WATERLOO:
Op zoek naar Jeanne d'Arc
in Domremy aan de Maas
HET GAZON IN DE TUIN
ZATERDAG 9 MEI
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 2
Een glas wijn onderweg (I)
Nationaal heiligdom van de Fransen
nog steeds een hort uitstapje waard
Landschap is vrijwel in de oude
toestand bewaard gebleven
Het geboortehuis van Jeanne d'Arc te Domremy is een toeristische trekpleister.
(Door onze medewerker Hans Alma)
Mijn eerste Franse wijn op deze lentereis dronk ik op nog geen
tweehonderd meter afstand van de hermitage van Notre Dame de
Bermont, het kapelletje waar het vrome boerenmeisje Jeanne d'Arc
elke zaterdag kwam bidden. Die wijn, al was het maar een heel
eenvoudige en onschuldige, kwam me van pas om mjjn levensmoed
te herwinnen en de fysieke kracht te stimuleren, welke nodig zou
blijken om vóór het donker uit de stille heuvels terug te zijn tussen
de mensen, die ik juist had willen ontvluchten.
Op weg naar het heel vroege voorjaar van het Zuiden koos ik
het dorpje Domremy la Pucelle als pleisterplaats. Een vriendelijk
gehucht met een paar honderd zielen, wat mesthopen aan de straat,
versleten huizen van een heerlijke oude kleur en met de pas geboren
en bijgevolg smalle en speels kronkelende Maas vlak naast de deur.
Wie van Maastricht de kortste route naar de Rivièra kiest en dus
door de Belgische Ardennen en dan langs Sedan en Verdun rijdt,
passeert Domremy, maar als de haastige zonzoeker niet gewaar
schuwd is, zal hij het negeren omdat het op het eerste oog niet veel
verschilt van de talloze andere dorpjes in de Maasvallei en elders in
deze Noordfranse contreien.
En toch is het zo, dat er op het
benzine-station „Service Jeanne d'Arc"
staat, dat het enige logement „Hotel
de la Pucelle" („Hotel van de
Maagd") heet, dat er twee souvenir
winkeltjes in de ene straat zijn en dat
er jaarlijks zo om en bij de driehon
derdduizend Fransen doelbewust naar
Domremy komen om het geboortehuis
van Jeanne te bekijken. Menig vraag
teken staat er nog rond het leven van
de in 1920 heilig verklaarde Maagd van
Orleans, maar haar geboortedorp is
geen discussiepunt. Het was in Dom
remy in de Maasvallei, dat dit gedron
gen gebouwde, knappe meisje opgroei
de in een boerengezin met drie broers
en twee zusjes.
Jeannette hielp haar ouders thuis,
werkte op het land en hoedde wel eens
de schapen in dit harmonische rust-
schenkende land van de Maasvallei
met de kalmglooiende, soms beboste
heuvels terzijde. En het was hier, dat
zij in 1425 op haar dertiende jaar de
„stemmen" hoorde. Eerst achter op
haar vaders erf. later vooral ook bij
de Feeënbron aan de voet van het na
bije bos en waarschijnlijk ook tijdens
haar zaterdagse wandelingen naar het
op drie kilometer afstand achter het
dorp in de bergen gelegen kerkje van
Bermont.
EEN GEROEPENE
Steeds stelliger werd haar overtui
ging, dat zij geroepen was Frankrijk te
redden door de sleutelstelling Orleans,
de door de Engelsen belegerde stad, te
ontzetten en de dauphin Charles ter
kroning naar Reims te voeren. In fe
bruari 1429 verliet het meisje Jeanne
te paard en in mannenkleren haar ge
boortestreek om in eerste instantie op
glorieuze wijze haar opdracht te ver
vullen en hoewel later militair en po
litiek de terugslag kwam met als tra
gische finale haar sterven op de brand
stapel te Rouaan, bleef zij symbool van
het Franse nationalisme, dat vooral in
de vorige eeuw opbloeide. Domremy la
Pucelle is dan ook bovenal een na
tionaal heiligdom, een plaats waar
maarschalk Foch met dankbaar hart
ter communie ging onmiddellijk nadat
de zege op de Duitsers in de eerste we
reldoorlog door de capitulatie bezegeld
was. Hij deed dat in de even naast en
boven het gehucht gelegen basiliek, te
groot en wat pralerig, welke achter in
de vorige eeuw werd gebouwd bij de
Feëenbron, waar Jeanne dank zij de
tussenkomst van de Heilige Catharina
en Margaretha de .stemmen" zou heb
ben vernomen: „Fille Dé, va, va, va!
Je serais ton aide! Va!"
Even terzijde van de plaats waar
de verkeersweg van Verdun naar
Lanres en Dyon over de pittoreske
Maas gaat, ligt het geboortehuis
in een parkje. Zoals gezegd komen
hier een paar honderdduizend
mensen per jaar. De entree is be
scheiden (slechts 25 frank en dus
nog geen twintig cent), maar ik
moet ook bekennen, dat het inte
rieur weinig biedt: twee kale door
kleine raampjes verlichte kamers.
Zc'fs objectieve historici nemen
echter aan, dat dit de plek is ge
weest waar Jeanne haar jeugd be
leefde, hoewel de beige gepleisterde
woning pas omstreeks 1820 offi
cieel tot geboortehuis werd ver
klaard, wat tevens een restauratie
en wat dies meer zij betekende. Het
nevenliggende verbouwde kerkje
zou Jeanne zeker niet meer her
kennen, maar in dit intieme Ro
maanse godshuis staat toch nog
het lieflijke 15de-eeu\ose beeldje
van Sinte Margaretha voor wie de
Maagd van Domremy zo vaak haar
kaarsen brandde.
Geboortehuis, kerkje en nabije
standbeelden bezocht ik op een lente
zondag, dat duizenden Fransen het
zelfde deden en dat betekende de tij
delijke aanwezigheid van rijen gepar
keerde auto's, ijskramen, souvenir
tentjes en twee verkeersagenten. Aan
één van hen stelde ik de dubbele
vraag: „Waar vind ik iets terug van de
ware Jeanne d'Arc en met welke re
gionale wijn kan ik haar eer bewij
zen?"
Hij was een begrijpend man uit de
streek en daarom adviseerde hij me
naar de hermitage van Bermont te
gaan, waar zeker stilte zou heersen.
Ontmoeting
met Marianne
Is er een schoner reisdoel
denkbaar dan een ontmoeting
met Marianne in de lente? Een
onzer medewerkers, de bekende
schrijver van reisverhalen. Hans
Alma, zocht zulk een rendez
vous en hij nam zich voor bij
vele pleisterplaatsen een glas
wijn ter ere van zijn charmante
gastvrouwe te drinken. Een
dronk, welke paste bij de omge
ving waar hij vertoefde.
U zult slechts over twaalf gla
zen wijn vernemen - de overige
blijven onbeschreven - maar bo
venal over de plaatsen, waar ze
werden gesavoureerd. Zo zullen
deze luchtige reisimpressies U
misschien iets schenken van de
sfeer van een lentereis door
Frankrijk. U zult vernemen over
Jeanne d'Arc, over mysterieuze
prehistorische vondsten, over de
schoonheid van tfe Provence,
over de zonne-ovens in de Pyre-
neën, het jeugdkasteel van de
tragische Toulouse Lautrec, over
het natuurwonder van de Gor
ges du Tarn en vele andere,
soms onbekende facetten van
ons aller hartsvriendin Marian
ne.
In de eerste impressie wordt
verteld over het gehuchtje Dom
remy la Pucelle. gelegen in de
Maasvallei dicht bij de noord
franse stad Neufchateau. Een
onopvallend plaatsje, waar toch
jaarlijks talloze Fransen heen
trekken, omdat Jeanne d'Arc
daar geboren werd. Een wijn
streek is het niet en daarom viel
hier de keuze op een geliefd
wijntje uit het wat noordooste-
lijker gelegen district „Meurthe
et Moselle", het land rond de
steden Nancy, Metz en Toul.
Een „Vin gris", achter welke
sombere benaming zich geen
grauwe, doch een zalmroze, lief
lijke drank verborg. Pril en op
beurend - welke laatste eigen
schap trouwens nodig bleek.
en een half flesje „Vin gris" mee te
nemen, een geliefd wijntje uit de om
geving van Toul in het ten noord
oosten van Domremy gelegen district
Meurthe en Moselle. In deze Maasval
lei zelf waren immers geen wijngaar
den meer. Ik volgde zijn raad en reed
een vergeten weggetje bergopwaarts,
dat geleidelijk aan een steeds smaller
lemen pad werd, spekglad door de re
gen van vorige dagen. Om een bocht
vlak bij het gezochte kapelletje dook
eensklaps als een onneembare barri
cade een kamerhoge stapel houtblok
ken voor me op. Heftig remmen deed
mijn voertuig opzij glijden in een on
diepe greppel. Een ogenblik van ver
bijstering en dan waren er golvende
akkers om me heen, ranke populieren
in een uitgebalanceerd gelid, bossen,
kortom verrukkelijke vergezichten en
bovenal de glorieuze stilte en bezin
ning van de eenzaamheid, welke me
eensklaps veel nader bracht tot het
meisje Jeanne dan de patriottische
heiligdommen beneden. Ik nam de fles
met de zalmroze „Vin gris" aan de
mond en dronk met diepe teugen van
dit blijmoedige wijntje, pretentieloos en
fris als een pril boerenmeisje dat lacht
tegen het leven, maar dat het nog
niet kent en ook nooit zal leren ken
nen. Om de houtblokken heen liep ik
naar de beboste heuvel vóór me waar
de hermitage van Bermont bovenop
stond. Het kapelletje was gesloten en
van buiten nietszeggend, maar vandaar
zag ik de verte, die Jeanette ook ge
zien moet hebben en ik voelde me na
deze bescheiden pelgrimmage gelukkig
en moedig genoeg om te beginnen aan
de uren vergende arbeid: het verplaat
sen van de ontzaglijke stapel hout,
daar dit de enige wijze bleek om mijn
voertuig vlot te krijgen. Tegen de sche
mering was het werk zover dat het de
rij-manoeuvre mogelijk maakte. Toen
ik stapvoets terugreed over het spek
gladde pad, dat Jeanne elke zaterdag
liep, vroeg ik me af wat de boeren
maandagochtend zouden zeggen, wan
neer zij op weg naar hun akkers zou
den zien, dat de houtberg bij de her
mitage enige meters was verplaatst.
Schijnbaar zonder zin, want de auto
sporen in het natte gras zouden nau
welijks terug te vinden zijn.
H
Het gazon is in feite het meest
belangrijke deel van de tuin en
tooh ziet men dat lang niet
steeds in, wordt het verwaar
loosd en heeft het regelmatig
met voedselgebrek te kampen.
Als het gras vol mos zit en er
komt veel onkruid in voor, dan
is dat niet een kwestie van de
grondsoort alleen, doch meestal
het resultaat van te weinig voed
sel. Gras wordt wekelijks afge
maaid en moet dus wekelijks op
nieuw weer aangroeien. Daar is
nogal zo het een en ander voor
nodig. Er wordt in grote tuinen
en openbare parken wel met
bagger gewerkt: men smeert ook
wel oude mest op het gras, doch
het nadeel is, dat men er de
hele lange winter tegenaan zit
te kijken en het is maar een
vieze rommel. In de kleine tuin
doen we dat dus zeker niet, doch
we zullen ons zoveel mogelijk
zien te redden met kunstmest.
Voor dit doel moet men gebruik
maken van de bekende roze
tuin- en gazonkorrelmest. Vroeg
in het voorjaar dient men die
al te strooien en dan hebt U
per tien vierkante meter onge
veer driehonderd gram nodig.
Doch daarmede bent U er toch
heus nog niet. Regelmatig zal
men de hele zomer door weke
lijks of om de veertien dagen
een lichte overbemesting moe
ten geven. Veel heeft U dan
echter niet nodig; vijftig gram
per tien vierkante meter is dan
wel voldoende. Het is al genoeg
als het gras de prikkel voelt om
opnieuw te gaan groeien. Als
gaas flink groeit is er weinig of
geen plaats voor onkruid en kan
het mos ook niets beginnen. Na
tuurlijk: als er veel mosvorming
is, wijst dat op kalkgebrek in de
grond en doet men er goed aan
in de late herfst eens wat kalk_
mergel te strooien. Doch. de
hoofdzaak is: goed en regelma
tig voedsel te geven. Niet alleen
dat het mos op den duur geheel
verdwijnt, doen het gras zal ook
niet zo gemakkelijk verbranden.
Een gazon, dat onvoldoende
voedsel heeft, zal in tijden van
droogte direct bruin kleuren en
tenslotte geheel veldbranden. U
kunt het alleen maar groen hou
den als er regelmatig gesproeid
en bemest wordt. He>t lijkt erg
gezellig om die sproeier midden
overdag te laten draaien. In vele
plaatsen is dat echter verboden
en het is in feite allemaal geld
en water en tijd verknoeien. Als
er gesproeid moet worden, doet
U dat tooh niet midden overdag
in de felle zon, doch liever
's-morgens vroeg of laat in de
avond, dan heeft het water tijd
om in de grond door te dringen
en zal er niet direct een groot
deel van verdampen.
G. Kroondijk.
Leeuw is 4V2 meter hooq
en weegt 28 ton
Van onze Brusselse correspondent)
„Allez, bon courage", dat is de
enige, en dan nog ironisch bedoelde
„service" van de man-met-de-pet
aan de voet van de Leeuw van Wa
terloo. Het beklimmen van de 226
treden in granietsteen, recht om
hoog op de groene heuvel is name
lijk kosteloos. De lange trap naar
boven is smal en vermoeiend, maar
boven smaakt de toerist, die zich
een beetje voor de geschiedenis van
de slag der volkeren heeft warm
gemaakt, een grote voldoening. Met
uitzondering van één enkele fa
brieksschoorsteen en enkele hui
zencomplexen in de richting van
Brussel, langs de Waterloolaan,
mag men wel zeggen dat het land
schap - de „morne plaine" (sombe
re vlakte" zoals Victor Hugo haar
zag - ook vandaag nog vrijwel on
beroerd is gebleven.
Het zijn mooi bewerkte graanvelden
of groene grasweiden voor het vee,
zover als het oog reikt. Naar Brussel
toe: de donkergroene massa van het
beroemde Zoniënwoud, waar Karei V
jachtpartijen organiseerde met 1500
ruiters en edele dames. De leeuw, het
werk van de Mechelse beeldhouwer J.
L. van Geel, is 4V2 meter hoog en
weegt 28 ton. Het beest werd gegoten
in gietijzer in de fabrieken van Cocke-
rill te Luik.
- t<
:.\f
'v,;
'-a.
In een halve boog rond de heuvel
hebben de inwoners van Waterloo vai
de herdenking van de slag en het be
zoek aan de monumenten een toeris
tlsche en commerciële affaire ge
maakt. Er zijn natuurlijk een vIjftal
café's, een bioscoop, die een Waterloo
film van het jaar 1930 draait, eeE
rond gebouw met een panorama vai
de slag, monumenten voor de Hanno-
verianen, de Fransen hebben hui
„aigle blessé" of gewonde arend, ei
er is zelfs een monument voor de ge
sneuvelde Belgen, ofschoon ze op hfl
slagveld onder het bevel van de Prini
van Oranje stonden Een kapitein vai
het Belgische gidsenregiment, Van Lil
heeft een aardig boekje geschrevei
waarin wat namen van bevelvoerendi
Belgische officieren voorkomen, zodal
het monument wel enigszins verant
woord blijkt te zijn.
Het panorama aan de voet van di
heuvel ls het enige bezienswaardig»
een fantastisch, kleurrijk schildert,
geschilderd op een zeildoek, dat h«
gehele ronde gebouw vult. Op d1
voorgrond liggen geweren en goed na
gebootste „dode" paarden, kanonnei
gekwetste soldaten, zodat het diept»
effect van het schilderij werkelijl
uniek is. Er zijn tal van kleine musei
maar historisch verantwoorde verza
melingen bevatten zij veelal niet.
Beroemde boerderije
In de etalage van de winkel me
bioscoop is een levensgrote „Grognard
of gardesoldaat van de keizer. In he
mooie rode uniform, de grote blauw
muts, en de smalle witte broek te zier
Wie het allemaal eens haarfijn w.
nagaan, moet natuurlijk een volle da'
besteden aan het bezoek van he:
enorm uitgestrekte slagveld, om. mt
de beroemde en nog steeds in hun oor
spronkelijke staat gehandhaafde boer
derijen van de Mont-Saint-Jean, c'
boerderij Belle-Alliance, de Ha:
Sainte, de kapel en de hoeve van Hou
goumont. Het is in de hoeve van
Mont-Saint-Jean of Sint-Jansberf
dat de Prins van Oranje, die door eel
kogel in de linkerschouder gekwets
werd, werd verzorgd. Het bezoek aa
die oude in carré-vorm gebouwde Brs
bantse boerderijen is in menig opziet
interessanter dan aan de heuvel mf
de leeuw. Want, en dat weten niet vee
bezoekers, die de 226 treden opklim
men: op die plaats werd op 18 jun
1815 waarschijnlijk helemaal niet ge
vochten! De Nederlandse bezoekei
die per auto naar Waterloo rijdt, ge
ven wij de raad de Tervurenlaan t
volgen tot aan de Quatre-Bras of vie
armen, ook een historische plek va
de slag, daarna door te rijden tot Wa
terloo, op de Mont Saint Jean steen
weg. Maar de terugweg moet over ee:
kleine weg gebeuren, namelijk vli
Ohain en Hoeilaart naar dezelfd!
steenweg van St.-Jansberg. Ohain
het dorp waar de Engelsen de aller
eerste aanval doorstonden van de rui
terij van maarschalk Ney. En het i
een prachtige wandeling in een heu
vellandschap, zo landelijk en vol sfeer
dat men zich de iets langere weg zeke:
niet zal beklagen.