EEN DAG IN HET LEVEN VAN
een AFRIKAANS HOOFDMAN
Ishinde heerst in Mukandankunda
ZATERDAG 3 JANUARI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 4
HET HUIS WAARIN DE LIEFDE
TERUGKEERDE
Een bizar mengsel van oer
oude tradities en moderne za
kelijkheid, aldus kan men het
leven en het bestuur van de
Hoofdman van het Lundavolk
in het district Balovale (Noord-
west-Rhodesië) kort kenschet
sen.
Het ontbijt van hoofdman Ishinde bestaat uitsluitend uit een kop koffie, hem eigenhandig ingeschonken
door zijn echtgenote Mwanda Nyachiuisha.
Heilige armbanden van mensenpees
(Bijzondere medewerking)
De zon is nauwelijks boven de horizon verrezen. De schaduwen
zijn nog lang. Maar reeds is het leven van alledag begonnen in de
hoofdstad Mukandankunda. Potige Afrikanen vuren hun ossespan-
nen aan, die traag en gestaag zware lasten stenen voortzeulen naar
de plaatsen, waar nieuwe huizen in aanbouw zijn. Even blijf ik staan
kijken naar dat altijd weer boeiende beeld van primitieve kracht.
Dan begeef ik mij paleiswaarts.
Ishinde thuis
PALEISWAARTS? Ja, ook als is
het woord „paleis" dan misschien
wat hoog gegrepen. Hoe dit zij,
Ishinde had my uitgenodigd om vroeg
bij hem te verschijnen. Evenals zijn
onderdanen staat hij op bij het krie
ken van de dag. „Vóór zeven uur uit
de veren", vertelt hij mij aan het ont
bijt. „Dan snel een bad, scheren.
en vervolgens ontbijten. U ziet het.
Mijn vrouw zorgt zelf voor het ontbijt.
Dat doet ze graag, mijn trouwe Mwan
da Nyachiuisha!" Mevrouw Ishinde
glimlacht bij deze woorden. Evenals
haar man is zij christen.... en zy is
zijn enige vrouw, want Ishinde neen.
gebroken met de veelwyvery die by
zijn voorzaten hoog in ere stond en
thans nog in zwang is by tal van an
dere hoofdlieden in Rhodesie.
„Maar aan de lunch vervolgt
Ishinde, „bedient onze huisknecht. Die
heb ik zelf tafeldienen geleerd! Dat
kon ik .omdat ik ,toen mijn vader nog
leefde, zeven jaar werkte als chef
kelner in een hotel in Zuid-Rhodesie
Even kijk ik verbaasd. Een man van
vorstelijke rang. en dan kelner ge
weest' Als Ishinde mijn verbazing be
speurt. merkt hij terloops op: „Werken
is toch geen schande?". „Neen zeg ik,
.stellig niet. Maar er is toch een groot
verschil tussen een kelnersfunctie en
die van heerser over 10.000 Lunda en
een grondgebied van zowat 6.500 km.?
Ja", antwoord Ishinde. „inderdaad,
in dit land ben ik de baas". De cen
trale regering, die het oppertoezicht in
handen heeft, maakt het mij niet las
tig En nu gaan we naar mijn bureau.
Dan kunt U eens zien, hoe modem
alles daar is. Ik heb archiefkasten, een
secretaris, een schrijfmachine. Kort
om, ik ben modem".
In de werkkamer
ALS ik met deze ruim vijftigjarige
Afrikaanse heerser de kleine
honderd meter van zijn huis naar
zijn ambtsvertrek afleg, ben ik dus
voorbereid op moderne dingen. Doch
wat ik zag, was iets heel anders! Een
schouwspel, dat in Europa nergens te
zien is, wachtte mij.
In de kantoorruimte zaten gehurkt
op de grond de Raadslieden van
Ishinde. In het midden, ietwat naar
voren, de eerste minister, die de lange
en welhaast onuitspreekbare naam
Kana Mpumba Sakaleji draagt. Deze
hoogwaardigheidsbekleder moet zo
wil het een oeroude zede de ruggen
van zijn handen insmeren met witte
kalk, ten teken van waarheid en rein
heid' Kana Mpumba Sakaleji en de
Raadslieden begroeten de heerser met
handgeklap. Ook deze groet is eeuwen
oud. Zijn ontstaan verliest zich in de
nevel van het verleden. Dag in, dag
uit wordt Ishinde op deze plechtige
wijze begroet alvorens hij zijn amtbs-
bezigheden aanvaardt.
In zijn werkkamer is Ishinde geze
ten op een stoel. Aan zijn voeten hurkt
de eerste minister, met wie hij de lo
pende zaken bespreekt en afhandelt
Bij die besprekingen is de secretaris
in de regel aanwezig. Elijah Mwa
nangombe zo heet deze donke/e
ambtenaar is een vlot typist. Hij
moet zorgen, dat alle brieven worden
geredigeerd en getypt. Hij zorgt er
voor. dat zij steeds op tijd de deur
uitgaan, want zou hij dit verzuimen,
zei Ishinde, dan zou hij schuldig zijn
nan ernstige nalatigheid.
In groot ornaat
GEWOONLIJK is Ishinde gestoken
ineen Westers pak. Het dient
gezegd, dat hy een uitstekende
kleermaker heeft. Bij bijzondere ge
legenheden echter verschijnt hij in
heel ander gewaad. Dan is hij gesto
ken in kledij en getooid met versier
selen, die hem onmiskenbaar stempe
len als en Afrikaans vorst.
Allereerst zijn „geklede jas'. Zijn
voorvaderen droegen leeuwe- en
pantervellen. Wilde dieren komen in
het Land der Lunda veel voor en dus
zyn hun vellen niet duur
De Lunda vinden evenle imita
tie-pels. gemaakt in een of an
dere Europese confectiefabriek, veel
mooier dan echte dierenvellen. Daar
om liet Ishinde een aantal meters na-
maak-pels aanrukken en daaruit enige
„geklede jassen" fabriceren, 's Lands
wijs, 't lands eer! Een elegante vrouw,
die zich voor duur geld een ocelot-
mantel kocht, zou in het Rijk van Is
hinde als minder voornaam gelden
dan een eenvoudig kantoormeisje met
een imitatie-bontjas.
Ook de hoofdtooi van Ishinde is in
drukwekkend. Hij doet enigszins den
ken aan de versiering, die de keizer
van Japan in vroeger eeuwen op het
hoofd droeg. Zij moet tamelijk warm
zijn, die officiële hoofdbedekking,
maar toch, als Ishinde na een recht
zitting in het heetst van de middag
teruggaat naar zijn paleis, is hij zo
fris als een hoentje. Evenals bij alle
officiële gelegenheden, wordt hij op
enige afstand gevolgd door zijn mu
ziekkorps. Nu va la geheten. De Afri
kaanse muzikanten verstaan de kunst
om lawaai te ontlokken aan hun
trommels en kadimba's (xolophoon-
achtige instrumenten) tot in de per
fectie.
Ter gelegenheid van rechtszittingen
en bij samenkomsten met zijn onder-
hoofden draagt Ishinde bovendien het
heiligste, dat er in Mukandankunda te
vinden is, namelijk armbanden van
mensenpees. Deze sieraden zij vele
eeuwen oud. Zij zijn zo dik als een
flinke worst. Zij zijn geladen met ma
gische krachten en worden daarom
door het volk in hoge mate vereerd.
Alleen Ishinde zelf mag ze aanraken.
Trouwens, geen enkele Lunda zou de
moed hebben, om ze in zijn handen
te nemen, zó groot is de toverkracht,
die ervan uitstraalt. Onlangs nam Is
hinde een revolutionair besluit betref
fende die heilige versierselen. Hij be
paalde namelijk, dat voortaan des
avonds en des nachs zijn krijgers de
wacht niet meer behoefden te betrek
ken bij de armbanden en de andere
tekenen van zijn vorstelijke waardig
heid. De raadslieden waren diep on
der de indruk van die beslissing en
sommigen hunner vreesden zelfs
kwade gevolgen. Maar natuurlijk zijn
die (vertelde Ishinde mij later) uit
gebleven
Modern heerser
IEDERE dag doet Ishinde de ronde
door zijn hoofdstad. Hij bezoekt
dan enige zijner raadslieden thuis.
Hij gaat eens kijken, hoe het met de
inhoud van de-schatkist is gesteld. Hij
begeeft zich ook voorts naar het zie
kenhuis. daar hij een groot bewonde
raar is van de „Blanke Medicijnkunst".
Vooral de bouw van huizen heeft
zijn belangstelling. Hij immers was de
man, die een einde maakte aan het
aloude gebruik, dat bij de dood van
een hoofdman een nieuwe hoofdstad
moest worden gebouwd. Onzin, zei hij,
geld- en krachtverspilling. In mijn
stad gaf hy te kennen wil ik geen
hutten meer zien van modder en leem.
Ik wens stenen huizen. De zon bakt de
stenen voor ons! Zo is het te verkla
ren, dat de bevolking van Mukan
dankunda thans goeddeels woont in
vierkante huizen, waardoor Ishinde's
ryk zich onderscheidt van naburige ge
bieden, waar de rondavel (ronde hut)
nog steeds de gebruikelijke bouwstijl is.
Kortom. Ishinde's leven en bestuur
zyn zo beïnvloed door het Westen, dat
zyn voorvaderen evenals hij Ishinde
geheten, want deze naam wordt over
gedragen bij de ambtsaanvaarding of
troonbestijging hem stellig als
ketter en verrader zouden hebben uit
gestoten of gedood, als hij in hun tijd
zo modem ware opgetreden.
Denkt U niet. dat Ishinde een typi
sche vertegenwoordiger is van de
Noordrhodesiaanse hoofden. Ishinde is
veeleer een uitzonderingsgeval, want
de meesten dier hoofdlieden gaan nog
geheel op in oude stamtradities en bij
geloof. Hen heeft de twintigste eeuw
weinig nieuwe denkbeelden gebracht!
Wel echter is Ishinde's bestuur symp
tomatisch voor de hedendaagse ten
dens in ambtelijke kring in het zuiden
van Afrika: meer te verlangen van de
Afrikaanse gezagslieden dan weleer,
„En daar is niets tegen", zei Ishinde,
toen ik dit punt des avonds ter sprake
bracht. „Daar is niets tegen, mits men
ons gezag maar ten volle blijft erken
nen. Ik geloof wel. dat de centrale re
gering dat inziet".
Nog lang duurde het gesprek die
avond in Ishinde's paleis. Het was een
leerzaam gesprek, doorspekt met gees
tige opmerkingen en goede grappen.
„Wij lachen graag in de hoofdstad
Mukandankunda (waren Ishinde's
laatste woorden), en nu naar bed.
want morgen is het weer vroeg dag"!
(NI VAN O - nadruk verboden)
Hoofdman Ishinde in ceremonieel tenue. Aan het lint rondom
zijn hals hangt de medaille hem geschonken tijdens het bezoek
van het Britse Koningspaar aan Zuid- en Centraal Afrika
in 1947
Het getik van de voeten van het
kind op het plaveisel echode helder
tegen de muren van de huizen in de
stille zon-overgoten straat. Het was
een mager, klein meisje met een spich
tig, sproeterig gezichtje, dat ernstig
en vol toewijding aan het touwtje
springen was. De dikke blonde vlech
ten sloegen iedere keer, dat zij om
hoog sprong, tegen haar smalle schou
ders.
Amy Martin keek vanachter de gor
dijntjes voor de ramen in de voor
kamer naar het kind. De breipennen
lagen werkloos in haar schoot. Vaak
had zij de laatste tijd zo naar het
meisje zitten kyken. Wat zou er met
haar gebeuren, vroeg ze zich af, als de
Burrows over enkele maanden naar
een industriestad in een ander deel
van het land zouden gaan verhuizen?
Frances Jones had geen ouders
meer. Ze kwam uit het grote, rood
bakstenen weeshuis enkele mijlen ver
derop. Het slordig-onderhouden over
bevolkte huisje van de Burrows gaf
reeds aan heel wat rumoerige kinderen
onderdak, toen mevrouw Burrows on
geveer een jaar geleden van Frances'
geval hoorde. Ze had een goed hart en
daarom was zij moeizaam, met rood
hoofd, en haar te kleine zondagse
veterschoenen aan, in de bus geklom
men, die haar tot voor 't weeshuis had
gebracht. Daar had zy het zó weten
te regelen, dat zij aangewezen werd
als Frances' pleegmoeder. Het kind
mocht ieder weekeinde voortaan ko
men logeren.
Het is toch erg, dat ze geen
familie meer heeft, had ze verontwaar
digd gezegd. Alle andere kinderen
hebben toch nog wel iemand, die ten
minste nog enige belangstelling heeft.
Hier ziet men Ishinde instructies geven aan zijn eerste minister. Kana Mpumba Sakeleji, die op de
grond zittend, aandachtig toeluistert
Met Kerstmis krijgt ze zelfs geen
kaart! Niemand schynt enige belang
stelling voor Frances te hebben!
Amy Martin, die niet van kinderen
hield, had zich stellig voorgenomen
zich geheel en al afzydig te houden
van de vrolyke, lawaaierige buren.
Maar toch, met het voorbijgaan der
weken, kreeg Amy tot haar eigen grote
verbazing steeds meer belangstelling
voor het kleine meisje.
Met een impulsief gebaar opende ze
het raam.
Zou je trek hebben in een appel?
Ze stak het kind de vrucht toe.
Het meisje hield op met touwtje
springen. Ze nam de appel aan en
zette er meteen diep haar tanden in,
zodat het sap langs haar kin druppel
de. Toen pas keek ze op en zei:
Dank U wel!
Het was alsof het kind eerst had
willen onderzoeken of de appel wel
eetbaar was, voordat zy er voor wilde
bedanken. Die indruk kreeg Amy ten
minste.
Van dat moment af bleek er vaak
iets in huis te zijn, dat door het raam
aangegeven kon worden: een appel of
sinaasappel, een plak cake. een zakje
snoepgoed. Toen het plotseling eens
hard was gaan regenen, had zij het
kind binnengevraagd.
Woont U hier alleen? vroeg
Francis.
Het is een groot huis, voelt U zich
niet eenzaam?
Het kon wèrkelyk geen groot huis
genoemd worden. Het was even groot
als dat van de Burrows: twee kamers
beneden en twee boven. Amy Martin
had echter boven de keuken nog een
kleine badkamer laten optrekken. En
dan: het buurhuis was overbevolkt!
Het is hier zo mooi en nieuw! zei
het kind bij een volgend bezoek.
Dat komt omdat ik het geverfd
heb. antwoordde Amy. Vroeger, ja
toen was het nog gezellig geweest om
kleuren uit te kiezen, om plannen te
maken voor de inrichting van de ka
mers. Jess had daar de slag van. Zy
was daar even goed in geweest als zii
in borduren.
Amy schonk twee glazen limonade
in en gaf er één aan Frances.
Het meisje volgde haar naar de
voorkamer. Ze dronk het glas leeg en
zette het toen neer op een klein
tafeltje.
O nee! Niet op dat tafeltje! riep
ze uit. Kyk, er staat nu een kring
op. Toen bloosde ze plotseling. Ik ben
een oude vrijster geworden, dacht ze.
Ja, Jess had het wel voorspeld.
Acht, het hindert eigenlijk niet,
je kon 't ook niet weten. Frances was
echter niet erg onder de indruk van
haar woorden gekomen. Ze zei:
Goedendag en bedankt voor de limo
nade.
Enige tijd later waren de bezoeken
van het meisje niets ongewoons meer.
Soms bleef het kind een hele middag
rustig zitten kijken naar Amy's bor
duurwerk. Het was een wonderlijk
paar. Als Amy opstond om thee te
zetten, liep Frances met haar mee
naar de keuken. Zwijgend zette ze dan
de kopjes op een blad, de suikerpot en
het melkkannetje.
Het prettigste vond ze het echter als
ze mee mocht naar boven. Ze hield van
de kleine slaapkamer aan de achter
zijde met de lichtblauw geverfde meu
belen en het bed met de kanten sprei.
Op een keer had Amy haar enkele
'an de dingen laten zien, die opgebor
gen waren in een met cretonne over-
rokken doos. die op een ladenkastje
stond. Het koralen halssnoer, het ge
beden-boek met het paarsfluwelen
kaft en de mooie dunne gebreide
handschoenen met hun kleine kleur
rijke motiefjes.
Frances pakte de handschoenen op
en streek er voorzichtig over.
Wat zijn ze mooi!
Ze wilde ze niet direct weer terug
leggen. Heeft U ze zelf gemaakt?
Nee, dat heeft iemand anders ge
daan. Ik heb ze cadeau gekregen, ant
woordde Amy.
Ze nam voorzichtig de handschoe
nen van Frances over en legde ze weer
tussen het dunne, zachte papier.
Vreemd, dacht ze. ik ben al bijna
vijftig, maar nooit heeft iemand, uit
gezonderd Jess, iets voor mij willen
maken. Ja, ze had ook nog een bijpas
sende sjaal willen maken
Misschien had het kind het inder
daad wel bij het rechte eind en was
het huis voor iemand alleen ook te
groot. Je voelde je vaak eenzaam, alsof
er geen liefde meer huisde, geen
warmte.
Nadat Frances vertrokken was, miste
ze de handschoenen. Al het andere lag
nog in de doos. maar de handschoe
nen waren verdwenen! Wie zou ze
weggenomen kunnen hebben? Er was
slechts één antwoord mogelijk. Een
gevoel van ergernis bekroop haar.
Haar ontstemming duurde echter
niet lang en maakte plaats voor een
bitter gevoel van teleurstelling. Ik had
ze haar ook niet moeten laten zien. De
verleiding is te groot geweest, mom
pelde ze tot zichzelf, toen ze die
avond laat nog wakker lag, niet in
staat de slaap te vatten.
Ze nam zich voor Frances er iets
over te zeggen, maar het kwam er
niet van. Wat zou 't ook voor zin heb
ben? Het kind zou het natuurlijk ont
kennen en ze had geen enkel bewijs.
De Burrows zouden over één of twee
maanden gaan verhuizen en ze kon
het kind gevoeglijk niet meer ontvan
gen. Ze had overigens vry veel te doen
en bleef uit de buurt van Frances. Het
meisje scheen haar trouwens ook te
ontlopen.
Zo brak het laatste weekeinde vóór
het vertrek van de Burrows aan.
Frances komt toch. zei mevrouw
Burrows, alhoewel -ik 't zo druk heb,
dat ik nauwelijks weet waar ik aan
moet beginnenIk voelde er weinig
voor haar af te zeggen, omdat het de
laatste keer is. Al heb ik ook een huis
vol kinderen van mijzelf, ik zal haar
toch erg missen.
Stuur haar zaterdag maar naar
rnij toe.Bijna had Amy deze woor
den uitgesproken. Slechts met moeite
wist zij ze nog terug te dringen.
Ik zal haar nooit meer zien, dacht
ze. en ik wil haar ook nooit meer zien.
Maar toch. toen het kind zaterdag
op de stoep stond, leek het haar de
gewoonste zaak van de wereld om
haar te vragen binnen te komen. Het
meisje aarzelde even. Een der zakken
van haar jas puilde opvallend uit. Ze
haalde er plotseling een pakje uit en
duwde het Amy in haar handen.
Wat is dat Frances? vroeg ze,
maar ze wist al wat er in zat.
De handschoenen! De handschoe
nen, die Jess had gemaakt.
Het zyn mijn handschoenen, hè?
Jij hebt ze weggenomen, is 't niet?
vroeg ze.
Ja.
Het kind bloosde opvallend. In haar
ogen stonden tranen.
Er gebeurde iets vreemds met Amy,
toen ze naar het kind keek. Ze werd
overvallen door een gevoel, dat ze vele
jaren niet gekend had. Geen van de
woorden, die ze had willen zeggen,
kwam over haar lippen.
Ik weet. dat ik het niet had mo
gen doen, maar ik had ze nodig voor
het patroon. Ik heb er een sjaal bij
gemaakt. Die zit ook in het pakje.
Amy maakte het pakje open. De
handschoenen en de sjaal kwamen te
voorschyn. Ze waren een beetje ge
kreukeld en het motiefje klopte niet
helemaal als je precies keek, maar
Amy keek niet precies. Ze knipperde
met de ogen, die plotseling vol tranen
stonden. Ze begreep nu wat ze in haar
leven gemist had sedert Jess was
overleden: iemand om voor te werken
en om van te houden.