Jeugdfestival Velp brengt velerlei kunst
Scheidingslijn in de moderne muziek
blijkt nu ook in Aix- en Provence
AANDACHT VOOR DE ZIEKEN
Ttvaalfde muziekfestival (II)
Strijd in concertzaal gestreden
Tegenoffensief
EXPERIMENT VOOR NEDERLAND
WOORD
VAN
BEZINNING
Ruim 500 jongeren ontmoeten bekende artiesten
Zaterdag 15 augustus 1959
De artistieke directeur Gabirel Bussurpet (l.) inspecteert de
kostuums voor Haydn's „11 mondo della luna", die uit Holland
zijn gearriveerd.
n dubieus experiment gebeurde niets
Aix-en-Provence. De sereniteit en de rust der Mediterraanse
atmosfeer, waarin de kunst van Mozart zo gelukkig harmonieert en
ideaal gedijt, hebben dit jaar op een ander deel der programma's van
het muziekfeest in Aix geen vat meer gehad en hun uitwerking dan
ook gemist. En alle estetische, doctrinaire en vooral ook persoonlijke
tegenstellingen, die de moderne muziek in Frankrijk en speciaal in
Parijs beroeren, hebben zich zo nu ook eveneens en voor 't eerst open
hartig aan de Middellandse Zee gemanifesteerd. In een vorig artikel
heb ik er al op gewezen hoe, dankzij de persoonlijke preferenties en
disposit ies van dirigent Hans Rosbaud, die vanaf de aanvang de mu
zikale ziel was van het Festival, de Weense school en haar dodeca-
fonistische Franse en andere nazaten in Aix altijd op en zekere
voorrangspositie konden rekenen. Verschillende werken van Pierre
IBoulez, Maurice le Roux en ook van hun Duitse geestverwanten en
kampgenoten als Stockhausen, werden zo in de loop der jaren in Aix
\ten doop gehouden.
Tegen deze (overigens betrekkelijke)
^bevoorrechting is dit jaar nu voor het
'eerst een georganiseerde reactie los
gekomen, en bijna mag men spreken
kan een weloverwogen tegenoffensief.
De Parjjse componist André Jo'ivet,
lof juister zijn ondernemende echtge
note, kon de (zuidelijke) zon blijkbaar
piet nog langer in het (dodecapho-
pistische) water zien schijnen, en in
\ix-zelf is van hun kant nu een soort
parallelle of contra-manifestatie ge
lanceerd. Jolivet geeft zelf iedere
ochtend een cursus voor jonge com
ponisten, en hij heeft bovendien een
hele reeks van prominente figuren
pit het Parijse muziekleven Bar-
raud, Poulenc, Roland-Manuel, Rivier,
Marguerite Long, Markevitch, Daniel-
lésur in principe (doch niet steeds
|n de praktijk) bereid gevonden aan
fijn tegen-festival mee te werken.
De dodecaphonisten pur sang zijn
'oor die gelegenheden echter niet
litgenodigd. en zo lijkt het wel ken-
lelijk de opzet van het echtpaar
lolivet te zijn geweest het internatio-
lale muziekpubliek, dat zich deze
reken in Aix concentreerde, 's eventjes
inder de ogen te brengen, dat de zo
iiidruohtige clan der dodecaphonisten
le muzikale wijsheid en de-- dito toe-
:omst toch ook weer niet in exclusivi-
eit monopoliseert. De innerlijke en
ütwendige vrede van het provencaalse
Quziekfeest moge door die tegenactie
hn al wat worden bedreigd en het
lersoonlijk verkeer moge soms een
luance Stroever zijn gewordenin
rezen kan wat .extra leven in de
nuzikale brouwerij natuurlijk toch
looit kwaad, en doden en gewonden
ijn er nog altijd niet gevallen. Uit
e botsing der meningen kan ook hier
e muzikale waarheid, zo niet geboren
'orden, dan zich misschien toch iets
uidelyker openbaren.
Voorman Jolivet
Jolivet, wiens betekenis als compo-
list zeker niet onderschat mag wor-
en die totdusver in Aix inderdaad
rat stiefmoedclyk werd bedeeld,
eeft het in Parijs tevoren al ver-
cheidene malen in het openbaar met
loulez, de onbestreden voorman der
luropesc dodecaphonisten, aan de
tok gehad. Op de naam van Jolivet
eeft Boulez zich zelfs eens een (wat
te billijke) calembour, of woord-
peling veroorloofd Joli Navet, let-
erlijk: aardige knol nulliteit)
n nu de impulsieve voorman der
odeoaph (misten ter vervanging van
losbaud ook dit jaar weer als dirigent
erd uitgenodigd, was het niet zo
nbegrijpelijk, dat men in het tegen-
amp dan ook alle bondgenoten-voor
tanders der tonale muziek zo veel
logelijk poogde te mobiliseren.
Intussen zal de werkelijke strijd
abuurlijk in de concertzaal moeten
rorden uitgestreden. Een dier veld-
agen werd dus ook geleverd onder
et opperbevel van maarschalk Pierre
loulez persoonlijk, die voor deze ge-
fceniheid de voltallige legerscharen
an het I.N.R.-orkest uit Brussel tot
ijn beschikking had gekregen. Zijn
oncert werd een der hoogtepunten
an het festival. Boulez is zeker geen
eboren dirigent zijn gebaren zijn
outerig en met zyn linkerarm weet
lj vaak geen weg maar zijn kennis
•er partituren is zó compleet tot in
de fijnste nuances, zijn optreden zó
zelfverzekerd en zijn hele persoonlijk
heid zó dominerend, dat een giebrek
aan directietechniek of aanleg nau
welijks meer een rol schijnlt te hoeven
spelen. Hij dirigeerde de aartslastige
Orchesterstücke van Von Webern en
Altoan Bergs Wozzeck-suite uit het
hoofd alsof hij Schuberts Onvoltooide
vertolkte, en persoonlijk heb ik deze
werken nog nooit zó vrij, zó natuurlijk,
zó onbevangen, zó vloeiend en tooh zo
markant horen klinken.
Pousseur had lachsucces
Boulez had ook een noviteit op zijn
programma geplaatst in de vorm van
*Rimes Pour Differences Sources
sonores" van de Belgische componist
Henri Pousseur-. Een pretentieuse
naam voor een pretentieus stuk,
waarvan de opzet niet al te duidelijk
of misschien ook wel naar buiten
trad. Volgens het programma had
Pousseur zich ten doel gesteld elemen
ten van elektronische of concrete
oorsprong met „levende" muziek te
mengen, opdat er een nieuw mengel
zou ontstaan waarvan de bestand
delen niet of moeilijk meer te onder
scheiden zouden zijn. De geluids
ingenieurs hadden zich achter hun
schakelborden dan ook temidden der
orkestleden opgesteld, terwijl Boulez,
achter op het podium, met zijn ge
zicht naar het publiek dirigeerde om
zo tevens de inzetten aan te kunnen
geven van de twee kleinere ensembles,
die achter het auditorium waren ge
plaatst. In die opstelling al zijn de
principes van de stereofonische of
„spatia-le" muziek niet moeilijk terug
te vinden, doch de realisatie liet wel
alles te wensen over. Slechts op een
of twee momenten kon men zich af
vragen of een instrumentaal effect,
speciaal van het slagwerk, misschien
langs elektronische weg teweeg was
gebracht, doch in feite liet iedereen
die vraag al heel gauw volkomen
onverschillig, omdat bij dit dubieuse
experiment muzikaal toch totaal niets
gebeurde.
Pousseur had een welverdiend lach
succes. Toen na afloop van de uitvoe
ring een zaalknec-ht bij het verplaat
sen van de directiestoel een schuivend
crescendo maakte, barstte onder het
publiek een spontaan applaus los: een
zo muzikaal „concreet" effect had
Pousseur zelf niet weten te verwek
ken
Maurice Jarre meer
voldragen
Een meer voldragen indruk maakte
Maurice Jarre van wie Louis Auria-
combe aan het hoofd van het Pa/rij se
Conservatoire-orkest Polyphonic Con
certante voor piano, slagwerk en
trompet in eerste uitvoering dirigeer
de. Jarre behoort zeker niet tot de
conformisten en de reactionairen. Doch
in zyn vernieuwingsdrang verliest hij
tenminste enkele reële, doch ook
essentiële factoren van de concert-
praktijk niet uit het oog. In zijn com
positie treft men allerlei verworven
heden der recente technieken aan
de „reeksen", kwarttonen, „geprepa
reerde" piano-effecten maar voort
durend worden ze toegepast met een
vrijmoedigheid die gespeend is van
ieder parti pris, en vooral met een
begrip voor de mogelijkheden van
musici èn publiek waardoor hij zich
verre houdt van alle laboratorium
experimenten zijn stuk its met een
redelijk aantal repetities uit te voeren
en een geïnteresseerd publiek kan er
tenminste de grote lijnen bij een eerste
auditie al best van volgen.
Jarre is sinds jaren muziekdirecteur
van Vilar's T.N.P. en dankzij dit
dagelijkse contact met de praktijk
van het „Volkstheater" had hij hier
als componist tenminste de bus met
zijn eigen tijdgenoten nu eens niet
gemist. Hij moge als polytechnicus of
mathematicus dan de mindere zijn
van sommige dodecaphonisten, die
met maatlatten en logaritmetafcls
schijnen te componeren, als muzikant
steekt Maurice Jarre er heel wat van
in zijn zak. Zijn Polyphonie is een
werk dat de daadwerkelijke belang
stelling ook buiten Aix verdient
FRANK ONNEN.
Marcel Cortis, die als zanger en regisseur weer een der
steunpilaren van het festival was.
Er zijn er ook en ook zij
zijn talrijker dan we zouden
vermoeden voor wie zieken
bezoek een soort vervulling van
een nieuwsgierigheidsdrang is.
Terwijl men elkaar in het dage
lijks leven misschien nauwelijks
ontmoette, is er bij ziekte ineens
een wens om er eens heen te
gaan men vertelt van alles
en heeft straks thuis van alles
te vertellen over het ziekenhuis,
over de patient.
De godsdienstige houding te
genover de zieke is een andere:
hier zal iets moeten blijken van
werkelijke barmhartigheid ten
aanzien van het leven van die
ander. Misschien wekt het woord
barmhartigheid misverstand en
denkt menigeen bij het horen
ervan aan iets neerbuigends,
aan een houding van zich wel
willend buigen over het minder
gunstige lot van de ander. Wie
zo denkt heeft nog niet begre
pen wat er in het evangelie is
bedoeld, wanneer er van barm
hartigheid sprake is. Barmhar
tigheid is het kernwoord van
het evangelie: het wil aangeven,
dat Gods ontfermende en zor
gende liefde zich over onze men
senlevens welft, dat wij in diè
zorg, in die solidariteit van God
met onze levens rijk en gelukkig
mogen zyn. Barmhartigheid te
genover onze zieken is niet an
ders dan een voortzetten van
die levenshouding, die wij zelf
als diepste vreugde van de zijde
van God hebben leren kennen,
en die wij nu op onze gebrek
kige wijze mogen beleven in
onze houding ten aanzien van
de zieke.
Reproductie van het schilderstuk „De zeven werken van
barmhartigheid
Door een enkel gebaar, door
een enkel woord zullen wij aan
de zieken moeten laten blijken,
dat wij naast hen willen probe
ren te staan in hun verdriet en
pijn, dat wij in gebed en mede
leven willen proberen zo goed
mogelijk van onze verbonden
heid te doen blijken. Als wij
deze houding als een vanzelf
sprekende kunnen vinden, wordt
het besef, dat de zieke een
„vreemde" is, dat de wereld van
het ziekenhuis een „vreemde en
griezelige" wereld is, overwon
nen en geven wij geen voedsel
aan een nieuwsgierigheid, die
waar het om een mens in nood
en verdriet gaat, toch wel aller
minst gepast is.
Christelijke barmhartigheid ten
aanzien van de zieken betekent
een houding, die leeft uit de
verbondenheid in Gods erbar
men jegens ons allen, en die
van daaruit een tegelijk zeer
geestelijke en zeer zakelijke
houding jegens de zieke zal zijn.
Geestelijk, omdat wij onze ver
bondenheid vinden in het ver
trouwen op Gods barmhartig
heid, zakelijk omdat wij van
daaruit willen proberen dat te
doen en dat te spreken wat de
ander werkelijk verder kan hel
pen.
In onze stad speelt het „zie
kenhuis" een belangrijke rol.
Beoefenaren van de medische
wetenschap spannen zich in om
mensen naar hun beste krach
ten te helpen. Verpleegsters
staan dag en nacht klaar om te
helpen bij de weg naar genezing.
Voor velen uit de omgeving is
Leiden wel in de eerste plaats
verbonden met de gedachte aan
„het ziekenhuis" waar zij zelf
een moeilijke tijd doormaakten
of anderen gingen bezoeken.
Laten wij allen onze taak ten
aanzien van de zieken in onze
omgeving vervullen met die een
voud en trouw, die voortvloeit
uit het weten van Gods barm
hartigheid, die onze levens en
ook die van onze zieke mede
mensen schraagt en draagt tot
aan en tot over de laatste gren
zen.
Dr. S. L. Verheus,
Doopsgezind predikant
te Leiden.
Eén van de meesterwerken
van de vroeg-Nederlandse
kunst is een schilderstuk
uit vele panelen van de Meester
van Alkmaar (Begin XVIe
Eeuw), uitbeeldend de 7 wer
ken van barmhartigheid. Deze
werken zijn ontleend aan het
woord van Christus: „Want ik
heb honger geleden en gij hebt
Mij te eten gegeven, Ik heb
dorst geleden en gij hebt Mij te
drinken gegeven. Ik ben een
vreemdeling geweest en gij hebt
Mij gehuisvest, naakt en gij hebt
Mij gekleed, ziek en gij hebt Mij
bezocht: Ik ben in de gevange
nis geweest en gij zijt tot Mij ge
komen". In dit bijbelgedeelte
vraagt Christus van de zijnen
solidariteit en barmhartigheid
van de ene mens jegens de an
dere in nood.
Er zijn veel mensen voor wie
ziekenbezoek een nare verplich
ting is. Zij zijn bevreesd om een
ziekenhuis te betreden. Niet
zelden zijn juist allerlei in ge
wone levensomstandigheden zeer
vlotte en geslaagde mensen bij
zonder moeilijk tot ziekenbezoek
te bewegen: niet alleen vrezen
zij verlies van hun kostbare tijd,
maar niet zelden hebben zij een
innerlijke aversie tegen heel de
wereld van ziekenhuis en ziek-
zijn.
(Speciale berichtgeving)
Vijfhonderdvijftig leerlingen van hbs'en, lycea, kweekscholen en instituten
voor opleiding tot maatschappelijk werker zullen van maandag 24 tot zaterdag
29 augustus de gasten zyn van het Jeugdfestival Velp, een manifestatie van
toneel, muziek, schilderkunst, film en literatuur. Voor de bescheiden som van
49 gulden reis- en verblijfkosten inbegrepen zullen zij zich aan de speciaal
voor hen aangeboorde artistieke bron kunnen laven. Voor ons land is dit een
experiment, maar in Frankrijk kent men al enkele jaren de vermaarde jeugd-
festivals van Jean Vilar, zij het dan dat deze zich uitsluitend op toneelgebied
bewegen. Toch heeft het Franse initiatief min of meer model gestaan voor het
komende gebeuren te Velp.
Sinds laing nemen de jeugdconcer-
ten. de museumrondleidingen voor
jongeren en de toneelvoorstellingen
voor leerlingen van de hogere klassen
der middelbare scholen een bijzondere
plaats in bij het Nederlandse onder
wijs. Een eigen festival voor de jeugd
zou men dus als een bekroning hier
van kunnen beschouwen. De gedachte
is ontstaan uit een contact tussen de
heer Jan F. H. Bresser, secretaris van
het Wikor (Werk- en informatiecen
trum voor kunst ten dienste van het
onderwijs aan de rijpere jeugd) ener
zijds en de leiding van de toneelgroep
„Theater" anderzijds na afloop en
naar aanleiding van een eveneens ex
perimentele bijzondere jeugdvoorstel
ling door genoemde toneelgroep vorig
jaar in het Velpse Openluchttheater.
De daar geboren ideeën namen in de
volgende maanden vastere vorm aan
en toen de financiële basis, dank zij
subsidies van het Rijk, het Prins
Bernhardfonds en enkele provinciale
overheden, eenmaal was gelegd, kon
men op het organisatorische vlak van
wal steken.
Dezer dagen vertelde ons een ver
moeide Jan Bresser, hoe zijn secreta
resse en hijzelf bijna zijn omgekomen
in de papierwinkel en telefoonge
sprekken' die de opzet van een derge
lijk festijn nu eenmaal met zich mee
brengt. We konden ons dan ook niet
aan de indruk onttrekken, dat een
belangrijk deel van het Wikor-poten-
üeel voor het festival Velp is ingezet.
800 inplaats van 500
Na een stroom van brieven en fol
ders aan betrokken directeuren en
rectoren bleef de oogst van belang
stellenden naar verhouding nog maar
klein. Later bleek, dat de aankondi
gingen over het algemeen de leerlin
gen niet eens hadden bereikt, doch
nadat de schoolkranten waren inge
schakeld ging het aantal aanvragen in
snel stijgende lijn, totdat thans een
totaal van achthonderd is geboekt.
Het aanvankelijk vastgestelde quo
tum van 500 leerlingen heeft men
dientengevolge reeds met tien procent
moeten uitbreiden, maar ook dit kon
niet verhelpen, dat een paar honderd
gegadigden teleur moesten worden ge
steld. Al met al, zo spreekt de heer
Bresser als zijn verwachting uit, biedt
deze gang van zaken hoop voor de
toekomst. Wanneer de belangstelling
eenmaal is gewekt, zal volgend jaar
uitbreiding van het aantal festival
gangers en de tijdsduur van het fes
tijn alsmede een spreiding over meer
plaatsen in ons land misschien tot de
mogelijkheden behoren. Men heeft al
eens gedacht aan een inschakeling
van het Ulo-onderwijs en uit de gele
deren van de werkende jeugd zijn
klachten binnengekomen, „dat men
ook weer bij deze gelegenheid achter
het net vist". Hoewel dit geluid op
zichzelf waardering verdient, is het op
dit moment nog niet te voorzien, dat
in dit verband een voor alle partijen
bevredigende oplossing zal worden ge
vonden, zo begrepen wij.
Vooral vrouwelijke jeugd
geïnteresseerd
In het kader van het festival te Velp
zou men het begrip „jeugd" haast
kunnen gaan begrenzen tot „vrouwe
lijke jeugd": zeventig procent van ce
deelnemers bestaat namelijk uit meis
jes. De meeste interesse van de festi
valgangers, zo is reeds uit een voor
onderzoek komen vast te staan, gaat
uit naar het toneel (50 procent); de
film neemt een goede tweede plaats
in en de beeldhouwkunst komt wat
achteraan.
Een keur van kunstuitingen staat
hen overigens te wachten.
„Theater" brengt bijvoorbeeld in
het openluchttheater te Velp „Een
midzomernachtsdroom" van William
Shakespeare en in de „Stadsschouw
burg te Arnhem „Iphdgeneia in Aulis"
van Euripides. De zorg voor de ballet
opvoeringen draagt Sonia Gaskeli met
leden van het Nederlands Ballet en
het muzikale gedeelte komt voor re
kening van het strijkorkest van de
Nederlandse Radio Unie „Bernedetto
Marcello". Voorts staan er bezoeken
aan het Kröller Müllermuseuin en
een kastelentocht door de Achterhoek
op het programma. Alle vervoer ge
schiedt per gecharterde autobus.
De vele artistieke gerechten zal men
groepsgewijze kunnen genieten en ae
gesprekken onder leiding van een ter
zake kundig artiest over een bepaalde
tak van kunst, welke overdag worden
gehouden, zullen dan ook een belang
rijk onderdeel van het festival uit
maken. De week wordt besloten met
een voorstelling van Nederlandse
films, waarna het afscheid plaats
vindt in het moderne Huis der Pro
vincie te Arnhem.
Met dit festival zal een geheel nieu
we en naar ons lijkt, zeer belang
rijke methode kunnen worden toe
gevoegd aan de uitgebreide reeks
van initiatieven in ons land, die be
ogen jeugd en kunst dichter hij el
kaar te brengen, een methode waar
van men alleen maar hopen kan,
dat zij voor uitbreiding inderdaad
vatbaar zal zijn.