/i
erphengel
AUKUBA'S voor KAMER en TUIN
C
GEEN HUIS
Het keizerrijk van
WEL
OF
GEEN
ZATERDAG 24 JANUARI
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 2
*1 fniCr
IV/4
DE MM MET DE FATALE A A AM E\
HET VERMOGEN VAN DRIE MILJARD
Voor/onze
sportvissers
Pleidooi voor 't gebruik kunstaas
IN
HOLLAND
STAAT
Grootste industrieel ter wereld
(Van onze correspondent te Bonn)
K-R-U-P-P: sedert de dikke Bertha's hun 42 cm. projectielen in de
eerste wereldoorlog over destijds ongehoorde afstanden schoten is
deze naam belast. Krupp is synoniem geworden met oorlogsmagnaat,
met kanonnenfabrikant, met slavendrijver.De Krupps gingen,
voor wat hun fabrieken voor de oorlog produceerden, het gevang in:
Gustav Krupp von Bohlen und Halbach werd in 1923 tot vijftien
jaar veroordeeld door de Fransen, maar kwam al spoedig vrij. Zijn
zoon, de thans 51-jarige Alfried, werd in 1948 met elf medewerkers
te Neurenberg tot twaalf jaar veroordeeld en kwam na tweeenhalf
jaar vrij.
bij tot de opbouw van West-Duitsland.
De omzet van 3.5 miljard mark spreekt
ten deze boekdelenen de groei
schijnt onstuitbaar, ook al omdat het
bedrijf aan de top zo doodeenvoudig -
zonder controle door aandeelhouders
en commissarissen - functioneert.
Russen: goede klanten
Dat is de firma Fried. Krupp, te Es
sen: geen wapenproduktie meer, maar
wel in bijna 120 concern-ondernemin-
Nooit meer
W apenproduktie
Thans is deze man met zijn be
last verleden (hij zat in totaal zes
jaar) en een belaste naam degene
die er zich op kan beroemen de
enige ter wereld te zijn die een
dergelijke groot industrieel bedrijf
p e r s o o nlij k bezit als de firma
Fried. Krupp, te Essen, thans is.
Hij kan zich n.l. de bezitter noe
men van een industrieel vermogen
dat meer dan drie miljard mark
waard is
De samenvoeging van de Bochumer
Verein met de Krupp-Holdingmaat-
schappij Hütten- und Bergwerke AG.
Rheinhausen, maakte van de firma
Krupp de grootste industriële combi
natie en de op een na grootste staal
producent van West-Duitsland. De
Hoge Autoriteit van de Europese Ko
len- en Staalgemeenschap, die daar
voor toestemming verleende, deed dit
overigens niet zonder een voorwaarde
te stellen. Als enige Westeuropese on
derneming moet Krupp voor beide b<?-
vengenoemde maatschappijen zijn
voorgenomen investeringen aan de
Hoge Autoriteit opgeven en deze zal
beoordelen of er wel toestemming voor
kan worden gegeven. Dat zint Krupp
kennelijk niet. Reeds heeft men van
Essen uit hiertegen geprotesteerd.
Dit alles toont aan welk een on
waarschijnlijk snelle groei de firma
Krupp heeft meegemaakt, sedert zij
weer op het industriële toneel mocht
verschijnen.
De geschiedenis van dit concern
gaat terug tot 1818! Toen richtte
Friedrich Krupp in Essen een kleine
staalgieterij op die allesbehalve flo
reerde. Zoon Alfred (1812-1887) nam
al spoedig de zaak over en begon ve
ren, assen en dergelijke te fabriceren.
Dat leverde hem zoete winst op, waar
mee hij een fabriek stichtte voor ka-
nonnen- en munitieproduktie. In de
jaren zestig en zeventig van de vorige
eeuw voorzag „Alfred Krupp, de oude"
bijna ieder zich beschaafd noemend
land ter wereld van kanonnen! Hij be
gon ook met de produktie van spoor
wegmateriaal, van stoomketels voor
grote schepen. Hij zag de noodzaak in
om zich, wat de grondstoffen aangaat,
onafhankelijk te maken van zijn le
veranciers en kocht ijzerertsmijnen,
steenkolenmijnen, fabrieken hier en
fabrieken daar. Er was geld in over
vloed en de naam Krupp betekende
negentig jaar geleden al heel wat.
De aangetrouwde Krupp
Zo verwierf Alfred Krupp zich uit
het onbelangrijke staalgieterijtje van
zijn vader een machtig fortuin, een
groots industrieel instrument. En hij
bleef ook sociaal niet achter. Zijn zoon
breidde de „zaak" nog uit. Zijn klein
dochter Bertha huwde met de diplo
maat Von Bohlen und Halbach, die
niet gespeend bleek te zijn van de
goede gaven, die een groot zakenman
en industrieel moet hebben. Allereerst
noemde hij zich Krupp von Bohlen
und Halbach. En deze aangetrouwde
Krupp, wiens vrouw de enige aandeel
houdster was van het imperium aan
de Rijn, beheerde al spoedig het gehe
le bedrijf. Dat deed hij bijna veertig
jaar lang! Tot hij in 1950 stierf.
Het was deze aangetrouwde Krupp,
die het bedrijf eigenlijk eerst recht in
de verbeelding van de gewone man
omhoog stootte. Onder zijn leiding
kreeg de „Dikke Bertha", dat reuze
kanon, een verschrikkelijke betekenis.
Onder zijn leiding werd er gestreden
tegen de Fransen in het Roergebied,
na de eerste wereldoorlog. De oude
Krupp was een trouw volgeling van
Keizer Wilhelm II en gold als een
ijverig voorstander van des Keizers
lievelingsproject: de creatie van een
eigen grote vloot, waarmee Duitsland
naast Engeland zou komen te staan.
Daarmee werd in feite de eerste we
reldoorlog geprovoceerd
Omzet: 3.5 miljard mark
Dat Krupp en de andere Roer-in
dustriëlen Hitier hebben gesteund in
de moeilijke jaren voor de nazi's (1932
-1933), staat vast. Dat zij verantwoor
delijk waren voor het opjagen van
moderne slavenhorden uit Nederland.
België, Frankrijk - het tribunaal te
Neurenberg bevestigde het. De oude
Krupp, die verlamd was, moest daar
voor op het matje komen. Toen dat
fysiek niet mogelijk bleek, nam men
zoon Alfried, die sedert 1943 de enige
firmant van het bedrijf was. De open
bare aanklager rechtvaardigde het
vonnis tegen Alfried o.m. door te zeg
gen dat de Duitse wapen- en munitie
industrie in de persoon van haar be
kendste en hardnekkigste vertegen
woordiger, Krupp, voor het hof moest
verschijnen. In februari 1951. tweeen
half jaar later, kwam Alfried Krupp
weer vrij. In maart 1953 „heerste" hij
weer over zijn „imperium".
Thans zetelt deze op het oog aller
minst onsympathieke man met het
magere gezicht en het dunne haar
weer in de Altendorfer Strasse te Es
sen - de generale staf van Krupp.
Zijn imperium doorstond de zgn. ont
vlechtingsmaatregelen van de Ameri
kanen, de demontage der Britten, de
maatregelen ter verbeurdverklaring
van al zijn bezittingen. De drie mil
jard zijn van hém! Meer dan 100.000
arbeiders en kantoorbedienden, oude
maar vooral piepjonge managers zoals
zijn algemeen gevolmachtigde Bertold
Beitz, geeft hij een dikke boterham.
Zijn bedrijven droegen menig steentje
gen produktie van machines, staal,
vliegtuigonderdelen, ijzer, ziekenhui
zen, gewone huizen, schepen, boe
ken kolen, kabelbanen, chemische
draden, bruggen, cementfabrieken,
hoogovens, vrachtauto's, locomotieven
en kranen. Koningen bezoeken Alfried
Krupps kantoor al weer, de Russen
zijn een goede klant van hem. In In
dia en Afrika, in Amerika en Austra
lië doet hij zaken. In Bonn is hij be
paald geen verguisde. Achter hem
staat, wat de laatste industriële ac
tie betreft, de meerderheid der Duit
sers. De economische expert van de
Westduitse Socialistische Partij, dr
Deits - zelf voorzitter van de raad van
commissarissen van de Bochumer Ver
ein - noemde de combinatie „vernünf-
tig", een „correctie op de economisch
niet verstandige vernietiging van de
Duitse staal- en ijzerindustrie door de
geallieerden na 1945".
Het nabije verleden laat niet af om
de naam „Krupp" te vereenzelvigen
met oorlogsproduktie, oorlogsschuld,
en andere misdaden. De bitter harde
realiteit van thans heeft van „Krupp"
al weer een acceptabele onderneming
gemaakt, ook bij ons (de plannen in
Europoort). De schuldige staatslieden
en misdadige volksmenners van vóór
1918 en van vóór 1945 hebben allen
het loodje moeten leggen. De keizer
rijken der grote industriëlen in Duits
land lijken onmisbaar te zijn. Zij
grommen zelfs al weer tegen de Lu
xemburgse staalcontroleurs
Vanaf de dag, dat de werphengel in Nederland zijn intrede deed,
ongeveer tien jaar geleden, is dit visattribuut in ijltempo populair
geworden. De enigszins serieuze sportvisser, gefascineerd door de
schat van mogelijkheden, rustte niet aleer hij zo'n buigzaam stokje
zijn eigendom kon noemen. Het vissen met de werphengel is een
hausse geworden. De meeste sportvissers realiseren zich echter niet,
dat het vissen met de werphengel bepaalde consequenties met zich
brengt, wil men er het plezier van ondervinden en er het succes mee
behalen waarop wordt gehoopt. De meeste werphengels worden
momenteel voor het vissen op snoek gebruikt en daar is het een
buitengewoon goed hulpmiddel voor.indien men tenminste con
sequent is en van kunstaas gebruik maakt.
Wanneer men op snoek wil vissen op de oude, beproefde manier
met een levend visje als aas, dan leidt het gebruik van een werp
hengel allerminst tot verbetering. Er is zelfs sprake van een stap
terug.
Op deze vraag is een interessant
antwoord te geven.
Vóór de werphengel ln Nederland
algemeen werd gebruikt, werd er op
één manier op snoek gevist: met
levend aas en een lange hengel. Zo
viste betovergrootvader, overgroot
vader, grootvader en vader en zo was
het goed. In enkele boekjes, geschre
ven in 1765, komt men het vissen op
snoek tegen zoals dit tegenwoordig nog
wordt gedaan. Dit vissen heeft een
bepaalde bekoring. Sportief bezien is
er veel op aan te merken, maar zo
lang er geen ethiek bestond in de
sportvisserij, brak men zioh daar het
hoofd niet over. De bekoring van dit
vissen bestaat hoofdzakelijk uit het
wegschieten van de dobbers en na
tuurlijk uit het vangen van de snoek.
„Stropen"
Het te water brengen van en het
vissen met levend aas, kan op de
meest ideale wijze geschieden met een
lange hengel, een drijvend gemaakte,
gevlochten lijn en een eenvoudig reel-
tje. Werpen met levende vis is vrijwel
ondoenlijk, slepen met een werphengel
onmogelijk en de werpmolen, die om
een vrij dunne HJn vraagt, is te ge
compliceerd en ook te duur om hem
voor deze simpele visserij te gebruiken.
Men heeft er meer last van dan
gemak.
Waarom zijn die sportvissers, die
met een werphengel op snoek vissen
dan niet consequent; waarom stappen
ze niet over op kunstaas?
Toch viste men, vóór de werphengel
populair werd, ook wel eens met
kunstaas. Bij gebrek aan hulpmidde
len, bond men een lepel of spinner aan
een lijn en roeide men dit kunstaas
achter een boot aan. Deze soort visserij
werd zeer terecht als „stropen" ver
oordeeld.
Intussen heeft het vissen met kunst
aas zijn slechte naam te danken aan
dit feit. Want als men over kunstaas
spreekt, tegen vissers die niet met de
Er zijn maar weinig planten,
welke behoorlijk binnenshuis
groeien en ook voor tuinbeplan-
ting geschikt zijn; de aukuba,
een groenblijvende heester, is er
één van. Het wonderlijke is, dat
deze groenblijvende tuinheester
zelfs nog schik heeft in een nor
maal verwarmde kamer. In de
toch altijd vrij warme en zeer
droge restaurants gebruikt men
ze veel, worden er bloembakken
mee beplant en ziet men kans
ze enkele jaren goed te houden.
Ze hebben het daar kennelijk
heel goed naar hun zin. Ove
rigens kunt U er ook in een on
verwarmde kamer mee terecht;
eigenlijk een plant, die veel kou
kan verdragen. In een koele en
vrij donkere hal zal men er ook
nog goede resultaten mee berei
ken; tocht moet U echter zo
veel mogelijk zien te vermijden.
Het is vooral de bontbladige
aukuba, die zioh zo heerlijk on
der alle genoemde omstandig
heden kan aanpassen. Dat bonte
blad doet het trouwens uitste
kend tussen bloeiende planten
en andere sierbladplanten.
Aukubals moeten voor kamer
cultuur dus niet te groot gekocht
worden; kleine planten zullen
het best voldoen In de tuin kan
men zowel van de bonte als van
de groene soorten plezier heb
ben. In de meeste tuinen ont
breken te veel groenblijvende
planten en de aukula kan dus
hierin mede verandering bren
gen. Aukuba's kunnen dan het
best in het vroege voorjaar ge
poot worden; het weer werkt
dan een beetje mee. Stop ze niet
zó maar in de grond; ze vinden
het wel prettig, indien aandacht
aan de grond besteed wordt en
dat wil zeggen: meng wat oude
koemest en turfmolm in het
plantgat; ze zullen dan veel
beter groeien. De bloei van de
aukuba heeft niet veel te bete
kenen, doch later volgen de tros
sen rode bessen. Al mogen die
bij bepaalde soorten min of
meer tussen of onder het blad
zitten; het kan toch als een
sieraad beschouwd worden. Au
kuba's moeten in de tuin wel
een beschutte standplaats heb
ben; liefist een beetje beschermd
tegen de koude noorden- of oos
tenwind. Staan ze op de volle
wind, dan zullen de bladranden
bruin kleuren en dat staat niet
fris.
Best mogelijk, dat die groen
blijvende struiken in uw kleine
tuintje op den duur te hoog op
groeien en te breed worden,
doch dan kan de schaar te hulp
komen. Het is niets erg, indien
wat takken worden ingekort.
Eventueel kan men vroeg in het
voorjaar ook wel enkele takken
geheel weg nemen.
G. KROMDIJK.
Het „Limburgsch Dagblad" publiceerde onlangs een bloemlezing
uit het klachtenregister van een Huisvestingsbureau in een onzer
grote steden. Bij alle tragiek, die in vele gevallen achter deze
woorden schuilt en waarvoor men volledig besef dient te hebben,
geven de bewoordingen, waarin deze klachten worden geuit, toch
ook wel eens aanleiding tot enige vrolijkheid en reden tot bezin
ning op de bekende versregel „Onze moedertaal is een schone taal!"
Men oordele zelf:
„Mijn vochtontwikkeling in de
huiskamer is niet meer te hou
den".
„Even leg ik me neer om U
enkele letters toe te dienen".
„Mag ik ruilen met mijn buur
man, daar die man weduwe is
zonder kinderen".
„Ik heb een lekaazje op zolder
en die is naar beneden geko
men".
„Ik vraag geen woning want
die heb ik, daarom vraag ik een
andere woning".
„De hond blaft de hele avond
en met de kat is 't zelfde geval".
„Het vijfde kind is op komst
en staat voor deur".
„Ik zit in nood in een onver
klaarbare woning".
,Mijn man loopt met brom-
en mijn borsten piepen
„Ik wou graag een aanval op
Uw goedheid doen".
„Heer burgemeester, hiermede
kom ik u een aanzoek doen en
wel voor een andere woning".
„Zes jaar ben ik getrouwd met
een kind van twee en een half
jaar".
„Ik hoop dat ik net zo opge
schilderd wordt als mijn buur
man".
„De W.C. is lek aangezien wij
er met z'n vijftienen opkomen"
„Wil U eens naar mijn boven
kamer kijken, die zit vol bees
ten".
„Ik lig nu al twee jaar op bed
met isias. Ik hoop dat ik het
goed schrijf anders denkt u dat
het een poolse violist is".
„Ik heb zo'n last van mieren
in mijn fundament".
„Het huis deugt niet. Aan de
ene kant is mijn vrouw in ver
wachting en aan de andere kant
regent 't in".
„Wij zitten zo krap dat de
mensen naast ons (die griep
hebben) ons door de dunne mu
ren heen aansteken. Als U zelf
komt poolshoogte nemen kunt
U ook de koorts krijgen".
„Ik ben staande vrouw alleen,
zodoende is mijn woning te
klein".
„Het vocht zit overal, ook in
de slaapkamer van mijn moeder,
die al helemaal beschimmeld is".
„Met eerbiedige beschuldigin
gen, richt ik me met boven
staande tot uwe edelachtbaar
heid...."
moderne methoden van vissen op de
hoogte zijn, associëren zij het woord
„kunstaas" altijd met de verfoeilijke
sleepmethode achter de boot. Door
gebrek aan kennis veroordelen zij ook
het moderne kunst-aasvissen, door het
„stropen" te noemen. Hoewel het vis
sen met kunstaas overal ter wereld als
de meest sportieve methode van vissen
wordt erkend.
En dat is waarschijnlijk de reden-,
dat vele bezitters van werphengels de
oude wijze van snoekvissen blijven
aanhangen, ondanks het feit, dat hun
Weinig bevrediging
De werkelijke sportvisser zal daarom
weinig bevrediging vinden in deze
methode van vissen en tot kunstaas
overgaan. Dit wordt wel bewezen door
de duizenden kuns ta asviss er sdie
nooit meer een levende aasvis aan
raken. En toch zijn deze mensen ge
rekruteerd uit het grote leger snoek-
vissers, dat ook met levend aas viste.
Een andere overweging is ook, nog dat
daardoor het leven der aasvisjes wordt
gespaard.
moderne hulpmiddelen zich veel beter
lenen voor andere methoden.
Zij zijn als iemand, die een brom
fiets kocht en op die bromfiets gaat
zitten trappen, simpel om het feit, dat
zij in hun gewone fiets ook nooit ben
zine gebruikten.
De bekoring van kunstaas
Om het vissen met kunstaas te
kunnen beoordelen en te gaan waar
deren, moet men er op zijn minst een
weinig kennis van willen nemen. Wat
is de grote bekoring van het vissen
met kunstaas?
Daar zijn tientallen antwoorden op
te geven. Het is zeer sportief, want
alle vis wordt vóór in de bek gehaakt
en kan vrijwel onbeschadigd worden
teruggezet. Het vissen met kunstaas
geschiedt altijd met zeer lichte mate
rialen, zodat het soms vaak veel
moeite en overleg kost de vis veilig
binnen te krijgen. Het werpen en vis
sen vereisten een zekere mate van
vaardigheid, kennis en oefening.
Zo zoumen nog kunnen doorgaan,
maar een alleszeggend antwoord is,
geloof ik, dit: wanneer men met
kunstaas vist, vist men zelf en wan
neer men met levend aas vist, laat
men vissen door het aas.
Het aantrekkelijke heen en weer
zwemmen van het levend aas, zonder
dat de viser daar iets aan of af doet,
verleidt de roofvis tot toehappen en
wanneer het aas eenmaal gegrepen is,
wordt het slechts een kwestie van af
wachten tot de vis zich zelf heeft
vastgegrepen. De sportvisser kan in
feite bij het gehele vangproces worden
gemist.
Het bewijs hiervan wordt geleverd
door sommige boeren die achter hun
woning 'n fleur of stek zetten. Zon
der dat zij er bij aanwezig zijn vangt
de aasvis aan de fleur een snoek; zij
gaan alleen af en toe kijken of de vis
al aan de lijn zit.
Vissen met kunstaas is anders.
Kunstaas is vervaardigd van koper,
hout of rubber en hoewel wat vorm
betreft een aasvis wordt geïmiteerd,
blijft het een stukje koper, hout of
rubber, dat, wanneer het gewoon in
het water wordt gehangen, geen enkele
aantrekkingskracht bezit. Kunstaas is
dood, tot op het moment, dat het door
de visser tot leven wordt gebracht.
Daarin ligt de grote voldoening van
het kunstaas-vissen; het bedriegen
van een roofvis met behulp van een
dood voorwerp, dat een geheimzinnig
leven krijgt door handigheid en be
kwaamheid.
Slechte klant
Wanneer het vissen louter en alleen
zou worden gedaan om vis te vangen
en mee naar huis te nemen, zou het
niet de moeite lonen over verschillen
de vangmiddelen te discussiëren. Wan
neer het om vis gaat, heiligt dit doel
alle middelen.
Maar omdat de vreugde van het
sportvissen in hoge mate afhankelijk
is van de manier waarop men een vis
vangt, adviseer ik U, eens enkele goecle
kunstaassoorten aan te schaffen, om
daarmee een fascinerende sport te
gaan beleven.
De jagende baars achter uw spinner,
verblind in zijn (jver de vermeende
prooi te achterhalen, is in staat U een
emotie te bezorgen, waarbjj het beeld
van de vijf wegschietende drijvers
totaal verbleekt. En wanneer U het
mocht treffen, dat een felle snoek op
twee meter afstand voor uw voeten,
zich op uw plug slaat, dan is de kans
groot dat uw aasvisverkoper in het
vervolg een zeer slechte klant aan U
krijgt.
Om het voorbeeld van de bromfiets
nog even aan te halen: doe er eens
benzine in
JAN SCHREINER.