SLEUR Brazilië keilt geen kleurbarrières in wit-bruin-zwarte samenleving SOMOS TODOS BRASILEIROS Restanten van kleurprobleem zijn geen rassen- maar een klassenkwestie: blanken zijn rijker Portugezen traden allesbehalve zacht op bij hun kolonisatie en die is pas kort ten einde Koffie en samba WOORD VAN BEZINNING mei - - - - - (Van onze reisredacteur, (III) Rio de Janeiro „Een Braziliaan kan een zwarte man aankijken en in hem niets anders dan een man zien.heeft Roy Nash gezegd. En het is waar. Zó waar, dat wanneer Brazilië het dubbele van zijn sociale misère, veronachtzaamde hongersnoden en corrupte politiek zou kennen, het als natie nog een moreel batig saldo zou hebben. Want halverwege Little Rock en Johannesburg toont Brazilië dat blank en zwart, bruin en rood vrijelijk naast en mèt elkaar kunnen leven, tot een nieuw volk kunnen versmelten met een eigen kleurig levenspatroon. Op het witte strand van W, L. Brugsma) Copacabana geen bordjes: „Slegs vir blankes", integendeel het zwarte jongetje slaat er zijn blanke speelmakkertje onvervaard om de oren, eer het zijn zuurtjes weer broederlijk met hem deelt. In de danszaal rekent de blonde Braziliaan niet eerst de erfelijkheidswetten van Mendel na, eer hij een gebronsde landgenote voor een samba vraagt. Mocht men met alle geweld aan een Bra- ziliaan de vraag stellen: „zoudt u willen dat uw zuster met een neger trouwde?", dan komt het monumentale antwoord: „Somos todos Brasilei- ros.wij zijn allen Brazilianen". Een sociaal probleem: boven Rio's modernste ver keerstunnel een „favela", een krottendorpwaar voornamelijk (maar niet uitsluitend) gekleurden wonen. Drieenzestig miljoen Brazilianen (tien miljoen negers, twintig miljoen Mulat ten en Mestiezen, drieendertig miljoen min of meer blanken) rijden in dezelfde bussen, eten in dezelfde restaurants, komen ter wereld en sterven in dezelfde ziekenhuizen, wonen in dezelfde krotten en dezelfde villabuurten, werpen hun stembiljetten in dezelfde stembussen. En elf Brazilianen van verschillende kleur werden tezamen wereldkampioen voetbal. Dat dit allemaal mogelijk is, nadat de blanke Portugezen zo lang de rode Indianen en zwarte Afrikanen naar het leven hebben gestaan, mag wel een wonder heten. Als u een schepje suiker in uw kopje koffie doet, zou het eigenlijk een beetje naar bloed moeten smaken. Want de Portugese „bandeirantes", die Brazilië openlegden, verdreven eerst de Indianen van hun gronden door er zoveel mogelijk dood te schieten en zogen daarna met welwillende medewerking van Engelsen, Fransen, Spanjaarden en Nederlanders half West-Afrika leeg om slaven voor de koffie- en suiker plantages te halen. Die Portugezen kenden him bijbel en vooral de vloek over Cham's zoon Ge nesis 9 25): ..Vervloekt zij Kanaan, een knecht der knechten zij hij voor zijn broeders". Het ideale type van zo'n knecht der knechten stond in de koop mansboeken als volgt beschreven: mannelijke neger van 15-35 jaar. 1.62 meter lang, gezond, in het bezit van alle ledematen en geen vlies ovei de ogen. Drie eeuwen lang hebben de Eu ropese slavenschepen de dodenvaart van de Guinese kust naar de nieuwe wereld gemaakt. Een derde van de sla ven stierf onderweg aan ziektes of pleegde zelfmoord. Van het 6.5 miljoen Afrikanen dat voor Brazilië bestemd was, liggen de geraamtes van twee mil joen op de zeebodem .De rest maakte Brazilië. Want wie Brazilië zegt, zegt koffie en wie koffie zegt, zegt neger slaaf. IN het bijzonder in gesprek ken over kerkgang, regelma tig bidden en alles wat daar mee samenhangt, valt nog wel eens het woord: sleur. Niet al leen wordt het als een soort ver dedigingswapen gebruikt om eigen gewoonte (of sleur?) om daaraan niet deel te nemen te rechtvaardigen, maar vaak ook als aanvalswapen door op te merken, dat de mensen, die er zulke gewoonten op na houden, het alleen maar uit sleur doen, dat het niet echt kan zijn. Nu is het zeker een christelijke opgave om oprecht te zijn, maar op zich zelf hoeft een gewoonte geen sleur te betekenen. Immers wanneer we tegen de sleur vech ten, betekent dat nog niet, dat we alles even bewust moeten gaan doen. Dan krijgt ons leven een krampachtigheid en over spannenheid en gaat alle spon taniteit verloren, die ook een kenmerk van de christen is. Het is immers onontkoombaar en levensecht, dat zich gewoon ten in ons leven vormen, die een bepaalde beslissing bevestigen en een vroegere keuze uitdrukken. We kennen zo de gewone dingen in huwelijk en gezin, die uit drukken wat eens voor twee mensen de keuze van hun leven betekende. En de gewoonte om te bidden en naar de kerk te gaan, vloeit voort uit het feit, dat we eens God ontmoet en gevonden hebben, die we in onze gewoonte blijven zoeken en naar wie we hongeren en dorsten. Pascal zegt ergens: „Alle da gen eten en slapen verveelt nooit, want de honger en de slaap komen steeds terug. Wan neer dat niet het geval was, zou het gauw genoeg vervelen. Zo zal men zich ook vervelen Zij maakten trouwens wel meer dan koffie. Uit de vette massap-aarde om Bahia, nog steeds Brazilië's donkerste stad, oogstten zij de suiker. Op hun tam-tams sloegen zij de eerste maten van de samba. Afrikaanse moeders (de Portu gese planters waren nimmer ra cisten) groeide een nieuw bruin volk dat moordende hitte kan verdragen en Brazilië's grootste schrijvers, schilders en musici voortbracht, en ook de Didi's en Pele's die in Rio een spontaan car naval deden ontploffen toen zij in Stockholm de finale wonnen. Kieurbewust Terzake: Brazilië kent dus geen kleurprobleem? Ja en nee. Er bestaat geen enkele vorm van wettelijke dis criminatie. En zo er in het „blanke" Sao Paulo al eens een kapper of een hotel of een firma is, die probeert die privé in te voeren, dan slaan studenten er de ruiten wel in. Maar er is in Brazilië wel een zekere kleurbewustheid. In het gehele gekleurde bevolkingsdeel, dat men enigszins vertedert „cafe con lei- te" (koffie met melk) noemt, catalogi seren de gekleurden zichzelf tot in de tails. Er is de „petro" (de zwarte 1, de escuro (zwart met blanke trekken;, de cabra (lichter en niet glimmend), de mulatto (gelig met krulharen), de cap verde (zwart met sluik haar), de more- no (bruine huid, golvend haar), de chulo (tabakskleur met krulhaar), de sarara (rood krulhaar) en de caboclo (Indiaanse halfbloed). En zij hebben bijna allen voor zichzelf, maar vooral zonder de honger naar geeste lijke dingen". Gewoonte is nog geen sleur, maar wel kan het dat worden als onze oorspronkelijke liefde uitdooft, als onze honger naar andere dingen uitgaat en ons hart er niet meer bij-is. Als de sleur ons bedreigt, me nen sommige mensen de oplos sing te vinden door de gewoonte overboord te gooien en vakantie te nemen van kerk of werk. Soms kan dit een tijdelijk mid del zijn, maar een oplossing is het niet. Want het is als een zieke, die zijn ziek-zijn kwijt wil raken door uit zijn bed te stap pen of zijn omgeving te ont vluchten, maar de ziekte zelf blijft hem bij. Het zit hem niet in de dingen, maar in ons zelf; in ons hart dat ziek is. Wie oprecht wil zijn, zal daar om niet in de gewoonten de oorzaken van sleur moeten zoe ken, maar in het gebrek aan honger en liefde in hem zeff en de strijd tegen de sleur moeten aanbinden met het gebed: schep in mij o God een zuiver harte en geef mij een nieuwe, vaste geest, Overigens is het wel wat al te eenvoudig om de oorzaken van de sleur alleen bij ons zelf te zoeken. Er is wel degelijk sprake van een ziekte in heel onze samenleving, die ons vaak dringt in een richting, die ons niet aan spreekt en ons dwingt tot ge woonten, waarheen ons hart niet uitgaat. Het is duidelijk, dat de archi tect van een kathedraal met meer hart voor de zaak kan werken dan een arbeider aan de lopende band. En wanneer ik met iemand samenwerk in een levende ontmoeting, zal me dat meer boeien dan wanneer mijn tegenspeler een machine is. Het is vaak de situatie, waarin we geplaatst zijn en de samenleving, waarin we thuis horen, maar ons niet altijd thuis voelen, die ons mee-sleuren en de levende span ning van ons bestaan en de lief de voor ons.werk wegorganiseren Het is tegen dit meegesleurd worden, dat we ons steeds wil len en moeten verzetten. En de grootste sleur is misschien wel deze: dat we ons niet meer ver zetten of dat we alleen maar lijdelijk toezien en afwachten. Het is Jezus geweest, die ge komen is om alle verstarring te doorbreken, niet alleen die van de godsdienst, maar ook die van het vastgeroeste en door andere machten meegesleurde dagelijkse leven. Hy bevrijdt ons door ons een nieuw hart, een nieuwe liefde voor God en de medemens te schenken. Hij zelf is de kracht, die in ons werkt en het niet bij het oude laat, maar ons nieuwe wegen doet zoeken, de kwade sleur doorbreekt, goede gewoon ten schept en dode levens nieuw maakt. A. J. GLAZEMAKER, pastoor der oud-katholieke parochie te Leiden. voor hun kinderen de neiging zich een treedje hoger op die ladder te wensen, waarvan de hoogste sport blank heet. Omdat blank mooier zou zijn? Mis schien. Maar vooral omdat blank rijker is. Het is lastig te ontkennen dat in grote trekken de Braziliaanse kleur- hierarchie evenwijdig loopt met de so ciale ranglijst. De blanken zijn rijker, de zwarten armer. „Zie je", zegt de Zuidafrikaanse rassentheoreticus, „al tijd wel gezegd: de zwarte is inferieur, lui, kinderlijk". Welnu, men moge be denken dat de slavernij in Brazilië pas in 1890 is afgeschaft; dat in dat jaar de zwarte bevolking van de grond af moest beginnen, terwijl de blanke sa menleving het geld en de organisatie al hecht in handen had; dat de wonden van de slavernij diepe littekens ln de zwarte ziel hebben nagelaten; dat men een gevestigd sociaal patroon, al ba seert het zich op immorele gronden, niet een-twee-drie omverwerpt: dat misschien zelfs het onderdrukte deel in de superioriteit van de voormalige meester gaat geloven. Uit dat alles lijkt mij de sociaal-economische achter stand en de psychische neiging naar het blank zijn van de gekleurde Brazi lianen ruimschoots verklaarbaar. Twee uitzonderingen Zo er in Brazilië dan al een kleur probleem bestaat, is het een sociaal probleem, een klassekwestie, géén in dividueel, menselijk, moreel probleem. De zwarte man die zijn maatschappe lijke handicap overwint, arts wordt, journalist, zakenman of kunstenaar wordt zonder enig voorbehoud geaccep teerd als blank. De blanke», die so ciaal afzakt naar de „favelas"; de krot. wijken der gekleurde armer wordt zwart. De sociale positie beslist boven de kleur. Het in grote trekken samen vallen van blank en rijk, zwart en arm valt uit sociaal-economische en niet uit radicale factoren te verklaren. De weg tot verandering van die toestand ligt open. Met twee uitzonderingen: de di plomatieke dienst en de Marine zijn zo goed als blank. Die twee instellingen zijn Brazilië's gezicht naar buiten. Niet alleen individueel maar ook als natie heeft Brazilië de neiging zich blanker voor te doen dan het is. Sta tistici rekenen u ook ijverig voor dat Brazilië steeds blanker wordt. Tussen de blanke en de zwarte oever wordt de bruine rivier van het Braziliaanse volk steeds breder. En weinig factoren lij ken dat proces te kunnen verstoren. Tenzij het grootscheeps emigratie uit Noordwest-Europa zou zijn. Want Nederlanders, Duitsers en Britten, hoe braaf, blond, flink en ijverig, eerlijk en vol hygiënische sociale opvattingen ook, staan in één opzicht wel eens ten achter bij hun Latijnse broeders uit Zuid-Europa, die zoveel minder braaf, ijverig en eerlijk geacht worden. Die in hun koloniale tijdvak zulke harde meesters waren, maar die een zwarte man kunnen aankijken en in hem al leen maar een man zien Somos todos Brasihiros" op iedere straat in Brazilië het. hele blankbruin an zwart. manselijka kleurengamma Da e«hoenpoais»rt>jesvan Rto. Een priester haalde de verlaten jongetjes bijeen en gaf ze een kistje met poetsgeregdnhaff, Nt) kunnen ia voor zichzelf zor gen. Er is een blank jongetje bijl hij cou verbaasd o^.rg^.hanv^l^^JM^-t^setj.ppobleem aan zijn versleten broekje kwam mwm

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 13