TWEE EENZAME OUDE MANNEN IN WESTDUITSE HOOFDSTAD Sneeuw en sneeuw Figuren uit negentiende eeuw slaagden erin de ruïnes om te toveren in een welvaartsstaat Duitslands „vierde jeugd" naar toppen van materiële welstand HANS BREDOW OVERLEDEN D' ZATERDAG 17 JANUARI 1959 (Van onze correspondent te Bonn, H. N. Appel) De welvaart is de gemiddelde Westduitser in het jaar 1958 wel zo ongeveer tot de lippen ge stegen, hij verdrinkt er af en toe bijna in! Hij moet vechten bij het lezen van iedere courant en van ieder damesblad vol glanzende, kleurige advertenties, om te ontkomen aan de greep van de openlijke en „verborgen verleiders", die hem Mercedessen van nauwelijks negen duizend mark, Volkswagens van nog geen vijf mille, Musik- truhen en Fernsehapparate, Kühlschranke en Sektflessen (om bij vele, vooral ongepaste gele genheden leeg te drinken) willen opdringen. Wie immers géén Mercedes heeft, is een burgerman; wie géén „Vauwé" (Volkswagen) heeft, een arme luis; wie géén Sekt drinkt, is geheelonthou der, maaglijder of armoedzaaier. Het jeugdige zwelgen in het vele, alom aanwezige, heeft de ge middelde Westduitser nu eenmaal danig te pak ken: hij kan zijn geld niet op. Jan-en-alleman koopt in dit land aandelen en certificaten van in vesteringsmaatschappijen. Jan-en-alleman spreekt over de rente van obligaties, over vijf-procenters en vijf-en-een-half-procenters. M: Dit Duitsland heeft een welvaart (ondanks grote onverkoopbare kolenvoorraden en moeilijkheden bij staal en textiel!), die Amerikaans aandoet. Alles is leven rondom de Duitser, leven en jeugd, maar vaak ook: leegheid en verveling!! Alles: de glimmende en blinkende auto's en keukenmeubels, de Nitribitts, het alweer flinke en thans ook „spirituele" leger, de minister van Defensie Strauss, de veer tigers en vijftigers, die aan de top van menige deelstaat staan, de piepjonge maar helaas vaak overwerkte industrie-managers, het Bondsdaggebouw te Bonn. Het is alles van „déze niéuwe tijd". Het leven bruist in de Bondsrepubliek, de „repu bliek van de jeugd". De republiek die iedere dag jonger wordt tengevolge van de stroom van honderden jonge vluchtelingen uit Oost-Duitsland, dat zichtbaar veroudert ondanks de „idealen" uit Moskou.De republiek van Bonn voert Duitslands vierde jeugd na Bismarck, na Weimar, na Hitler naar de toppen van de welvaart, ook al zijn er zelden zö weinig boeken gelezen en gekocht als dit jaar. Overbrugging van een kwade tijd Deze Westduitse republiek vol overdreven jeugd en onbekookte jeugdige kracht - en ditmaal is er geen woord overdrijving bij - heeft evenwel aan haar top twee mannen uit een andere eeuw, wier horloges achter lopen als men ze vergelijkt met die van de Westduitse twinti gers - die geen jeugdbeweging ken nen, wèl de extase van Bill Haley's jazz. Twee eenzame, zeer oude mannen, representanten van de negentiende eeuw, die iedere dag weer te Bonn tonen hoe een al weer ver verleden het redt met atoomwapendreiging met diplomatie uit Moskou en van de Oxfordse straten. Die tonen hoe dat verleden over de verschrikkin gen van Hitier heen, dit bizarre Duitsland kan leiden naar ongetwij feld nog groter welvaart en waar schijnlijk nog groter politiek aan zien dan het thans reeds bezit. Twee oude mannen, die voor zichzelf als persoon part noch deel van die wel vaart begeren Prof. dr. Theodor Heuss, president van West-Duitsland en Bondskanselier dr. Konrad Adenauer zijn thans resp. 74 en 82 jaar oud, van de jaargangen 1884 en 1876. Bismarck hebben zij bei den nog bewust meegemaakt; hij over leed in 1898. De in 1859 geboren Keizer Wilhelm is voor hen nog altijd een be grip. De staatslieden uit de Weimar tijd. Stresemann (geboren ln 1878) en Brüning (van 1885), zijn van hun ge neratie. Hitier zou, indien hij thans nog leefde, jonger zijn dan zij, n.l. 69! Go ring en Goebbels waren van 1893 en 1897. Zó groot is de periode die Heuss en Adenauer met him leeftijd, hun er varing en hun karakter overbruggen, dat zij al deze goede en slechte, vrede lievende en kwaadaardige politici nog van nabij hebben meegemaakt. Zij bei den vertegenwoordigen door hun per soon en hun jaargang de sprong van het goede verleden naar de maagdelijke toekomst, die Duitsland na 1945 moest maken om te ontkomen aan een neural- gisch blijven-staan bij Hitiers misda den. waarover men overigens eerst in het afgelopen jaar, blijkens de vele pro cessen tegen de concentratiekampbeu len. eens ernstig is gaan nadenken Schiller als autobewaker Wie zijn deze oude mannen, die in Bonn hun land vertegenwoordigen en, als het moet, er de slagen voor opvan gen? Kort en eerlijk gezegd: de intel lectueel Heuss is het sympathiekst. De oud-hoofdredacteur van de ..Neckar Zeitung" uit Heilbronn, de man. die in 1920 korte tijd hoogleraar was aan de hogeschool voor politiek te Berlijn, de politicus, die vóór 1933 zo'n zeven jaar Rijksdaglid was. deze prof. Heuss heeft iets van de lieve, oude grootvader-met- de-bakkebaarden uit Potgieterstijd. Hij spreekt met een diepe stem. heel lang zaam. ieder woord vol betekenis, geestig en zonder een zweem van geleerdheid. Hij is een man. die geen blad voor zijn mond pleegt te nemen, maar in zo'n ge- geval bepaald niet grof wordt. Verleden jaar reed hij eens door Hamburg en zag aan de rand van een groot parkeerter rein een standbeeld van Schiller Ln een bosje verscholen staan. ..Schiller als autobewaker", gromde hij, en hij schreef ijlings een geharnaste, stijlvolle brief aan Hamburgs burgemeester Max Brauer. Of dat standbeeld niet ergens anders kon worden geplaatst; of dat nu moest. Schiller als bewaker van een parkeerterrein. Het standbeeld wérd verplaatst! Heuss, dat is de goedmoedigheid zelf. Maar ook het Duitse politieke geweten. Als Rijksdaglid stemde hij in maart 1933 voor Hitiers beruchte machtigings wet, maar zijn boeken werden in de volgende jaren verbrand en hij mocht niet meer schrijven, ook al kwam juist in de gedwongen jaren van stilte zijn grote werk over het Duitse liberalisme gereed. Goedmoedigheid en begrip, in tellectueel onderscheidingsvermogen en gevoel voor verhoudingen zijn zijn gro te kwaliteiten. Hij geldt als de man, die van het Westduitse presidentschap, dat hij in 1949 kreeg na voorzitter van de liberale FDP te zijn geweest, een hoog ambi, een onafhankelijke representa tieve functie heeft gemaakt, nij trad in de schaduw, teneinde het ambt zijn goede glorie te geven. Daardoor kon neuss voor de gemiddelde Westduitser een begrip „Pappa Heuss" worden, een man met een goed geweten, een man die altijd iets te zeggen heeft en die geen gemakkelijke speeches pleegt te houden omdat hij dat niet kan! Vriendelijke spotter Voor Heuss was het karwei weggelegd om het vorige jaar in Engeland de hete kastanjes uit het vuur te balen. Ade nauer was daar in april nog geëerd als politicus, als Westelijk strijder voor ce vrijheid. Heuss kwam als represen tant van Duitsland in Londen en moest spitsroeden lopen. De studenten van Oxford verguisden hem door zijn komst op hun universiteiten te „vieren" met de handen in de zak. De Londense pers noemde hem een „typische Duitser". De oude man uit Villa Hammerschmidt te Bonn heeft dat alles met veel wijsheid geaccepteerd en vervolgens glimlachend en ook een beetje grijnzend gesproken over „het. succes" van zijn Engelse reis. Dat is Heuss. Bonn raakt nem m dit nieuwe jaar kwijt, want hii wil in Stuttgart in zijn nieuwe huis nog een paar jaar schrijven. Over het liberalis me, over litteratuur, over wijn. Deze oude man van 1884, onvervangbaar en De president van de Bonds republiek, prof. dr. Theodor Heuss: het sympathieke gezicht, dat zö uit Potgieters tijd kan zijn. onverbeterlijk als geestige intellectueel en zachte spotter, heeft zijn land ge diend, het de moeilijke jaren doorgchol pen. het ambt van president alle eer en glorie geschonken. Heuss gaat. hij stopt ermee, juist na zijn moeilijkste expedi tie: Londen, Coventry, Oxford. Adenauer: rechtlijnig en autoritair „gezinshoofd" De weduwnaar Heuss heeft nog altijd naast zich (boven zich?) de weduwnaar Adenauer, zónder Potgieter-gezicht, zon der de ironische trekken van de intel lectueel, zonder gestoorde blikken over Schiller-gedenktekens; geen liberale, maar r.-k. Centrumman vóór en CDU- leider nk Hitier. Zeker, de Bondskanse lier kan de handen half opheffen en bezwerend politieke geesten wegjagen. Hij kan meesterlijk, als een oude vader, een hele zaal vol mensen met zijn een voudige pathos en rechtlijnige denkfor- mules naar zijn hand zetten. Zo lang zamerhand weet iedereen wel dat hij zijn kabinet in handen heeft, zoals een gezinshoofd autoritair zijn vrouw en kinderen. Maar Adenauer maakt au fond geen moment de indruk dat men met gevoel, met grote sympathie over hem kan praten. Hij is, welzeker, trouw - in de zaak-Kilb (corruptie), in de zaak - Schaffer (gesprek met Oost duitsers), in de zaak-Blankenhorn (las ter) bleef hij achter zijn medewerkers staan, rechters of geen rechters, publieke opinie of niet. Zijn politiek blijft hij al even trouw: de tot ondergang genoemde Deutsche Partei helpt hij tot de laatste ademtocht, hij valt de Mannesmann- concentratie aan, omdat dat voor zijn algemene politiek zo uitkomt; hij doet om dezelfde redenen toezeggingen in het kolen-olie-conflict, die onverdedigbaar zijn voor Erhard. Kortom, Adenauer, acht jaar ouder dan Heuss, maar met de mentaliteit van een vijftiger, is de kille politicus, de koele diplomaat, de ijzige kabinetschef, die het parlement bespeelt. Hij was iets toen Göring hem in 1933 afzette als burgemeester van Keulen. Daarvóór had hij het al ge bracht tot staatsraad in Pruisen, tot as pirant-rijkskanselier in mei 1926 (hij was toen 50 en streefde tevergeefs naar een grote coalitie). Altijd gelijk. Op de leeftijd, dat een normaal mens zich definitief uit zijn zaken terug pleegt te trekken (73 Jaar), begon Adenauer aan zijn tweede carrière!! Achter hem lag menig politiek avon tuur: zo wordt hij er nog altijd van ver dacht in de jaren '20 een onafhankelijke Rijnstaat, los van Pruisen, te hebben willen oprichten met Franse steun. Zo werd hij in 1945 door de Amerikanen tot burgemeester van Keulen benoemd, maar door de Engelsen weer afgezet. Maar in 1949 begon dan zijn nieuwe carrière - en die duurt thans bijkans tien jaar. De verdienstelijke burgemees ter en Centrumpoliticus is uitgegroeid tot een staatsman van Europees formaat, tot een diplomaat van allure, tot een va derfiguur voor de naar leiderschap hun kerende Duitsers, tot regeringsleider in eer. land, dat tot de welvarendste ter wereld wordt gerekend en dat politiek uiterst stabiel lijkt. Er is geen twijfel aan. dat de Rijnlander, die Adenauer is, de blik nu al veertig jaar westwaarts, en dan vooral naar Frankrijk, heeft ge richt. Des te gemakkelijker kan men nu verwijten dat hij het nauwelijks ernst neemt met de Duitse eenheid. Als men 82 is, tellen blijkbaar nog de daden, die men als 45-jarige heeft verricht Zijn gehele politieke optreden - vaak agressief, met een soort cynische grap jesmakerij en een gemakkelijk wegwer ken van onaangename feiten - paste precies bij de opbouw van het nieuwe Duitsland, waar men geen praters wel werkers - zoals dat heet - nodig had. Welnu, welvaart en politiek aanzien van de Bondsrepubliek hebben hem gelijk gegeven. Hij heeft, zo lijkt het af en toe wel, het gelijk a 11 ij d aan zijn zijde, het gelijk van de politicus dan. Hij Is bijvoorbeeld nauwelijks aan te vallen of verantwoordelijk te stellen als zijn mi nisters te agressief worden (Strauss, Von Brentano, Schaffer en Schroder b.v. met hun ontwerpen om wat meer con trole op het openbare leven uit te oefe nen). Hij lijkt griezelig onkwetsbaar... Hoogtepunten Zie daar de twee oude mannen van Bonn. De een, Heuss, eenzaam in de Villa Hammerschmidt, de ander even eenzaam in Palais Schaumburg te Bonn of in zijn villa te Rhöndorf. Vorig jaar hadden zij beiden een politiek hoogte punt van de eerste orde: Heuss' vluch tige ontmoeting met Oxford, waar men hem duidelijk maakte dat West- Duitsland als politieke kracht aanvaard baar mag zijn, maar dat Duitsland nog altijd een begrip is, waarvan niet alle smetten zijn afgeveegd en daar doet, volgens vele Britten (en anderen) Heuss' vlekkeloos verleden niets aan af. Ter andere zijde: Adenauers vluchtige begroetingen van De Gaulle te Colom- bey-les-deux-Eglises en Bad Kreuznach, Westduitslands Bondskanselier Adenauer heeft één grote hobby: rozen kweken. Daarvoor kleedt hij zich in de zomer af en toe als een Rijnlandse boer in september en november jl., waar nóg eens een streep werd gezet onder een Frans-Duits verleden vol bloed en tra nen, een streep, die voor de kanselier nog te meer betekenis heeft omdat juist de onverzettelijke De Gaulle - even autoritair, even koel - zijn gesprekspart ner was. Heuss gaat dit jaar, 1959, heen als president. Hij verdwijnt a.s. zomer in de geschiedenisboekjes als de eerlijke, beminnelijke maker van het ambt van president der Bondsrepubliek. De nóg oudere Adenauer blijft: mag men zijn Bonner volgelingen geloven, dan is geen geschiedenisboek groot genoeg om zijn waarde voor Duitsland te beschrijven, die tenminste even groot geacht wordt als die van Bismarck. En wie, met voor ogen West-Duitslands herrijzenis na 1949, is in staat dit te ontkennen? Was zelfs nazi's de baas Eerste Duitse radioprogramma uitgezonden m 4$ ZO'N plaatje als dit, met smetteloos witte sneeuw hebben we in de afgelopen week niet veel gezien. Meestal omspoelt ons een mod derige, bruine brij. De spatten gierden om onze oren als de auto's passeerden als wij bevend van voorzichtigheid, het rijwielpad langs de Rijns- burgerweg bereden, met ieder ogenblik het gevaar schuins om laag te glijden Vooral in de donkere morgen uren was "t uitkijken geblazen, om heelhuids het Stationsplein te halen, met een iange serie andere wielrijders achter je aan. Zij kregen geen kans je te passeren op het kleine strookje niemandsland, dat zich tussen de sneeuwmassa's terzijde ge vormd had. Je voelde je als een koord danser boven de piste, met een triomfantelijk gevoel van be vrijding, als eindelijk de lange Rijnsburgerweg achter je lag en je weer ademhalen kon, zoals dat een fatsoenlijk mens past AT was dan ónze sneeuw- vreugd! Er waren misschien ook anderen. Zij, die in het bos wèl de wit te „wade" zagen en er zelfs in rond wandelden, er ae stilte en schoonheid van proefden. O! misschien maar èèn enkel moment, want regen- of hagel buien kwamen dikwijls als spel brekers opzetten. Het was toch nèt genoeg om te weten, hoe sneeuw als op slag het ganse land in een sprook jesland kan veranderen. Daar. vèr van de allesbeder- vende. maar toch zo strikt noodzakelijke pekelwagens ver wijderd. is sneeuw nog hel al oude. het oog verblindende na tuurwonder. dat poëten en lit teratoren, aan de realiteit ont heven, door de eeuwen heen, tot hooggestemde en poëtische be schouwingen kon inspireren VOOR de meeste stadsmen sen zijn er die tegenwoor dig, zoals dat heet. niet Ze zijn al blij, wanneer ze zonder gebroken benen of ar men hun kantoor of de eigen woning bereiken. Voor zover ze erin slaagden hun kleren schoon en hun voe ten droog te houden, mogen ze zich óók al in de handen wrij ven. Witte sneeuw in de wijde na tuur is het heerlijkste, smelten de sneeuw, waarin een mens moet rondbaggeren, het ver schrikkelijkste dat er bestaat. De man op het land geniet van het eerste, de man in de straat spartelt rond in het laat- ste Wie even mocht gaan over een stille landweg als deze. is goed af geweest. Hij heeft ervaren wat sneeuw betekenen k&n! De anderen hadden er slechte de narigheid van. Of zijn U de modderspatten niet tegen maar langs de kouwe kleren gegaan? In d&t geval heb ik niets ge- meer „bij". FANTASIO (Van onze correspondent te Bonn) Te Wiesbaden is overleden dr. Hans Bredow, met wie een integer stuk Duitse radiogeschiedenis is heengegaan, een man, die er zich op kon beroemen het eerste Duitse radioprogramma de ether te hebben ingestuurd. Een man ook, die zich zelfs tegen de nazi's staande wist te houden in zijn zuclit naar onafhankelijkheid. Hans Bredow, die tachtig jaar oud is geworden, trad op 25-jarige leeftijd in dienst van Telefunken. Reeds als der tiger praatte hij over plannen om radio- telegrafie te gebruiken voor het door geven van berichten een in die tijd ongelofelijke gedachte. Men vond de morsetekens toen reeds hypermodern en kon de man, die sprak over de moge lijkheid van draadloze overdracht van muziek en nieuws, niet voor ernst nemen. Bredow werkte tijdens de eer ste wereldoorlog verder aan zijn plan nen en was een der eersten, die radio produceerde, zoals wij dat heden ten dage kennen. In 1919 was hij zover dat hij een openbare radiobijeenkomst te Berlijn kon organiseren. En daarna ging zijn carrière snel omhoog. Hij werd in 1921 staatssecretaris voor het radio- en tele- grafiewezen van de Duitse posterijen. In 1922 organiseerde hij de eerste dage lijkse radio-uitzending voor iedereen: het werd een uurtje radio van vermaak en ter lering Bredows voornaamste verdienste ligt in het feit, dat hij zowel vóór Hitier als na 1945 gestreden heeft voor een onaf hankelijke omroep. Daarin slaagde hij volkomen. Zijn radiostations konden al spoedig (in 1925) rekenen op een half miljoen toehoorders. Na 1930 moest hij het hoofd bieden aan politieke aanval len. De nazi-partij eiste belangrijke posten in de bestuursorganen van de omroep. Op 30 januari 1933, toen Hitier aan stalten maakte de macht over te nemen, trad Bredow af. Een aantal van zijn medewerkers kwam in concentratiekam pen terecht. Hijzelf, die in brieven aan Hindenburg, Hitier, Goering en Goeb bels protesteerde tegen de afhankelijk heid van de omroep van het naziregime, werd in september 1933 opgepakt, maar toch al gauw weer vrijgelaten. Hij bleef buiten het normale leven tot 1945. In 1947 kwam hij op de proppen met een plan voor de organisatie van de West duitse omroep. Dat plan leidde tot eigen wetsontwerpen en die wetsontwerpen zijn vandaag de dag in West-Duitsland nog de vorm waarin het omroepwecen i> geregeld. Zijn voornaamste princ-pe was. dat de omroep onafhankelijk moest zijn, dat de leiders van de omroep geen banden moesten hebben met politieke partijen, en dat het programma van de diverse radiostations evenzeer onafhan kelijk moest worden samengesteld. In zoverre liet Bredow een grootse erfenis na. waarvan men in West-Duitsland hoopt, dat zij niet door partijmach na ties opnieuw ten gronde wordt gericht. VARIA De 44-jarige mevrouw Irene Smith trok zich in haar angst niets aan van het: Een kik en je gaat eraan", dat twee inbrekers haar toe sisten, en begon luidkeels om hulp te roe pen. De beide mannen waren nog niet zo diep gezonken, dat zij de trekker durfden overhalen en na men de benen, mevr. Smith en haar tienjarige zoon ongedeerd achter latend..

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 12