GEVARIEERD COLLEGEROOSTER VOOR
OUD-ALUMNI EN CIVES
Greep uit een overvloed
KRITISCHE WETENSCHAP EN
DE OPENBARING
ÜM
LEIDSE BEVOLKING IN 1958
MAANDAG 9 FEBRUARI 1959
Dies natalis van Leidse Academie
De faculteitsgewijze gegeven colleges op de zaterdag, voorafgaande
aan de dies-rede van de rector-magnificus vormen in de na-oorlogse
jaren volgens de traditie de aantrekkelijkste contactpunten tussen
oud-alumni en de Alma Mater. Deze colleges die overigens even
zeer grote belangstelling trekken van de leden van de huidige Univer
sitaire gemeenschap geven in een grote variatie een inzicht in
bestaande wetenschappelijke problematiek en zij hebben tevens de
functie een contactpunt te vormen voor het hernieuwen van dikwijls
vele decennia geleden gelegde studiebanden.
Ook dit jaar zijn de organisatoren van de dies geslaagd in een voor
treffelijke, gevarieerde, aantrekkelijke en verantwoorde keuze van
sprekers en onderwerpen. Uiteraard kunnen wij uit de veelheid van
wetenschappelijke voordrachten slechts een greep doen bij ons verslag.
KERK EN T.V.
In de theologische faculteit gaf ds. J.
A. van Nieuwenhuijzen uit Hilversum
een college over „Kerk en televisie".
Het is nog niet mogelijk, aldus spr., de
betekenis van de televisie vast te stel
len, ook niet voor de toekomst, aange
zien een gefundeerd onderzoek nog ont
breekt en de bepalende factoren moei
lijk vast te stellen zijn. Over het ge
bruik van de t.v. door de kerk zijn nog
vrijwel geen gegevens bekend. Men con
centreert zich veelal op één punt: de
kerkdiensten. Er is sprake van een mis
verstand wanneer men de televisie
zuiver visueel ziet. Woord, geluid en
beeld vormen een eenheid en televisie
is dan ook geen „radio-met-een-beeld".
Er is een nieuwe dimensie bijgekomen.
De kijker is er ook zeer nauw bij be
trokken. Hij komt steeds in de plaats
te staan van de camera's en vergeet dat
telkens een andere camera het beeld
doorgeeft. Zodoende verandert de kijker
steeds van standpunt: hij beweegt zich
als het ware zelf. De regisseur leidt hier
bij.
Het zou technisch mogelijk zijn in
bepaalde gevallen met één camera te
werken, maar bij de eredienst in de kerk
is dit niet mogelijk. Er wordt dus een
keuze gedaan uit verschillende camera's
en hierbij is een zekere interpretatie
noodzakelijk, een „vertalen" van wat er
te horen en te zien is. Waarheids- en
werkelijkheidsgetrouw vertalen is niet
mogelijk. Het uitzenden van een kerk
dienst is een schouwspel van de dienst
De vraag is nu hoe de regisseur het ge
heel „vertaalt". De tegenwoordigheid
van de kijker is anders dan bij de wer
kelijke tegenwoordigheid in de dienst.
Ds. C. M. de Vries begrijpt dit: „Het
beeld kan rijmen met woord en beeld".
De functie van de voorganger en van
de gemeente wordt door beeldwisseling
duidelijk. De regisseur kan onmogelijk
de dienst als zodanig registreren, wel
kan de structuur duidelijk worden: de
regisseur is immers subjectief bezig!
Is een t.v.-uitzending van een dienst
des Woords mogelijk, zo vroeg ds. Van
Nieuwenhuijzen. Kan het Woord in
beeld omgezet worden? Dit is naar
sprekers oordeel inderdaad mogelijk,
hoewel er een tweeslachtigheid blijft be
staan, omdat de regisseur subjectief op
treedt. Bij de radio-kerkdienst heeft
men deze tweeslachtigheid niet, omdat
dan alleen maar gehoord wordt wat
werkelijk gesproken wordt, zonder dat
daar een keus wordt gemaakt in de
^eelden.
Kan de kijker aan de dienst deel
nemen? Bepalend voor de eredienst is
de zichtbare gemeenschap. De ere
dienst veronderstelt lichamelijk sa
menzijn in dezelfde ruimte. Bij de t.v.
is dit contact in en met de gemeen
schap niet meer mogelijk. Men blijft
individu in de huiskamer, slechts pas
sief deelnemend. Mede-leven kan men
dit niet meer noemen.
Actieve lidmaten van de kerk zullen
de t.v. diensten dan ook als surrogaat
zien en buitenkerkelijken zullen er
niet of niet sterk door worden aan
gesproken. De t.v. diensten zijn na
tuurlijk wel belangrijk voor het be
houden van het contact met zieken.
Dit nieuwe communicatiemiddel is
dus een dienst aan hen, die wel Wil
lem maar niet kunnen komen. In dit
opzicht zou de radiokerkdienst wel
eens meer kunnen doen, doch de t.v.
heeft andere mogelijkheden, als men
haar naar haar eigen wetten gebruikt.
Dit alles is nog maar het begin van
het begin, omdat er nog niets bestu
deerd is. Wetenschappelijk onderzoek
is dringend nodig en waarom zou de
Leidse Alma Mater niet het initiatief
nemen? De theologen hebben hierin
een niet geringe bijdrage te leveren,
aldus ds. Van Nieuwenhuijzen.
Robespierre en
totalitarisme
In Robespierre en zijn terreur kan
men reeds allerlei elementen van het
moderne linkse totalitarisme herken-*
nen. Men kan hem zien als een voor
loper daarvan. In hem en zijn prak
tijken is het alleen nog niet volgroeid,
nog embryonaal. Het is nog te zeer
doortrokken van het achttiende eeuwse
vryheidspathos, het laat nog ruimte
over voor de particuliere mens. Ro
bespierre was in zekere zin zelfs nog
een profeet van de rechten van de
mens. Hij heeft die rechten meer ge
ëerbiedigd dan vandaag de dag achter
het Ijzeren gordijn gebruikelijk is. En
daarin ligt waarschijnlijk ook de
grootheid van deze figuur uit de Franse
revolutie, die men thans in het
marxistische kamp min of meer wil
annexeren.
Tot deze voorzichtige conclusie kwam
dr. B. W. Schaper aan het einde van
zijn college voor de faculteit letteren en
wijsbegeerte, waaruit wel bleek, hoe
sterk die belangstelling achter het ijze
ren gordijn tot uiting is gekomen bij de
viering van Robespierre's 200ste geboor
tedag in mei van het vorig jaar. Wer
den in Oost-Duitsland en de Sovjet-
Unie herdenkingsbijeenkomsten gehou
den, in Frankrijk zelf ging de dag zon
der veel vertoon voorbij. Het is dan ook
mode geworden om Robespierre te ver
eenzelvigen met marxistische ideeën. Nu
had Robespierre en zijn terreur inder
daad veel gemeen met het moderne 'tota
litarisme: één partijstaat, staatsmono
polie van materiële en geestelijke
machtsmiddelen (leger, politie, pers),
lichamelijke en morele vernietiging van
politieke tegenstanders, propaganda,
geestelijk opdringen en de religieuze of
kwasi-religieuze sfeer.
Doch daar stonden ook vele ver
schillen tegenover. Robespierre maakte
geen bewust gebruik of misbruiik van
de massa, gepaard gaande met ver
achting van diezelfde massa. Hü was
voorts tegen een volstrekte ontkenning
van de particuliere sfeer, tegen ont
eigening en herverdeling. Bovendien was
Robespierre niet doelbewust willekeurig
in zijn terreur.
Nieuwe neuzen in
de wetenschap
Het medisch college, waarvoor de
meest algemene belangstelling bestond,
was de voordracht van dr. C. F. Koch
uit Amsterdam over de voorgeschiedenis
en mogelijkheden van de plastische chi
rurgie. De medische colleges werden in
afwijking van voorgaande jqren, dit
maal in het Academiegebouw inplaats
van het Academisch Ziekenhuis ge
houden.
De twee wereldoorlogen en de periode
daarna hebben de plastische chirurgie
niet te verwarren met esthetische
chirurgie na een ontwikkeling van
meer dan tweeduizend jaar een zeer
grote stimulans gegeven. In het oude
India "Van tweeduizend jaar geleden,
paste men reeds plastische chirurgie toe
bij de vervanging van het krijgsbedrijf
of als straf afgehouwen neuzen door
transplantaat van wanghuid. In Italië
vinden wij die neus-vernieuwing terug
in de zestiende eeuw, maar de kerk was
daar niet verrukt over, omdat de plasti
sche chirurgie daarmee de gevolgen van
kerkelijke lijfstraffen kon overwinnen.
In het midden van de negentiende eeuw
werd nieuwe vooruitgang geboekt door de
invoering van de narcose, het werk van
Pasteur en andere pioniers. De wereld
oorlogen hebbeh, vooral ook door de be
strijding van brandwonden, veel tot de
ontwikkeling bijgedragen.
De plastische chirurgie heeft aan
rakingspunten met zeer vele andere
medische specialismen, zowel bij haar
practische werk van het moment, als bij
een verdere uitbouw en vergroting der
mogelijkheden. Tot dusver heeft men
slechts met vrucht de methode van
auto-transplantaat toegepast, doch
daarbij heeft men als tijdelijke hulp
ook de vervanging door huid van an
deren kunnen toepassen. Op dit gebied
liggen nog vele problemen, die om een
nader onderzoek vragen.
Dr. Koch illustreerde zijn boeiende
voordracht met interessante lichtbeelden,
die duidelijk de zeer grote mogelijkhe
den van de moderne plastische chirurgie
aantoonden.
Technische steun
werkt gebrekkig
Prof. dr. W. Brand sprak zaterdag
middag in het Universiteitsgebouw over
„Theorie en praktijk van de economische
hulp aan onderontwikkelde gebieden".
In de onderontwikkelde landen leeft on
geveer tweederde van de huidige wereld
bevolking, d.i. 1800 miljoen mensen.
Hiervan wonen er circa 1400 miljoen in
Azië, 200 miljoen in Afrika en een vrij
wel even groot aantal in Centraal en
Zuid - Amerika. Azië vormt dus het
grootste gebied, waar de problematiek
van de economische hulpverlening zich
afspeelt. Met enkele voorbeelden schet
ste prof. Brand de ellende, die alleen
al in een stad als Calcutta heerst. Zelfs
Nehroe noemde onlangs Calcutta geen
stad, maar een nachtmerrie. De oor
zaken van deze armoede valt in een
aantal historische en sociale factoren te
zoeken.
Men toont in de meeste onderontwik
kelde gebieden weliswaar bereidheid om
de westerse techniek en organisatie over
te nemen doch aan de andere kant
vindt men er veel afgunst en wan
trouwen. Onlogisch is dit bepaald niet,
zo toonde spreker aan. Uiteraard heeft
het vraagstuk van de hulpverlening bo
vendien politieke kanten.
Op de hoofdkantoren van de organi
saties, die zich bewegen op het terrein
der hulpverlening, is men zich er ter-
tege van bewust, dat sociale, econo
mische en politieke factoren een sta-in-
de-weg kunnen vormen voor de doelma
tige overdracht van kennis. Enkele tien
tallen jaren zijn volgens spreker niet
voldoende om de obstakels, die de eco
nomische ontwikkeling van bedoelde
landen tegenhouden, op te ruimen.
Prof. Brand was van mening, dat
de technische steun, welke de wester
se landen aan de onderontwikkelde
gebieden thans geven, gebrekkig werkt
en dat de beschouwingen, die men in
verschillende brochures vindt, de zaak
veel te rooskleurig voorstellen. De
hulpprogramma's hebben, zo vervolgde
prof. Brand, niet dat effect, wat men
ervan verwachte. Een groter deel van
ons intellect zal zich bezig moeten
houden met deze problematiek, welke
de gehele wereld raakt.
De vernieuwde mensa-zaal van eerst diesgangers een nieuw rust-
de VVSL, reeds enige maanden in punt in moderne sfeer tussen de
gebruik, bood dit jaar voor hetcolleges door voor de zaterdag hier
georganiseerde gemeenschappelijke
maaltijden.
(Foto L.D./Vam Vliet)
Bijeenkomst in Zidderkerk
Christen Studenten Raad liet twee
stemmen horen
Dc traditionele door de Christen Studenten Raad georganiseerde
bijeenkomst in de Zuiderkerk aan de Lammenschansweg trok gister
ochtend grote belangstelling van oud-alumni en leden van de Univer
sitaire gemeenschap. Volgens gebruik werd tijdens deze bijeenkomst
een onderwerp aan de orde gesteld dat zowel de wetenschap raakt
als verband houdt met de religie in de ruimste zin des woords. Het
was ditmaal „de wetenschappelijk-kritische houding en het aanvaarden
van de Openbaring", waarvoor twee sprekers, prof. dr. J. P. A.
Mekkes en dr. J. H. M. M. Loenen, beiden uit Leiden, de aandacht
vroegen.
wetenschappelijk kritisch oordeel en aan
vaarding der Openbaring. Hij ging in
het bijzonder uit van de tegenstelling
tussen de begrippen kritiek en aanvaar
ding. De wetenschapsbeoefenaar „leeft
van de kritiek, bouwt daar zijn werk uit
op, en stelt zich dan ook kritisch de
vraag, wat Openbaring in geloofsbete
kenis is. Prof. Mekkes stelde echter, dat
onder Openbaring verstaan moet wor
den de verkondiging van wat de mens
uit zichzelf niet weten kan. Kan men
dan de kritische houding, die de weten
schap behoort te beheersen, ook laten
gelden ten aanzien van die Openbaring,
waarmee het niet-weten-kunnen onlos
makelijk verbonden is? Hier komt de
mogelijkheid en de wenselijkheid van
„boedelscheiding" naar voren.
Prof. Mekkes herinnerde aan de
conflicten op dit gebied in de tjjd
van Copernicus en Galileï, aan de
strijdvragen over de scheppingshistorie
Belichaamd begrip
De praeses van de Chr. Stud. Raad, de
heer C. W. M. Hendriks, stelde in zijn
openingswoord, dat de betekenis van
deze bijeenkomst niet lag in de reali
sering van een stukje Civitas-gedachte.
De Christen Studenten Raad zou dan
niet meer zijn dan een goedbedoelde
organisatie. Deze raad is echter meer,
namelijk de belichaming van begrip en
openheid voor andermans overtuiging in
Christelijke zin: naast het bewustwor-
den van het eigen geloof de weg leren
zien, waarlangs een ander God zoekt en
vindt. Dit tekent ook de eenheid, die de
Christenstudenten voor ogen behoort te
staan.
„Boedelscheiding"
Prof, Mekkes, bijzonder hoogleraar in
de Calvinistische wijsbegeerte, belichtte
als eerste spreker de relatie tussen
en de evolutieleer. Veel van deze strijd
punten zijn historie geworden, en het
is waarschijnlijk, dat andere strijdpun
ten dit worden zullen, zonder dat een
eind zal komen aan die schijnbare
tegenstelling tussen wetenschappelijke
kritiek en geloofs-aanvaarding.
Prof. Mekkes ging op verschillende
aspecten van dit vraagstuk dieper in,
waarbij hij vooral stelde, dat afgezien
van wijsgerige bespiegelingen een s'tel-
lingname op dit terrein steeds een zeer
persoonlijk karakter heeft.
Geert dilemma maar
verzoening
Dr. Loenen, lector in de wijsbegeerte
aan de Leidse Universiteit, belichtte de
vraag van rooms-katholieke zijde en
vroeg zich eerst af, welke consequenties
de wetenschappelijke vorming heeft voor
het geloofsleven. Wordt door die vor
ming het geloofsleven een „onderont-
keld gebied"? Zeker kan de confrontatie
van geloof en wetenschap gevaren in
houden, zoals de bij de intelectuelen
aangevangen ontkerkelijking duidelijk
aantoont, maar van een wezenlijk con
flict kan toch niet worden gesproken.
De Openbaring mag niet gezien wor
den als een onwrikbaar gegeven, doch
veeleer als een raam, waarbinnen een
zich geleidelijk ontwikkelend menselijk
denken blijft passen. Ook de wetenschap
heeft wel eens gelijk gehad in de
„strijd" met het geloof, zoals de crisis
omtrent Copernicus heeft aangetoond,
een crisis zowel voor de wetenschap als
voor de reformatie en het katholicisme.
Wanneer wij de verhouding weten
schap-Openbaring beschouwen, moeten
wij dit niet doen als een dilemma, maar
als een verzoening.
De wetenschap moet er zich echter
voor hoeden, de grenzen van het eigen
terrein te overschrijden. De Openbaring
als mysterie is niet voor de wetenschap
toegankelijk, slechts voor hem, die ge
looft, waarmee een kritische benadering
niet te rijmen valt,
De bijeenkomst in de Zuiderkerk werd
besloten met het zingen van het zesde
couplet van het Wilhelmus.
melk en puur
wsfy, J#**
Luchtig
Licht verteerbaar
Lekker
product I
Nieuwe steden
In het kader van de Diesviering sprak
zaterdagmorgen voor de juridische fa
culteit mej. mr. H. J. D. Revers uit Den
Haag. „Nieuwe steden., ook in Neder
land?" was het onderwerp, dat zij voor
deze gelegenheid in behandeling nam.
Mej. Revers begon met er op te wijzen,
dat zowel in de oude geschiedenis als
in de mythologie over de bouw van
nieuwe steden wordt gerept. De stichting
van Carthago, Thebe, Rome en in de
Nederlandse geschiedenis die van Bata
via en Nieuw Amsterdam zijn in dit op
zicht sprekende voorbeelden. Ook in de
hedendaagse geschiedenis worden, dik
wijls om politieke redenen, nieuwe ste
den gecreëerd. Men denke hierbij aan
de bouw van een nieuwe hoofdstad in
Brazilië. Een typisch nieuw stadje in
ons land is Emmeleroord, terwijl in de
naaste toekomst Lelystad als hoofdstad
van Z. O. Flevoland zal dienen te fun
geren. Het idee om nieuwe steden te
doen bouwen met als doel de spreiding
van de bevolking in bepaalde banen te
leiden is volgens mej. Revers in Enge
land ontstaan.
Wat Nederland betreft is er vooral in
de na-oorlogse jaren steeds meer aan
de mogelijkheid tot stichting van nieuwe
bevolkingscentra gedacht. Immers bleef
destijds de bevolkingsprognose voor 1930
beperkt tot een aantal van tien miljoen
nu is dit voorspelde aantal reeds ge
groeid tot dertien miljoen. Van deze
dertien miljoen inwoners zullen er naar
verwachting niet minder dan zes in het
westen des lands geconcentreerd zijn.
Mej. Revers vertelde in dit verband het
een en ander over de Werkcommissie
Westen des Lands, welke in het jaar
1950 werd geïnstalleerd en welke in 1951
en 1952 twee interimrapporten, n.l. een
over de IJmond en een over de Haagse
agglomeratie, heeft uitgebracht. Voorts
bepaalde spreekster zich tot het samen
vattend rapport van deze werkcommissie
en tot het enige concrete voorstel, dat
totnutoe is ingediend, n.l. om over te
gaan tot de stichting van een geheel
nieuwe stad in Wilsveen.
Wat is een gen?
De biologen toonden een grote belang
stelling voor het antwoord, dat prof.
dr. H. J. Gloor, Leids hoogleraar in de
genetica, in een voordracht in het Bo
tanisch Laboratorium zou geven op de
vraag, wat nu eigenlijk een „gen" is.
Prof. Gloor moest daarop uiteraard
het antwoord schuldig blijven, maar hij
zette uiteen wat er alzo dank zy de mo
derne onderzoekingen omtrent de genen
als dragers van de erfelijke eigenschap
pen bekend'is geworden. Deze onderzoe
kingen hebben aangetoond, dat nu-
cleïnezuren de werkzame bestanddelen
van de genen zijn, die ieder voor zich
een specifieke taak hebben. Zij zijn
onderdelen van gecompliceerde macro
moleculen, de chromosomen, en gedra
gen zich bij delen der chromosomen als
individuele grootheden met een zeer
constant karakter, waarin slechts door
het verschijnsel der mutatie verander-
ringen kunnen optreden. Prof. Gloor
sprak de verwachting uit, dat men in
niet te verre toekomst een duidelijker
inzicht zal hebben gekregen in het
wezen en de gedragingen van de genen,
mede dank zij moderne onderzoekings
middelen als radioactieve tracers.
M. V. Totaal
Bevolking op 31 december 1957 46543 48684 95227
Vermeerdering door: M. Vr. Totaal
Vermindering door:
924
2064
909
2350
1833
4414
2988
3259
6247
M.
Vr.
Totaal
381
359
740
2252
2600
4852
2633
2959
5592
Verschil tussen vermeerdering en
vermindering +355 +300 +655
Bevolking op 31 december 1958 46898 48984 95882
Aantal voltrokken huwelijken 803 (v.j. 825)
Aantal ingeschreven echtscheidingen 71 (v.j. 54)
Kadervergadering in Alphen
van kamerkring Leiden
Zaterdagmiddag is in hotel Toor in
Alphen een kadervergadering van de
pers- en propagandacommissie van de
kamerkring Leiden van de CHU gehou
den. De vergadering stond onder leiding
van de heer J. van Iterson uit Leiden,
die afgevaardigden van 21 kiesvereni
gingen uit de Statenkringen Leiden en
Gouda kon verwelkomen. Het bestuur
van de kamerkring was vertegenwoor
digd door de secretaris en de penning
meester, resp. burgemeester Steenbakker
Morilyon Loysen uit Benthuizen en bur
gemeester K. van Diepeningen uit Lei
derdorp. De door de pers- en propa
gandacommissie ontworpen folder werd
goedgekeurd en besloten werd tot uit
gifte. Verder werd de te voeren propa
ganda besproken.
BURGERLIJKE STAND
VAN LEIDEN
GEBOREN
Francina Philippe Henr,Létte, dr. van J.
Lut en M. A. J. de Willigen; Alexandra
Wllhelmilna Johanna, dr. van J. C. de
Krulff en W. J. Koekkoek: Franclsca Eli
sabeth. dr. van W. van der Marei en F.
M. van Oijen; Wllhelmina Maria, dr. van
G. Wesselius en A. M. Wesselius; Euge-
nlus Willibrorchis Cathantna, zn. van P.
J. Kriek en M. A. van Remundt; Hendrik
zn. van J. Vermaas en J. VenheijElfrlede
ReinhlLde. dr. van J. P. C. J. Spendel en
J. C. Boon; Derk Jan.. zn. van T. de Haan
en J. H. van Ede; Remko Dirk, zn. van
D. Vogelenzang en J. E. Nolles.
OVERLEDEN
T. Evenaars. 76 Jr.. weduwe van L. A.
H. Muljs; A. Melet, 40 Jr., vrouw; J. de
Gelder, 84 jr., eohtgenote van H. Visser;
M. H. Brandt, 88 jr., weduiwe van J. C.
van Schravendijk.
Nieuwe commandanten
'van vliegbases
Bij beschikking van de Minister van
Oorlog zijn geplaatst: bij de vliegbasis
Ypenburg met bestemming voor de
functie van commandant met ingang
van 1 maart a.s. kolonel B. H. Slager.
Bij de vliegbasis Soesterberg met be-'
stemming voor de functie van comman
dant met ingang van 15 maart a.s. de
als zodanig tijdelijk benoemde kolonel G.
van der Wolf. Bij de vliegbasis Twenthe
met bestemming voor de functie van
commandant met ingang van 1 april a.s.
de als zodanig tijdelijk benoemde kolo
nel G. W. de Zwaan.
Kolonel B. H. Slager is tot op heden
bij het hoofdkwartier van de lucht
machtstaf geplaatst. Kolonel G. van
der Wolf is thans commandant van de
vliegbasis Ypenbuirg.
Kolonel G. W. de Zwaan vervult thans
de functie van chef-staf van het com
mando luchtverdediging. Hij zal in die
functie worden opgevolgd door kolonel
J. C. J. Vermeulen, de huidige comman
dant van de vliegbasis Soesterberg.
De huidige commandant van de
vliegbasis Twenthe, de als zodanig be
noemde tijdelijk kolonel F. E. Broers, is
bestemd voor de functie van chef van de
staf van het commando tactische lucht
strijdkrachten
Voorts wordt, geplaatst zij het lucht
macht instructie regiment te Nijmegen
met bestemming voor de functie van
commandant met ingang van 15 augus
tus 1959 luitenant-kolonel J. A. Ver
gouwe, hij volgt in die functie luitenant-
kolonel H. W. J. Theunissen op, die met
ingang van gelyke datum is bestemd
voor de functie van ohef basisdienst bij
de vliegbasis Deelen.