deel aan deze mode- confectiebeurs. Sedert enkele dagen zijn 82 van de sterkste Westduitse confectie fabrieken op het gebied van de herenkleding, verbonden in een reclame-verbond met als achtergrond een totaalomzet van 500 miljoen mark per jaar. Maar ook het buitenland is hard bezig zijn best te doen voor de West duitse markt met zijn vele miljoenen koopgrage klanten. Engeland is in Keulen bijvoorbeeld vertegenwoordigd met 28 exposanten, de Britten, die zich beschouwen als toonaangevend op het gebied van de herenmode, doen een zeer doelbewuste poging een deel van de Duitse markt te veroveren. Des ondanks steekt ons land te Keulen be paald niet slecht af: met in totaal zes tien exposanten, onder wie dertien onder auspiciën van de bovenge noemde stichting, vormt men de op één na sterkste buitenlandse groep! Het gaat hierbij om fabrieken uit Almelo, Groningen, Den Haag, Rot terdam, Amsterdam, Zutfen, Haarlem en Culemborg, met herenkostuums, dassen, regenjassen en dergelijke. Exportwaarde in een jaar verdrievoudigd Men wil een intensieve reclame gaan voeren voor het confectiekostuum, zo wel met advertenties als op andere wijze. Men wil hiervoor voorlopig ge durende vier zes maanden twee mil joen mark uitgeven! Daarbij gaat men er in West-Duitsland doelbewust van uit dat de vrouw een hartig woordje pleegt mee te spreken bij het kiezen van het herenkostuum en het is hier om dat men deze reclamecampagne van een paar miljoen in sterke mate niet zozeer zal richten tot de man maar tot zijn vrouw! Zij zal worden aangespoord haar man een beetje moderner gekleed te doen gaan, met wat meer kleur wat zijn pakken be treft, met wat meer verscheidenheid waar het het aantal kostuums en over jassen aangaat Eersïe plaats Uit een gesprek dat wij hadden met de heer G. van Reede, van het Neder lands Economisch Verbond van de Confectie-Industrie, bleek ons, dat hier sprake is van dé derde intensieve poging van de Nederlandse confectie- industrie om vaste voet te krijgen op de Duitse markt. Op de totaalwaarde van 25.7 miljoen mark van de door de Bondsrepubliek in 1958 ingevoerde confectiegoederen (heren- en jongens- kleding) bedroeg Nederlands aandeel reeds 9.9 miljoen (driemaal zoveel als in 1957!), waarmee ons land de eerste plaats als confectie-importeur in Duitsland inneemt en een grote voor sprong heeft op België (2.2 miljoen mark), Zwitserland (2.1 milj. mark), Zweden en Engeland, ieder 1.2 mil joen mark. De fraai uitgevoerde col lectieve stand van de Nederlandse be drijven, verlucht met grote foto's van Ned. kerken, kaasdragers en molens, toont aan dat men zich de goede positie in Duitsland bewust is. Er zijn daarbij firma's, die vanuit deze voor treffelijke stands op de jaarbeurs reeds vele contacten konden leggen, nog te meer daar van Duitse en andere bui tenlandse zijde niets dan lof wordt geuit voor de Nederlandse inzen dingen. Op deze internationale confectie- show bleek dat er gestreefd wordt om de herenmode-1959/1960 vooral waar het Duitsland aangaat, nog wat fleu riger te maken. Men is erop uit de ge middelde man ervan te overtuigen, dat hij des winters andere kleuren moet dragen dan des zomers. En ook de modellen worden weer wat losser: het confectiekostuum zoals fabrikanten uit vele Europese landen, ook Neder land, dat hier tonen, is vaak eenrijig en heeft dan drie knopen met korte smalle revers. De broekspijpen blijven nog nauwsluitend en het liefst zonder rand. Men wil de heer, die confectie draagt, maken tot een kleurige en er slank uitziende Europese persoonlijk heid! In New York wordt een „glazen wolkenkrabber" gebouwd, die een nieuw tijdperk van ae toepassing van glas in de bouwnijverheid inluidt. In tegenstelling tot de doorgaans uit staal en beton opgetrokken hoge bouwwerken, wordt dit 28 verdiepingen hoge gebouw (717 Fifth Avenue) van glas gebouwd. Dit materiaal voert in afwisselende kleuren en vormen, ook de boventoon bij de stoffering en versiering van het interieur. De buitenmuren van het bijna 110 meter hoge gebouw zijn bekleed met 18.200 vierkante meter groengetint, warmte-absorberend glas, gevat in aluminium omlijsting. Tienduizenden vierkante meters groengetint glas in aluminium omlijsting Glas is overal toegepast in de bouw, de stoffering en de versiering van het inwendige. Dit is zeer ver door gevoerd in de ontvangkamer van de opdrachtgever van het bouwwerk, Cor ning Glass Works, waar letterlijk al- Hef ligt voor de hand, dat het interieur van Newyorks glazen wolkenkrabber zeer modern is inge richt, waarbij eveneens gebruik gemaakt is van glas, zoals op deze foto van de hal zichtbaar is: de zoldering van zwart Cararra glas wordt gesteund door tien zuilen van wit Vermont marmerAan da wand een abstracta muurschildering van Joseph Atbers. les van glas is. Ofschoon het glas wel het meest gebruikte bouwmateriaal is, is er zorg voor gedragen, dat het goed harmonieert met de andere materia len: hout, metaal en textiel. De ruime vestibule heeft een pla fond van zwart glas, waarin openin gen zijn uitgespaard voor de verlich ting; de vloer is van witte terrazzo, de wanden van marmer. In een van de wanden is een abstracte versiering in grote geometrische patronen aan gebracht. Inplaats van de gebruikelijke jaloezieën zijn fiberglasgordijnen aan gebracht, die het mogelijk maken naar buiten te kijken en toch de zon newarmte weren; ze houden het schelle licht tegen. De plafonds van de kantoorruimten zijn voorzien van geluiddempende tegels van fiberglas, bedekt met een decoratieve, dunne laag plastic. Op grote schaal is „glas" gebruikt voor de isolatie van wanden, pijpen, leidingkanalen en het dak in ge smolten, flexibele of hardboard-vorm. Deurknoppen en handgrepen zijn eveneens van glas. De verplaatsbare afscheidingen tussen kantoorruimten zijn van doorzichtig melk- en matglas. Aan de buitenmuren wisselen de door zichtige en niet-doorzichtige vlakken elkaar om de twee meter van de eer ste tot de hoogste verdieping af. Op de begane grond is een winkel gevestigd, waar het met de hand ver vaardigde Steuben-kristal wordt ver kocht. Donkere wanden en gedempt licht scheppen hier een rustige sfeer, maar de kristallen voorwerpen worden in verlichte kasten en etalages hel ver licht; de wanden zijn van mahonie en brons. In een rotonde staat een ge heel van kristal vervaardigde fontein van ruim twee meter middellijn op gesteld. In de showroom voor fiberglas ziet men meer dan 5000 ontwerpen en weefsels van dit bijzondere materiaal. Evenals elders in het gebouw ziet men beneden lichtende panelen. „Crystopal 71". De vijfzijdige prisma's in deze panelen geven een prachtige spreiding van het ücht Deze foto geeft een gedeeltelijke indruk van de nieuwe glazen wolken krabber op Fifth Avenue, New York. Het gebouw weerspiegelt de omgeving in zijn groenachtige wanden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 16