PARAGUAY'S dictator Stroessner wil zijn regime democratiseren NIEUWE KOERS Een Zoeklicht Tekenen van meer verset nopen de leiding tot het verlenen van veel meer vrijheden fglocli zijn enkele deuren lang ■liet voor ieder toegankelijk WOORD VAN BEZINNING (Van onze reisredacteur, III. Asuncion. „Ik houd niet van Fidel Castro's executies aan de lopende band. Wij in Paraguay hebben niet de gewoonte onze politieke tegen standers te fusilleren. Castro mag een groot man schijnen, maar wanneer hij zich ooit in Paraguay met onze zaken zou komen bemoeien, zou spoedig blijken dat zijn mond groter is dan zijn moed". Dat zei mij een man, die op Castro's lijstje staat van de-drie-nog-weg-te-vagen Latijns-Ameri- W. L. Brugsma) kaanse dictators: generaal Alfredo Stroessner, president van Paraguay. Zijn naam, vierkant gezicht, blond haar en blonde snor, verraden de Duitse afkomst van deze militaire politicus, die ik ontmoette in het witte regeringspaleisje van Asuncion, in een werkkamer rijk versierd met rood en goud, de kleuren van zijn Colorado- partij. Een man die beweert dictator tegen wil en dank te zijn. fn Asuncions regeringspaleis: de aalmoezenier van een vloot, die bestaat uit twee kanonneerboten, 5! maar die zeven admiraals telt!! Hij zei: „Ik heb een rustig geweten. Ik heb dit land scholen, hospitalen en wegen gegeven. Als ik een gehate tiran was, zou ik toch niet in mijn eentje rustig naar een voetbalwedstrijd kunnen gaan? U moet al die buitenlandse sprookjes over Paraguay niet geloven. Wij hebben geen concentratiekampen. hebben een vrjje pers. Ik heb persoonlijke vrienden onder de liberale oppositie. Ik wil een democratisering van de politieke toestand en terugkeer van het half miljoen Paraguayse emigranten. Dit jaar houden wjj vrije ge- g» meenteraadsverkiezingen. U mag iedere deur in Paraguay openen. En als u een ^Vfoto van mij in de krant zet, mag u er niet onder schrijven: „dit is nu een van e-de laatste dictators van Zuid-Amerika". zijn ook niet van gisteren, wel «van een honderd jaar terug of daaromtrent. De toepassing van die idealen hebben zij gedurende veertig jaar nog al eens kracht bijgezet door hun tegenstan ders op te sluiten! En zo zij al in hun bestuursperiode gepoogd hebben de geesten der Paraguayanen met de toorts der vrijheid te verlichten, dan hebben zij tegenover de magen van het volk doorgaans een merkwaardige onverschilligheid aan de dag gelegd. De haat, die Colorado's en liberalen jegens elkaar koesteren, ligt. niet alleen in ideologische, maar ook in financiële overwegingen en is bovendien over erfelijk. Men wordt als Colorado of liberaal geboren. Of als (fascistische) Febrerista of communist, de twee andere veel minder belangrijke poli tieke groeperingen in Paraguay. Waar de politieke partijen elkaar zo ongeveer in evenwicht houden, daar wordt zoals zo vaak in Zuid-Ame- rika de doorslag gegeven door het p Mondje dicht of Sn celdeurtje dicht Stroessner regeert Paraguay vrijwel volledige persoonlijke vol Maar eer men daarover valt, moge men bedenken, dat het consti tutionele volmachten zijn, vastgelegd een grondwet, die door de (liberale) president Estigarribia werd opgesteld. ert Enige onconstitutionele aan Stroess- dictatuur is, dat er bij zijn ver geen tegenkandidaat was. Eij parlementsverkiezingen had Para- trouwens slechts de keuze tussen [eden van de Coloradopartij en andere ,e-leden van de Coloradopartij. De libe- anrale oppositie stond voor het alterna tief: mondje dicht of celdeurtje dicht. a"Zal Stroessner thans, onder de druk jrfan 6011 aantal omstandigheden, zijn 'regime werkelijk gaan verzachten, het n.begin van een parlementaire d,emocra- entie inleiden? Iedere politieke prognose ir-kan in Paraguay door een geweerkogel jrjekgeschoten worden, maar, onvoor ziene incidenten voorbehouden, zie ik nginderdaad een kans, dat we dit irierk- 'e-fraardig schouwspel gaan beleven. En ieaat in een land met een politieke ^historie. die uit louter staatsgrepen .met bijbehorende bloedige burgeroor- (de laatste in 1947) bestaat. tl Ideeën van Colorado's d" moeten afgestoft worden en Hoe liggen de kaarten? Er is in de plaats de regerende Colorado- partij, wier pralerig hoofdkantoor zo vongeveer het enige moderne gebouw In het wrakke Asuncion is. Zij noemt een christelijke, nationale boeren- svfn volksbeweging, die tegen het cotn- ai-munisme, het buitenlandse grootJkapi- iwtaal en de Vrijmetselarij is. Zij heeft goed-georganiseerde en ten dele bewa- Kpende kaders van militanten, beheerst 'Jtoet ambtelijk apparaat en laat zich °jjwaar voor haar gunsten betalen. Haar g meeste leiders zijn in Paraguay's 'jcjsclement gekweekte cbscurantisten, ienhaar aanhang is niet het voorlijkste nadeel van het volk. "f Haar voorzitter zei mij, dat de partij x'ode glorieuze traditie verdedigt van (inaarschalk Solaaio Lopez" (de presi- o!jient, die in de vorige eeuw in een httragische oorlog tegen Brazilië, Uru guay en Argentinië vrijwel de hele UtnaTmelijke bevolking van Paraguay blhan zijn hoogmoedswaanzin offerde!). ejjWaar de partij is niet langer homo- "peen, vooral onder de jongere Colora bestaat een ongeduldig streven a! :"deze ideeën eens af te stoffen en tegen licht van de twintigste eeuw te behouden. Oudbakken Uberallsme IEDER heeft zo zijn eigen ver wachtingen van het leven en koestert zijn idealen, ook al lig gen die veelal diep in ons hart verborgen en zullen we van elkaar niet altijd merken wat ons diepste verlangen is. Nu is onze tijd hierin wel anders dan vroeger dacht ik, en wel in die zin, dat we wat nuchterder gewor den zijn en bijvoorbeeld geen luchtkastelen ten aanzien van een wereldvrede- en broederschap gaan bouwen, voordat we in de heden daagse werkelijkheid daar een goede grond voor hebben gevonden. De jongeren van deze tyd in het bijzonder bouwen hun verwachtin gen anders op dan een vroegere generatie en daar hebben ze hun redenen vóór. Niet dat ze nergens warm voor lopen of nooit enthou siast zullen zijn, maar ze houden voeling met de werkelijkheid van de ouderen en die heeft vaak een bittere smaak. Het lijkt me overigens een evan gelische manier van leven om niet het volmaakte kasteel in deze wereld te verwachten, maar te ge loven. dat de grond, waarop wij moeten bouwen, een terrein met scheuren is, dat ons bestaan een gebroken (de bijbel zegt: een zon dig) bestaan is. Daarmee wil niet gezegd zijn, dat we alle bezielde activiteit maar moeten staken en weinig goeds van ons leven en samen-leven te verwachten hebben, maar dat de breuken en barsten, die door ons leven heen lopen: het wantrouwen tussen de volkeren, de ontrouw van de medemens, de pijn van de onvolmaaktheid in ieders leven) een onloochenbare werkelijk heid zijn. Wat de bijbel ons echter zegt. is dit: dat het niet onze luchtkaste len zijn, die de overbrugging be werken, maar dat we het van God mogen verwachten. Dat Hij het is, die heling (heil) kan zenden, waar wij kapot zijn. Dat we om Christus veel van dit leven mogen verwach ten en om de komst van Zijn koninkrijk de toekomst „nuchter en waakzaam", maar ook enthou siast en hoopvol tegemoet kunnen gaan. Maar ontgoochelingen en teleur stellingen zullen er steeds zijn. leger met een officierskorps als een waterhoofd. Daarin vereenvoudigt men de nationale problemen tot de ene vraag: „Hoe word ik zo vlug mogelijk generaal?". Het antwoord is door gaans: „Door een staatsgreep". En tot slot is er de machtige politie, die de politieke discussie met knuppel en duimschroef pleegt op te luisteren. Dit traditionele krachtlijnenveld gaf als resultaten eigenlijk altijd een dwang- bewind van ieen sterke man, die het uithield tot er een sterkere man kwam. Maar thans komen er eindelijk ook andere factoren in het spel. Nieuwe koers Er is ten eerste de eis van economi sche ontwikkeling, die zakelijker en constructiever elementen naar voren roept. Nu Paraguay's isolement steeds verder doorbroken wordt, raakt men gegeneerd over een regeringsvorm, die zo duidelijk uit de pas raakt bij de rest van de wereld en de rest van het Zuidamerikaanse continent. Zowel bij de jonge Colorado's als jonge liberalen groeit de neiging elkaar niet langer automatisch als doodsvijanden te zien. Uit de machtige rooms-katholieke kerk gaan bisschoppelijke stemmen op., die verzet aantekenen tegen de martelin gen van de geheime politie, die ook vele Colorado's met schaamte vervul len. Het zijn zulke factoren, die generaal Stroessner ertoe hebben gebracht de volgende maatregelen aan te kondi gen: opheffing van de staat van beleg, politieke amnestie, vrijheid van me ningsuiting, vrije verkiezingen en een nieuwe, liberaler grondwet. Het blyft de vraag of dat zal lukken. Paraguay's revanche-traditie is niet dood. Onder President (op speciaal verzoek) ALFREDO STROESSNER de oppositie en de emigranten leeft een zucht tot vereffenen van de reke ning. Aan de Argentijnse grens staan, overigens slecht bewapende en zwak georganiseerde, groepjes ballingen, die zeggen Castro's voorbeeld te willen volgen. De strijdkrachten, die als een lintworm in het staatslichaam een derde van het nationale budget opeten, zijn verdeeld. Er zijn Colorado-diehards. die van geen wijken willen weten. Maar Stroessner, die een koele poker speler is, zal zijn kaarten wel hebben gesteld. En de liberale leider, dr. Arce zei mij: „Wy stellen al onze hoop in een geleidelijke normalisering. Het Jan Wit zegt in een vers: „Het gaat in 't leven net als met een luchtballon; eerst staat hij mooi gespannen. Hij is haast te krap. Maar eenmaal opgestegen in de wind en in de zon, bly'kt hij poreus te zijn en is al gauw weer slap. Wanneer je in je jeugd de dingen pas ontdekt dan zijn de mensen lief, de dingen wonderbaar. Wanneer je als groot mens je handen er naar strekt, Dan is het meestentijds met een vermoeid gebaar. Dat is het nuchtere lied van het leven en sommigen kunnen haast niet anders dan zo zingen, ook al zin ze nog zo jong. Als we vastlopen in dit leven, dan is dat meestal omdat ons levens schip op een verborgen zandbank liep. een ziekte, een sterfgeval, een plotseling ontdekken, dat je te oud bent of te zwak. Of we zijn teleur gesteld, omdat de koers, die wy in ons hoofd hadden, voor ons niet laatste dat Paraguay nodig heeft is nóg een burgeroorlog". Gezeur van buitenlanders... Het ls voor dit in de grond zo vrien delijke land te hopen, dat het lukt. Het is vooral te hopen voor degenen achter de enige deur, die zelfs presi dent Stroessners toestemming niet voor mij kon openen. De deur achter het bureau van het onderhoofd der geheime politie (men zegt een gewe zen S.S.-er uit de Balkan) met een gezicht, waarvoor h(j alleen al tien bevaarbaar bleek. Zulke teleurstel lingen doe je op in je kerk of op je werk, in je huwelijk of gezin, en ook op politieke conferenties op wereldniveau. Iemand die zeilt, zal wel weten wat hij doen gaat als zijn boot vastloopt. Niet zijn boot lek slaan en laten zinken; en voor het om gooien van het roer is het in zo'n situatie meestal te laat. Evenmin wordt die rietpol, waar je opzit, een groot vaarwater uit zich zelf en een zandbank lost niet op, zodat je erop kunt wachten. Er zit meestal niets anders op dan de zeilen te strijken en dan je boot los te duwen of te laten trekken en een andere koers te kiezen. Het lijkt een praktische en ge makkelijke levensregel, maar het kost de mens vaak strijd voordat hij zijn zeilen strijkt en zich door God een andere koers laat wijzen. Een man als Paulus, die schrijft over zijn idealen, maar ook over de zandbanken van honger, ziekte, ge vangenis, laster en eigen onmacht, heeft lang gevochten voordat hij verstond, dat Gods macht ook in zijn zwakheid nog kracht had. Maar toen hij dat antwoord had en ziln zeilen gestreken had, kwam er weer vaart in zijn leven. Het pinksterfeest, dat we ver wachten. lost de zandbanken niet op en maakt de scheuren in ons leven niet onmerkbaar of onzicht baar, maar doet ons wel een nieuwe koers vinden. En de wind van Gods Heilige Geest, die de Vader schenkt aan wie er Hem om bidden (Lukas 12), brengt weer vaart in vastgelo pen levens, wanneer we de zeilen strijken met dit korte gebed op de lippen: „God, geeft ons de kracht om te aanvaarden wat we niet kunnen veranderen. geef ons de moed om te veran deren wat wij veranderen kunnen en geef ons de wijsheid om het onderscheid te kennen." A. J.. GLAZEMAKER, pastoor der oud-katholieke gemeente te Lelden. jaar tuchthuis zou verdienen!! Dat gezicht verschoot van kleur toen ik hem verzocht die deur te openen, waarachter ik de politieke gevangenen wist. die er gemarteld worden. Er bleek toestemming voor nodig van de minis ter van Binnenlandse Zaken en die minister bleek gemakshalve onvind baar! Er zijn mij toen een paar onbe leefde zinsneden ontvallen. Mijn be rouw daarover slonk, toen ik een week later zijdelings vernam, dat er een aantal politieke gevangenen was los gelaten, omdat „het gezeur van bui tenlanders hierover zo pijnlijk werd".. v OP DE BOEKENMARKT^) Experimenteel Post out propter long Paraguay handhaajt rijke [olMotistieaka tradities- Z#n t toe. polMeku twaétitee eekter aan Het gaat vlug tegenwoordig. Het is nauwelijks negen jaar geleden, dat het experimentele dichterschap in de openbaarheid trad en sedertdien zijn de dichtbundels van blijkbaar min of meer verwanten (men kan nooit met zekerheid zeggen in hoeverre een in vloed direct dan wel via het klimaat tot stand is gekomen) als de befaamde paddestoelen uit de voor deze gewas sen bepaald vruchtbare uitgevers bodem gerezen. In een groot gedeelte van deze bundels treft men inderdaad een beïnvloeding door de experimen tele poëzie aan. Doch het is duidelijk, dat vele jonge dichters proberen bin nen het kader van de nieuwe verwor venheden iets eigens te doen. Dit is verheugend en tevens iets ,dat niet onderschat moet worden, want het bewijst de noodzaak en de juistheid van deze ingrijpende vernieuwing. In grijpend is deze verandering in de dichterlijke instelling geweest. Aller eerst al is er door het verschijnen van de experimentelen een hausse geko men in de dichtkunst, die toch door de Forum-ianen onder leiding van Ter Braak een heel eind naar het tweede, men kan wel zeggen een twijfelachtig, plan was teruggedrongen. Verder is deze omwenteling van '50 niet alleen een psychologische, maar vooral ook een taalkundige geweest. Het is er deze dichters niet alleen om te doen ge weest afgesleten uitdrukkingen en dichtvormen overboord te gooien. Zij hebben het woord zelf willen zuiveren en fris en onbelast met oude associa ties willen gebruiken. Indien dit overi gens voortreffelijke streven totaal ge-* lukt ware. dan zou er niets meer of minder dan een wonder geschied zijn. Doch zelfs zoals het nu is. blijkt, dat deze herijking van machtig veel nut geweest is. Van de enkele bundels, die ik wil noemen, kies ik als eerste de verzen van degene, die m.i. het meest onmid dellijk met de experimentele ideologie geoccupeerd Ls. Gerrit Kouwenaar. Niet alleen vindt men in Kouwenaars boeken, „Ik was geen Soldaat" en het kleinere ..Val. Bom", zonder moeite de mentale gronden van de jonge schrij vers en eigenlijk van de jonge mens var. heden, ook in zijn verzen komen de experimentele principes als het ware tot leven. Dit blijkt niet alleen uit de titel van zyn nieuwe bundel, Het Gebruik van Woorden. (J. Heynis. Zaandijk 1958). Het woord „woord" spookt in bijna alle verzen van deze bundel rond. „Soms verwarde ik mij met mijn schaduw, zoals men het woord met het woord kan verwarren". Dit zet hij in het gedicht, dat „Ik ben nooit.heet. en dit is als het ware het criterium van deze poëzie; de poging om het gereinigde, nieuwe niet door het oude te laten besluipen. De verzen van deze bundel dragen alle hel kenteken van de authenticiteit en i mij, een van de beste over vereen kan. Zy spreken alle van de strijd tus sen woord en wereld, van de worste ling om alles tegelyk te vangen in des noods één woord. Anders gezegd, ora de absolute ervaring waar te maken in het woord. Het zyn de verzen van een dichter in zijn gevecht om het dichter- bestaan, pregnant en aangrijpend. De bundel ..Amulet" van Lucebert (De Bezige Bij Amsterdam 19571 toont een heel andere persoonlijkheid dan die van de in zijn schuwheid heftige Kouwenaar. Heftig is Lucebert stellig ook, maar zijn heftigheid is veel ver spreider. Hy werkt met armen en benen, met luide, soms toeterende stem, felle blikken en slingerende ban vloeken. Alles borrelt en kookt (soms over) in deze vereen, die van een be paald vorstelijke rijkdom zijn. Luce- berts wereld is een wonderlijk heelal, bevolkt met wilde, weerbarstige reu zengestalten. Hij roept een soort Gehenna op, waarin oudheid en heden, Chinezen, Goethe en Mexico en ook „het meisje dat ik in mijn herin nering, Op een heuvel vol bloemen ontmoet" dooreenbolderen en met de hoofden bonzen tegen een dak van dood. angst en leegte. Lucebert ziet alle. reeds vergaan en nog bestaand, leven als een reusachtige spooknacht, die hij tracht te bezweren met zijn Amulet, het vers. In Cees Nooteboom ontmoet men een dichter van wie men zou kunnen zeggen, dat hij, zonder zich ooit aan epigonisme schuldig te maken, zyn voordeel heeft gedaan met de vernieu wing. Zijn geestesgesteldheid verschilt echter volkomen van die van een Luce bert of een Kouwenaar. Hij is de man, die het maar opgegeven heeft, althans voorlopig. „Park zei ik park doe het niet. niet al dat waanzinnige groeien, zo groen zo groen alsof niet, zo koud een dood op de loer ligt." H(j heeft de weg ingeslagen naar het absolute niets en kuiert ietwat dandinerend de doodskou in. Ik geloof, dat ik hem al eens eerder een moderne Rhijnris Feith genoemd heb. De vertedering om de natuur en de jonge liefde en de godsgedachte hebben bij Nooteboom plaats gemaakt voor een hedendaagse hooghartige ironie, want „vertedering heeft geen zin", zegt hij. Tot zijn en onze troost zij echter opgemerkt, dat „de kou die binnen in (hem) vriest", zich heel aardig „verwoordt", (pag. 29) Tot slot nog een bundel, die ik alleen noem. omdat dee* een typisch staal van epigonisme vertegenwoor digt. Nog afgezien van het feit. dat ik er mijn eigen uilen met de variatie steenuil inkluis in ontmoet, is het toch wel duidelijk, dat woorden als zee boom. honkmens, drinkmens, stilte tong, neussmaak. hoorwoord, oorvin gers enz. de resultaten zijn van een goed geleerde les. Maar met goed ge leerde lessen maakt men nog geen vereen. OLARA EGO INK. Zaterdag 9 mei 1959 Interview niet een der luatsten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 13