Rijker Museum v. Oudheden nam
afscheid van dr. v. Wijngaarden
Militaire parade ondanks de
drenzendedruilerige regen
Ds. M. J. Punselie deed voor 50
jaar intrede te Leiden
Afdeling Palestina is thans
geheel gemoderniseerd
Opgericht T maart I860
Vrijdag T mei T959
Derde blad no. 29733
Dames onder dak van paraplu's
nPro Patriapresenteert zich uitstekend
Koninginnedag.en dus ook
een militaire parade! Vormden de
smetteloze witte petten en de hel
derblauwe braniekragen van de
Kon. Marine een vrolijke noot in
de Koninginnelaan, het grijsblauw
van de Kon. Luchtmacht had be
slag gelegd op de Lammenschans-
weg, terwijl de Luchtafweer zijn
vele gemotoriseerde stukken op de
Lorentzkade in de juiste stelling
bracht
ONDER DAK
Inmiddels groepeerden zioh op de
Breestraat de militaire en burger-geno
digden aan weerszijden van de Stads-
huistrap. Het. was een beetje triest te
zien, hoe de dames hun fleurige mantels
en mantelpakjes moesten beschermen
door een dak van paraplu's. Terwijl in
de verte de muziek van de kapel van de
Marine Luchtvaart Dienst reeds de
komst van de parade aankondigde gleed
een grote auto voor, waaruit de territo
riale commandant van Zuid-Holland,
kolonel G. J. Wulfhorst stapte, die het
défilé zou afnemen. Even over half tien
had de kop van de 1200 man tellende
parade het Stadhuis bereikt. De kapel
nam zijn plaats tegenover de genodigden
in en terwijl de pittige klanken van
Swannee-River-in-marstempo over de
Breestraat vlogen, presenteerde de para
decommandant, luitenant-kolonel Th.
H. Wessels zijn troepen aan kolonel
Wulfhorst.
„PRO-P ATRIA"
Zijn eerste detachement was gefor
meerd door de Studentenweerbaarheids-
vereniging „Pro Patria". Voor de eerste
maal klonk het „hoofd rechts". De witte
pluimen wapperden in de wind. Dof
dreunden de in het wit gestoken benen
op het plaveisel. Stram in het gelid
marcheerden de studenten langs. Achter
hen kwam de Koninklijke Marine, vier
compagniën van de Marine Luchtvaart
Dienst.. Eerst een peloton mariniers met
hun zwarte baretten, toen de donkere
marine-uniformen, waartegen de petten,
braniekragen en witte koppels sterk af
staken.
De rubber zolen onder de hoge bruine
veldschoenen maken een parade voor
Landmachtonderdelen altijd bijzonder
moeilijk.. Des te meer respect kan men
hebben voor de voortreffelijke wijze,
waarop de vier compagniën van de
Koksschool en het peloton van de vierde
compagnie Regiment Van Heustz zich
aandienden. Na hun groene battle
dresses kwam 'het grijsblauw van de
Luchtmacht, een detachement van twee
squadrons. Het zal bepaald niet meeval
len te marcheren met die korte pistool
mitrailleurs op de schouders.
SLUITSTUK
Wij hadden ruimschoots de tijd om
onze bewondering voor deze afvaardiging
voor een van de jongste onderdelen van
de Nederlandse strijdmacht te noteren,
want het duurde even voor de 929ste
afdeling lichte Lua, territoriaal gemoto
riseerd voor het front van het ditmaal
niet zo erg talrijk opgekomen publiek
verscheen. De tel zijn wij kwijtgeraakt,
maar het was een groot aantal stukken
geschut, dat deze luchtverdedigers van
de grond op of achter hun wagens met
zich meevoerden.
Zij vormden het sluitstuk van een
parade, die ongetwijfeld langer was dan
in voorgaande jaren.. Terwijl kolonel
Wulfhorst afscheid nam van burgemees
ter jhr. mr. P. H. van Kinschot en
andere personen, marcheerden de troe
pen naar de Doelenkazerne of naar de
wagens en bussen, die hen naar hun
bases elders zouden terugbrengen. En
d'aar was het natuurlijk, voor zij op
eigen gelegenheid Koninginnedag kon
den gaan vieren, „wapenonderhoud" ge
blazen. Want water en wapens zijn twee
aartsvijanden.
Na afloop van deze parade ontving de
commandant van de Koksschool. luit.-
kolonel Th. H. Wessels, namens de gar
nizoenscommandant van 's-Gravenhage
wanneer wordt Leiden weer garni
zoensstad? in de kantine van de
Doelenkazerne een groot aantal militaire
en burgerlijke autoriteiten.
Tijdens de ontvangst in de Koks
school. De nieuwe commandant,
luit-kolonel Th. H. Wessels, in ge
sprek met de heren L. Questroo
middenen J. FVoorbij, resp.
vice-voorzitter en penningmeester
van de Ver. Koninginnedag-
(Foto L.D./Van Vliet)
Morgen is het een halve eeuw ge
leden, dat onze stadgenoot ds. M. J.
Punselie, het prediktambt in de Leid-
se hervormde gemeente aanvaardde.
Ds. Punselie, die deze gemeente ruim
dertig jaar diende, is thans reeds vele
jaren emeritus. Op 1 mei 1940 werd
hem eervol emeritaat verleend.
Moet ds. Punselie zich thans in ver
band met zijn hoge leeftijd hij is 83
jaar zeer ontzien, in zijn Leidse
dienstjaren was hij een zeer gezien en
om zijn gaven van woord en geest ge
liefde predikant. Het centrum van zijn
activiteiten lag in de wijkgemeente „Le
vendaal". Zo gaf hij hier o.a. de stoot,
dat het wijkgebouw met een kliniek
werd uitgebreid. Ook het jeugdwerk kon
onder zijn leiding belangrijk in kracht
toenemen.
Daarnaast legde hij ook grote belang
stelling aan de dag voor het christelijk
onderwijs in de Sleutelstad. Vele jaren
was hy voorzitter van de Ver. voor Chr.
onderwijs. Bij het 75-jarig bestaan van
deze vereniging werd hij benoemd tot
ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Marinus Johannes Punselie werd 8
december 1875 te Gouda geboren en be
zocht het Chr. gymnasium te Doetin-
chem, waarna hij aan de Rijksuniversi
teit te Utrecht theologie studeerde, na
eerst aan de Gem. Universiteit te Am
sterdam college te hebben gelopen.
In 1899 kandidaat geworden in Zee
land, aanvaardde ds. Punselie 25 febr.
1900 het predikambt te Kuinre, spre
kende over Gal. 5 13b, na tevoren te
zijn bevestigd door ds. L. ten Bosch uit
Groningen. In 1904 vertrok hij naar
Nijverdal waar hij intrede deed, spre
kende over 2 Cor. 4 5a.
Mijlpaal in
reorganisatie
Het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden kreeg woensdag een winst- en een
verliespost te boeken. De winst was de opening van de nieuwe Palestijnse afde
ling waarmee de reorganisatie van de eerste verdieping van het museum werd
afgesloten, het verlies was het officiële afscheid van dr. W. D. van Wijngaarden
als directeur. Dr. Van Wijngaarden heeft twintig jaar geleden het directoraat van
het museum aanvaard met de taakstelling, deze Rijkscollectie te reorganiseren
naar de eisen des tyds en de behuizing daaraan aan te passen. Tijdens dit direc
toraat vielen de crisisjaren, de oorlogsjaren en de moeilijke economische omstan
digheden nadien, zodat naar zijn eigen woorden ,,'s lands moeilijke financiële
omstandigheden" de onaantrekkelijke muzikale achtergrond vormden van zijn
arbeid. Noodgedwongen bleef die arbeid dan ook onvoltooid. Het strekte hem
niettemin tot voldoening, dat hij er desondanks in was geslaagd, door de opening
van de Palestijnse afdeling de reorganisatie van één verdieping nog voltooid te
zien tijdens zijn directoraat.
Deze nieuwe Palestijnse afdeling, waaromheen de bezittingen van aanverwante
culturen zijn samengebracht, is als gesloten beeld van meer dan 8000 jaar in dit
rijke cultuurgebied uniek voor het Europese continent. Slechts het British Museum
in Londen kan op vollediger collecties bogen, doch deze zijn niet op ook maar
enigszins vergelijkende wijze toegankelijk voor het publiek en zelfs niet voor
archaeologische studiedoeleinden.
Vrucht van vele
expedities
De reorganisatie van het Museum van
Oudheden zou eigenlijk reeds twintig
jaar geleden zijn gestart. De crisistoe
stand en dreigende oorlog verhinderde
dit.. De oorlogsjaren betekenden onder
brengen van het bezit- van het museum
op veiliger plaatsen Alleen het uiterlijk
aanzien van het museum kon toen zeer
aanzienlijk worden verbeterd.
Na de bevrijding ontbraken uiteraard
aanvankelijk de benodigde gelden. Daar
door kon eerst acht jaar geleden de
eerste gereorganiseerde afdeling in ge
bruik worden genomen. De opening van
de Palestijnse afdeling betekende de
afsluiting van de reorganisatie van de
eerste verdieping: ongeveer de helft van
de taakstelling van dr. Van Wijngaarden
was daarmee by zijn vertrek voltooid.
Die helft betekent niet, dat dr. Van
Wijngaarden heeft gefaald. Integen
deel, het is aan zijn weldoordachte,
rustige maar toch zeer actieve arbeid
te danken geweest, dat althans deze
helft tot stand is gekomen
De afdeling Palestina vormt de mid
denmoot van de nieuwe zaal als hoofd
bestanddeel van de hier ondergebrachte
collecties. De zaal bestaat eigenlijk uit
drie aansluitende gedeelten, n.l. de
Grieks-Egyptische afdeling, de Pales
tijnse en de afdeling met betrekking tot
Mesopotamie en aangrenzende gebieden.
De bezittingen van het museum op het
gebied van de Palestijnse archaeologie
zijn eigenlijk nimmer goed tot haar
echt gekomen. Voor 1929 bestonden zij
iit fragmentarische stukken, nadien
verd een rijke collectie verkregen als
/rucht van de expedities van prof. De
Liagre Böhl naar het gebied van
Sichem. In de laatste jaren werden be-
angrijke aanwinsten geboekt door de
ipgravingen van de British School of
\rchaeology in Jericho, waaraan onder
meer dr. H. J. Franken tot driemaal toe
heeft deelgenomen. Dank zij deze aan
winsten werd een aaneensluitende
archaeologische collectie verkregen over
3000 jaar cultuurhistorie uit dit gebied.
Deze aanwinsten vulden namelijk toe
valligerwijze de gapingen op in de tot
die tijd verworven bezittingen van het
museum. Deze achtduizend jaar beslaan
de periode van .7500 jaar voor tot 500
jaar na het begin van onze jaartelling.
De Palestijnse collectie toont voorna
melijk aardewerk, benevens enig brons-
en glaswerk, waaruit duidelijk het een
voudige karakter van de Palestijnse cul
turen spreekt Dit land is door de mil-
lenia heen een ..breukgebied" geweest,
waar zowel geologisch als cultureel en
religieus niet een bepaald patroon zich
gedegen en rustig kon ontwikkelen..
Uniek beeld
Deze collectie, welke thans een uniek
doorlopend beeld geeft over 8000 jaar,
biedt grote mogelijkheden tot verdere
ontplooiing. Het bezit van deze collec
tie verhoogt namelijk de kans. dat
door eigen expedities en door deelne
ming aan andere ondernemingen een
aanzienlijke verrijking en verdieping
wordt bewerkstelligd. De mogelijkhe
den vooral in Jordanië zijn door de
daar nog geldende wetgeving op het
gebied van uitvoer van archaeologi
sche vondsten legio. Er zijn nog geen
nauwkeurig omschreven uitgevoerde
plannen, maar het is geenszins onmo
gelijk. dat op korte termyn nieuwe
aanwinsten uit nieuwe expedities wor
den verkregen.
Afscheid
De opening van de nieuwe zaal werd
onder meer bijgewoond door burgemees
ter jhr. mr. F. H. van Kinschot, tevens
curator van de Universiteit; dr. F. Kleyn
eveneens curator, een vertegenwoordiger
van het ministerie van O. K. en W., de
secretaris van curatoren mr. N. F. Hof
stee, prof. dr. P. A. H. de Boer, die de
rector-magnificus, de senaat en de be
trokken faculteiten vertegenwoordigde,
de directeur van het Rijksmuseum voor
Volkenkunde dr. P. H. Pott, en de oud
hoogleraren dr. A. W. Byvanck archaeo
logie en oude geschiedenis) en prof. dr.
F. M. Th. de Liagre Böhl (talen en ge
schiedenis van Babylonië en Assyrië),
benevens uiteraard vele leden van de
wetenschappelijke staf.
Dr. Van Wijngaarden herinnerde er in
zijn openingswoord aan, dat. hy zich by
de aanvaarding van zijn directoraat als
taak had gesteld, het museum te reorga
niseren. De tijdsomstandigheden hebben
echter veroorzaakt dat eerst 8 jaar ge
leden de eerste vernieuwde afdeling in
gebruik kon worden genomen, en dat
thans op de dag van zijn afscheid de re
organisatie va de eerste verdieping haar
beslag heeft gekregen. Hij bracht dank
Het „hoofd rechts" heeft geklonken
Stram in de houding marcheert een
afdeling van de Koksschool aan
kolonel G. J. Wulf horst voorbij.
(Foto LD./Van Viiet)
aan allen, die daartoe hun medewerking
hadden verleend, zowel de autoriteiten
in Den Haag als de curatoren in Leiden
en in het bijzonder het personeel van
het museum.
Prof. dr. P. A. H. de Boer, sprekende
namens de rector magnificus, de senaat,
de theologische en literaire faculteiten
en ook de burgerij, schetste de ontwik
keling va.n de belangstelling voor de ar-
ohaelogie door het werk van Böhl, De
Groot en Simons en de activiteiten van
organisatie v. d. eerste verdieping haar
stituut voor het Nabye Oosten en het
Sichem-comité.
In zijn afscheidswoorden tot dr. Van
Wijngaarden sprak hü grote waardering
uit voor de sfeer, welke door de schei
dende directeur in het museum is ge
schapen op het gebied van de persoon
lijke verhoudingen. Hoeveel verwach
tingen men ook koestert van het werk
van zijn opvolger dr. Klasens (die eerst
gisteren uit Egypte zou terugkeren en
dus niet aanwezig kon zyn), toch wordt
het vertrek van dr. Van Wijngaarden als
een groot verlies gezien, zowel uit we
tenschappelijk oogpunt als ten aanzien
van de uitstekende onderlinge samen
werking, waardoor zijn directoraat voort
durend werd gekenmerkt.
Dr. H. J. Franken, die veel van het
materiaal bijeenbracht wat thans in
de Palestijnse afdeling te bewonderen
valt, zette de wetenschappelijke bete
kenis daarvan in een kort woord uiteen.
Tenslotte aanvaardde dr. Van Wijn
gaarden de jegens hem uitgesproken
dank en waardering in dien zin, dat deze
voor een groot deel toekomen aan zyn
medewerkers, die hem zijn arbeid steeds
hebben mogelijk gemaakt en verlicht.
De aanwezigen bezichtigden daarna
de nieuw ingerichte zaal, waarbij tevens
gelegenheid bestond, persoonlijk van dr.
Van Wijngaarden afscheid te nemen.
Onze oud-stadgenoot, de heer C.
van Wijngaarden, thans vicaris bij cie
Herv. Gemeente van Wassenaar, heeft
een beroep ontvangen naar de Ned.
Herv. Gemeente van Sebaldeburen en
Lutjegast (Grom.).
Ds. M. PUNSELIE
in zijn Leidse tijd.
Op 2 mei 1909 verbond hy zich aan
de Leidse gemeente, met een predikatie
over het tekstwoord „Want de Zoon des
mensen is gekomen om het verlorene te
zoeken en te redden" (Lukas 19 10).
Tijdens zijn langdurige ambtsvervul
ling hij was ook vele jaren belast
met de geestelyke verzorging van de
protestantse verpleegden in Endegeest
was hy een zeer gezochte predikant,
die zijn kracht niet zocht in het gebrui
ken van cliché-termen. Hij toonde zich
een „beeldhouwer van het woord Gods"
en had steeds een frisse kijk op het
evangelie, dat hij voor ouderen en jon
gen in een aantrekkelijke vorm wist te
brengen. De viering van zijn zilveren ju
bileum als Leids predikant in 1934
en zijn afscheid uit de actieve dienst
in 1940 hebben hem ongetwijfeld de
overtuiging bijgebracht, dat zijn pasto
rale arbeid in Leiden door zeer velen
hoog werd gewaardeerd. Nu reeds byna
20 jaar emeritus is hy, vooral onder de
ouderen, nog niet vergeten. Met dank
baarheid en hoogachting spreekt men
in deze kring nog steeds over dominee
Punselie
Bouw nieuwe Ulo
school iu zuid-west
Over enkele maanden
aanvang met bouw
Tijdens de woensdagavond gehouden
jaarvergadering van de Geref. School
vereniging heeft de voorzitter van de
Bouwcommissie, de heer J. H. de Jong.
aan de hand van tekeningen een uitvoe
rige uiteenzetting gegeven over de bouw
plannen van een nieuwe ulo-school in
zuid-west (aan het verlengde van de
Telderskade)
In de school, welke gebouwd wordt
volgens het zgi.. haltype, zullen zes klas
sen en een vaklokaal worden onderge
bracht. terwijl de hal een afmeting krijgt
van 10 by 22 meter. Het ligt in de bedoe
ling, dat over enkele maanden met de
bouw wordt begonnen, zodat het moge
lijk moet zijn de school volgend jaar te
openen.
De heer De Jong. die in zyn kwaliteit
van penningmeester tevens een uitge
breide toelichting gaf op de financiële
positie van de vereniging - zij is kernge
zond - ontving een machtiging tot het
aangaan van een geldlening, welke be
stemd is voor de waarborgsom van deze
nieuwe school.
De voorzitter, mr. M. Teekens, die
vooraf gesproken had over de vele acti
viteiten van de vereniging, dankte de
heer De Jong voor het vele omvangryke
werk, dat hy in beide functies in het af
gelopen verenigingsjaar heeft verzet.
Ook de secretaris, de heer D. de
Bruijn, schonk in zyn jaarverslag aan
dacht aan de vele verenigingswerkzaam
heden. Ondanks een tekort aan leer
krachten en de vele mutaties onder het
personeel, is men erin geslaagd het on
derwijs in de diverse scholen gunstig te
doen verlopen.
De vier aftredende bestuursleden wer
den bij acclamatie herkozen.
Jubileum J. Kromwijk
VEERTIG JAAR RU A. W. SIJTHOFF
Het was 31 maart 1.1. veertig jaar ge
leden. dat de heer J. Kromhout als leer
ling-letterzetter m dienst trad by A. W
Sijthoff's Uitgeversmaatschappij NV.
alhier. In verband met ziekte van de
heer Kromwijk kon dit jubileum eerst
heden worden gevierd. Daartoe uitge
nodigd werd de jubilaris en zijn echtge
note hedenmorgen door de directie in
aanwezigheid van chefs en een deputa
tie uit het personeel in de kantine van
de vennootschap ontvangen en gehul
digd.
De heer G. de Flines. directeur, dankte
de jubilaris voor de grote toewijding en
accuratesse, waarmee hij gedurende 40
jaren zijn werkzaamheden heeft ver
richt. Spreker memoreerde o.a. het feit.
Prof. dr. P. A. H. de Boei (links)
neemt namens Universiteit en bur
gerij afscheid van dr. W. Dvan
Wijngaarden-
(Foto L.D./Van Vliet)
vennootschap gedurende talrijke jaren
heeft gediend. Bij het vererend getuig
schrift der Ned. Maatschappij voor Nij
verheid en Handel werd de jubilaris
tevens de gebruikelijke enveloppe met
inhoud overhandigd, terwyi zijn echt
genote een fraai bloemstuk werd aange
boden.
De bedryfsleider wenste de heer
Kromwijk hierna geluk en sprak zyn
waardering uit voor het vele goede werk,
dat de jubilaris heeft verricht.
Voorts bracht een collega in een gees
tige toespraak de gelukwensen namens
het gehele personeel over en bood de
jubilaris een enveloppe met inhoud aan.
Een fraai uitgevoerd gedenkalbum ver
meldde de namen van hen, die aan dit
huldeblijk hebben bijgedragen.
Tenslotte dankte de heer Kromwijk
allen voor de hem gebrachte hulde en
de cadeaus.
De ontvanger van 's Rijks belas
tingen. de heer J. S. H. J. W. Bouma.
hoofd var het ontvangkantoor der in
voerrechten en accijnzen, alhiei, is by
Kon. besluit benoemd tot hoofd on tv an
ger van s Ryks belastingen, hoofd van
het ontvangkantoor der directe belas
dat ook de vader van de jubilaris de tingen en accijnzen te Heerlen.