In Woubrugge gleed „Brittenburg", KW 121, met goed gevolg te water Productie-capaciteit verhoogd Grote onzekerheid over export van snijbloemen naar Engeland Ir. H. I. KEUS„DE BAN VAN HET DIRIGISME VERBREKEN" KOSTBARE TAPIJTEN UIT WEENS MUSEUM GESTOLEN Mogelijk verband met diefstal in Amsterdamse Rijksmuseum? BRANDTHANDELSREIZIGER VOOR BERLIJNSE RECHTEN WOENSDAG 4 FEBRUARI 1959 Gistermiddag om precies half vier werd, nadat de doopplechtigheid door mevr. J. Ouwehand-Van Loo verricht was de nieuwe Katwykse treiler „Brittenburg", K.YV. 121, met goed gevolg van de scheepsbouwwerf De Dageraad te Woubrugge te water gelaten. Het schip wordt gebouwd voor de rederij fa. D. Ouwehand Azn. Er bestond voor de tewaterlating van dit schip vooral ook van Katwijkse zijde grote belangstelling. De directeur van de werf, de heer J. Boot, heette allen welkom, waarna hij ook al met het oog op het winterse weer de echtgenote van de reder D. Ouwe hand Azn. meteen uitnodigde de doop plechtigheid te willen verrichten. Na het schip behouden vaart en goede vangst te hebben toegewenst liet mevr. Ouwehand de fles champagne tegen de boeg stuk slaan. Direct daarop werden de laatste hindemissen weggenomen en gleed het schip met een harde slag in het water van de Heimanswetering. Het schip heeft een lengte van 41.71 meter, een breedte van 7.30 meter en een holte van 3.80 meter. De visruimen van dit schip zullen worden bekleed met aluminium. Aan boord is een accommo datie voor 18 man. Schipper wordt Kees Dubbelaar, die thans schipper is van de KW 122. Oplossing puzzel Kon. Wilhelminafonds De oplossing van de puzzel van het Koningin Wilhelminafonds was zater dag j.l. op de foto niet duidelijk lees baar, zoals ons o.a. uit enkele verzoeken om inlichtingen is gebleken. Wij geven derhalve nog eenmaal de volgorde, waarin de kleuterfoto's geplaatst moes ten worden: 2-1-5-6-3-4. Het waren dus van links naar rechts de jeugdportretten van dr. Max Euwe, Z.K.H. Prins Bernhard, Abe Lenstra, Fanny Blankers-Koen, dr. Eduard van Beinum en Jo Vincent. Vragen van de heer Egas over Amerikaanse boterexport Het Tweede Kamerlid de heer Egas heeft aan de minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening a.i., schrif telijk de volgende vragen gesteld: 1. Is het juist, dat de regering van de USA overweegt, grote hoeveelheden van het Amerikaanse boteroverschot tegen verlaagde prijs te exporteren? 2. Zo ja, in hoeverre wordt daardoor de Nederlandse export van zuivelpro- dukten geschaad en zijn bij eventueel gevaar voor schade pogingen in het werk gesteld ter voorkoming van markt- bederf? Subsidie voor Avaarse grammatica De Nederlandse Organisatie voor Zui- .ver Wetenschappelijk Onderzoek heeft prof. dr. C. L. Ebeling, hoogleraar in de Slavische taal- en letterkunde aan de gemeentelijke Universiteit van Amster dam. een subsidie verleend voor een studiereis om een wetenschappelijke grammatica van de Avaarse taal samen te stellen. Het Avaars, dat tot de onge veer 37 talen van de Kaukasus behoort, wordt gesproken in de aan de Kaspische Zee gelegen republiek Dagestan. In deze taal verschijnen op het ogenblik vrij veel boeken, alsmede een aantal tijd schriften en dagbladen. Hoewel het Avaars minder belangrijk is dan het Georgisch (de voornaamste taal van de Kaukasus), neemt het toch in filologisch opzicht een zeer belangrijke plaats in. 44.000 oud-lndië strijders in de B.B. ■S Van de 78.200 dienstplichtigen, die e Sgeen mobilisatie oorlogsbestemming heb ben en dientengevolge in de BB zullen moeten dienen zijn 44.400 oud-Indië- Etrijders. Aangezien echter de BB- ienstplicht in werking zal treden in 14 emeenten en kringen, waar eenderde van de Nederlandse bevolking woont, is 5t tpok pas eenderde van dit aantal oud- torIndiëstrijders de dupe van de nieuwe ajicjdienstplichtregeling, aldus blijkt uit het antwoord van minister Struycken op toedragen van het Kamerlid Visch. icitl In het antwoord van de minister nS.staat voorts, dat het niet mogelijk is bo de bepaling „zonder mobilisatiebe- «temming" de restrictie in te lassen zonder dat een beroep wordt gedaan op tende oud-Indiëstryders aangezien dit een tete grote bres zou schieten in het be- eenschikbare aantal dienstplichtigen. Zelfs de inschakeling van deze veteranen zal volgens de minister het personeelstekort hiet geheel kunnen aanvullen. Over de Buggestie van de heer Visch om buiten- dieB^woon dienstplichtigen in te schakelen [en,inplaats van veteranen zegt de minister, fiat het noodzakelijk is zekerheid te heb- hen over personeel te beschikken dat irftwend is onder discipline te werken. Jtomdat dit bij hulpverlening op grote schaal een eerste vereiste is. Tot in- schrijving van buitengewoon dienst- .50 plichtigen als noodwachtplichtigen zal worden overgegaan als de personeelsbe- 12 teetting beneden de maat blijft. In die f (omstandigheden zal men gedwongen jHUfijn over kostenverhogende factoren neen te stappen als het ontbreken van geoefendheid en het ontbreken van ka- belJjder in de groep buitengewoon dienst ,^)lichtigen. STEEDS DWARS Tydens de bijeenkomst in het Oude Raedthuys sprak de heer J. Boot woor den van dank voor het geschonken ver trouwen, waarbij hij erop wees, dat de KW 122 in 1956 het laatste schip was, dat overlangs van de helling ging, ter wijl dit thans door het groter worden van de schepen steeds dwars gebeuren moet. Hierna bood spr. mevr. Ouwehand van Loo ter herinnering aan deze dag een geschenk aan. Vervolgens sprak de oudste firmant van de rederij, de heer D. Ouwehand Azn. Hij wees op de historische naam „Brittenburg", de burcht, die door de Romeinen gebouwd is, doch reeds lang door de zee is verzwolgen. De nieuwe aanwinst betekent geen uitbreiding van onze vloot, daar vorig jaar de KW 50 uit de vaart is genomen. De produktie- capaciteit wordt echter belangrijk ver groot. Spr. wees vervolgens op de afzetmogelijkheden voor vis en vispro- dukten. Hierna bleef men nog enige tijd bijeen, waarbij het aan gelukwensen voor scheepsbouwers en reders niet ontbraJk. (Foto Leidsch Dagblad) Protectionistische houding niet te rijmen met streven naar vrijer handelsverkeer In Nederlandse bloemisterijkringen vraagt men zich op het ogenblik met zorg af, hoe de snijbloemen-export naar Engeland, dat in 1958 na Duitsland de belangrijkste buitenlandse afnemer van dit produkt was, zich in de toekomst zal ontwikkelen. Het gevaar, dat het Britse import- beleid onder pressie van de kwekers in dat land, een meer protectio nistische richting zal inslaan, is namelijk niet denkbeeldig, zo deelt de Vereniging ,,De Nederlandse Bloemisterij"" Momenteel bedraagt het Britse invoer recht op snijbloemen 1 shilling 8 pence per Engels Pond. De Nederlandse uit voer van snijbloemen naar Engeland bestaat grotendeels uit anjers en rozen. Toen in mei 1954 de Britse invoer werd geliberaliseerd, werd het invoerrecht, dat nog van voor de oorlog dateerde, drastisch verhoogd. Enkele jaren later, in de herfst van 1957, werd door de Na tional Farmers' Union bij de Board of Trade een verzoek ingediend, het invoer recht voor anjers, rozen, anemonen en polyanthus-narcissen met 10 pence te verhogen tot 2 shilling 6 pence en voor andere soorten snijbloemen, met uitzon dering van bolbloemen, met 4 pence tot 2 shilling per 1b. Over dit verzoek is nog steeds niet door de Britse regering be slist. Wel is aangekondigd, dat een be slissing binnenkort te verwachten is. In middels wordt de aandrang van de zijde van de kwekers om spoedig tot deze ver hoging over te gaan steeds sterker Daarbij bedient men zich van de argu menten, waarvan Nederlandse kwekers en exporteurs niet zonder verwondering hebben kennis genomen, aldus „De Ne derlandse Bloemisterij". GROTERE OPPERVLAKTE Zo is onder meer aangevoerd, dat de economische positie van de Britse bloem kweker steeds meer door de importen van de buitenlandse snijbloemen wordt bedreigd. In Nederland vraagt men zich echter af, hoe dit te rijmen valt met het feit, dat in de jaren, die aan het verzoek van de National Farmers' Union voor afgingen, de met snijbloemen beteelde oppervlakte in Engeland gestadig is toegenomen. Tussen 1951 en 1956 bedroeg deze toe neming voor de teelt in kassen 30 pro- oent, waarbij voor anjers een stijging van ongeveer 12 procent kon wordien waargenomen. Ook de teelt in de open lucht steeg belangrijk en wel met onge veer 15 procent. Bovendien is uiteraard, dank zij de betere teelit-methoden, be tere bestrijdingsmiddelen, enzovoorts, de produktiviteit per oppervlakte-een heid regelmatig verbeterd. KOSTPRIJSSTIJGINGEN Dat kostprijssverhogende factoren de inkomsten van de Britse kwekers na delig hebben beïnvloed, wordt zonder meer aanvaard, maar dit geldt even zeer voor hun Nederlandse collega's. De kolenprijzen mogen in Engeland sterker zijn gestegen dan in Nederland, daar staat tegenover dat de stijging van de lonen hier veel groter is geweest. Bij dit laatste dient dan nog bedacht te worden aldus de vereniging „De Ne derlandse Bloemisterij", dat bij de teelt van anjers, het belangrijkste produkt in de handel met Engeland, weinig behoeft te worden gestookt, terwijl het arbeids loon een zeer belangrijk deel van de pro- duktiekosten uitmaakt. Overigens kun nen volgens Nederlandse exporteurs kringen de produktiekosten in beide landen elkaar nooit veel ontlopen, omdat men nu eenmaal dezelfde teeltwijze toe past, namelijk voor het grootste deel in kassen. De Nederlandse kwekers maken een normale winst en altijd blijft het nadeel van hoge vracht, bijkomende kosten en Invoerrecht DE ZWAARSTE KLAPPEN Wanneer de gevraagde verhoging van dit invoerrecht onverhoopt werkelijk heid mocht worden, zou uiteraard niet alleen Nederland hiervan het slacht offer zijn. Maar aangezien ons land ver reweg de belangrijkste buitenlandse leverancier van de Engelse «nijbloemen- markt is, zouden hier onvermijdelijk de zwaarste klappen vallen. Hoe zwaar, valt gemakkelijk af te lei- mee. den uit het feit, dat in 1958 voor ruim 9,7 miljoen gulden aan snijbloemen naar Engeland werd uitgevoerd. Een buiten sporige verhoging van het invoerrecht als die, waarop de Britse kwekers nu aandringen, zou voor deze uiterst belangrijke tak van export zeer ernstige gevolgen hebben, zo meent de vereniging. NIET TE RUMEN Men beseft hier wel degelijk, dat in landen, waar de handel jarenlang ach ter de veilige muur van hoge bescher mende tarieven heeft geleefd, de over gang naar een vrijer internationaal han delsverkeer met aanpassingsmoeilijk heden gepaard gaat. Maar Nederlandse kwekers en exporteurs zien niet in, aldus de vereniging, hoe het aandringen op meer bescherming van een lonende teelt te rijmen is met het streven naar gro tere economische eenheid, dat allerwege in Europa merkbaar is. Dan is nog afge zien van het feit, dat uitschakeling van een gezonde concurrentie op de Britse snijbloemenmarkt, die zich de laatste tientallen jaren tot een traditioneel Ne derlands afzetgebied ontwikkeld heeft, nooit in het belang van de Britse consu ment kan zijn. Protest in Monaco De voorzitter en de oud-voorzitter van de Nationale Raad (parlement» van Monaco hebben bij Prins Rainier ge protesteerd tegen diens „ernstige aanval op de politiek^ rechten van de bevol king" door de grondwet op te schorten. Zij deden dit in een open brief namens de leden van de raad, die in het afgelopen weekeinde in het geheim in Italië bijeen waren gekomen. Zoals bekend verbood Prins Rainier vorige week alle politieke bijeenkomsten in het prinsdom. Donderdag zei hij. dat de vijandige gezindheid van de Natio nale Raad verlammend werkte voor het land en de binnenlandse en internatio nale status in gevaar bracht. De voorzitter van de raad. J. Simon, verklaarde, dat er in de brief aan her innerd werd. dat de politieke rechten, die op 5 januari 1911 door de overgroot vader van Prins Rainier. Prins Albert, waren verleend, voor zijn opvolgers bindend zijn. De onregelmatigheden in het bestuur en niet een vijandige houding jegens de Prins waren de oorzaak van de houding van de Natio nale Raad, aldus de brief. De Nationale Raad is nooit zijn rechten te buiten gegaan en heeft ook niet zyn bevoegd heden misbruikt. Soms was zware oontrole op de begroting uitgeoefend omdat er fouten in de staatshuishoud kunde waren gemaakt. De leden van de Nationale Raad wijzen alle verantwoordelijkheid voor mogelijke gevolgen van de maatregelen van Prins Rainier af. De nieuwe premier van Monaco, Pel- letier, die minister van Binnenlandse Zaken in Frankrijk is geweest, deelde gisteren mede. dat Frankrijk de maat regelen van Prins Rainier alleen maar kan goedkeuren. Vijftig eieren minder. In Hamburg hoorde een man, die in een goederenwagon doende was, de deur achter zich grendelen. Hij zag geen kans de aandacht van het spoorwegpersoneel te trekken. Toen de trein zich in beweging zette, wist hij nog niet dat de reis vier dagen zou duren. Pas in Neurenberg, 500 km. verder, zag hij het daglicht weer. Er waren toen precies vijftig eieren minder in de wagon. „GROOT ARSENAAL" TE NAARDEN HERBOUWD EN GERESTAUREERD Het „Groot Arsenaal" te Naarden, dat op 22 november 1954 door brand gro tendeels werd vernield, is thans met medewerking van de Rijksdienst voor de monumentenzorg heibouwd en gerestau reerd. Morgen zal de eerst aanwezend- ingenieur der genie te Utrecht, majoor J. Sneep, het gebouw, dat uit 1688 dateert, overdragen aan de gamizoens- oomma ndant van Amsterdam, lui tena n t- kolonel F. Rouffaer, waarna het in ge bruik zal worden genomen door de Kon. Luchtmacht en de Luchtdoelartil lerie. In Brussel werd een nationale hulde gebracht aan de Belgische pater Pire, die de Nobelprijs voor de vrede verworven heeft. Prins Albert in gesprek met de Nobel prijswinnaar. „Vertraagde aanpassing" Voor het departement het Gooi van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel heeft gistermid dag ir. H. I. Keus, oud-directeur van de Heemaf te Hengelo, een voordracht gehouden over „vertraagde aanpassing". Spreker begon met een verzuchting aan te halen, die Pierson heeft geslaakt in „Vakkundige" aan het iverk (Van onze Weense correspondent) De Oostenrijkse politie zoekt naar een man, die drie kostbare tapijten heeft ontvreemd uit het museum voor toege paste kunst in Wenen. In een op de schrijfmachine getikte en met F. onder tekende brief deelde de dader mede, dat hy tot deze daad is overgegaan, omdat de directie hem vroeger geen toestem ming heeft gegeven de tapijten te ko piëren. De brief is geschreven door een gecultiveerd iemand, die tevens ver- W at sullen de Amerikanen doen als Moskou de zaken aan Oost-Duitslaiul overlaat? „BERLIJN IS WEL EEN REIS WAARD".. (Van onze correspondent in Bonn) De 44-jarige burgemeester van West- Berlijn, Willy Brandt, begint morgen aan zijn „wereldreis voor Berlijn". Als een politieke handelsreiziger voor zijn stad wil hij in de gehele wereld begrip kweken voor de bizarre positie, waarin West-Berlijn verkeert. Vlak voor deze reis heeft Brandt ove rigens nog met aftreden gedreigd. Tot twee keer toe slaagden vakbondsmen sen en linkse socialisten in de S.P.D. erin, om een door Brandt voorgestelde benoeming af te wyzen. Het ging hier bij om de post van Westberlyns sena tor voor sociale zaken, waarvoor Brandt een zekere Albertz had voorgesteld, een man die zijn sporen op dit terrein in Hannover heeft verdiend. Maar de linkse socialisten, zoals Brandts oude tegenstander Neumann, wilden Albertz niet. En de vakbondsvertegenwoordigers namen het Albertz kwaiyk, dat hij eens op de vraag, aan welke vakbond hy contributie betaalde, had geantwoord: „Vraag dat maar aan myn vrouw, die regelt dergeiyke zaken Brandt nam deze dubbele nederlaag heel hoog op. „Ik ga niet als een soort Staten weet men het knappe gezicht, de bon-mots en de openheid van de Westberlijnse burgemeester te waarde ren. Men houdt in Amerika van een man, van wie kracht afstraalt en opti misme. Het vorige jaar imponeerde Brandt tijdens zyn eerste Amerikaanse reis heel Amerika door het feit, dat hy in een paar weken tijd meer dan twin tig redevoeringen hield, en dat in voor- treffeiyk Engels. Thans gaat het om andere zaken dan alleen maar het win nen van populariteit. Men meent in West-Berlijn, dat het hoogtepunt van het Russische offensief tegen Berlijn nog moet komen, en dat de zenuwen oorlog nog beginnen moet. Concreet ge zegd gaat het, zoals een der Westduitse bladen het dezer dagen schreef, om de vraag wat men in Washington zal doen, als in mei of later een Oostduitse ma joor Amerikaanse militaire auto's aan houdt en naar de papieren vraagt, een controle die de afgelopen veertien Jaar alleen door de Russen mocht worden gedaan. Wat doen de Amerikanen dan? vraagt men zich thans in West-Berlijn af. Brandt zal deze vraag de komende weken verscheidene malen op bedekte wijze in New York, te Chicago, Was hington, San Francisco en waar ook in de Verenigde Staten, stellen, evenals zulks trouwens zal geschieden in Tokio, Nieuw Delhi, Rangoon en Karatsji, waar men waarschijnlijk niet overal precies zal begrijpen wat er in West- Berlijn aan de hand is. En omdat vele Aziatische landen in de Verenigde Na ties op een dag voor de kwestie-Berlyn kunnen worden gesteld en dan hun ant woord klaar moeten hebben, èn omdat het lot van West-Berlijn het lot is .reisoom" \^oor Berlijn er op uit, ik ben van 2 1/4 miljoen mensen, daérom gaat allereerst hier de burgemeester", zei hij En hij dreigde met aftreden. Onder deze omstandigheden en de tegenwer king in zijn partij, moet Brandt dus op reis. Het is een kleine zwarte vlek op een groot en fraai 'blazoen, ïn het bijzonder in de Verenigde Brandt, handelsreiziger in Berlynse zaken, donderdag op reis. De Westber lijnse toeristenbureaus plegen te ad verteren met de slagzin „Berlijn is wel een reis waard". Voor Brandt geldt dit in de zeer letterlijke betekenis van het woord. klaart dat hy de kunstschatten op mei a.s. weer zal laten terugbrengen. Door deze daad heeft hij tevens wil len aantonen dat de veiligheidsmaatre gelen in het museum volkomen ontoerei kend zijn. En wat dit laatste betreft heeft hij volkomen gelijk, want ofschoon er vyf nachtwakers zijn aangesteld, konden drie traliehekken in de nacht met gemak worden doorgebogen. Ook werden de ruiten van drie vitrines inge slagen, nadat de inbrekers de ruiten eerst met kranten hadden beplakt, zo dat de scherven niet rinkelden. Eindelijk zal men er nu toe overgaan ook in dit museum een automatisch signaalsysteem aan te brengen. In Oostenrijkse kunstkringen is men van mening dat hier een „vakkundige" aan het werk is geweest, die zich waar schijnlijk van geroutineerde inbrekers heeft bediend. Ook legt men verband tussen deze ontvreemding en een inbraak in het Rijksmuseum te Amsterdam, waarbij een gouden vaas werd gestolen. Toen de directeur van ons Rijksmuseum kortge leden in Oostenryk vertoefde, meende hij in het kunsthistorisch museum van Wenen de man te hebben herkend, die indertijd een nachtelijk bezoek had ge bracht aan ons nationale museum - dit is evenwel een veronderstelling, waar aan door velen wordt getwijfeld. De ontvreemde kunstschatten verte genwoordigen een waarde van meer dan een miljoen schilling. In hun soort zyn het unica met 100 tot 200 knopen per vierkante centimeter. Enkele eeuwen ge leden konden vrouwen en kinderen zulk werk nog vervaardigen, maar op het ogenblik beschikt niemand meer over een zo geschoolde hand, ook niet in het Nabye of Verre Oosten. Op grond hier van twjjfelt men er aan dat de dader de tapijten alleen heeft ontvreemd om ze te kopiëren. PRIJSVRAAG STICHTING GROOT- KEMPISCHE CULTUURDAGEN De Stichting Groot-Kempische cul- tuurdagen heeft, onder auspiciën van het departement van O. K. en W. een prijsvraag uitgeschreven voor studenten uit Nederland, België en Luxemburg. De studenten uit Nederland kunnen mededingen naar een prys door het schrijven van een essay, dat tot onder werp hoeft „Welke Vlaamse dichters- dichters van na 1880 zyn aan Neder landse studenten bekend? Welke bete kenis hebben hun werken voor dezen?" Voor de Belgische en Luxemburgse stu denten geldt hetzelfde onderwerp, zy het dat zy een essay dienen te schryven over Noord-Nederlandse schryvers en dichters hun bekend. Er zyn twee pryzen n.l. een eerste prys van f250.en een tweede prijs van f 100.met de eerste prys be kroonde essay zal worden gepubliceerd in het maandblad „Brabantia". De jury bestaat uit prof. mr. A. Pitlo, hoogleraar te Amsterdam, dr. L. Meerts, hoofdredacteur van de Gazet van Ant werpen en P. Mutsaers, bestuurslid der Groot-Kempische cultuurdagen te Til burg. 1878: „Talloze malen en in allerlei vorm is het publiek ingelicht over het geen er te vermyden valt ter voorko ming van een crisis en nooit heeft het iets gebaat". De visie van Pierson. al dus ir. Keus, is gerechtvaardigd geble ken en het had dus zin met het cycli sche conjunctuurverloop rekening te blyven houden ondanks de verzekering der moderne economen dat men, door het verbruik met goedkoop geld te sti muleren, de weg naar een eeuwige welvaart zou betreden. Laagste welvaartspeil Inmiddels heeft een rapport van de organisatie voor Europese economische samenwerking uitgewezen, dat Neder land op Italië na per gezin tot het laagste welvaartspeil in Europa is af gezakt. Verbruik door intering heeft het, gezien de daarmee gepaard gaande muntontwaardlng, afgelegd tegen In vestering door besparing (Duitsland). Dat wordt helaas in ons land nog te weinig ingezien. Uiteriyk lykt het ons nog goed te gaan, maar intussen ver keren de produktiemiddelenindustrieën. die de vooruitgang in zo sterke mate plegen te bevorderen, nagenoeg in de gehele wereld andermaal in de hoek waar de slagen zullen vallen, wy ver geten de oude waarheid, dat een crisis zonder prijsdaling niet tot een gezond herstel leidt. Een stevige economische fundering heeft voor de maatschappy dezelfde betekenis als de fundering voor een gebouw. Geleideiyk breekt nu het inzicht baan dat er tussen economie, moraal, cultuur en reële politiek een samenhang en wisselwerking bestaat, en dat geld niet een abstractie is. Een eco nomie is pas gezond als het geld ge zond is. Muntontwaarding De muntontwaarding hier te lande ls een van die vele aanwyzingen, dat de conjunctuurpolitiek van onze overheid met haar dirigistische inslag en socia lisatie bezetenheid volkomen mislukt is. Kunstmatige industrialisatie der grond stoffenlanden biedt niet alleen geen directe vermeerdering van de vraag naar kapitaalsgoederen maar, wat nog erger is, zal zelden tot de gewensce kapitaalvorming in die landen leiden. Slechts een beproefd financieel beleid en een herstel van concurrentie en con vertibiliteit kunnen ons binnen enkele jaren naar een gezond herstel leiden. Ook de onlangs genomen eerste stap op de weg naar convertibiliteit, hoe verheugend ook, ls nog veel te beperkt om van meer dan psycholo gische invloed te zyn. „Wy zyn pas weer vry, wanneer ieder van ons zyn geld tegen goud kan inwisselen en ook het kapitaalverkeer weer vry zal zyn". Ontwikkeling De ontwikkeling van onderontwik kelde gebieden dient weer aan onder nemers met grotere armslag en kennis van zaken te worden overgelaten, wy moeten breken met welvaart te willen financieren met behulp van tekorten. Wy moeten breken met een vlucht in nog altijd risicodragende aandelen en indexleningen. Wy moeten terug naar een goudgerande obligatie voor hen, die met een redely ke rente genoegen wil len nemen. Een staat die alles garan deert. maar kapitaalvorming by een snel groeiende bevolking bewust onmo gelijk maakt, garandeert op den duur alleen maar toenemende onrust en on tevredenheid. Hy achtte het de plicht van een ieder de nood te onderkennen en in te zien dat het er om gaat de gulden te redden en daarmee onze per- sooniyke vryheid te herwinnen. ,.In 1581 brachten wy de moed op Phi- lips-II plechtig af te zweren. Mogen wy thans de moed hebben de ban van het dirigisme te verbreken", aldus ir. Keus. Dividend Amsterdamsche Bank 12 procent Directie en commissarissen van de Amsterdamsche Bank stellen voor over het Jaar 1958 een dividend uit te keren van 12 (onveranderd) op de gewone aandelen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 9