V 15 3ËB 16 fAW 17 fiW 18 I »J 19 l'J 20 Hf 2/ /If 22 I '1 23 I Beiirsstimulansen zijn: gunstige conjunctuur en beleggingsaankopen Jan Traung hamert op samenwerking voor ontwerpen vissersvaartuig 18 TECHNISCHE GOEDEREN HET BLIJFT MAAR VRIEZEN! Intrinsieke waarde staat voorop President-directeur K.L.M. te Groningen Binnen 20 jaar is supersonisch verkeersvliegtuig in de lucht Ook in Nederland kan veel meer op dit terrein worden gedaan Naar meer halve overwegbomen Opgericht 1 maart 1860 Zaterdag 11 april 1959 Derde blad no. 29717 Advertentie 1 WOENSDAG W*W DONDERDAG VRIJDAG' ZATERDAG ZONDAG^ MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG I APRIL M APRIL W W APRIL 1 APRIL It APRIL B B APRIL B APRH Jf APRIL APRIL i WOENSDAG i 15 APRIL APRIL woensdag 15t/m vrijdag 24 april-Terrein Croeselaan Geopend van 9-8 uur. Toegangsprijs f2.80. CataJogu» f2.60, verkrflgbftav op bol torvela. INDUSTRIE i Algemene machinebouw, w.o. machines, apparaten en onderdelen voor kern energie, complete industriële installaties. Verbrandingsmotoren, stoommachines, -ketels en appendages. Elektrische installaties, w.o. elektromotoren, transformatoren, gelijk- richters, draad en kabel, schakelmateriaal, telefonie, telegrafie enz. Pompen, compressoren, blaas- en afzuiginstallaties. Apparaten en ventilatoren voor luchtbehandeling. Oven- en drooginrichtingeruDrijfwerken, tandwielenen mechanische overbrengingen. Grondstoffen en halffabrikaten. Machines, gereedschappen en apparaten voor de metaal- en de bont industrie. Handelsinformaties ep voorlichtingsdiensten. SCHEEPSBOUW: CascobonwIJzer, staal, non-ferro-metalen, kunststoffen. Voortstuwing! Scheepsmotoren, turbines, schroeven enz. Besturing en navigatieapparatuur: Stuur- machines, nautische instrumenten, radar, radio enz. Beveiliging: Brandbeveiligings materiaal, reddingsmateriaal enz. Laadgerel: Dekwerktuigen, lieren, kaapstanders e.d., laadbomen. Technische voorzieningen: Hulpaggregaten, w.o. pompen, compressoren, machines en apparaten voor luchtbehandeling, verwarming, koeling en stookinrichtingen. Elektrische uitrusting. Pijpleidingen, appendages, afsluiters, slangen. Grootkeukenin- etallaties en -machines. Onderhoud: Verven, lakken, vernissen e.a. conserverings-en cor- rosie-werende middelen. Handelsinformaties en voorlichtingsdiensten: Diversen. Aku verlaagt conversiekoers obligaties (Van onze financiële medewerker) Omzetten en koersverloop op de effectenbeurzen geven er sinds de laatste tjjd duidelijk blijk van, dat de tegenwoordige kapitaalbezitter een gTote voorliefde heeft voor aandelen, hoewel de vrees voor een nieuwe inflatie, althans voor de naaste toekomst, ontegenzeggelijk is afgenomen. Het zijn derhalve de betere ver wachtingen, die van de conjunctuurontwikkeling worden gekoesterd, waardoor de kapitaalbelegger tot de aandelenmarkt wordt aangetrokken en aan de koersstij ging tot dusver nog steeds geen einde is gekomen, in weerwil van het feit dat het koersniveau, met name in de V.S., een ongekende hoogte heeft bereikt en ook Amsterdam bijna elke week met nieuwe records voor de dag komt. In het midden gelaten of de beurzen zich hierbij aan overdrijving schuldig maken, kan niet worden ontkend dat de conjunctuur sinds korte tijd een gelukkige wending heeft genomen, die de economische perspectieven aanmerkelijk heeft verbeterd. Ook in het jongste rapport van de Economische Commissie voor Europa van de V.N. klinkt voor heel West- Europa een optimistische boon door, voornamelijk op grond van de mati ging, welke wordt betracht bij het stel len van looneisen, de bereikte stabili teit van het prijsniveau en de versterk te deviezenposibie in de meeste landen. Voor Nederland acht de commissie gun stige f actoren aanwezig voor een voort zetting, van de geleidelijke binnenlandse expansie, die in het laatste deel van 1958 is begonnen. Terecht wordt hierbij opgemerkt dat een volledig herstel van de economische bedrijvigheid in ons werelddeel voor een groot deel afhankelijk is van maatrege len In andere landen, omdat de export voor West-Europa een dominerende factor is. Het is daarom voor de econo mie van dit werelddeel van grote be tekenis dat de conj umotuurberiohben uit de V.S. gunstig blijven luiden en men daar zelfs een versnelde opbloei van het bedrijfsleven constateert. Deze komt vooral tot uitdrukking in de staalindustrie, die bijkans weer op volle toeren draait, waardoor de werk loosheid voor het eerst sinds geruime tijd is verminderd. Ook in de economi sche ontwikkeling doet zich een zeker versnellingsproces voor in dier voege dat als eenmaal het getij ds gekeerd, niet alleen de bestedingen van de ver bruikers toenemen, maar bij de ver schillende ondernemingen ook de voor raden worden vergroot, juist het omge keerde dus van wat geschiedt tijdens een recessie, waarin men zijn voorraden het liefst zo klein mogelijk houdt. Dat de grotere industriële activiteit tot dusver niet met een waardevermin dering van het geld gepaard gaat, mag worden aangemerkt als een bewijs dat ze op een gezonde basis berust, hetgeen voor een zeker niet onbelangrijk deel I zijn oorzaak vindit in de verhoogde pro- duktivibeit der ondernemingen, moge lijk gemaakt door de moderne produc tiemethoden, waarin ook ir. Otten van Philips een van de belangrijke hefbo men ziet voor de verhoging van het maatschappelijk welvaartspeil. Het grote gevaar in de ontwikke ling van dit proces bestaat hierin dat men geneigd is op de resultaten daar van vooruit te lopen door op korte termijn lonen en salarissen te verho gen en niet in het minst in de V.S. zal met dit gevaar ernstig rekening moeten worden gehouden. De bond j van staalwerkers aldaar zal, naar thans opnieuw wordt bericht, bq de vernieuwing van het arbeidscontract op 1 juli a.s. de eis van drie maanden vakantie per vijf jaar stellen als een middel om het aantal arbeidsuren te verminderen en de werkgelegenheid te vergroten. Het middel is zo eenvoudig als de dag, maar het komt in feite neer op een handhaving van de werkloosheid met behoud van vol loon ten laste van de bedrijven, waardoor de produktiekosten zullen stijgen, terwijl twijfelachtig is of die door een grotere arbeidsprodukti- viteit zullen kunnen worden opgevan gen. Is dit niet het 'geval, dan begint het proces van de recessie opnieuw, omdat de ondernemingen dan haar in vesteringen weer zullen moeten beper ken en een groter deel van de werkne mers dan zij het ongewild drie maanden en misschien langer met va kantie kunnen gaan. Of en in hoeverre dit gevaar werke lijkheid zal worden, valt niet te zeg gen, maar in elk geval heeft het 't beursoptimisme van de la-atste tijd niet kunnen doven, ook al is er deze week in het koersniveau van de aandelen markt te New-York geen grote wijzi ging gekomen. Het verdient de aandacht dat de Amsterdamse beurs zich sinds de laatste tijd niet meer in dezelfde mate als voorheen aan de koersbeweging van New-York gebonden acht. Voor een goed deel is dit het gevolg van het feit dat Nederland als industrieel land door vele buitenlandse kapitaal beleggers wordt „ontdekt", waarbij vooral de grote beleggingstrnsts op de voorgrond treden. De grote propa ganda, die ook in West-Europa voor het z.g. volkskapitalisme wordt ge maakt, leidt tot de oprichting van steeds meer beleggingsmij.cn, omdat door de deelneming hieraan van de kleine beleggers, de risico's, aan het bezit van aandelen verbonden, wordjn gespreid en derhalve beperkt. Het zijn deze beleggingsmij .en, die zich bij de samenstelling van hun por tefeuilles voornamelijk richten op de internationale waarden en de aandelen van grote, financieel sterke onderne mingen, waarvan de koersen dan ook nog voortdurend stijgen. Aandelen Koninklijke, Unilever, Philips, Aku, Amsterdamsche Bank, Hoogovens, Van Ommeren, Van Gelder e.d. zijn bij de beleggingsmij .en favoriet en naarmate deze fondsen op een hoger peil komen te liggen, staat te wachten, dat de lijst van aan te kopen fondsen zal worden uitgebreid. Het feit dat het aandelenrendement in ons land nog altijd niet onbelangrijk hoger ligt dan in vele andere landen Amerika, Duitsland, Zwitserland oefent uiteraard op de beleggingstrusts een grote aantrekkingskracht uit, zo mede het geleidelijk herstel van de Nederlandse conjunctuur, welke tot uitdrukking komt in de prognose voor 1959 in vele thans gepubliceerde jaar verslagen, die, algemeen gesproken, niet tegenvallen. In het eerste kwartaal van dit jaar hebben blijkens een opgaaf van het Finamoieel Dagblad 108 maatschappijen, waarvan de aandelen offioieel worden genoteerd, het dividend aangekondigd of betaald, waarvan 34 de uitkering hebben verhoogd, 14 haar hebben ver laagd en 60 eenzelfde percentage als dat over 1957 uitkeren. De afgelopen week geeft -in dit opzicht weer een gun- tig beeld. Zo declareert de Hoogovens 18 tegen 16, Indola 14 tegen 13, Wer- niink's Beton 8 tegen 7. Hollandsche Be ton 14 tegen 12, Machinefabriek Hen- sen II tegen 10. Slavenburg's Bank 8 tegen 7 pot., terwijl bijv. de Industriële Mij. Zutphen weer 20% uitkeert, maar over een vergroot kapitaal. De onder nemingen, die het dividend verlagen, zijn ook deze week ver in de minder heid, terwijl in vele gevallen de uitke ring over 1957 voor 1958 wordt gehand haafd. Hoewel dividend en rendement ook voor de beleggingsinstituten geen ver waarloosde factoren zijn, hechten zij in nog sterkere mate betekenis aan de financiële positie en de commerciële vooruitzichten van de bedrijven, om dat deze „groeimogelijkheden" voor de aandelenkoersen betekenen. De uitermate conservatieve lijn, welke door vele directies van Nederlandse ondernemingen ook ten aanzien van de uitdelingspolitiek wordt gevolgd, heeft de innerlijke positie dermate versterkt, dat de intrinsieke waarde van de aandelen ver boven de beurs koers uitgaat. Een sprekend voorbeeld hiervan toomt bijv. de Amsterdamsche Droogdok, die in haar versilag mededeelt dart haar duurzame produktiemidjdelen, met f9 op de balans voorkomende, een vervan gingswaarde hebben van f72 miljoen, of, na afschrijvingen, gebaseerd op de vermoedelijke gebruiksduur, van f 33Vi miljoen, een bedrag dat 600% van het kapitaal uitmaakt. En hoe voorzichtig men bij de uitbreiding van het bedrijf te werk gaat .blijkt uit het feit dat voor de financiering van een tweede bedrijf voor het dokken van grote schepen f29 miljoen aandelen worden uitgegeven, waarop gedurende de eerste vijf jaar niet meer dan 5% zal worden betaald, doch die daarna in gewone aandelen kunnen worden geconverteerd, waarop over 1958 20 dividend wordt uitge keerd. De rentabiliteit van het ouie kapitaal wordt dus zoveel mogelijk in stand gehouden en de beurs heeft dit weten te waarderen door de koers van de aandelen in twee dagen 30% te doen stijgen. Een andere opvallende gebeurtenis was deze week de aangekondigde aflos sing van f2.9 miljoen 4% converteer bare obligaties AKU, waarvan de helft verplicht en de wederhelft vervroegd. Daar deze aflossing voor de eerste helft pari, voor de tweede helft a 103% kan geschieden en de koers van de obligaties vóór de genoemde aankondi ging 108 110 was, zou de aflossing per 1 juni a.s. dus voor de houders een gevoelig koersverlies betekenen. De dlreotie van de AKU heeft hen hier voor eohter gevrijwaard door de verla ging van de conversiekoers. Deze is krachtens de trustaote 340% (twee obli gaties kunnen met f 1400 toebetaling te gen f 1000 aandeel worden verwisseld) en ondanks de aanmerkelijke koersstij ging van de aandelen, die begin 1957 nog 137% noteerden en kort vóór de aankondiging van de aflosbaairstelling van f 2.9 miljoen obligaties ca. 290%, biedt een conversie op die basis dus nog geen voordeel. De aflosbare obligaties kunnen nu in aandelen worden verwis seld tegen een koers, die het gemiddel de is van vijf aan 15 mei voorafgaande middenkoersen, verminderd met 20%, het slotdividend over 1958 ad 8% en vijf De president-dierecteur van de KLM, de heer I. A. Aler, heeft gisteravond voor leden van lrDe Commerciële Club" te Groningen in een rede over de in trede van het straaltijdperk in de bur gerluchtvaart voorspeld, dat de super sonische verkeersvliegtuigen die nu in twee van de zeven grote Amerikaanse fabrieken van verkeersvliegtuigen „op de plank staan" over 15 tot 20 jaar in de lucht zullen zijn. Deze toestellen zul len met een snelheid van 3000 kilometer per uur op 20 kilometer hoogte vliegen. Grote groei De ontwikkeling van de burgerlucht vaart als verkeersindustrie is eigenlijk maanden rente, wat wil zeggen dat de stukken, welke straks zullen worden uit geloot, met ca. 113% zullen worden af gelost. Intussen zijn deze week niet alleen de aandelen verder in koers gestegen, maar ook de obligaties, de laatste tijdelijk zelfs tot 125% en de houders, die bij de te houden loting uit de bus komen, lijden dus een koersverlies. Daar 1/10 deel van de lening word/t afgelost, is de kans op dat koersverlies 1 op 10, het geen blijkbaar voor de beurs geen belet sel is om voor de obligaties meer dan 113% te betalen. Na Philips en Unilever, waarvan de aandelen deze week nieuwe hausse- sprongen maakten, wordt thans ook de AKU beschouwd als een concern met mooie perspectieven, waarbij de hoge intrinsieke waarde van de aan delen ongetwijfeld ook in rekening wordt gebracht. En zo blijft het maar vriezen op de beurs! na de tweede wereldoorlog goed begon nen en gaat razend snel. Werden in 1938 4,5 miljoen passagiers vervoerd over een gemiddelde afstand van 600 kilometer, in 1958 was dit aantal 89 miljoen over een gemiddelde afstand die veel groter is. Het vrachtvervoer is honderdmaal zo groot geworden en het postvervoer is vervijfvoudigd. En deze groei duurt on verminderd voort. De heer Aler verwacht, dat over tien tot twintig jaar de zakenreizen voor het merendeel per vliegtuig gemaakt zullen worden omdat men in minder dan aoht uur van Amsterdam in New York vliegt inplaats van zes dagen vrij te moeten nemen om een reis per boot te maken. Niet rendabel De kosten van het luchtvervoer op korte afstand (minder dan 500 kilome ter) zqn niet rendabel te maken, aldus de heer Aler, althans niet met de hui dige helikopters. In de nieuwe vliegtui gen van het type Douglas DC-8 is drie maal zoveel vrachtruimte als in de hui dige. De heer Aler verklaarde voorts, dat de grotere snelheden die zo -om de vijf jaren worden verkregen, niet gaan ten koste van een hogere kostprijs per pas sagier-kilometer of ton-kilometer. Dit in tegenstelling tot het grond- en water vervoer. (Van onze speciale verslaggever) Rome, april. - Hij maakte een vermoeide indruk. En hij aarzelde een moment met het geven van zijn mening over de prestaties van Nederland op het gebied van het bouwen van vissersvaartuigen. Jan Olaf Traung, veertig jaar oud, een Zweed en al acht jaar de scheeps ontwerper van de FAO, de wereldvoedselorganisatie. „Weet je wat in jullie land ontbreekt? Een bureau, dat de werven adviseert bij het ontwerpen van nieuwe vissersvaartuigen. Dat mag van mij een over heidsorganisatie zijn. Als het werk maar wordt gedaan. De werven zijn zelf te klein om het kostbare onderzoekingswerk voor het ver krijgen van ontwerpen van vissersvaartuigen, die de toets der kritiek beslist kunnen doorstaan, uit te voeren. En het is toch wel een beetje een wonderlijke zaak, dat jullie J. G. de ^Vit van de scheepvaart inspectie op dit terrein heel veel goed werk doet, omdat hij er toevallig veel belangstelling voor heeft. Als hij het niet zou doen, zou niemand het doen Het klonk hard, maar het is toch niet minder waar. Op het gebied van het wetenschappelijk onderzoek voor de bouw van moderne vissersvaartuigen wordt inderdaad nog niet veel gedaan in ons land. En het is geen kwestie van het ontbreken van vakmensen. Die zijn er wel. Het is meer een kwestie van organisatie. Jan Olaf Traung is een rijzige Zweed, die als het ware op een schip is geboren. Hij staat er mee op en hij gaat er mee naar bed. Zijn voorvaderen en zijn vader waren scheepsontwerpers en bouwers. Zelf bouwde hij voor de oorlog en in de oorlogsjaren plezierjachten op een kleine werf. Later schakelde hij over op kleine oorlogsschepen voor de Zweedse marine. En weer later, tegen het einde van de oorlog, ontwaakte zijn interesse voor het vissersvaartuig. Hij ging op stap door Scandinavië en keek goed uit zijn ogen op de werven voor vissersvaartuigen, die hij bezocht. Eén ding viel hem onmiddellijk op, Zweden, Denen en Noren bouwden voor de visserij op dezelfde visgronden ver schillende typen van vissersvaartuigen en zij beweerden allemaal om het hardst dat zij de beste schepen bouwden. Jan Olaf verwonderde zich hierover. Hij vond, dat het niet klopte. Het moest toch mogelijk zijn om óók in de visserij tot meer eenheid te komen. Maar hoe? Modem geschoolde scheepsontwerpers kwam hij op de werven voor vissers vaartuigen maar weinig tegen. Er werd gebouwd volgens traditie. De kunst van het bouwen van een zeewaardig houten vissersvaartuig de „snik" ging van vader op zoon over. Internationaal contact Zó werd in het brein van de lange Jan Olaf het idee geboren voor de uitwisseling van ideeën tussen scheep vaartontwerpers van Scandinavië over de bouw van een vissersvaartuig. En vooral ook een uitwisseling van erva ringen met de verschillende typen vaartuigen. Dit Scandinavische con gres werd omstreeks 1950 in Gothen- borg gehouden. En heel toevallig stapte daar de Brit „commander" A. C. Hardy binnen. Een man van naam in de wereld van de ontwerpers van vissersvaartuigen. Een man met frisse en moderne ideeën. Het gesprek tus sen de heren Traung en Hardy, die op hun gebied gerust pioniers kunnen worden genoemd, leidde tenslotte tot het organiseren van het eerste inter nationale congres voor ontwerpers van vissersvaartuigen, dat in 1953 in Parijs werd gehouden en in Miami werd voortgezet. I i i Een congres onder auspiciën van de F.A.O. „Voordat ik Hardy ontmoette, had ik nooit van deze organisatie ge hoord", zegt Jan Olaf en hij glimlacht verontschuldigend. De rest ging vanzelf. Het contaot met de F.A.O. werd voor Jan Olaf van lan gere duur. Hij werd dè scheepsontwer per van de Verenigde Naties en hij kreeg de kans om in alle landen van de wereld vooral in de tropische landen, de vissers en de scheepbouwers te leren, hoe zij goede schepen kunnen bouwen en benut ten om meer en op makkelijker wijze Vis te vangen. Jan Olaf Traung, dé scheepsont werper van de Verenigde Naties. Hij leverde daarmee een bijdrage tot het oplossen van het wereldvoedsel- vraagstuk, dat nog altijd en helaas een ontstellende realiteit is. Een groot deel van de wereldbevolking leidt honger!! Verbeterde vismethoden en moderne schepen ziet hij als een bijdrage voor het lenigen van de nood van vele vol ken: het ontbreken van voldoende en goede voeding om in het leven te kun nen blijven. Overal ter wereld Olaf Traung wijdt met enthousiasme uit over zijn itaak. Hij vergeet daarbij de vermoeidheid, die het congres in Rome hem bezorgt. Hij trok naar India en hielp. Hij trok naar Tunesië en hielp Hij hielp New-Foundland na de oorlog met het moderniseren van de vissers vloot. En zijn helpers trekken er nog elke dag op uit. Dr. Meschkat naar Brazilië om de vissers op de Amazonerivier .te leren, hoe zij meer vis kunnen vangen en hoe zij deze vers aan de markt kunnen aan voeren. Dr. Kreuzer, die dezer dagen naar Tunesië vertrok om de vissers een goede methode voor het beter drogen van vis te leren. Dag in en dag uit gaat dat gigantische werk voort. Vaak met eenvoudige mid delen. Zoals dr. Meschkat deed toen hy voor de vissers van de Amazone-rivier een eenvoudige houten kist met gaten in de bodem timmerde als „proto-type" voor een bun, waarin zij de gevangen vis levend kunnen bewaren En Nederland Hij hamert op samenwerking. „Natuur lijk overdrijf ik een beetje, wanneer ik zeg, dat de schepen in Duitsland en Engeland beter zjjn dan de Hollandse treilers van dit moment. De Hollandse stalen kotters zijn prachtig. Scandinavië wil ze graag hebben. Méér zonder wetenschappelijk onderzoek gaat het niet meer. Japan heeft vijfenzestig wetenschappelijk geschoolde ontwerpers van vissersvaartuigen in regeringsdienst, die de werven en vissers helpen en de bouw van moderne vissersvaartiugen stimuleren. Japan heeft aan zijn Tech nische Hogeschool in Tokio zelfs een professor, die college geeft in het bou wen van vissersvaartuigen. Dat moet toch wel wat zeggen". En hij neemt zijn breed en donker gerande bril af om dit met een zwaai van zijn lange armen te onderstrepen. Voor de kleiine landen is het een noodzaak om te komen tot samenwer king en concentrering van de krachten, die het weten kunnen. En Nederland behoort daar beslist ook bij. Het ont werpen van nieuwe vissersvaartuigen is tè belangrijk om het te laten afhangen van mensen, die er toevallig belangstel ling voor hebben en dit als een hobby te beschouwen. Het kan altijd beter „De samenwerking van zes werven van vissersvaartuigen in Nederland met het proefstation in Wageningen en de Technische Hogeschool in Delft is in elk geval al iets. En ik ben nieuws gierig naar de resultaten van de praktische proeven op de Noordzee met de schepen, die daarvoor als ge volg van de modelproeven in de tank in Wageningen zijn uitverkoren. Laat echter nooit de nationale trots preva leren en de overtuiging, dat jullie toch de beste schepen bouwen. Het kan altijd beter en het is gevaarlijk om achter de fouten aan te lopen Overal wordt gevist. Een [oto van Davidson Thomas, medewerker van Jan Olaf Traungvan de vis serij met dory's In de golft van Mexico. Met een ringnet wordt de vis tezamen gedreven in een door vissersboten tenslotte afgesloten vierkant 75-jarig jubileum Calvé Delft (Van onze Haagse redactie) Ter gelegenheid van het 75-jarig be staan van de N.V. Oliefabrieken Calvé-Delft is men gisteren bijeen gekomen in de grote zaal van Stads- doelen te Delft, waar de minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorzie ning a.i. ir. C. Staf zijn gelukwensen aanbood en meedeelde, dat de direc teur der onderneming, ir. S. J. Eelk- man Rooda, door de Koningin is be noemd tot officier in de Orde van Oranje Nassau. Na voor deze onderscheiding zijn dank te hebben betuigd, hield ir. Rooda een rede, waarin hij de geschiedenis van Calvé releveerde. Hij maakte tevens bekend, dat aan het personeel een extra gratificatie zal worden verstrekt en hij FaXS Wil Uw hoofd steeds lang zamer en Uw ledematen sneller sneller SNELLER Past U dan toch op Uvr gezondheid.' Bespreek nog tijdig een rustige (na tuurlijk een Iissone-Lindeman) va kantie, want die heeft U dan hard nodig. Bijv. 10/17 d. Lagano f 23fi^f355^ 8 d. Airtour vliegreis Wenen f 361.- 18 d. Griekenland f 1250.- Neerlands eerste reisbureau Het aantal ongelukken op onbewaak te spoorwegovergangen was in 1958 niet hoger dan in het jaar daarvoor. Het aantal ongelukken met dodelijke afloop en het aantal doden was vorig jaar wel groter dan in 1957 (37 doden tegen 19), maar daarbij hebben de soorten voer tuigen, dat bjj de ongelukken betrok ken waren, een rol gespeeld. Minister mr. J. van Aartsen merkt in zijn memarie van antwoolrdj aan dia Eerste Kamer op zijn begroting van Verkeer en Waterstaat voor dit jaar verder op, dat de ervaringen met be veiliging van overwegen door automa tisch werkende halve sluitbomen gun stig zijn. Medio maart 1959 waren reeds 72 overwegen in ons land door middel van automatisch wei-kende halve bo men beveiligd, waaronder 60 overwegen, die voorheen waren bewaakt. Invoering van een beveiling door middel van auto matisch werkende halve overwegbomen bij thans reeds bewaakte overwegen, houdt inderdaad voor het wegverkeer en voor de Nederlandse Spoorwegen econo mische voordelen in. Verschillende fac toren evenwel, zoals de plaatselijke si tuatie, de samenstelling en de intensi teit van het verkeer, het aantal te krui sen sporen enz. kunnen oorzaak zijn, dat toepassing van een dergelijke instal latie uit veiligheidsoverwegingen in sommige gevallen niet aanvaardbaar- kan worden geacht. Op grond van een en ander is de mi nister van oordeel dat het uit Amerika afkomstige systeem van automatisch bediende halve overwegbomen in veel gevallen de voorkeur verdient boven an dere middelen van beveiliging. Aan het bij de Nederlandse Spoorwegen aanwe zige streven naar een verdere uitbrei ding van de toepassing van dit beveili gingssysteem zal door het departement zoveel mogelijk medewerking worden verleend. overhandigde aan de burgemeester van Delft, de heer D. de Loor, een bedrag van f. 10.000 ten behoeve van het jeugd werk in de Prinsenstad. Het geld zal in overleg met Calvé worden besteed. Hierna bracht burgemeester De Loor de gelukwensen namens de gemeente Delft over, waarbij hij tevens voor het geschenk dank zegde. Het woord was daarna aan ir. J. A. P. Franke, direc teur-generaal van de Voedselvoorzie ning, die o.m. opmerkte het van betekenis te achten, dat Calvé als belangrijke voedingsmiddelenindustrie haar stem laat horen bij het tot ont wikkeling brengen van de Europese economische gemeenschap.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 11