Nederlandse Nieuw-Guinea-expeditie waclit
op helikopters
Nog éven tijd voor Moederdag
K
ZATERDAG 9 MEI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 4
Sterrengebergte blijft nog aan de horizon (II)
Papoea-„mode" legt zich toe op het sterke geslacht
o Kampongs
net, waarin allerlei bezittingen worden
meegedragen. Het net hangt aan een
lange band, die over het voorhoofd
wordt gedragen. Soms wordt het ook als
schepnet gebruikt voor het vangen van
kikkervisjes, die rauw worden gegeten.
Taalmoeilijkheden
Eert typische Sibilman met neus-,
hals- en hoofdversieringterwijl
over hoofd en schouder het ge
vlochten netje hangtwaarin hij
allerlei artikelen als tabak en knol
len vervoert.
De opbouw van het kamp in Sibil gaat gestaag voort.
(Door dr. L. D. Brongersma, wetenschappelijk leider)
Basiskamp Sibil, 21 april. Het is niet zo een
voudig om van Hollandia uit ons basiskamp te
bereiken. De deelnemers uit Nederland probeer
den het op 10 april, maar toen was de regenval
te Sibil te groot geweest en de Twin-pioneer
vertrok niet van het vliegveld Sentani. Op 11
april vertrok het vliegtuig wel, maar vlak voor
de waterscheiding in het centrale bergland werd
het weer te slecht en men keerde naar Hollandia
terug. Op zondag 12 april werd niet gevlogen en
op maandag was de Twin nodig voor de bevoor
rading van de Baliemvallei. Zo duurde het tot
14 april voordat de Nederlandse deelnemers en
de gouvernementsarts Romijn te Sibil aankwamen.
Sedertdien hebben wij geen Twin meer gezien,
Schrijver dezes is „heer van de kikkers en
de hagedissen"
Het wachten is nog steeds op de helikopters. Uit Tanah Merah horen wü, dat
zij vliegen en dat zü de geologische groep van dr. Ch. B. Bar bevoorraden. Voor
zM hier kunnen komen, moeten er langs de route op afstanden van vijf kilometer
open plekken in het bos worden gekapt, die als landingsplaatsen moeten dienst
doen. Ten dele zijn dit uitwijkhavens, ten dele moeten de helikopters daar kun
nen landen om exploratiegroepen te bevoorraden en verzamelingen af te halen.
De groep Bar is nu een dag of veertien op mars en zij was eergisteren gevorderd
tot de kloof waardoor de Oost-Digoel van het gebergte uit het laagland instroomt.
Het terrein is zeer moeilijk en men kan dus maar langzaam vooruit komen. In
enigszins zwaar bos is het ook niet eenvoudig om een open plek te kappen met
een straal van dertig meter. Bovendien moet daarin nog een platform van zes
bij zes meter worden gemaakt, waarop de helikopter moet landen om niet de
drijvers to beschadigen. Tussen het begin van de kloof en Katern (aan de samen
vloeiing van de Ok Iwoer en de Oost-Digoel) moeten nu nog tien van dergelijke
clearings worden gekapt. Tussen Katern en Sibil nog eens vijf of zes clearings.
Om het werk te bespoedigen, zonden wjj eergisteren een politiepatrouille uit
onder commando van de heer R. Kroon, de commandant van het detachement
mobiele politie te Sibil. Met hem gingen mee vier Papoea-politieagenten, een
marinier, zes moejoes en zestien dragers uit de Sibilvallei. Als zjj flink opschieten,
gaan zjj van Katern nog een eindje langs de Oost-Digoel om daar ook nog
clearings te kappen. De verbinding door middel van helikopters komt dan spoedig
tot stand.
Vinqerafdrukken vallei- De taalkundige dr. J. Anceaux
en de ethnoloog dr. J. Pouwer laten
want het weer speelde ons parten. Op dagen dat
er niet gevlogen wordt, is het weer er juist ge
schikt voor en tegen dat wij weer aan de beurt
zijn gaat het weer mis. Dat is nu eenmaal de
gewone gang van zaken, als er over het bergland
moet worden gevlogen.
Zondag 19 april hadden wij hier de eerste
zomerse dag. Het bleef de gehele dag stralende
zonneschijn en er wordt beweerd, dat de tempe
ratuur (enigszins in de zon) tot 32 graden Celsius
steeg. Van zaterdagmorgen tot zondagmorgen
viel er dan ook maar 1 mm. neerslag. Vandaag
waren wij weer tot normale regenval (26 mm.)
teruggekeerd.
Nu er geen helikopterverbinding is,
hebben wij nog lang niet de gehele uit
rusting ontvangen voor het wetenschap
pelijke werk. Niettemin is er al heel wat
gedaan. De anthropoloog dr. A. G. de
Wilde neemt van de Sibillers vinger- en
handpalmafdrukken. Dat gebeurt voor
een deel hier in het kamp als aan het
einde van de dag de lonen worden uit
betaald. Dit heeft het voordeel, dat de
namen en de woonplaatsen bekend zijn
en dat later dezelfde mensen gemeten
kunnen worden als de uitrusting er is.
De botanici zijn, evenals de zoölogen,
ijverig aan het verzamelen. In het be
gin leverde het drogen van de verzame
lingen moeilijkheden op, maar thans is
daarin voorzien. Het kan hier 's avonds
behoorlijk koud zijn en men heeft daar
om van een lege drum een kachel ge
maakt, die in het onderzoekersbivak
staat. Niet alleen is het daar nu
's avonds behaaglijk, maar de warmte
komt goed te pas voor het drogen van
planten en insekten. Zo staan er alweer
enige blikken en pakken voor verzen
ding gereed.
Werkverdeling
Een fysisch geograaf dr. Th. Verstap
pen en de agrogeoloog ir. J. Reynders
bestuderen de terrassen van de Sibil-
Alleen voor mannen.
De kampongs zijn over het algemeen
klein; in het midden is een cirkelvor
mig pleintje, dat omgeven is door een
lage omheining van horizontaal gelegde
boomstammetjes. Binnen deze omhei
ning staat aan de ene kant het iwool
(het sacrale huis), waarin alleen de
mannen mogen komen; ons werd het
echter niet vergund om er een kijkje
in te nemen. Buiten de omheining staan
dan nog vier of vijf gezinswoningen.
Deze woningen zijn tegen de omheining
geplaatst en aan de pleinzijde is een
vierkante opening, waardoor de mannen
in- en uitgaan. Aan de achterzijde is
een grotere opening met een loopplank,
waardoor de vrouwen gaan. De vrouwen
mogen alleen op het plein komen als er
een dansfeest is; zij mogen slechts op
een bepaalde plaats over de omheining
komen en nooit door de ingang voor de
mannen gaan. Soms staat er binnen de
omheining nog een speciaal keukenhuis.
In elk huis is een stookplaats, waar
kladiknollen en bataten worden geroos
terd.
De bevolking is, zoals gebruikelijk in
dit land, slechts schaars gekleed. De
mannen dragen een kokervormig stuk
kalebas, dat met een stukje touw om
het middel is bevestigd; om de buik is
dan nog een smalle, gevlochten, zwarte
band gewonden. Soms wordt een ket
ting van varkenstanden om de hals ge
dragen; het schijnt dat de lieden, die
een dergelijke ketting van varkenstan
den dragen, belangrijke personen zijn.
Enkele mannen dragen een versiering
van c-asuarisveren of van veren van de
wimpeldrager (een soort paradijsvogel)
op het hoofd. Bij de meesten is het
neustussenschot doorboord en daarin
wordt een cilindervormig stuk steen,
een varkenstand of een stukje bamboe
gedragen. Hier laat de beschaving haar
invloed gelden en er zijn mannen, die
een lege jodinmstift of een leeg buisje
van vuursteentjes door de neus dragen.
Neusversiering
De taal zijn wij nog steeds niet mach
tig. Wel hebben wij enkele korte zin
netjes geleerd maar dan leveren de
antwoorden weer moeilijkheden op. Om
de bevolking duidelijk te maken wat wij
doen, heeft het bestuur namen voor ons
ingevoerd; zo ben ik Tiean Kolson
Awotson. ofwel de heer van de kikkers
en hagedissen. Langzamerhand begint
het door te dringen, dat ik koper van
deze dieren ben en er komt al een en
kele keer een jongen met een uit zijn
mond gespaarde kikker of hagedis om
te ruilen tegen een felgekleurde knoop.
De ouderen vinden dat nog verkwisting;
toen ik met een heel klein hagedisje in
mijn hand liep, mompelde een oude
man „namman", hetgeen „eten" schijnt
te betekenen.
Er zijn ook gebruiken waarvan wij de
bedoeling nog niet kunnen doorgronden.
Enkelen van ons kregen ergens aan een
riviertje van een man een paar pisangs.
Die werden niet rechtstreeks overhan
digd, maar eerst in het water gegooid,
er weer uitgevist en toen aan de Euro
peanen gegeven. Het is geen gewoonte
iemand te vragen hoe hij heet, dat doet
men aan de man, die naast hem staat.
Dit gebruik raakt er wel een beetje uit,
nu er voor de werkzaamheden in het
kamp Sibillers worden aangenomen en
er dus een soort loonadministratie moet
worden bijgehouden Als zij him loon
komen halen, zijn zij meestal wel be
reid om hun naam te zeggen. Bij het
werk zijn belangrijke personen, die niet
de moeite doen om zelf stenen uit de
rivier te halen. Zij gaan op het vlieg
veld zitten en krijgen dan van de an
deren wel zo nu en dan een steen. Als
zo'n vrachtje bij elkaar is, brengen zij
het naar het kamp om toch hun loon
in ontvangst te kunnen nemen.
In het begin gaven wjj Sibilse bezoe
kers aan onze huizen nog wel eens een
sigaret, maar dat is afgelopen, want zij
komen er nu om vragen. Te royaal zijn
is verkeerd, want dan komt er een de
valuatie in de ruilartikelen. Enkele Si
billers hebben een broek gekregen, maar
dat is meestal geen succes, omdat zij er
geen idee van hebben, dat zo'n broek
ook wel eens moet worden gewassen.
Bovendien is het een vreemd gezicht om
iemand met een broek te zien rondlo
pen, waaruit ook nog de gebruikelijke
kalebas steekt.
Het vliegveld bij basiskamp Sibil,
omzoomd door Afrikaantjes. Het
Nieuwguinese oerwoud lijkt het
reeds te willen verslinden.
Merkwaardig is de versiering, die ver
ticaal in de neusvleugels wordt gestoken.
Soms zijn dit twee dunne staafjes, een
centimeter uit elkaar en ter weerszijden
van de neusrug geplaatst. Een van de
mannen heeft op de staafjes de kop van
een neushoornkever met een zeer lange,
gebogen hoorn gezet; een andere draagt
er twee vogelveertjes in. Bij veel man
nen is de oorlel doorboord en uitgerekt;
oorspronkelijk hoort daar een schijf
bamboe in gedragen te worden, maar nu
hebben leucoplastrolletjes veel aftrek.
De vrouwen en meisjes dragen
schortjes gemaakt van een soort riet;
elk schortje bestaat uit verschillende
lagen boven elkaar. Het zijn niet de
elegante, golvende, lange grasrokjes, die
men in de omgeving van Tanah Merah
aan de Digoel ziet. maar korte stugge
gevallen. Tot de uitrusting van man,
vrouw of kind behoort het grote draag-
zich, voorlopig nog met behulp van de
Moejoe-tolk Kotanon, voorlichten over
de taal en de gebruiken van de Sibil-
bevolking.
Zij zijn nu naar de kampong Kigon- I
mediep om daar een dag of vijf een j
studie van gewoonten en de verwant-
schappen te maken. Morgen gaan ir. J.
Reynders. dr. Th. Verstappen en de
zoöloog dr. W. Vervoort een tocht van
een dag of vijf maken naar het dal van
de Ok Tsjob, ten noorden van ons kamp
Zo is dus iedereen bezig met in de om
geving van het basiskamp het terrein
te verkennen. Een aantal kampongs is
daarbij al bezocht, zoals Kigonmediep
en Toelo aan de zuidzijde van het dal,
Koekding, Betabip en Wolding aan de
noordzijde van het dal. Al deze kam
pongs liggen vrij hoog tegen de helling
van het gebergte. Gemakêlijk te berei
ken zijn zij niet; de paden zijn steil en
hier en daar spekglad.
De verstandhouding met de Pa
poeabevolking in Sibil is uit
stekend. De inheemsen bezoeken
het kamp regelmatig en knappen
allerlei karweitjes op.
f EN zegt, dat de mens in
deze eeuw bewust ge
speend wil zijn van „ge
voel".
Althans de jongeren.
Reactie op de overgevoeligheid
ener romantische voorgaande
eeuw?
Of misschien omdat men zich
ln de strijd om het bestaan
géén sentiment meer veroorlo
ven kan?
Eén ding is zeker: naast de
nuchterste zakelijkheid zijn er
tóch genoeg voorbeelden, die er
gelukkig nog op wijzen, dat het
„gevoel" niet volkomen uitge
blust is.
jU mag men er over twis-
I ten of „moeder- en vader
dag" uitvindingen van de
H.H. winkeliers zijn, om er een
behoorlijk belegde boterham
mee te verdienen, feit is, dat
moeder het bést prettig vindt
als ze morgen eens extra-ver-
rast wordt!
Ze heeft 't heus en waarach
tig verdiend, altijd in de weer
als ze is!
Onlangs gaven we haar al een
medaille voor alles wat ze doet.
En dat is niet gering!
Dat weten de vaders en de
kinderen. En tóch komen ze er
helaas slechts zelden toe, daar
blijk van te geven
-1^-d
-UK nu eens naar dit
plaatje: moeder voorop,
k-druk bezig om het pad te
effenen, de kindertjes trippelen
achter haar aan en vader zorgt
als trouwe waker voor een juiste
afsluiting.
Precies als bij de mensen.
Moeder dag-in-dag-uit bij de
potten en pannen, zodat de weg
naar een hartige maaltijd wordt
voorbereid, de kindertjes zo
maar vliegend heen-en-weer en
vader, die na z'n werk thuis-
komt en de voordeur stevig ach
ter zich dichtdoet, zodat ieder
een veilig beschermd is.
Zo gaat dat het hele jaar
door!
En waarom moeder nu niet op
één dag van het jaar getoond,
hoe vader en de kinderen haar
zorgen op prijs stellen?
DAT kè-n dus morgen!
Wie er nog niet aan ge
dacht heeft, zal zeker even
bij zichzelf te rade gaan, wat ze
't liefst wil hebben.
Natuurlijk wil moeder niets
hebben, als je 't haar vrèAgt!
Daarom vooral niets vragen,
maar dóen
En niet zeggen, wat je van
plan bent.
Want dan is de aardigheid
er af.
Iedereen weet wel duizend
kleine dingen, die moeder graag
zou kopen, maar waartoe ze
eenvoudig niet komt, omdat ze
't „zonde" vindt het geld voor
zichzelf uit te geven.
Ze spreekt er wel eens over,
maar ze schuift 't altijd van
zich af.
Er is immers nog zoveel voor
de énderen nodig!
Begrijp me goed: zo is de
échte moeder.
Er zijn ook wel anderen, maar
aan die denken we nu vlak
voor „Moeder"dag liever niet.
Als je een lieve moeder hebt,
waar je véél van houdt, ligt Uw
verrassing waarschijnlijk al
klaar.
Zo niet: trek er dan even
gauw op uit en koop of
maak voor haar, wat ze al zo
lang zélf érg graag gekocht had.
Er is nog héél even tijd.
De winkels zijn tot zes uur
open!
FANTASIO.