Concertgebouworkest speelt dinsdag
onder leiding van Bernard H ail in k
Waardevolle traditie: «11 olie Messe"
Pieterskerk
van Bach in stijlvolle
HOLLAND FESTIVAL IN LEIDEN
Uitvoering van Bruckners Tweede
x
mmrs
Aribo en zijn Toonkunstkoor
dienden een magistrale opgave
Opgericht 1 maart 1860
Woensdag 1 juli 1959
fweede blad no. 2978*
In de originele, dus niet verkorte vorm
Dinsdag a.s. concerteert in het kader van het Holland Festival het
Concertgebouworkest onder leiding van Bernard Haitink in de
Pieterskerk.
Na de uitvoering van een Concerto Grosso van Handel volgt die
van de Tweede Symphonie van Anton Bruckner.
De Oostenrijker Bruckner, de grote eenzame figuur van de tweede
helft der vorige eeuw heeft betrekkelijk weinig geschreven: koormuziek
voor liturgisch gebruik, enige missen voor koor en orkest, een strijk
kwintet en negen symfoniën.
In vergelijking met Haydn, die naast al zijn andere werken zo'n 140
symfoniën schreef, of Mozart, die er ons 44 naliet, lijkt dit weinig.
We spreken de hoop uit dat Bernard
Haitink hier het voorbeeld van Eduard
van Beinum zal volgen, voor wie de
uitvoering van Bruckners werken tot
de hoogste plicht van de musicus
gold!
Mulo-examens
Voor het mulo-examen (diploma A)
zijn geslaagd de dames H. Belksma,
Oegstgeest, J. C. Brummelkamp, Lei
den: L. N. Bodrij, Leiden; A. W.
Edeling. Katwijk aan den Rijn; C. M.
M. Talens. Leiden; A. Kuijpers, Leiden;
M. J. Marcelis, Leiden; W. J. B. Ta-
zelaar, Hazerswoude en de heren: D.
L. de Book, Leiden, A. de Best, Kat
wijk aan Zee; A. J. Martijn, Leiden;
A. Vreugdenhil, Hazerswoude; P.
T. Voets, Hazerswoude; *C. L. R. Ver-
sluijs. Voorschoten; geslaagd voor di
ploma B de heren: C. van Duijvenbode,
Katwijk aan Zee; C, E. Snel, Leider
dorp; H. Harmsen, Leiden; T. Veldhuy-
zen, Oegstgeest; G. J. Geijsman, Lei-
Toelatingsexamen
Chr. Lyceum
Voor het toelatingsexamen van het
Christelijk Lyceum zijn alsnog geslaagd:
D. Blanken, J. v. Cuilenburg F. Donker,
P. K. v. Dorp, A. v. Egmond A. den
Heyer, R. L. Huigens, A. Hogewoning,
H. Hulzenga, Chr. Impeta, P. J. C. Jager,
W. de Jong, W. M. de Jong, C. W. v. d.
Kaay, Z. M. Kepel, J. C. v. Klaveren G.
D. v. Kruistum L. v. d. Linde, A. G. E.
Meertens, L. M. E. Mulder, A. J. de Neef,
den. Afgewezen 12 kandidaten. De kan
didaten, bij wier naam staat, behaal
den tevens het middenstandsdiploma.
HOOGHEEMRAADSCHAP VAN
RIJNLAND
Vertegenwoordigers der gemeente
besturen van Alphen aan den Rijn, Bos
koop en Waddinxveen hebben tot hoofd
ingeland-plaatsvervanger van Rijnland
voor het gebouwd eigendom van die ge
meenten benoemd de heer Z. Bruins
Slot te Alphen aan den Rijn.
H. J. v. Norren N. Oskam, W. F. Ouds
hoorn, W. J. Piers A. F. Rosenwald, G.
Ruhaak, B. A. Schipper, J. C. Smit, N.
C. van Tol, H. E. van Tongeren en 6.
Valkema. Van de 192 kandidaten zijn er
145 geslaagd en 40 afgewezen. Zes kan
didaten hebben zich van het examen
teruggetrokken en 1 is niet opgekomen.
De betekenis van de symfonie is ech
ter veranderd. Hadden bij Hay dn en
Mozart de symfonische werken dikwijls
(maar niet altijd) een speels, vreugde
vol karakter, bij de late Mozart begint
hierin reeds verandering te komen.
Niet alleen dat het badi
nerende plaats maakt voor
de ernst, ook de structuur
wordt ingewikkelder. Een
totale ommekeer doet zich
voor. Denken we aan Beet-
hovens 3e, 5e en 9e Sym
phonie.
De symfonie is van „di
vertimento" veranderd tot
het meest doorwrochte mu
zikale document dat een
componist schrijven kan.
Hoogtepunten van deze
symfonische kunstvormen
vinden wij behalve bij
Beethoven ook by Berlioz,
Mahler, Brahms.
Zo gezien heeft Bruckner
heus niet zo weinig ge
schreven, want zijn muziek
behoort tot het meest re
presentatieve en verhevene
van zijn eeuw.
Zijn 7e en 8e Symphonie
zijn monumenten uit de
gehele wereldliteratuur!
Wat bij Beethoven de
muziek van een sterk sub
jectief karakter, dat door
zijn grootsheid en diepe
menselijkheid tot in het al
gemeen menselijke opgehe
ven werd, met Bruckner
treedt een nieuwe element
in de kunst naar voren.
Wanneer we zeggen dat
de muziek een taal is,
spreekt deze taal bij Bruck
ner niet van menselijke
roerselen maar van boven
menselijke gevoelens zij
spreekt van de „Aller
hoogste" maar dan al
léén van de „Allerhoogste!"
Naar aanleiding van zijn
8e Symphonie zei Bruck
ner: „Meine Ach te ist ein
Mysterium".
Dit geldt voor alle Bruckner-muzieü.
Dit verklaart ook het niet begrepen zijn
van zijn kunst door zijn tijdgenoten, zo
wel door de vakmusici, als door het pu
bliek. Het verwijt, dat Bruckners muziek
langdradig is, vervalt, voor wie deze taal
kunnen verstaan. Ook zijn beste vrien
den, hebben het niet altijd gehoord
Onder invloed van hen, heeft hij cou
pures aangebracht in zijn composities
die het werk niet ten goede kwamen.
Bruckner heeft sterk onder het niet-
begrepen-zijn geleden.
Gelukkig is er een kentering ingetre
den voor de waardering van Bruckners
muziek, waarvoor vooral Arthur Nikisch
genoemd moet worden, wiens interpre
tatie van Bruckners 8e Symphonie den
Linzer Meester eindelijk internationale
erkenning bracht.
De Tweede Symphonie welke door het
Concertgebouworkest zal worden uitge
voerd, dateert van 1872.
Na het échec van z'n eersteling (1886)
was het alsof hij schroomde zijn mu
zikale gedachten gestalte te geven. Het
werk kwam tot stand tussen oktober
1869 en juli 1872.
Ook van deze symfonie evenals van de
eerste gold het oordeel der vakmusici
Ook heeft Bruckner een grote voor
liefde voor de „generale pauzes", waar-
Dr. J. J. A. v. Iersel
aanvaardt lectoraat
„onspeelbaar". Bovendien werd de zin
van de structuur totaal niet begrepen.
De dualiteit, bij de klassieken het prin
cipe van de vorm, wordt bij Bruckner
tot „drieledigheid". De vorm wordt hier
door belangrijk uitgebreid.
Voor de vijfde maal wijdde Aribo zich
tihans aan deze reuzenopgave.
Baoh wendde zich in deze mis van
enorme afmetingen bewust af van de
llturgisch-muzikale vorm en brak daar
mee met een der voornaamste con
structie-beginselen in zijn kerkmuziek.
Hij belijdt hier zijn diep geloof in de
„enige, heilige, algemene kerk", zonder
evenwel het terrein van de Roomse
ere-dienst te betreden.
De kerkelijke geschillen van zijn tijd
overbruggend, zocht hij naar een ver
eniging van Protestant en Katholiek,
getuigde vóór alles van hetgeen beide
geloofsrichtingen bindt, namelijk het
geloof in de Christelijke grondwaar
heden waardoor deze mis tot het sym
bool werd van de Christelijke gemeen-
schap van de „una sancta oatholica et
apostollca ecclesia".
Het bovenpersoonlijke, boventijdelij
ke dezer muziek .abstract en vergeeste
lijkt op een enkele uitzondering na, de
zo subjectief ingestelde altaria .Agnus
Dei" b.v., maakt het werk, waarover
wij reeds herhaaldelijk muzikale be
schouwingen publiceerden, wellicht voor
velen minder direct toegankelijk dan
zijn „Maittheus Passion".
Dr. J. J. A. van Iersel die gisteren
het ambt van lector in de experi
mentele dierkunde aan de Leidse
Universiteit aanvaardde met een
openbare les getiteld: „Ambivalent
gedrag"Dr. Van Iersel behandelde
in zijn rede verschillende aspecten
van het zenuwstelsel bij dieren, in
het bijzonder naar aanleiding van
het gedrag van het driedoornige
stekelbaarsje in de paringstijd.
(Foto LD/Van Vliet)
BERNARD HAITINK
door als het ware de „stilte" in de vorm
betrokken wordt. Spottend werd dit werk
door de musici de „Pausen symphonie"
genoemd.
Tot tweemaal toe heeft Bruckner in
de hoop succes te zullen bereiken, het
werk herzien en „verkort" tot in 189(
toe.
Het werk vertoont de typische Bruck-
neriaanse karakteristiekengeheimzin
nige tremolo's van de strijkers bij de
aanvang, breed uitgezongen Cantilenen,
machtig brede ritmen met als tegen
stelling de aandoenlijkheid van het
naïeve Oostenrijkse volkslied in het
Trio. In de Finale verwerkt hij ver
schillende citaten uit zijn vroeger ge
schreven F moll mis. Voor de kenners
spreken deze een duidelijke taal!
Ook zijn instrumentatie toont weer
een voorliefde voor de houtblaasinstru
menten, terwijl het koper met ostinate
ritmen het „Hemels" gericht dezer mu
ziek versterkt, tot in het extatisch-
bewogene toe.
Het werk wordt gegeven in de oor
spronkelijke, (dus niet verkorte) vorm.
Eindexamens Kweekschool
voor Voorber. Onderwijs
Voor het eindexamen van de Kweek
school voor Voorbereidend Onderwijs
alhier zijn geslaagd: E. E. Brink, Rot
terdam; A. P. Verheem. Breda; J. T. van
Dorp, Leiden; M. J. Blink, Wolfheze; J.
Werner, Rotterdam; E. W. Oudshoorn,
Zoetermeer; H. J. den Ouden, Oegst
geest; M. W. Hogendoorn, Voorburg; Ph.
Lugtigheid, Den Haag; L. de Vries,
Voorburg; J. M. W. Paternostre, Zand-
voort; N. Verbeek, Leiden; M. Maaren,
Jubbega; E. H. Blanken, Hazerswoude;
K. Smidt, Den Haag; C. L. H. Horstman,
Sas van Gent; E. J. van Bergen, Win
schoten; E. H. J. de Goederen. Leiden;
D. Joubert, Curagao; S. M. Schot, Oegst
geest; A. Ellerbroek, Oegstgeest; C. A.
Elffers, Heemstede; E. Hulsker, Voor
burg; E. Bruin; J. M. A. Verschelling,
Terneuzen; G. S. A. Veltman, Leiden;
J. C. Brillenburg Wurth, Rotterdam; L.
T. A. SchefferPater, Utrecht; J. W.
Veen, Oegstgeest; U. van Dam,
Eindhoven; J. R. Buysman, Noordwijk;
M. van Bergen. Rozenburg; J. Akkerman
Badhoevedorp; C. A. S. J. Loggers, Was
senaar; J. H. van Dijkhuizen, Voorburg;
J. H. Vonk, Coevorden; I. W. van
Leeuwen, Oegstgeest; M. van Koolber
gen, Boskoop; W. M. van der Lee, Voor
burg; L. R. B. J. Dekker, Voorburg; M.
R. Y. de Wit, Rijswijk; R. W. Goutier,
Leiden; A. A. Wieling, Winschoten en
J. Gressie, Leiden.
Eindexamens R.-K. Lyceum
Aan het R.-K. Lyceum „St.-Bonaven-
tura" zijn geslaagd voor het eindexamen
Gymnasium, diploma A: Hans van Aal-
zum, Zoeterwoude; Frans Bloem, Voor
burg; Jeroen Chorus, Oegstgeest; Paul
van Dorp, Leiden; Peter v. d. Geest,
Stompwijk; Harry Hermans, Voorhout;
Ad Koelemij, Den Halag; Jan v. d. Put
ten, Wassenaar; Gerard Tomassen,
Noordwijkerhout; Evert v. d. Werf,
Noordwijk; Jan de Wit, Leiden. Met
twee kandidaten wordt het examen
voortgezet; voor het eindexamen Gym
nasium, diploma B: Herman Allart,
Alphen aan den Rijn; Wim van Beek,
Leiden; Harry Heeman, Leiden; Piet
Janson, Leiden; Jan Klink, Lisse; Jan
Kok, Leiden; Leo van Leeuwen. Voor
schoten; Ben Topper, Leiden; Lodewijk
Ulden. Leiden; Nico Vink, Leimuiden;
Jan Vioen, Voorschoten. Drie kandida
ten werden afgewezen.
LEIDEN IN HOLLAND FESTIVAL
Op 22 januari 1953 bracht Iskar Aribo met zijn Gemengd Toon
kunstkoor voor het eerst in onze stad Bachs gigantische „Hohe
Messe", zich bewegend tussen de extase en de verstilling.
Sindsdien is daaruit, in het kader van het „Holland Festival" een
verheugende traditie gegroeid, die tallozen tezamen brengt in de
prachtig met schijnwerpers verlichte Pieterskerk, daarmee de toehoor
ders, naast een auditief- een visueel genot schenkend van uitzonder
lijke waarde.
Men zou zich in dit opzicht geen majesteitelijker ruimte kunnen
wensen!
Doch déze muziek getuigt toch wel in
de meesit verheffende zin van lofprij
zing, smeking, aanbidding en dankzeg
ging!
Zij is imposant dan wel ten diepste
ingekeerd, in overeenstemming met de
tekst, Bach tonend als geniaal musicus,
vooral ook als Christen in de hoogste
betekenis.
En zo wil zij door de luisteraar ieder
jaar ondergaan worden i
Aribo en de zijnen maakten veel van
deze elementen in de loop der jaren tot
de hunne. Zij vonden in dit meester
werk contact met Baoh' volstrekte tij—
deloosiheid, naar de mate van hun kun
nen.
Dat is zeker groot.
Het betrekkelijk kleine koor schonk
ook ditmaal veel verrassends onder Ari-
bo's zelfverzekerde leiding en breed ge
baar. Er is echter een hel aas'de teno
ren moeten zich veelvuldig forceren om
datgene te realiseren wat Aribo van hen
eist. Daarnaast zijn er echter de bassen
om te bewijzen tot welke sublieme din
gen, o.a. in het steeds imposante „Sanc-
tus", zij in staat zijn.
Technisch zijn de chorale eigenschap
pen uitzonderlijk hoog opgevoerd, muzi
kaal wordt veelvuldig verwezenlijkt,
wat Bach in zijn bij uitstek diepzinnige
partituur, doordrenkt van een onwe
reldse geest, vraagt, al zouden wij af en
toe juist daarop nog bezonkener accent
gedrukt willen zien.
Doch welk een overrompelend effect
schenkt Aribo b.v. in het "Surrexit",
in hevig contrast tot het daaraan voor
afgaande „Ci ucifixus". Juist in het
weergeven van zulke suggestieve tegen
stellingen betoont frij zich van zijn
sterkste zijde.
Het koor heeft de ganse avond bewijs
van groot uithoudingsvermogen gege
ven. mede dank zij een juiste scholing.
Meii weet, dat Aribo het uiterste van
zijn mensen vergt en zich niet met
„half werk" tevreden stelt.
Ook nu heeft hij zijn gehoor daarvan
weten te doordringen!
Aan de solisten ls slechts een gering
deel opgedragen. Niettemin is dit
uiterst belangrijk en het kan de ver
heffende indrukken versterken.
Vooraan plaatsen wij de bas David
Hollestelle .wiens zang een hoogtepunt
vond in zijn perfecte, klankrijke uit
beelding van het „Et in spiritum", om
speeld door de oboi d'amore. Daarin
wordt van het geloof in de éne kerk ge
tuigd, hetgeen voor Bach als hoogste
ideaal goldl
De tenor Charles Holland wist een
treffende climax te bereiken fet het
nedictus", dat hij met Innerlijke over
tuigingskracht en fraai van 'klank voor
droeg. omrankt door het waarlijk su
blieme vioolspel van Jan Keessent een
unieke belevenis!
Emmy Lisken rangschikken wij eerder
tot de mezzo-sopranen dan tot de ge
prononceerde alten. Haar sympathieke
stem. uitnemend in alle liggingen ge
schoold. wordt door voorname opvattin
gen gedragen, Zij heeft o.a in het „Qui
sedes" en hot Agnus Der volkomen
aan de hooggestemde verwachtingen
voldaan.
Veel minder zijn wij te spreken over
de zang van Hanni Mack-Co&ack, wier
sopraan meermalen ontsierd wordt door
hevig hinderlijk vibreren en scherpte
in de hogere regionen. Bovendien was
zij ook in geestelijke zin de mindere
van haar partners, hetgeen speciaal tot
uiting kwam in het samengaan met de
waardig en stijlvol zingende Emmy Lis
ken.
Vele leden van het uit het Concert
gebouworkest gerecruteerde ensemble,
dat klankrijk en homogeen begeleidde,
betoonden zich in hun obligaatpartijen
perfect onder hen de stralende D-
trompettist Wim Groot. De organist
Albert de Klerk droeg wederom aan het
orgel in belangrijke mate tot de zegen
rijke impressies bij.
Aribo maakte zich met deze magis
trale mis vertrouwd.
Hij beschikt daarbij over de bezielen
de tevens vaste hand. die voor zulk een
veeleisende want veelstemmige tot
acht stemmen toe! uitvoering vereist
wordt, hij weet. naast de massaliteit,
ook de doorzichtigheid te handhaven.
Ook nu een opvallende prestatie, getui
gend van de macht en de kracht om tot
een gedisciplineerde herschepping van
dit wondere Bach-monument te komen.
Al mag men af en toe een andere op
vatting huldigen, dit neemt niet weg,
dat Aribo ook nu een niveau wist te be
reiken, waarvoor respect mag gelden.
Het zeldzame kerkinterieur met zijn
hoge gewelven en glanzende lichtkro
nen droeg er in niet geringe mate toe
bij. om ook deze uitvoering een voor
name plaats in het „Holland Festi
val" te doen innemen.
Leiden mag er trots op zijn Aat dit
mogelijk is.
Dank zij het onvermoeibare streven
van de dirigent en het enthousiasme
en de toewijding van zijn koorleden,
voor wie het „dienen van Baoh" als
hoogste opgave geldt!
H.
Overzicht van de Indrukwekkende
uitvoering van Back's Hohe
Messe' op het speciaal daarvoor in
de Pieterskerk gebouwde impo
sante podium met het al eveneeer
Imposante orgel op de achter
grond.