NIEUW GUINEA-EXPEDITIE
KAMPT MET MOEILIJKHEDEN
Stemming blijft niettemin
opperbest
Ook werkzaamheden vinden
geregeld voortgang
Opgericht 1 maart 1860
Zaterdag 6 juni 1959
Derde blad no. 29762
bepaald niet het geval. Integendeel wy
hebben nu het gevoel, dat er leven in de
brouwerij komt. Er is nog voor een maand
eten en als er geen toestel kan landen,
dan kunnen andere vliegtuigen hier
voedsel droppen. Eigenlijk is dat een
voordeel. Met dropvluchten kan men
grotere vliegtuigen gebruiken en die
kunnen in korte tijd tonnen voeding
brengen. Nu het zo is gelopen, zijn wij
eigenlijk beter uit. Wij hadden van te
voren wel beseft dat er wel eens wat
vertraging zou kunnen komen in de op
voer, maar niet hadden wij kunnen ver
wachten dat de twee Twins, die Nieuw-
Guinea bezit, tegelijk onbruikbaar zou
den zijn en dat dan ook alle drie heli
koptervliegers ziek zouden worden. Had
den wij in het begin van deze maand
veel regen (215 mm in 11 dagen), van 12
tot en met 26 mei hadden wij maar 18
mm en negen dagen daarvan waren ge
heel droog. Het was hier pracht weer,
ideaal voor vliegen, maar het enige wat
ons ontbrak waren juist de vliegtuigen.
Waarschijnlijk wordt op 1 of 2 juni twee
ton voeding afgeworpen door de Cata-
lina van de Nederlands Nieuw Guinea
Petroleum Maatschappij (dit is achter
af niet doorgegaan).
Dr. L. D. Brongersma uit Leiden, i tikelenreeks, ui gesprek met één van
de wetenschappelijke leider van de zijn jonge hulpjes,
expeditie en schrijver, van onze ar-1
Australische Luchtvaartmaatschappij
„Qantas" bracht de nieuwe motor en
daarmee werd Sibil ineens een interna
tionale luchthaven. Het moeilijkste kar
wei was wel het aanbrengen van de nieu
we motor. Eerst moest die worden opge
hesen en daarna moest met mankracht
het vliegtuig zo gemanoeuvreerd worden,
dat alles aan elkaar paste. Deze inge
wikkelde operatie gelukte vlot en men
kan niet anders dan lof hebben voor de
mecano's, die onder zulke primitieve
omstandigheden zo vlot hun werk de
den. De agenten van de mobiele politie
hebben flink meegeholpen. Zo staat de
Twin startklaar en hij zou vandaag zijn
vertrokken, als de Cessna de vliegers
had kunnen brengen, maar nu was het
net de dag, dat de Cessna-vliegers moes
ten worden gekeurd. Dat geeft dus weel
een dag vertraging en dat zou niet zo
erg zijn, als niet de andere Twin bij een
landing de staart had beschadigd en dus
enige weken buiten bedrijf is. De Twin
is niet alleen van belang voor het be
voorraden van de expeditie, maar ook
andere gebieden krijgen hun aanvoer
met deze vliegtuigen (zo bijv. de Baliem-
vallei). Het ziet er nu naar uit dat eerst
de Baliem zal moeten worden bevoor
raad, voordat wij weer aan de beurt ko
men. Nu beschikt de expeditie over twee
helikopters en het zag er dus allemaal
nogal gunstig uit. Echter, een van de
helikopters kreeg een defect aan de toe-
renteller en dat onderdeel moest van de
fabriek uit Italiè komen. Dat gaf enig
oponthoud en wy moesten het dus voor
lopig met slechts één helikopter doen.
Daarna kregen twee van de drie vliegers
de Biak-griep en nu vandaag horen wij
dat alle drie vliegers en de chef-mecano
geelzucht hebben. Het resultaat is dat
wij voorlopig geen vliegtuig en geen heli
kopter op ons vliegveldje zullen zien, be
halve dan de Cessna, die morgen de vlie
gers voor de Twin komt brengen en later
waarschijnlijk nog terugkomt voor het
gereedschap, dat de Twin niet mee zal
kunnen nemen. Met de oude motor (600
of 700 kg) is de Twin aan de maximum
lading, die meegenomen kan worden op
een tocht over het hoge bergland.
Niet in fle put
Misschien denkt men nu, dat wjj nu
volkomen in de put zijn, maar dat is
De tocht ging door het dal voorbij de
kampongs Betabip en Wolding en van
daar naar boven door het dal van de
Ok Tenma. Het is gelukkig lang droog
geweest, zodat er niet teveel water in
de Tenma stond, maar toch is het een
vermoeiende beweging om door een
rivierbedding naar boven te lopen. Men
probeert natuurlijk om droge voeten te
houden, maar dat lukt toch niet. Soms
is het prettiger om maar door het water
te lopen, dan om van steen tot steen te
springen. Hier en daar dient een boom
stam als brug en dat maakt de zaak nog
veel moeilijker, want dergelijke stam
men zijn meestal glad. Het is dan ook
geen wonder dat er wel eens iemand van
zon stam afglijdt en in de modder te
recht komt. Hij moet zich dan troosten
met het idee dat hij de Papoeadragers
veel plezier heeft bezorgd. Voor de
Papoea's zijn deze hindernissen niets; zij
lopen er met het grootste gemak over.
Zoölogen en botanici plegen altijd veel
bagage mee te nemen. Behalve kampeer
uitrusting, kleding en voeding, wordt een
vrij omvangrijke verzameluitrusting mee
genomen. Wil men dit alles voor een
tocht van zes of zeven dagen meenemen,
dan zijn er heel wat dragers nodig. Bij
deze tocht ging ook de radioreporter
Alfred van Sprang mee en hij had zijn
filmuitrusting bij zich, hetgeen weer een
paar dragers extra betekende. Zo vertrok
er dan een lange colonne: vijf Euro
peanen, drie politieagenten en drieën
veertig dragers en dragertjes. Kleine jon
gens zijn dikwijls handig om een tasje
met verzamelmateriaal te dragen, maar
in dit geval leverde het soms wel moei
lijkheden op, als de „dragers'' over boom
stammen moesten worden getild. Het
maken van dergelijke tochten heeft zyn
eigen charme. Er zijn echter facetten,
die niet ieder waardeert. Om gewicht te
sparen had meen geen veldbedden mee
genomen maar er werden in het bivak
para-para's gemaakt: een soort vlonder
van dunne stammetjes. Zijn die stam
metjes alle ongeveer even dik en wat
buigzaam, dan slaap je er wel goed op.
vooral als je er nog een matrasje of een
laag varenbladeren op legt. Meestal zijn
de stammetjes weinig buigzaam en
knobbelig en dan kan het liggen op een
para-para een marteling zijn. Er zijn na
deze tocht dan ook enkele deelnemers,
die gezworen hebben om nooit meer zon
der veldbed op stap te gaan. Het eerste
Werk gaat door
Speciaal voor Uw vakantie'-
Thans ook verkrijgbaar tn handige reisverpakking:]
6 IN PLASTIC ETUI F 1.25
bij: drogisterijen, lingerie-, dames- en herenmode-J
en parfumeriezaken
Een merkwaardig
land
Nieuw-Guinea is een merkwaardig
land en alles loopt er wel eens anders
dan de bedoeling is. Hier leer je pas
goed de wisselvalligheden van het lucht
verkeer kennen. In Nederland heeft men
daar geen idee van. Als het heel erg
mist, dan leest men in de krant dat
Schiphol dicht zit, maar veel aandacht
wordt daar door mensen, die er niet mee
te maken hebben niet aan besteed. Hier
is dat anders, wij leven op de komsten
het vertrek van vliegtuigen. Enkele da
gen van te voren horen wij al of er een
vliegtuig naar Sibil zal komen en dan
begint de spanning. Zal het weer goed
zijn? Zal de Twin Pioneer over de ber
gen kunnen komen? Zal het niet teveel
regenen en ons vliegveld te zacht wor
den? Het is dus een heel gewoon ver
schijnsel, dat als op de afgesproken dag
om kwart voor zeven Sibil het weerbe
richt aan Sentani geeft, wy moeten ver
klaren dat er meer dan twintig milime-
ter regen is gevallen en dan komt het
vliegtuig niet. Of wij krijgen bericht dat
de Twin een defect aan de olieleiding
heeft en die dag niet meer zal komen.
De volgende dag vertrekt de Twin wel,
maar keert na een half uurtje met een
defecte benzineleiding terug. Dan vol
gen er twee dagen dat de Twin andere
afspraken heeft en daarna is het weer
te slecht. In het begin winden de men
sen zich daarover op. maar dat went wel
gauw. Deze week hebben wij een eigen
Twin gehad, de hele week lang, alleen
vloog hij niet, maar hij stond met een
defecte motor op het vliegveld. Wij had
den er dus niet veel aan voor de opvoer,
EERSTE TOCHT DOOR HET STERRENGEBERGTE
Succesvolle toclit
Wat het verzamelen betreft, was deze
tocht een succes; er werden mooie din
gen verzameld en veel wat wij uit de
Sibilvallei niet kennen. De bevolking van
de kampong Maamding kwam 's avonds
met een varken aanzetten dat voor een
grote en een kleine Ijzeren bijl kon wor
den geruild. Dat ir.en 's avonds in het
donker daarvoor op stap gaat is al heel
bijzonder, want Papoea's gaan in het
donker liever niet uit (er zyn dan teveel
geesten op pad).
Het idee om bijlen te kunnen kopen,
zal wel de doorslag hebben gegeven.
Mindiptana ging hij te voet terug naar
Sibil, waar hij 22 mei aankwam. Zijn
tocht was voor zijn onderzoek wel een
succes, want onderweg heeft hy anthro-
Voor de onderzoekersgroep en de dra-
pologische gegevens verzameld over
ongeveer vijfhonderd Papoea's van ver
schillende stammen.
Zo gaat het werk rustig voort, ondanks
de pech die wij met de vliegerij hebben
gehad. De stemming onder de deelne
mers is opperbest; de aanwezigheid van
de heer Van Sprang, die over vele mooie
verhalen over zijn belevenissen in andere
streken beschikt en een ruim gevoel voor
humor heeft, draagt ook belangrijk tot
de vrolijkheid by.
(Door dr. L. D. Brongersma, wetenschappelyk leider)
Sibil-basiskamp, 26 mei Toen Hillary en Fuchs na hun expeditie naar de
Zuidpool de bewoonde wereld weer bereikten, hoorden zij daar, dat zij veel ruzie
hadden gehad. Zelf hadden zij daar niets van gemerkt, maar het had in alle
kranten gestaan. By expedities behoren nu eenmaal geruchten en zo vermaken
wy ons met verhalen, die in Nederland blijkbaar de ronde doen over een nood
toestand in de Sibil. Wij waren ons van deze noodtoestand nog niet bewust en
aten met veel plezier onze rysthap en met minder plezier zuurkool (waarvan
wy de kliekjes niet eens aan de Sibillertjes kwyt kunnen). Als ik die verhalen
uit Nederland hoor, dan is het hier wel erg. Wij slapen onder daken van alumi
nium golfplaten, omdat de tentzeilen zyn zoekgeraakt. Dat is maar ten dele waar.
Onze barakken zijn inderdaad bedekt met golfplaten, omdat die op de lange duur
de regen beter tegen houden dan tentzeilen. Er is maar één stoel in het basis
kamp heeft men verteld. Dat komt uit en ik ben erg blij met die stoel, want
daar leg ik 's nachts mijn horloge en mijn bril op, dat is prettiger dan deze zaken
tussen het grind van de vloer te leggen. Zitten doen wij op banken, banken van
geschaafd hout in onze voorgalerij en op de banken van ronde stammetjes bij
onze tafels. Het leven is hier echt zo slecht nog niet; wij krijgen goed te eten
en er is thee en koffie voldoende om de dorst te lessen. Als er wel eens iets te
kort is, dan is dat zware shag, maar komt dit niet met de gewone opvoer, dan
zijn er wel andere wegen om er aan te komen. Horen wy dat er een vliegtuig
uit Hollandia komt, dan plaatsen wy daar onze bestellingen en de vliegers zorgen
er wel voor dat er eens wat shag of wat sambal meekomt.
Rust in het basiskamp tijdens de
moeilijke dagen, welke de expeditie
de laatste tijd heeft meegemaakt.
maar wel gaf de motorverwlssellng ons
veel vermaak. Drie mecano's van de
KLM kwamen met een Cessna van de
Zending naar Sibil om de oude motor
te demonteren en er een nieuwe in te
zetten. Op een vliegveldje in de rimboe
is dat niet eenvoudig, want veel hulp
middelen zyn hier niet. De mobiele
politie begon met van boomstammetjes
een werkplatform te maken; van drie
forse stammen werd een bok gemaakt
om de takel aan te bevestigen. De motor
werd losgemaakt en in de takel gehan
gen en toen werd met handkracht het
vliegtuig achteruit geduwd. Men kon
daarna de motor langzaam laten zak
ken. Een gecharterd vliegtuig van de
Als men zich afvraagt of al deze ver
tragingen nu veel invloed op ons werk
hebben, dan kan ik gerust zeggen dat
er weinig van te merken valt. Natuurlyk
zouden wij méér kunnen doen als wy de
gehele uitrusting hier hadden en als de
helikopters beschikbaar waren voor het
ondersteunen van groepen die op het
pad zijn. Toch gaat het werk door en er
wordt veel materiaal verzameld. Het pad
van Sibil naar Katern (aan de samen
vloeiing van de Oost-Digoel en de Ok
Iwoer) is een vry drukke verkeersweg
geworden. Er gaan mensen naar Katern
om daar te werken en er komen men
sen uit Katern naar Sibil om hier in de
omgeving onderzoek te verrichten. Zo
nu en dan komen er ook postlopers uit
Katern naar hier. niet alleen om hier
brieven te brengen maar ook om dingen,
die men in Katern nodig heeft, te Sibil
te komen halen.
De ethnoloog dr. J. Pouwer heeft nu
drie keer een week doorgebracht in de
kampong Kigonmediep aan de overzijde
van het dal en hij heeft interessante
gegevens over de samenstelling van de
Papoea-maatschappy verkregen. De
taalkundige dr. J. Anceaux heeft reeds
een woordenlijst van 550 woorden ver
zameld en hij heeft al een inzicht ge
kregen in de grammatica; het enige
waar wy nu nog op wachten is een
boekje „Sibils in zeven dagen", maar dat
schynt nogal veel moeite te kosten!
De zoöloog dr. W. Vervoort met zijn
preparateurs, de heren Van Heyningen
en Staats, maakten met de botanicus,
de heer C. Kalkman, een tocht naar het
Oriongebergte. Dit gebergte ligt noor
delijk van de Sibilvallei achter ons bivak.
Congres Oranjeverenigingen
Gisteren is te Enschede het tweedaagse
congres begonnen van de Federatie van
Oranjeverenigingen in Nederland.
In de middagvergadering gaf prof. mr.
dr. I. A. Diepenhorst uit Zeist een ex
posé van de regeringsperiode van de
vorstinnen Wilhelmina en Juliana, waar
na hij in het kort de geschiedenis van
het Vorstenhuis behandelde.
By de bestuursverkiezing werd de
voorzitter, de heer M. A. Smeenk, her
kozen, evenals de leden A. W. van den
Bosch uit Den Haag, J. Kleynenberg uit
Oosterbeek en J. M. Wansink uit Zwolle.
In het bestuur werden verder gekozen
de heer J. B. Lagaune te Breda en W. J.
Verduyn te Eist. In 1960 zal een congres
van de Federatie van Oranjeverenigingen
te Bergen op Zoom worden gehouden.
Advertentie
Vraagt Uw Apotheker of Drogist
De „colonne-Biir" onderweg voor
het uitzetten van de route naar het
Antar es gebergte. De colonne moest
terugkeren toen bleek, dat de heli
kopters geen hulp konden bieden.
bivak werd op ongeveer 1500 meter bo
ven zee gemaakt en later verhuisde deze
zoölogisch-botanische groep over de
waterscheiding naar het dal van de Ok
Mimka (een zyrivier van de Ok Tsjop).
Dit tweede bivak lag op 1800 meter. Met
de heldere nachten hadden wij in het
basiskamp op 1260 meter het al fris en
men kan zich indenken hoe fris het was
zeshonderd meter hoger onder een tent
zeil, waar de wind onder door blaast.
gers zat er een prettig feestje aan vast.
Met de gebruikelyke schoten en het lui
de joe-joe-joe geroep van de dragers
werd zes dagen na het vertrek de terug
komst van deze groep al van uit de verte
aangekondigd. De dag tevoren hadden
wy dat ook al meegemaakt toen de be
stuursambtenaar J. Sneep terugkeerde
van een tournee naar de Kiwirok-vallei
en het gebied ten noorden van de An-
tares, waarheen hy getrokken was voor
een routeverkenning en voor het opne
men van contact met de bevolking, die
daar huis.
De anthropoloog dr. A. G. de Wilde
ging op 29 april met een helikopter naar
Tanah Merah. Onderweg zocht hy te
Kawakit een aantal dingen uit zyn uit
rusting, die daar nog stond. Van Tanah
Merah reisde hy in een motorboot met
een daaraan gekoppeld ponton naar
Mindiptana aan de Kaoh-rivier, dus
eerst de Digoel een eind af en toen de
Kaoh op. Onderweg had hy gelegenheid
om een groot aantal Papoea's van ver
schillende stammen te onderzoeken. Van
V PELT|S9SQ9|
Expeditie;