Modern witgoed PESTVOGEL: klein wonder van bijna exotische schoonheid w 3 is bont goed K2r zonder kringen ZATERDAG 24 JANUARI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 3 Spiegeltje, spiegeltje aan de ivand Bloedsporen niet zo ernstig als U denkt! ONS MENU VAN DE WEEK '-''JzÊfêP Parijs, januari '59. Parijs staat in januari in het teken van „le Blanc". Het is er de witte maand, oftewel de maand van het witgoed. De fabrikanten hebben hun nouveauté's voor die maand bewaard. De winkels en warenhuizen ruimen een ereplaats in aan alles wat vanouds onder witgoed wordt samengevat beddegoed, huishoudlinnen, overhem den, nachtgoed en lingerie. In de tijd dat onze moeders en groot moeders trouwden en met een levensvoorraad van dat alles in het huwelijksschuitje en hun huis stapten, was al dat goed inderdaad witgoed. Onze generatie echter wast een groot deel daarvan met het bonte goed mee. En de vrouw, die met haar tijd meegaat, zal dit jaar helemaal geen witgoed meer bezitten, want alles is gekleurd, vaak bont gekleurd. van menige moderne badhanddoek- gastenhanddoek - badlaken set. En sommige zijn niet alleen leuk om naar te kijken, maar handig in het gebruik: ze zijn meer want dan .handje" aan gezien ze een gebreide polsboord of een met lastex ineengerimpelde pols- boord hebben en eivormig van model zijn. Het goed voor de badkamer komt overigens niet alleen in stelletjes van twee of drie bijeenhorende stuks, maar in series waarin letterlyk alles wat voor de badkamer nodig is, van hetzelfde grote rode rozenmotief, van hetzelfde sierlijke bladerrankenmotief, met dezelfde paarse en roze anemonen of identieke noppen verlucht is. Zoals het washandje dus de gastenhanddoek van klein formaat, de badhanddoek van normale afmeting en het bad laken, maar bovendien ook de badmat en de badslofjes en de badjas... voor mevrouw. Waarlijk, vrolijker, kleuriger, fleu riger dan het witgoed van 1959 is er geen... bont goed. Het enige dat wit bleef is het witte herenoverhemd. J.V. Nu in verschillende streken van ons land de pestvogel weer is ge signaleerd, moet ik denken aan een voorval van enige jaren geleden, waarbij dit dier betrokken was. Toen is het mij namelijk overkomen, dat ik, thuiskomend, een bloedvlek vond op de stoep voor mijn deur en een op de mat en ook, lieve deugd, een heel verontrustend spoor van donkerrode spetten op de gangloper. Gelukkig mijn vrouw was normaal aan haar werk, de overige huisgenoten droegen geen armen in verband en waren springlevend. Ze stonden allen met belangstel ling te kijken naar de boekenkast, waarop een kooitje stond, het kleine houten kooitje, dat we altijd bij de hand hebben ingeval van onverwachte logees. Gevleugelde logees wel te verstaan. Het is jammer dat er in ons land, waar we zo gemakkelijk over verse vis kunnen beschikken, zoveel minder vis wordt gegeten dan in de meeste andere Europese landen. Want vis bevat niet alleen bijzonder belangrijke voedings stoffen (speciaal eiwitten en zouten), maar is daarnaast ook nog bijzonder licht |||||||ip verteerbaar. Veel huisvrouwen weten niet veel variatie in hun visgerechten aan te brengen. Het draait bij hen steeds weer om gekookte of gebakken vis en als groente: worteltjes of bietjes. En al zijn die gerechten op zichzelf heus niet te versmaden, wanneer ze steeds weer op tafel komen worden ze wel eens vervelend. En 't gekke is dat er in de meeste kookboeken juist bijzonder veel goede vis- recepten zijn te vinden die beslist in de smaak zouden vallen, wanneer men daarmee eens ging werken. Daar de aanvoeren van vis sterk wisselen, waardoor er kans is op grote prijsschommelingen, is het verstandig niet met een voorop gezet plan voor een bepaalde vissoort naar de winkel te gaan, maar ter plaatse eens te zien welke vis die dag redelijk in prijs is en er mooi uitziet. Met het oog op de voedingswaarde is het helemaal niet nodig dure vis te nemen, goed kope vis als: schol, wijting en haring is net zo voedzaam als is duurdere, b.v. zeetong of kabeljauw enz. dikwijls fijner van smaak. Maar nogmaals: ook van een doodgewoon visje kan men, als men 't goed bereidt, iets heerlijks maken. (Vergeet daarbij vooral de verse kruiderijen niet!) Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllliilllllllllllllllllilllb door Sjouke van der Zee n dat logeerhokje zat onze nieuwe gast, kort tevoren gebracht door kennis, die zich zeker had MAANDAG t zuurkool met varkensnier, aardappelenpureegort met rozijnen. DINSDAG t omelet met kaas, rijst, peterseliesaus, doperwten; karne- melksepap. jagerskool, gekookte lever, gepofte aardappelen; rijst met bessesap. (Bonen en appeltjes in de week zetten). DONDERDAG t bruine bonen met zoete appeltjes, aardappelen en doorregen spek; citroenvla. VRIJDAG gestoofde vis, aardappelkoekjes, witlofsla; griesmeelschoteltje met gember of kaasgehakt, gebakken aardappelen, sla van knolselderij; griesmeelschotel met gember, boerenkoolstamppot met worst; yoghurt. champignonsoep met room; biefstuk tartaar, spruitjes, aard appelen; fruitsla. (Gort in de week zetten). WOENSDAG ZATERDAG ZONDAG Gekleurde lakens roze, groene, gele et cetera zijn allang geen nieuwtje meer, maar blijven nog steeds aan de orde van de dag, of liever: de nacht. Lakens en slopen, voorzien van een kleurig geborduurde of een fleu rig bedrukte rand zijn nieuwer en, op de Franse markt, in grote variatie voorradig. Nieuwer nog is het bedde goed bovenlaken en sloop dit geheel en al van een katoenen impri- mé en bontgekleurd of gedekt van tint is. Bij de allernieuwste vindingen ook horen de lakens in twee kleuren, waarin die twee kleuren op de terug slag door een witte, bedrukte rand worden gescheiden. En het allernieuw ste is... het serveerblad, voor ontbijt op bed, dat precies dezelfde kleuren en precies dezelfde bedrukte, witte rand daar tussenin vertoont als het laken. Voor mevrouw, die het ontbijt op bed krijgt gebracht, is een kleuriger harmonie nauwelijks denkbaar. Bij dergelijk raffinement blijft het in de Franse witte maand echter niet. Het neemt nog andere vormen aan. Zo als blijkt uit het ensemble van pyja ma en kussensloop en bovenlaken, die alle van dezelfde imprimé zijn en alle werden afgewerkt met een biesje van dezelfde contrasterende kleur. En een andere vorm van slaapkamerhar monie nog: het drietal laken, wollen deken en wollen peignoir, die alle van dezelfde (mauve of andere pastel) tint zijn. Het voordeel van die kleu righeid in de beddegoed-mode is, dat er een aantrekkelijke vemieuwings- mogelijkheid van half versleten la kens en slopen in schuilt. Het pretti ge is, dat ze het ontwaken op een sombere trieste winterochtend iets lenteachtig vrolijks kan geven. Maar het nare is dat in de automatische Franse wasserij de kleur wel eens van eigenaar verandert en zij, die zich heel conservatief aan frisse, witte, ouderwetse lakens hield, de hare wel eens roze of groen uit die „blanchis- serie" terug kan krijgen, dank zij de gekleurde lakens van een andere klant. Op die eenvoudige manier zijn wij althans in Parijs een snoezig roze kussensloop rijker geworden, ofschoon we een doodgewoon wit geval te was sen hadden gegeven... Kleur en vrolijkheid zijn van het beddegoed naar de keukendoeken overgeslagen. Wie nog roodgeruite theedoeken bezit en glasdoeken met een rode rand, is beslist hopeloos ouderwets. De moderne doeken ver tonen alle denkbare kleuren, alle denkbare dessins, alle denkbare voor stellingen, van simpele lijntekeningen tot artistieke stillevens in diepe olie verfkleuren. Niet alleen de voorwerpen uit het huishouden komen aan die te keningen te pas, ook de flora heeft er haar deel aan, en ook de kruiderij, ook het verkeer, ook moderne en an tieke vervoermiddelen. En vis voor het aquarium en vis voor de dis. En zelfs de kermis. Op een van de nieuw ste keukendoeken uit de Parijse .blanc' zijn alle bruggen over de Seine in beeld gebracht. En in Londen diepten we onlangs een handige doek op, die in drie kolommen drukwerk een volledig overzicht geeft (namen en adressen) van alle Londense thea ters... In de Franse badkamer is kleur niet langer beperkt tot zachtgeel of he melsblauw voor een baddoek hier of daar. Bloemen, bonte bloemen hebben er hun intrede gedaan, en ook ande re snufjes brengen er vernieuwing. Vooropgesteld dat meneer en mevrouw samen één badkamer moéten delen, hangen er op het handdoekenrek misschien één handdoek met een grote geborduurde „Mme" en een soortge lijke doek met de geborduurde ver melding „Mr" voor „monsieur". Mo gelijk hangt er inplaats daarvan een gestreepte „lamé" baddoek, één met een ingeweven gouden (lurex> streep, die net zo goed droogt als wasbaar is Of misschien heeft de vrouw des hui zes de voorkeur gegeven aan die heel nieuwe doek van vuurrode badstof, waarvan de smalle kant geschulpt gefestonneerd is en die met een groot, geborduurd bloemenmotief is verlucht. Bij die handdoek een passend, gebor duurd washandje. Washandjes horen overigens niet alleen bij deze gebor duurde handdoek, ze maken deel uit Recept: jagerskool. 1 witte kool, 75 g. roomboter, 1 ui, 2 flinke goudreinetten, iets water, zout, peper. De gesnipperde ui in de boter gaar- fruiten. De schoongemaakte en gesne den kool even meefruiten, de in stukjes gesneden geschilde appelen en iets water toevoegen en 't gerecht in AA uur gaar stoven. Recept: bruine bonen met zoete appeltjes. Een specialiteit uit de Betuwe. Hier voor 500 g. bruine bonen en 250 g. zoete gedroogde appeltjes wassen en weken. Samen met 500 g. doorregen spek in het weekwater gaarkoken. Het vocht met wat aardappelmeel binden. Advertentie inwrijven laten drogen afborstelen helpt direct tegen etensvlekken, vet, teer, smeer, olie, vruchten, wijn, gras, lipstick, parfum, stempelinkt, enz. verwijdert vlekken Royale tube f.1.95 LAHNEMANN Laren (N.H.) Postbus 18 Imp. v. Polycolor-K2r-Placentubex-Margret Astor-Mouson-Blendax DE MAN, DIE in één nar tijds met zijn sabel 14 wolven doodde 1. Op een winteravond, van het jaar 1902 zat de Kozak Iwan Varlomoff sa- men met zijn vriend Wainimo in een hut, ergens in noordelijk Finland. Iwan was korporaal in de Finse Garde en wilde omstreeks middernacht opbreken om de volgende morgen 6 uur weer in de ka zerne te zijn. Wainimo probeerde zijn vriend over te halen om te blijven over nachten, daar de bossen rondom wemel den van de wolven. Iwan liet zich ech ter niet bepraten. Hij wees op zijn sabel en verzekerde zijn vriend, dat hij daar mede best in staat was zich de ondieren van het lijf te houden. 2. De afstand tussen de hut en de ka zerne bedroeg slechts 15 kilometer. De weg voerde evenwel door dikke bossen en over een groot toegevroren meer. Iwan vorderde snel. Hij bezat de gave zich gemakkelijk te oriënteren en steeds de juiste weg te kunnen vinden. Plotse ling hoorde hij het gehuil van wolven en kort daarop stond hij tegenover twee troepen van deze roofdieren, die onmid dellijk tot de aanval overgingen en Iwan nauwelijks de kans gaven zich met ge trokken sabel voor een dikke boom op te stellen. 3. De roofdieren sprongen van alle kanten op hem los, maar Iwan hanteer de de sabel zo bekwaam, dat de ene wolf na de andere stuiptrekkend op het slag veld bleef liggen. Telkens als een wolf was geveld, stortten de andere dieren zich op het lijk en verscheurden het Toen Iwan eindelijk zijn weg kon vervol gen, liet hij 14 dode wolven achter. 4.Wainimo was intussen ongerust ge worden en had zich met de commandant van Iwans kazerne in verbinding ge steld. Men stelde een onderzoek in en na korte tijd vond men de resten van de verslagen wolven en tenslotte ook Iwans sabel. Wainimo onderzocht de sabel nauwkeurig en gaf hem vervolgens aan de bevelvoerend officier. Laat Uw men sen deze sabel eens uit de schede trek ken; twee aan de handgreep en twee on der aan de schedezei hij. ,fZe zullen wapen en schede niet kunnen scheiden. En jvaarom niet? Iwan heeft na zijn ge vecht met de wolven vergeten het bloed van de kling te vegen, zodat de sabel vastgevroren zat, toen hij door een twee de groep ivolven werd aangevallen. Hij kon zich dus niet verweren en werd al dus een prooi van de roofdieren" at moeten onze voorouders toch weinig oog hebben gehad voor schoonheid van de na tuur, dat ze zo'n juweel van een dier, aan zo'n dwaze en onaangenaam klinkende naam konden verbinden. Nu hebben wij, behoorlijk verlichte 20e eeuwers wel gemakkelijk praten. Wij hoeven niet benauwd te zijn voor de pest, een ziekte, die in vroeger eeuwen zo verschrikkelijk kon huishouden on der de mensen en in een tijd van zeer primitieve geneeskunde. Wij zijn niet bijgelovig en wij weten al zo kolos saal veel. Wij zullen de fout niet maken een gevreesde ziekte in ver band te brengen met de toevallige verschijning van een diersoort, die aan onze narigheid part noch deel heeft. De Duitser gebruikte trouwens die ongelukkige naam niet. Hij zegt „Seidenschwanz" en typeert het dier daarmee heel wat beter, want zijde achtig glanzend is zijn staart en zijn hele lijf van de merkwaardige bruin gele kuif tot en met de punten der diepzwarte vleugels. herrinerd, dat ik jaren terug op een barre winterdag eens kilometers ver had getrapt om een glimp te kunnen opvangen van de toen plotseling ver schenen wondervogels, de pestvogels uit Lapland, Zweden en de Oostzee landen. Waarom dit exemplaar zich zomaar van de grond had laten oppakken, zal wel altijd een raadsel blijven. Hadden de rustige noorderlingen zulke beste ervaringen opgedaan met de mensen uit de landen, waar ze in 'troepjes van twintig tot zelfs vijftig stuks doortrekken? Of was het dier een ongeluk overkomen? Wantdat bloedspoor Gelukkig werd dit raadsel snel opge lost en zonder politiedeskundige. De pestvogel is n.l. een bessenplukker eerste klas. Oranje vuurdoornbessen rode bessen van de contoncaster en de bloedrode van de berberis, hij lust ze allemaal. En aangezien iedere vogel een zeer vlotte spijsvertering heeft en nogal kwistig is met het achterlaten van visitekaartjes, zo vinden wij de onverteerde resten van zijn middag maal overal, waar hij maar even is geweest. We kennen immers de paarsblauwe vlierbesspatten van de spreeuwen op de trottoirs. En de braam en de lijs terbes, hoe zouden ze op de vele won derlijke plaatsen zijn terechtgekomen als de vogels niet een handje hadden meegeholpen met het rondstrooien van de zaadjes, die tegelijk met de uitwerpselen in één moeite worden gedeponeerd. In ons pestvogelgeval waren deze overblijfselen donkerrood gekleurd. Het dier was natuurlijk danig in de war geweest, toen het werd opgepakt en in volkomen vreemde omgeving terechtkwam. En een vogel toont zijn onrust nu eenmaal door het snel los laten van zijn ballast. Hij kreeg al spoedig een ruimere kooi als eenkamerwoning, waar hij tot rust kwam, zodat we er achter kon den komen, wat hem scheelde. Want al waren we ook nog zo blij met de bijzondere gast, dat hij de lucht in zou gaan, zodra hi) uit het ziekenhuis was ontslagen, dat stond bij ons vast. Tenminste mits er zich een troep soortgenoten vertoonde, waarbij hij aansluiting kon vinden. Hem in deze ongelukkige omstandigheden vrijlaten, zou hebben gelijk gestaan met hem aan een tuinkat uitleveren Het was een ongelofelijk mooie ver schijning. Maar wat een miserabele naam: pestvogel! Jammer, dat mijn illustratie alleen maar in zwart en wit kan worden ge geven. Ze is slechts een benadering van het ware beeld. Voor de kleur van het oog, dat brandt in een koolzwarte vlek, zou ik mijn meest intense blauw en violet moeten mengen, evenals voor de keelvlek, waarboven een slanke zaadsnavel piekt. Geraffineerd is het witte lijntje, dat beide donkere vlekken af zoomt tegen een grijsachtig bruin en beige, dat eenvoudig niet is te beschrijven. „Wax wing" noemen de Engelsen hem en daarmee doelen ze op de bloedrode lakdruppels van de zwarte vleugels. Deze vleugels hebben een witte spie gel (dat is een vleugelvlek) en ver tonen bovendien nog helgele pijlpun ten. En dan komt een zachtgele staart- zoom dit pronkstuk nog completeren tot een klein wonder van bijna exo tische schoonheid. Merkwaardig is het, dat ons land, laten we liever zeggen, dat Weét-Europa met zijn in het algemeen sober gekleurde vo gelrijkdom, een paar vogels kent, die opvallen door zeer felle en ongewone, ja tropische kleuren. Het zijn het Jjsvogeltje, de hop, de pestvogel, de wielewaal, de bijeneter en de schar relaar, al zijn de laatste twee in ons land vrijwel onbekend. Onze gast was zeer rustig. Ook beschaafd in zijn optreden, be halve wanneer hij bessen at, want die slikte hij helemaal in, niet een of twee, maar wel tien of twintig achter elkaar, tot hij vol leek te zit ten van zijn zwarte snavelslabbetje tot en met zijn staartbasis. En maar bloedvlekken overal in zijn kooi! Maar mijn tuin werd arm aan bessen, die kon dat tempo niet bijhouden. Gelukkig kwam er hulp. Mijn s.o.s. sein in de krant werd opgevangen en prompt kwam er een vogelvriendin opdagen met een geweldige voorraad tuinbessen, een schaal met een kop erop. Ook probeerde ik een menu variatie: van andere bevriende zijde kreeg ik een hoeveelheid vliegenma- den, U weet wel van die wriemelende beestjes zonder pootjes. Ik stak een lepeltje met het nieuwe levende ge recht door de tralies... en ik kon erop wachten! Als koek gingen ze naar binnen, terwijl de grote vogelkuif hevig mee werkte. Hup! op de stok even de sna vel driftig afstrijken links rechts, links rechts, weer een kwartdraai... aanneme! nog zo'n portie! oe het afliep! HU bleek niet goed te kunnen vliegen, hoewel hy niet invalide was. Had ik het hem kunnen vragen, dan zou hij ge zegd hebben: „Geef mU de toendra's en de bossen van Noord Zweden maar, dan mag ju in m\jn kooi gaan zitten" Ik heb hem niets gevraagd en hem naar Artis gebracht. Daar heeft hy zich in een zeer grote volière nog ja renlang vermaakt, in gezelschap van een blauwwitte tropische ekster. Tot vreugde van de bezoekers, die ook nog oog hebben voor iets anders dan apen en olifanten. Dat een botsing ook nog wel eens ge luk kan brengen en zelfs een men senleven kan redden, ondervond de achtjarige James Boyer in Detroit. De jongen had een muntstuk inge slikt, dat in „het verkeerde keelgat" was blijven steken. Met een ambu lancewagen werd hij in razende vaart naar een ziekenhuis vervoerd en deze haastige spoed was nu eens wél goed. want door de enorme snelheid knalde de auto regen een andere wagen op. Uit de wrakstuk ken kroop James ongedeerd te voor schijn. Hij was er zelfs veel beter aan toe dan eerst, want door de ge weldige schok was het muntstuk uit de luchtpijp geschoten. H°tee' -*■ nie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 15