Modinette heeft het vak in haar vingers
„Aan moeders rokken..?"
ZATERDAG 7 MAART
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 4
DE OPLEIDING IN ONZE NATIONALE CONFECTIE-INDUSTRIE
CC HUSVPCUW VAN NEDERLAND
iF^n i 30%wd vnje tijd in het
10%vd gehuwde vrou- week.ena werkt de
wen werkt ineen beroep vrouwi d huishouding
40% vd huts* rouwen
bezit eenwesmachine
het bed opmaken
vraagt een enerqiev4.2
calorieën per mlnuu t
(een flinke wandeling
vraagt ca 3,5 calorieën
78% van de vrouwen
doet aan handwerken
30°/ovan de vrouwen -• - <5=5
staat door de week jl%vd vrouwen staat op
zon^na8uu^o^^
In onze nationale confectie-industrie werken
ongeveer 50.000 modinettes. Per jaar is er, bij een
ruw geschat verloop van 20 een aanwas van
ongeveer 8000 nieuwelingen. Van deze 8000
meisjes worden er de laatste jaren steeds meer
opgevangen door de Stichting Vakopleiding Con
fectie Industrie te Amsterdam. Tot nog toe be
haalden 1776 meisjes het diploma van modinette
(11 jongens dat van confectie-kleermaker). Ge
noemde stichting is nog jong; zij kwam in 1954
op initiatief van het bedrijfsleven tot stand en
ontwikkelt in het kader van het leerlingenstelsel
een moderne vorm van nijverheidsonderwijs.
Hieraan nemen thans 72 van de 1248 confectie
bedrijven (met minstens 10 werknemers) deel,
waarbij het technische gedeelte in de ateliers ge
geven wordt en de algemene vorming op de huis
houdscholen. Tot de 72 aangesloten bedrijven
behoren de allergrootste; zij vertegenwoordigen
tezamen tegen de 14.000 personeelsleden, meren
deels modinettes.
Het woord „modinette" wekt verwachtingen,
het is modieus, het past in de sfeer van woorden
als coquet, elegant, aigrette, vedette, robe, cock
tail, enz., enz. Maar toen wij het voor de eerste
keer hoorden gebruiken, werden we argwanend.
„Het is natuurlijk een mooi woord voor atelier
meisje", dachten we. „Men wil een beetje Parijs
doen, daar hebben ze óók modinettes, de afgestu
deerde confectienaaistertjes, die ze vroeger „midi-
nette" noemden. De naaister heet daar „coutu-
rière".Och, waarom moet dat in Nederland
ook allemaal zo'n akelige naam hebben? Huis
naaister, ateliermeisje, machinestikster, en wat
dies meer zij.Waarom zouden wij, die al zo
lang gaan in het voetspoor van Parijs, onze ge
woonten ook op dit punt niet eens grondig ver
anderen?
schema voor de modinette ontworpen.
Zij moet de hele dag precieze verant
woordelijke arbeid doen en pas als ze
dat jaren gedaan heeft, is ze gevormd
d.w.z. zijn haar concentratievermogen
en haar verantwoordelijkheidsgevoel
ontwikkeld".
..Dit slaat dus op de vorming van de
persoonlijkheid, maar hoe staat het
met de technische bekwaamheid!" vra
gen wij. „Moeten ze niet altijd één
ding doen? Elke dag mouwen instikken
of zakken opnaaien", enfin, ons naai
stersjargon lijkt in de verste verte niet
op de vaktaal van de confectie
„De vakopleiding geeft een differen
tiatie voor zes machines", vernemen
wij. Een blik in het lesrooster leert ons.
dat dit een stuk of dertig punten om
vat, voornamelijk zeer gevarieerde
technische bekwaamheden, zowel met
de machine als met de hand, verder
theorie. Het werkboekje dat de leerling
moet bijhouden, geeft een duidelijke
indruk van de kennis tn bekwaamheid
die ze zich moet eigen maken. Grappig
om te bekijken: opgeplakte schapen en
katoenpluksters illustreren de stoffen-
kennis (waarvoor de instructrice in het
bedrijf een flinke collectie stalen ge
bruikt): vlechtmatjes stellen de ver
schillende weefsels voor; een spinne
wiel doet ouderwets aan naast de in
cellofaan verpakte poederachtige
grondstoffen van de synthetische tex-
tielvezels. Onder het hoofdstuk ..Ma
chinekennis" lezen we:
„Houding voor het naaien. Je
moet rechtop zitten met je rug tegen
de stoel aan. Je voeten zet je op het
pedaal. Je rechter voet naar voren.
je linker een stukje naar achteren.
Je moet niet gebogen zitten, want
dan loop je kans dat alles in dc war
komt".
Aandachtig kijken we nu naar het
werk van de modinette. Ja. nu zien we
het ook: ze moet deze stof met een
bepaalde beweging onder de naald leg
gen, en een andere stof weer anders.
Gevoel
DE ene lap is glad en rafelt aan
alle kanten de andere is stug.
hoe kun je die nu het beste vast
houden? Ze krijgt er een bepaald ge
voel voor: voor het aanzetten van een
tailleband wordt weer een andere han
digheid vereist dan voor het „stolpen"
van kraag en revers. En bij dit alles
óók nog snappen hoe de machine werkt
het is knap!
En dan de nieuwe stoffen! Deze
brengen, althans in de damesconfectie.
allerlei verrassingen. Wie zelf naait,
weet. hoe eigenzinnig een onbekend
weefsel kan zijn! Wat is het confectie-
De instructrice kent alle kneepjes
van het vak.
Modinettes in de „klas".
„De machine is niet dood!" ver
klaart de controleuze vurig, „want ze
kan niets doen als de stof er niet
met de hand onder wordt gelegd!
En die hand moet een naaistershand
zijn! Neem nu eens het binnenwerk
van dit mantelpak. Als je dat zó
onder de machine legt, komt er
niets van terecht, je moet het zó
doen!"
Ze legt ons de kneepjes van het vak
uit, terwijl de instructrice zich met het
meisje bezighoudt. We beginnen nu te
begrijpen, dat slechts naaistershanden
dit geraffineerde werk kunnen. Nu
zegt de lezeres misschien: „naaisters-
handen heb ik ook!" Vergis u niet!
Gewone naaistershanden zijn nog geen
modinettehanden, want die moeten
een enorme souplesse hebben en bo
vendien zoveel wetenWetende
handen zijn het.
Denkschema
bedrijf toch een levend iets! Wat moet
het steeds op z'n qui vive zijn! Door
lopend wordt het belaagd door de
voortsnellende techniek, de mode, de
smaak, de conjunctuur en de arbeids
markt en niet het minst door de ge
aardheid van de moderne jeugd. Zo
vertelt men ons. dat de teenager van
nu niet meer in de tredmolen wil lopen
zoals de vorige generatie, ze wil wat
anders! Ook in dit opzicht betekent de
moderne vakopleiding een aanpassing
aan het meisje-van-onze-tijd. Wat
niet wil zeggen, dat het filantropie is.
Hier raken we aan het tempo.
Tempo
Tijdens de opleiding wordt onge
veer 30 van het normale tempo
gehaald. Rustig geven de leer
lingen een japon, mantel of heren
colbert, in de diverse produktiestadia,
aan elkaar door, öf over gewone ta
fels of over een band die zó traag
kruipt dat het is of-ie stilstaat. Lang
zamerhand wordt het tempo opge-
H and werksters ook in de eonfeette
onmisbaar.
gevoerd tot het nol-male gemiddelde,
dat straks op het atelier wordt ver
eist.
We hebben een examenstuk bewon
derd, een blouse, die door één meisje
in 18.3 minuut in elkaar was gezet. In
de examencommissie zit, behalve een
„kwaliteitsman", dan ook een „tijd-
man". Voor de verschillende hande
lingen, welke aan één stuk voorko
men, zijn de tijden tot in seconden in
gedeeld. Wist u, dat er in de confectie
ongeveer 500 verschillende handelin
gen bestaan, verdeeld over de groepen
A, B, C en D, welke resp. een graad
van bekwaamheid vertegenwoordigen
en de norm aangeven voor de beloning
volgens de CAO?
Wat het beroep van modinette,
vooral de tegenwoordige opleiding
daartoe, voor het meisje zélf en voor
haar toekomst kan betekenen, willen
wij een volgende keer belichten.
verslaggeefster zien wij, die alleen
maar onze pen kunnen vasthouden,
niet voor een honderdste wat haar ge
oefende ogen opmerken.
We komen in de „klas", een speciale
afdeling, waar, wat afgezonderd van,
maar onder één dak mét het bedrijf,
tientallen leerlingen ingespannen ach
ter diverse machines zitten te oefenen.
De veertien jarigen, die nog niet mo
gen werken, blijven een vol jaar in
deze klas; de vijftienjarigen en oude
ren, voor wie de opleiding natuurlijk
ook een jaar duurt, gaan na enkele
maanden het bedrijf in, om de voor
het examen vereiste bekwaamheden
verder onder de knie te krijgen. Dit
betekent, dat ze dus telkens een ander
plaatsje krijgen, waar ze dus mee-
produceren en o.a. hun tempo leren
opvoeren, maar tegelijkertijd de ver
eiste opleiding voltooien, want aan het
lesrooster mag niet worden getornd.
Rrrrteen naadje
e arbeidsvitaminen uit de luid-
D sprekers overstemmen soms het
geronk der machines. Dét is dus
het werk. Rrrteen naadje
zzzzzttteen stikselis dat nu
geen routinewerk? Dat je na een
poosje volledig beheerst en waarbij je
dan nooit meer hoeft te denken? Is
een machine een stuk dood mechaniek
dat altijd hetzelfde reageert en waar
voor je, met een eingszins paradoxale
beeldspraak, „je hand niet hoeft om te
draaien?" Een dood element? Waarbij
je gerust naar je lievelingssong kunt
luisteren of een praaje maken met je
buurdame?
WIJ verlangen dat de meisjes de
gehele dag denken, omdat het
materiaal dat vraagt", vervolgt
mej. Paulien, „het is slag", net beweegt
We hebben dan ook een speciaal denk-
We bleven niettemin op onze
hoede. Zo'n naamsverandering
heeft natuurlijk slechts zin, als
er ook in werkelijkheid iets veranderd
is met het beroep van confectienaai-
ster, 6telden we voor onszelf vast.
Enals zo'n verandering dan ook
nog een verbetering is! Als 't een be
roep is, waarmee je voor de dag kunt
komen, waarvoor een behoorlijke scho
ling vereist is en niet slechts de feil
loze routine van een automaat. Eerlijk
gezegd, wanneer bij een of andere
modeshow door de confectionairs hoog
werd opgegeven van „de handen die
het maken", kregen wij het idee, dat
de ateliermeisjes geflatteerd moesten
worden. Dat het echter geen hol com
pliment is geweest, doch er de laatste
jaren daadwerkelijk zeer veel gebeurt
om het beroep van modinette of con-
fectienaaister, behalve een zekere
standing, vooral ook meer werkelijke
waarde te geven, hebben wij kunnen
constateren, zodra we erop uitgingen
om onze nogal negatieve gedachten
aan de praktijk te toetsen.
We mochten mee op een controle-
tocht met een der controleuses
van de Vakopleiding Confectie
Industrie, mejuffrouw E. M. Paulien
uit Haarlem. Zij komt zelf uit het
confectiebedrijf voort en geeft haar
ogen in de ateliers goed de kost. Als
Profiteer dus van hun mede
deelzaamheid. zolang het nog
kan.
De grote wereld is er heus op
uit, ze zo snel mogelijk van
weg te kapen.
En dan is 't te laat, ze weer
rond U te krijgen
FANTASIO.
Foto Will Elselin, Rijswijk.
WIE denkt bij dit plaatje
niet aan het véél gehoor
de „Hij hangt aan moe
ders rokken?"
Nu moet U vooral niet den
ken, dat 't altijd zó zal blijven.
Vóór U 't weet, moeders, gaan
de beentjes van uw kind een
eigen weg en staat U eenzaam
aan de kant.
Op déze leeftijd echter, is er
nog 't vertrouwen en de aan
hankelijkheid. die U zich altijd
van het moederschap heeft
voorgesteld: Uw jongen of uw
meisje komt bij U aandraven,
zodra ze iets op hun hart heb
ben, ze pakken U met hun
kleine handjes héél vast beet,
als ze een geheimpje hebben.
't Mag een mooi, een vrolijk
of een droevig geheimpje zijn,
dat komt er niet op aan.
Moeder móet 't weten, want
wie zou 't ènders moeten
weten?
ZO'N hollend geval achter U
aan geeft toch wel een
prettig gevoel. Dat duurt
maar een paar jaar en fssst
wég zijn ze.
Aan de wandeling met
vriendjes of vriendinnetjes en
U heeft 't nakijken.
Wéér een paar jaar later en
U weet helemèól niet meer,
waar ze zitten.
Dat is tegenwoordig eerder
aan de orde dan vroeger, toen
de band met het ouderlijk huis
de enige band was, die er voor de
jeugd op één kwam.
Alles is er op udut de kinde
ren zelfstandig te maken, vóór
ze er de leeftijd voor hebben.
Dat is niet alleen de schuld
van alles wat hen omringt,
maar ook de schuld van heel
wat ouders, die er 't liefst zélf
op uit trekken en de kinderen
aan hun eigen lot overlaten.
DIT ventje is gelukkig nog
op de leeftijd, dat z'n
liefste vriendin z'n eigen
moeder is, die hij voor niets
anders zou willen missen.
„L'uister nu toch" schijnt hij
dringend te willen zeggen.
Alle moeders in élle landen
hebben 't tegenwoordig zó druk.
dat ze nauwelijks oor en oog
voor haar peuters hebben.
Al vinden ze 't natuurlijk
leuk, dat Henkie haar zo drin
gend in z'n wereldje betrekt, er
zijn nog zó veel boodschappen
te doen, er is nog zóveel om te
wassen, er moeten nog zóveel
bedjes opgemaakt worden en
moeder heeft nog zóveel af te
stoffen, dat Henkie er nauwe
lijks aan te pas komt, om zijn
bedrukt of biy gemoed op haar
af te wentelen.
HU rukt heftig met z'n
knuistjes aan Moeders
rok. „Sta nu eens éven
stil en hóór toch, wat ik op m'n
hart heb" denkt-ie.
Als U een góede moeder bent,
dan staót U stil en U luistert.
Hóe moeilijk misschien ook:
met allebei uw oren!
Als U een sléchte moeder
bent, dan zegt U „Schiet op
Henkie, nu heb ik geen tijd
voor je. Hou je mond en ga
spelen".
Als U nooit een minuut over
hebt voor al die vele, vele ge
heimpjes, spelen uw kinderen
zich, éérder dan U ooit gedacht
had, naar een apart wereldje toe.