PLEIDOOI VOOR BEHOUD VAN
„ST. ELYSABETTEN GASTHUYS"
Cultuurmonument in „Vrouwencamp"
Grepen uit historie van een
eeuwenoud stukje Leiden
ÉÊtSSÉ
BRYLCREEM
voor mooi
gezond haar!
BRYLCREEM
Sergeant Kokssehool verstopte
f 1.000 onder vloer van kantoor
97»te jaargang
Donderdag 12 februari 1959
Tweede blad no. 29669
Dat Leiden een stad is, rijk aan historische monumenten en daar
door terecht voor vele vreemdelingen de moeite van het bezoeken
waard, is ver over onze grenzen bekend. Vooral in de zomer ziet men
veel buitenlandse gasten in de stad om haar historische schatten te
bewonderen. Zij schijnen ons ieder jaar, bij ieder bezoek, opnieuw te
verduidelijken hoe weinig wij de waarde beseffen van de plaats waar
wij wonen. Vertrouwd als wij zijn met die historische fragmenten, is
het voor ons de allergewoonste zaak van de wereld, dat zij er staan
en door eeuwen heen gestaan hebben, elkeen het bewijs leverend van
de groei en bloei ener Hollandse stad.
„Wie het Gravensteen achteloos voorbijloopt en voor wie den Burcht
i niets meer dan een verwaarloosde speeltuin is", zoals ir. H. van
Oerle in het boekje „Oud Leiden" schrijft, voor hen geldt de slogan
„Leiden Leeft" niet, want Leiden leeft ook op grond van haar rijke
geschiedenis. Al wie dreigend de slopershand opheft naar dit histo
rische rijdom ook al is het voor de uitvoering van een alleszins
respectabel en goed bedoeld wegenschema stelt de levenssfeer van
deze acht eeuwen oude stad op het spel. Zo is een belangrijk historisch
object het, in de „Vrouwen Camp" gelegen Elisabeth-gasthuishof, met
de publikatie van het Leidse Wegenschema in het centrum van de
belangstelling gekomen.
tingsgevaar nog niet lang geleden werd
gesloopt. De schutting stoort het uit
zicht op de afsluiting aan de zuidzijde
van het hof. Hier bevindt zich een lang
gerekt witgepleisterd gebouw, dat met
elf boogvormige vensters grenst aan de
Ceciliastraat. Het dak loopt spits toe en
dekt het gebouw in de lengterichting af.
Dit gedeelte van het St.-Elisabeth-
gasthuishof is in gebruik als school en
de schutting, die aan de oostkant een
lelijk toiletgebouwtje heeft, omsluit de
speelplaats ervan.
Sociale zorg in een
Middeleeuwse stad
In de oudste agglomeratie van Leiden,
ontstaan uit enkele aan de splitsing van
Mare en Rijn gelegen boerenhoeven, de
drie „Leythen", zyn er resten te vinden
van een bloeiende middeleeuwse stad,
die naast steden als Delft, Dordrecht,
Gouda en Haarlem tot de oudste mid
deleeuwse steden gerekend kan worden.
Over die organisatievorm van een mid
deleeuwse stad moet men niet gering
denken.
Willen we een tipje oplichten van de
historische sluier, die over de sociale en
gezondheidszorg in de middeleeuwse
stad Leiden ligt, dan moeten we een
poortje aan de Oude Vest no. 25 binnen
gaan en een blik werpen op het daar
achter gelegen Elisabethgasthuishof. De
kroonlijst van dit, tegenover de fraaie
renaissance ingang van de Lakenhal ge
legen poortje wyst ons in die richting.
Immers de sluitsteen van het poortje be
zit drie kronen het embleem van de
heilige Elisabeth van Thüringen, patro
nes van zieken en armen Daaronder
staat de aanduiding:
P O O R T E
VAN T
VROUWE
ELISABETS
GASTHVIS
1623
De poort is van latere datum dan het
Gasthvis, dat oorspronkelijk zijn ingang
i had aan de Cecilia straat.
I Onder GASTHUIS verstond men in die
I tijd iets anders, dan wij nu met dit
I woord bedoelen. Oorspronkelijk was het
een tehuis, waarin „gasten", die niet
of weinig konden betalen, de nacht door
brachten. De andere benaming, die. er
ook wel aan gegeven werd „Godshuis"
wijst op het karakter van liefdadigheid.
Toch was niet alleen liefdadigheid de
drijfveer van de oprichters meest
vooraanstaande mensen uit de stad.
Daarnaast wilde men door de instelling
van het gasthuis voorkomen, dat vreem
de en ongure elementen meestal
„lantloepers en spchaelers" en zij, die
,veel gewelt en insedicheyt bedrijven"
zonder controle in de stad rondzwierven
en bedelden. Deze „passanten" wer
den bijeengebracht in de zogenaamde
baaierd, ook wel eens „beyaerd" gehe
ten. Het was een in het gasthuis gele
gen vertrek, met een open vuur ver
warmd, waarin tevens de bedden ston
den, waarop die passanten konden sla
pen. Voor voeding en bewassing werd
gezorgd en eventuele ziekten en verwon
dingen werden en passant behandeld.
Oorsprong rond 1250
Hef eerste gasthuis, kortweg genoemd
het „Gasthuys van Levden", dat rond
1250 moet zijn opgericht en later de
titel kreeg van het Gasthuis van sinte
Katerine of St. Cathrijne Gasthuis,
bestond aanvankelijk alleen uit de
baaierd. De baaierd was aan de Bree-
straat toen „Brede Straet" geheten
gelegen en diende uitsluitend tot
verblijf van dergelijke passanten.
Eerst veel later, ongeveer in de helft
van de 14e eeuw, zien we dat er ook
arme zieken en voornamelijk om fi-
i nanciële redenen proveniers werden
I opgenomen. De proveniers zorgden,
doordat zij zich bij het leven inkochten,
dat het gasthuis steeds een constante
bron van inkomsten had, maar ook
gezien de vele geschillen hierover in de
archiefstukken een constante bron
van ergernis! Daartoe werd het gasthuis
uitgebouwd met een naast de baaierd
gelegen ziekenzaal en met woningen,
die tot aan de Aalmarkt reikten. De zie
kenzaal van het St.-Catrijne Gasthuis,
zoals het verder steeds werd genoemd,
lag aan de Breestraat, ongeveer ter
I hoogte van wat nu de r.k. school is voor
j Bjjzonder Lager Onderwijs. Nog herin
nert ons aan dit gasthuis een steen met
het embleem van de H. Catharina van
Alexandrië gestorven circa 310
voorstellend het martelwerktuig van
deze heilige n.l. een rad met vilmessen.
Deze steen is thans gebracht in de gevel
van de Waalse Kerk aan de Breestraat:
het is de enige herinnering, want het
gasthuis zelf is in de loop der jaren
totaal afgebroken.
BURGERLIJKE STAND
VAN LEIDEN
GEBOREN
Willem, zn van H. Ouwehand en M.
Krijgsman; Lucien André, zn. van L.
Cave en M. E. van Leeuwen; Theodora
EVerdina. dr. van G. van der Spek en
E P. j. Wijntjes; Aukje Margriet, dx. van
P Fontein en C. de Wind; Pletemella
Agatha, dr. van P. Fontein en C. de Wind;
Egbert Jan Kees zn. van J. E. Zweers en
M. A. van der Laan: Angelique Antoinette
dr. van V. H. Meertins en C. P. Rügebregt;
I Petrus, zn. van H. de Romijn en T. J. E.
««ijken; Aria Klazlna, dr. van C. Kraijen-
I °°rd en M G. van der Mieij.
OVERLEDEN
A. van Galen, 96 jr., wed. van A. van
der Graaf; W. Turk, 30 Jr., man.
Zo ook verging het een tweede gast
huis, n.l. het „Onze Lieve Vrouwe Gast
huis", dat, gesticht in 1395, aan de
Hooigracht was gelegen en later naar de
Hooglandse Kerkgracht verhuisde. In
1607 werd het daar afgebroken en ver
rees ter plaatse het nu nog daar gele
gen weeshuis, op zichzelf een historisch
bouwwerk met een uitzonderlijk fraaie
gevel.
ïn de Camp
Het derde bekende gasthuis in Leiden is
het St.-Cicilia Gasthuis, dat, evenals het
St.-Elisabeth Gasthuis in de Vrouwen
Camp is gelegen. Het kwam tot stand
door de verbouwing en vertimmering
van het klooster van St.-Cicilia. dat na
de Hervorming in handen van de ge
meente kwam. Oorspronkelijk was het
de bedoeling van de vroedschap van
Leiden er een verpleeginrichting voor
krankzinnigen en pestlijders van te
maken. In de bouwplannen staat het
„dol en pesthuys", maar op grond van
terecht betere inzichten van het ge
meentebestuur. die het pesthuis buiten
de stad wilden laten bouwen (het hui
dige Legermuseum) kreeg het deze be
stemming niet en werd een ziekenhuis.
Het is verheugend dat het Leidse
Gemeentebestuur gemeend heeft, bij
de sanering van de Vrouwen Camp,
dit ziekenhuis, dat wereldberoemd is
geworden, omdat de Leidse Hoogle
raar Boerhaave hier voor studenten
zün klinische lessen gaf aan het ziek
bed, te sparen en er een nieuwe be
stemming aan te geven. Een wens van
de Hoogleraar Barge uitgesproken
bij de herdenking in 1937 van de
stichting van het academisch klinisch
onderwijs te Leiden voor 300 jaren:
„dat de thans schamele resten van
het eerbiedwaardig St.-Cecilia-gast-
huis worden tot een levend monument
niet slechts in dien zin, dat het ons
herinnert aan hetgeen voorbü 's. maar
ook zoo, dat het ons tot in de verre
toekomst vermaant, steeds indachtig
te zijn, hoe niet slechts in de natuur,
maar ook in de cultuur uit een kleine
onaanzienlijk schijnende kiem groot-
sche dingen kunnen voortkomen" zal
hierbij in vervulling gaan.
Twee bleven over
De lezer heeft begrepen, dat van
het oorspronkelyke ziekenhuiswezen,
dat bloeide in de stede Levden door
verbouwing en afbraak slechts de
beide in de Vrouwen Camp gelegen
gasthuizen van St.-Cecilia en St.-EIi-
sabeth zijn overgebleven. Hiervan is
de laatste verreweg het interessantste,
omdat het 't oudste van de twee is,
waarvan bovendien het middeleeuws
karakter grotendeels behouden is ge
bleven.
Voor groepen
bejaarden?
In bijgaand artikel verdiept dr.
M. A. van Dongen zich in de his
torie van het voormalige St.-Elisa-
bethgasthuis te Leiden naar aan
leiding van de mogelijkheid, hier
aan weer een bestemming te geven
in de geest van het oorspronkelijke
doel.
Zoals bekend, zo schrijft dr. Van
Dongen heeft de bestaande bebou
wing in deze omgeving bijzondere
aandacht, mede door do mogelijk
heid dat door de activiteiten van de
„Stichting tot behartiging van de
belangen van minder valide en
verzorging behoevende bejaarden"
na restauratie der bestaande gebou
wen. een nuttige en een charatatie-
ve bestemming aan het voormalige
St.-Elisabeth-Gasthuis gegeven zal
kunnen worden, waardoor een groep
bejaarden, (voor wie in de bestaan
de inrichtingen geen huisvesting
mogelijk is) een rustige oude dag
een huiselijke sfeer en goede ver
zorging gewaarborgd kan worden.
Ten onrechte wordt wel eens gemeend
dat de bebouwing achter de schutting
de kapel van het oorspronkelijke gast
huis was. Niets is minder waar, want
de kapel is later weliswaar aange
past aan de zaal, doch iets hoger
aan de oorspronkelijke ziekenzaal
aangebouwd.
De bedoeling was, dat de zieken uit
zicht hadden op het altaar, dat in deze
uitbouw stond. Na de Hervorming is de
kapel opgeheven en werd het dakniveau
gelijk getrokken met de rest van de
ziekenzaal. Zodoende ontstond er meer
ruimte voor de opname van zieken.
Er is alle reden om aan te nemen, dat
deze zaal het oorspronkelijke ziekenhuis
was, waarin van de beginne af zo
vermeldt de stichtingsacte alleen
arme zieke vrouwen werden opgenomen.
Grote offers
Uit de stiohtingsaote lezen wij. dat
het Elisabethgasthuis. in tegenstelling
met de doelstelling van de reeds in
Leiden bestaande gasthuizen, een echt
ziekenhuis was. Passanten en zwervers
werden niet opgenomen en proveniers
werden bij reglement hardnekkig ge
weerd.
Uit archiefstukken van het St.-
Elisabethgasthuis blijkt voorts, dat de
stichters rond de stichtingsdatum grote
bedragen door verkoop van persoonlijke
bezittingen hebben aangetrokken. Dit
wijst op een groots opgezet èn uitge
voerd plan tot bouw van dit gasthuis,
want nadien zijn er tot aan het eind
van de 16e eeuw geen grote uitgaven
gedaan. Ook is om deze laatste reden
een grote verbouwing voorafgegaan aan
het eind van de 16e eeuw niet waar
schijnlijk.
Rond 1500 is er een verplaatsing van
het altaar. Fridericus. marchio de
Baden, episopus Traiectensis, geeft aan
de procuratores et rectores hospitalis
sanctae Elisabeth verlof om het altaar
sanctae Trinitatis, sanctae Crusis etc.
naar een andere plaats in het gasthuis
over te brengen, mits het zegel niet
geschonden worde.
Tevoren had een huisruil plaats met
het St. Michielsklooster.
Deze transactie is getekend 2 april
1500. In 1508, dus nog voor de Hervor
ming, heeft nog eenmaal een grote uit
gave plaats, gezien het in pacht geven
Leidenaar vernielde ruit van
Alphense koffietent
In de zaak tegen een niet-verschenen
betonwerker uit Leiden vroeg een 23-
jarige Leidenaar eerst voorzichting aan
de Haagse politierechter waar het over
ging, alvorens een getuigenverklaring af
te leggen. „O, ik dacht dat het ging over
die ruit van die kruidenierszaak in Lei
den", zei hij, toen de rechter hem had
verteld, dat nu de zaak van een koffie
tent in Alphen aan den Rijn werd be
handeld. De getuige vertelde toen, dat hy
op 12 juni samen met de verdachte naar
de kermis in Alphen a. d. Rijn was ge
gaan. Het feest was zo gezellig geweest,
dat ze de laatste trein naar Leiden
niet hadden gehaald. Ze waren toen
maar lopende op weg gegaan naar huis.
Beide vrienden waren beschonken en
moe. Daarom was de getuige in een
rieten stoel voor een koffietent aan de
Rijksstraatweg in Alphen a. d. Rijn gaan
zitten. Hij viel in slaap, maar werd al
gauw weer wakker toen de verdachte
onder „boe"-geroep met een ragebol op
hem af was gekomen. Later hoorde de
getuige dat verdachte door een ruit
heenging. „Daar schrok ik wakker van".
„Hij zei, dat hij door de ruit was ge
vallen. Ik zag hoe hij door het gat naar
binnen ging. Hij kwam terug en bood
mij een rol drop aan. Ik weigerde". De
knapen liftten naar huis. De volgende
dag miste de eigenaar van de koffietent
twee rollen drop en drie koeken. Ook
de schade aan de ruit is door de nog
niet eerder veroordeelde verdachte nog
steeds niet vergoed. Overeenkomstig de
eis veroordeelde de politierechter de Lei
denaar tot twintig gulden boete of vier
dagen.
ZWO-subsidie
voor prof. dr. P. J. Gaillard
De Nederlandse Organisatie voor Zui
ver Wetenschappelijk Onderzoek heeft
prof. dr. P. J. Gaillard, hoogleraar in de
cytologie en de experimentele histologie
aan de Leidse Universiteit, een subsidie
verleend voor een onderzoek naar de
invloed van het bijschildklierhormoon
op beenweefsel. Door deze subsidie heeft
de hoogleraar een medewerkster aan
zyn onderzoek kunnen verbinden.
ACADEMISCHE EXAMENS
Geslaagd voor het kand. examen
Geschiedenis mej. M. A. Aalders (Lei
den) en voor het kand. examen Kunst
geschiedenis mej. C. Westbroek (Sche-
veningen).
gebracht, zonder enige verbouwing, om
dat ter plaatse nu nog steeds de bodem
is verhoogd.
Meer eerbied gevraagd
Weinig eerbied is er in Leiden helaas
voor dit historisch monument getoond
door het te verwaarlozen en door het
volkomen aan zijn oorspronkelijke be
doeling te onttrekken.
De rust in Holland was onder Filips
van Bourgondië weergekeerd, de bloe
dige Hoekse en Kabeljauwse twisten
tussen de adel (Jacoba van Beieren) en
zij die de rechten van de stad en haar
poorters verdedigden, was voorbij; de
welvaart ook in de stad Leiden toen
de grootse stad van Holland steeg,
haar industrie en handel namen toe. De
Leidse bevolking wilde we zien dat
bij de stichters van het Sinte Elvsabet-
tengasthuis. Jan Dirc Coenenzoen en
sijn wijf Katrijn Willem Teedenszoens
dochter de welvaart ten goede doen
komen ook aan hen. die er niet onmid
dellijk van konden profiteren: de arme
zieken.
De tijd van nu kent gelijke proble
men, hoewel de welvaart van die
periode niet in de sehaduw kan staan
van de hoogconjunctuur waarin ieder
van ons kan delen, met uitzondering
van de chronisch zieke en invalide
bejaarden.
Het verbeteren van hun lot, hun
gezinsverpleging te garanderen, zo
dat het oude invalide gezinslid niet
:jv
V. i
- mr
-A t'ï BS -ï
- ..j p. p g
iaë 'SM - -fe 4
J .J:J
De bezoeker, die het poortje Oude
Vest no. 25 is ingegaan, komt op een
rustige binnenhof, die jammer genoeg
door een minder fraaie schutting is
verdeeld. Hij ziet links van zich aan
de oostzijde van het hof, dat grenst aan
de Lijsbethsteeg een aantal huisjes
met topgevels. De twee hoogste liggen
het verst in de linker zuidhoek van het
terrein, de zes lagere zetten zich aan de
noordzijde van het hof voort. Deze
woninkjes werden bewoond door de
proveniers, die zoals dit ook het geval
was in het St.-Cathryne gasthuis, zich
inkochten, teneinde verzekerd te zijn
van een goed onderdak op oudere leef-
tyd. De huisjes zijn vermoedelijk 16e-
eeuws en van latere datum als het
eigenlijke Elisabeth-gasthuis. Reohts ziet
de bezoeker een regentenkamer, waarvan
de fraaie renaissancegevel bezet is met
schilden, waarop de namen en het
familie-wapen staat van alle wei-gezin
de mensen, die het gasthuis begunstig
den of er het bewind over voerden. Nog
meer naar rechts in de westzijde van
het hof zet zich het complex voort
met een aantal woningen, die van latere
datum (1773) zijn en feitelyk een apart
hof vormen: de Hof van Zessen. Oor
spronkelijk was het Hof van Zessen en
het Elisabeth gasthuis gescheiden door
een bebouwing tussen de zuid- en noord
zijde, een bebouwing, die wegens ins tor
van een groot stuk land, eigendom van
het gasthuis.
Naar mijn mening houdt de huizen-
ruil, het vrijmaken van gelden en de
altaarverplaatsing verband met de oos
telijke uitbreiding naar de Lijsbetsteeg
van de ziekenzaal, waar ter plaatse van
het geruilde huis een in de trant van
de ziekenzaal en daarmee verbonden
nieuwe kapel werd ingericht. Het gast
huis heeft dan zijn definitieve vorm,
waarvan een tekening (zie bijgaande
foto) gedateerd 1584 bestaat.
Deze tekening lijkt op het gebouw,
dat er nu nog staat. Vooral wanneer
daarbij in aanmerking genomen wordt,
dat het kapeldak later toen naar uit-
breidingsmogelykheid van de zieken
zaal werd gezocht, gelijk werd getrok
ken met de rest van de ziekenzaal. Zo is
bijvoorbeeld het aantal vensters aan de
Ceciliastraat van het gebouw hetzelfde,
n.l. elf.
Maar er is meer. dat in de richting
wijst, dat dit het oorspronkelijke gast
huis is geweest en gebouwd werd in de
periode van 1428 tot 1508. Het altaar,
dat „des Saterdaghes na Dertienden
dach" dat is op 10 januari 1433 is ge
wijd door „Egidius, episcopus Rosensis",
plaatsvervanger van „Swederus. episco
pus Traiectensis" en later in 1502 werd
verplaatst in de aangrenzende kapel,
kan op de zelfde plaats terug worden
Een tekening van het Sinte Elysa-
betten Gasthuysdaterend uit 1584,
toen het huis zijn definitieve vorm
had verkregen.
van zyn gezinspartner behoeft te
scheiden, dat is het doel van een
sinds kort bestaande stichting, die
het oog heeft op restauratie en mo
dernisering van het historische com
plex, dat het Sint Elisabeth-gasthuis
en het daarby behorende Elisabeths-
hof is. waarmee tevens dit historisch
voorbeeld van naastenliefde in ere
wordt hersteld.
liet lijkt ons alleszins de ernstige
overweging van stadsbestuur en bur
gerij waard, dat op de wqze, zoals de
genoemde stichting zich zulks voor
stelt, zowel het oudste, nog bestaande
Leidse gasthuis voor ons en ons nage
slacht bewaard blijft, alsook een be
stemming wordt gegeven aan dit ge
bouw, die voortreffelijk past in het
kader van onze huidige sociale zorg.
Het redden van een historisch monu
ment door het te hergeven aan een be
stemming. welke met de oorspronkelijke
overeenkomstig is is er mooier com
binatie denkbaar?
Dr. M. A. VAN DONGEN.
Advertentie
Brylcreem, de wereldberoemd®
Engelse haarcrème, geeft uw
haar een prachtige natuurlijke
glans. Brylcreem houdt
haar en hoofdhuid fris en
gezond - maakt droog haar
weer soepel en vitaal -
l bestrijdt roosvorming.
the perfect hairdressing
Beecham (Nederland) N V
Voor engrosJacq. Mot N.V. - Amsterdam
Zolang de
voorraad strekt!
Kloeke tube van fl.85
met daarbij speciaal
verpakt ten alleraar
digste junior pot'
geheel GRATIS!
Vraag uw winkelier
Ontslag uit (le militaire dienst en zes
O
maanden gevangenisstraf
Byna f. 1000,had een beroepsser
geant uit Lisse, als fourier van de
Leidse Kokssehool, in een blikken
trommeltje onder de vloer van zijn
kantoortje verstopt. Hij had het geld
achtergehouden, dat soldaten hem be
taalden voor ontbrekende militaire
goederen, als zij hun spulletjes kwa
men inleveren. „Ik wilde er mijn huis
van inrichten", zei de fourier, toen de
zaak gisteren door de Krygsraad te
velde-west te Den Haag werd behan
deld.
Opvallend was, dat de fourier geen
cent van het bedrag voor zichzelf had
gebruikt. Dagelijks hield hy wat geld
achter en „als een hamster", zoals de
president zei, „verstopte hy het geld
dan onder de vloer".
De zaak was uitgekomen, toen iemand
tot betalen werd aangemaand, die al
betaald had. Er kwam een brief van deze
soldaat en de zaak ging aan het rollen.
Het bleek, dat de „ontrouwe fourier"
een jaar lang bedragen had achterge
houden, wat uiteindelijk uitgroeide tot
f.940,in grote coupures onder de
grond.
Het vreemde van de zaak was en
dat werd ook ter zitting niet duidelijk
dat er blijkbaar geen enkele controle
op de werkzaamheden van de fourier
was geweest. De man had niet het recht
om gelden van de soldaten te innen. Hij
moest alleen rapport opmaken en dan
de soldaat doorsturen naar de admini
strateur, die dan de financiële kant van
de zaak afhandelde.
Dit was wel eens gebeurd, maar de
administrateur kon zich niet herinne
ren, of er wel eens geld by de rapporten
was afgedragen.
De zaak werd er Aiet gemakkelijker
op. toen bleek, dat veel soldaten die
extra militaire uitrustingsstukken over
hadden, dit aan de fourier gaven met de
mededeling: „maak er maar iemand
anders gelukkig mee". De fourier ge
bruikte deze voorwerpen om tekorten
van andere soldaten aan te vullen, maar
liet hen wel voor dit tekort betalen. Zo
doende vulde hij de rapporten „van
schade en verschillen" vals in. Hij wist
niet te vertellen, hoe de verhouding
van geld, verkregen door vervalsing en
door zonder meer inhouden, lag.
Grote klappen maakte hij, toen na 16
oktober van het vorig jaar veel mili
tairen hun uitrusting kwamen inleveren
„Soms had ik op een dag f80.ver
telde hij, „maar dat was wel het hoogste
Soms was het maar een paar gulden"
Alles ging in het trommeltje. Zodra er
voor f. 100,klein geld bijeen was, wis
selde de fourier het in tegen een biljet
van f. 100,omdat anders de ruimte
in het trommeltje te klein werd.
Nooit sinds 1953, toen de fourier in
dienst kwam bij de Kokssehool, kreeg
hy een standje, dat hij de gelden niet
zelf mocht innen. Pas toen de verduis
tering aan het licht was gekomen, kwam
er een verbod voor fouriers om zelf de
schadevergoeding voor zoekgeraakte
dingen te incasseren.
OOK POSTZEGELS EN MUNTEN
Behalve geld, spaarde de fourier ook
postzegels, munten en emblemen. Hij
gebruikte ook voor deze liefhebberijen
geen cent van het verduisterde bedrag.
De president vroeg zich af, of er geen
mogelykheid zou zijn te vinden om de
fouriers deugdelijk te controleren. „Dit
is myn taak niet", was het commentaar
van de administrateur.
De auditeur-militair vond het meer
dan erg, dat een beroeps-onderofficier,
waarop het leger pleegt te steunen, zo
het vertrouwen had beschaamd en eiste
zes maanden gevangenisstraf met aftrek
van voorarrest, en ontslag uit de mili
taire dienst. Voor het ongeoorloofd by
zich hebben van een pistool vroeg hij
f- 30.boete subs, zes dagen. Over dit
feit werd verder door de krijgsraad niet
gesproken.
De verdediger, een lid van de militaire
juridische dienst, vond dat hier geen
sprake was van verduistering, maar van
diefstal, daar de fourier al van plan
was het geld zelf te houden op het
ogenblik dat hy het inde. Hij had de
gelden niet eerst onderzich voor het
leger: hij haalde de soldaten over te be
talen. te zijner bate. hoewel zy dat niet
wisten.
WILDE ER EEN HUIS VAN KOPEN
Oorspronkelijk had de fourier het
idee, een eigen huis te Warmond te
kopen en met de f.940,de eerste
aanbetaling te doen. Woningnood en
moeilijke omstandigheden in zijn
jeugd hadden volgens de verdediger
tot de misstap geleid.
De uitspraak werd: zes maanden ge
vangenisstraf met aftrek, waarvan 3
maanden voorwaardelijk en ontslag uit
de militaire dienst. Tevens f10,boete
in verband met het pistool.
P. v. d. A. contra P. S. P.
DEBAT-AVOND IN PRYTANEUM
In het Prytaneum werd gisteren een
debat-avond gehouden, welke was ge
organiseerd door de Democratisch So
cialistische Studentenvereniging „Poli-
teia". Sprekers waren de heren J. de
Kadt, lid van de Tweede Kamer voor
de P.v.d.A. en ir. H. J. van Steenis,
voorzitter van de Pacifistisch Socialis
tische Party.
Ir. Van Steenis, die het eerst het
woord verkreeg, ging na, welke oorzaken
tot de oprichting van de PSP hebben
geleid,
VISIE P.S.P.
De dreiging van een atoomoorlog heeft
de eenzijdige ontwapening tot een van
haar beginselen gemaakt. Spreker wees
op het succes van de geweid loosheids
actie van Gandhi en dat van de bus
staking in Montgomery. De weg van de
moderne bewapening, door angst over en
weer opgevoerd, leidt tot zelfmoord der
naties. De oorlogsuitrustingen verslinden
grote sommen gelds, waardoor de ont
wikkeling van de bevolking wordt ge
remd.
Voorts stelde de heer Van Steenis, dat
het socialisme internationaal moet zijn
en hij verweet de P.v.dA., dat zij het
afwijzende standpunt van Labour inzake
Suez, niet had gesteund en dat zij
blijkens haar pers verheugd was dat
Adenauer het van de SJD.P. had ge
wonnen en voorts, dat zij niet antikolo
nialistisch was. gezien de politiële acties
en haar houding inzake Nieuw-Guinea.
Tenslotte achtte spreker de P.v.d.A. niet
democratisch, want zij weerae de com
munisten uit de Kamercommissies.
STANDPUNT P.v.d.A.
Hiertegenover stelde de hec: De Kadt.
dat het stichten van de P.S.P. afbreuk
zou doen aan de socialistische beweging
in het algemeen en dat daardoor het
conservatisme, het fervente nationalis
me en het militarisme zouden worden
versterkt. Spreker vroeg zich af, of aan
het risico van een atoomoorlog de de
mocratische vrijheden moesten worden
opgeofferd en of de versplintering niet
een gevaar betekende voor hetgeen liet
socialisme heeft bereikt. Het beginsel
van de P.S.P. zag de heer De Kadt als
het prediken van een ideaal, dat niet te
verwezenlijken is.
Ir. Van Steenis merkte in zijn repliek
op, dat niet kan worden gewacht tot er
iets tegen de atoombom is uitgevonden.
Als de Russen deze niet gebruiken, dan
kunnen later de Chinezen dat doen. Ook
de vorderingen in de ruimtevaart zullen
voor de oorlogsbewapening gaan mede-
spreken. Als we nog vyftien jaar heb
ben, is het hoog tijd en nog goed moge
lijk een wereldregering te maken, al
dus spreker.
De heer De Kadt repliceerde, dat de
heer Van Steenis geen andere visie had
dan „laten wij ontwapenen". Spreker
meende er wel een mogelijkheid in te
zien als het heiligen waren, die dit plan
met de nodige activiteit zouden uitvoe
ren. De geweldloze methode van Gandhi
zou ook niet geslaagd zijn als de bevrij
dingsgedachte niet in Engeland was ge
boren. Voor de oorlog zei Virulv. dat
men zich niet tegen het Duitsland van
Hitier moest verzetten, maar de oorlogs
voerders hebben ervoor gezorgd, dat
Viruly weer terug kon komen.
De heer De Kadt zei wei voorstan
der te zijn van een Indonesië onder
iemand als Hatta, militair en econo
misch te helpen, maar niet het Indo
nesië van Soekarno, want die is niet in
staat er iets van terecht te brengen. Om
deze reden wees spr. de Amerikaanse
politiek af.
Ir. Van Steenis meende, dat de wereld
regering reeds een feit had kunnen zijn
als was uitgegaan van de gedachte
„breng het socialisme van onderen op".
Tenslotte hadden beide sprekers nog
gelegenheid op een enkel punt een eind
conclusie te geven.