KERSTNUMMER Een zegenrijke kerstmis toegewenst! Kerstfeest WOENSDAG 24 DECEMBER 1958 kleurrijk9 overdadig\9 traditievol V'/X ÉKSCSof 3WSrt^eSöK8CSS<3e6cfc9(!§cf 3|0§Cf<80gCf<8<a§<*C9C^^ &§^G>*^s^e>iDSoe>PSOêe^'Oê>psoe>^psoê>P§oê^so&^PSog>i^ ;c»c8cfctagafc»cgcK*cgc*<9cgawK3gci<»cgc*<segaK®eg<*c8cgc*<»e0of^G§er<»egc*«»cga{i<^ •C90SOK3 Hei is eigenlijk, niet beleefd om door de vensters naar binnen te gluren en te kij ken hoe de Denen het kerst feest vieren. Daarom geven wij maar liever het woord aan een Deen zelf. Het is de humorist Willy Breinholst, die 't aardige boekje Christ mas in Denmark" heeft ge schreven. Zo hier en daar hebben wij wat uit dat boek je bijeen gegaard. „Jul" ziet men overal in Denemarken (Van onze correspondent te Stockholm, G. F. Göbel) De Denen zijn ware Kerstmis-vierders, al mag de traditie daarbij dan ook wel 6terk de boventoon voeren. Tradities echter, die lang niet alle leeg en zinloos zijn. Reeds in oktober worden de Denen herinnerd aan het feest van einde december. Op de blaadjes van de scheurkalenders ver schijnen namelijk in het begin van de oktobermaand waarschuwin gen, dat de tijd weer is aangebroken om de kerstpost, bestemd voor vreemde en verre streken zoals Tasmanië, de Fidzji-eilanden, de Aleoeten en Kamsjatska, te versturen. Met een gevoel van verwon dering en vreugde lezen de Denen deze woorden: Hoe is 't mogelijk, nog maar drie maanden en dan is het alweer Kerstmis. Deze eerste vrij prozaïsche bode wordt gevolgd door de mededeling, lat het Folketeatret met Kerstmis „N0ddebo Praestegaard" zal opvoeren. Nieuws in de gebruikelijke zin van het woord is deze aankondiging in de couranten echter niet. Integendeel: reeds van 1888 af wordt telkenj are met Kerstmis „N0ddebo Praestegaard" opgevoerd en een vergelijking met onze „Gijsbrecht van Aemstel", ge volgd door „Kloris en Roosje" zon der welke de Nederlandse eerste ja nuari niet compleet isgaat bepaald niet mank. Zou dan ook in een be paald jaar op de Deense planken eens niet „N0ddebo Praestegaard" ten to nele gebracht worden, wel. dan zou de schouwburg-directeur bij wijze van spreken niet meer zeker zijn van zijn leven. Geen Deen mag ongestraft welke kersttraditie dan ook, verbre ken! Enkele dagen na het verschijnen van deze toneelaankondiging brengen de couranten foto's van de speciale kerstpostzegels, waarvan de opbrengst gelijk bij de Nederlandse kinder postzegels voor een bepaald goed doel bestemd is. Geen Deen, die zal nalaten zijn brieven met deze zegels te frankeren. Deze P.T.T.-traditie gaat zelfs zó ver, dat de zegels met een wel zeer sceptisch oog bekeken worden, indien er geen witte duif, een met takken versierde kerstklok of een met een trompet uitgerust engeltje op staat. Maar wat voor prentje ook op de zegels mag prijken, ieder jaar is men er weer van overtuigd, dat die kleine papiertjes het jaar daarvóór mooier waren. Jul" Midden november verandert de nog enigszins aarzelende inzet van de kerstdagen als op slag. Dan ver schijnt in iedere etalage het glanzen de en glinsterende bord met het woord „Jul" er op. Dan begint de ge zamenlijke aanval van de zakenlieden en neringdoenden op beurs en porte feuille van iedere Deen. Want niet waar. Kerstmis zou geen échte Kerst mis zijn, indien geschenken zouden ontbreken. Geheel anders dus dan in ons land, waar het kerstfeest zich concentreert rond een met kaarsjes verlichte boom, aan de voet waarvan géén cadeautjes liggen en de takken niet doorbuigen van geschenken. Maar in Nederland is het ook de Sint, die de gezichten en gezichtjes een materiële glimlach verleent. Voor de Deen is er dan ook geen mooier woord dan dit „Jul" en zelfs in de mond van de gewiekste en za kelijke handelaar krijgen deze drie letters een blijde klank. Tussen al de geëtaleerde geschenk artikelen duiken overal en nergens kleine Kerstmannetjes op en enkele dagen later kan men geen krant en geen tijdschrift meer opslaan, zonder deze dwergachtige figuurtjes tegen te komen. Zónder de Kerstmannetjes zouden de dagen voor Kerstmis niet écht zijn, zouden ze de ware kerst sfeer niet ademen. In de etalage mogen echter ook de dennetak, een papieren hartje en de (zelfverzekerde) mededeling, dat men juist in deze winkel het ideale kerst cadeau kan vinden, niet ontbreken, om het even of er nu dassen, een ge- hoorappparaat, een tractor, een ka meelharen vest of een dubbelloops dien hoort in iedere etalage een wit jachtgeweer zijn uitgestald. Boven - dorpsikerkje met rode. verlichte go tische ramen te prijken. Tussen de meest uiteenlopende goederen ont waart men dit traditionele kerkje. Tussen weegschalen-voor-de-keuken, dadels, sinaasappelen, nachtjaponnen en wat al niet meer. Kerstbomen En tenslotte is er de inVasie van de kerstbomen, die op straten en pleinen door nijvere kooplieden worden uit worden. De Deense vrouw weet van geen uitscheiden meer. Als haar beurs leeg is, wordt zg opnieuw ge vuld met de laatste reserves van 't gezin. En zo worden tóch maar veie. vele cadeautjes gekocht Bakwoede De week voor Kerstmis heerst er in de keuken een nerveuze drukte. Men is aan het bakken geslagen, alsof men bang is het te verleren. En dan te be denken. dat bakken bepaald geen uit zondering is gedurende de overige 51 weken van het jaar. De Deense vrouw bakt dus. In aantallen van vele mil joenen komen de drie traditionele soorten kerstkoekjes uit de ovens. Ook een soort pepemoten, die niet bijzonder lekker zijn en dan ook nau welijks gegeten worden. Maar men bakt die noten al sedert mensenheu genis en wil de kinderen leren hoe ze gebakken moeten worden. De tech niek hiervan wil men niet verloren laten gaan. alhoewel het met lange tanden is, dat men ze soms nog ver orbert. De eerste kerstdag zélf is voor de huisvrouw wel een bijzonder drukke dag. De kerstgans moet dan gebraden worden. Alle Denen zoals dat heet eten met Kerstmis gans. Wie zich dat echter niet kan veroorloven, houdt het bij eend, en is ook eend te begrotelijk, dan wordt het ham. An dere menu's kent men op deze hoog tijdag in Denemarken niet. De Denen krijgen zelfs koude rillingen bij de gedachte, dat er landen zijn waar men op die zes-na-de-laatste dag van het jaar vis eet. De Deense huisvader heeft het die dag aanmerkelijk rustiger. Zijn taak bestaat slechts in een bosje graan uit het raam te hangen, zodat ook de vogels van een kersttafel kunnen ge nieten. In zijn knutselhoekje is hij echter enkele dagen daarvoor druk in de weer geweest om een voet voor de kerstboom te fabriceren. Natuurlijk, voor enkele centen had hij ook bij de kerstbomenman een voet kunnen kopen, maar dat is nu eenmaal niet gebruikelijk. Die voet maakt men thuis. Op die post kan dan tenminste bezuinigd worden... In de namiddag gaat de gehele familie naar de kerk. De dominee is terdege doordrongen van zgn ver- antwoordelijkheid. Ontelbare licht bruine ganzen staan op het spel. Hij houdt de dienst dan ook zo kort als maar enigszins mogelqk is. Tenslotte stromen de kerken leeg en reeds een uur later zit men aan tafel om te genieten van de feeste- Iijksle maaltijd van het jaar. gestald. Iedereen loopt echter aan deze bomen voorbij, omdat iedereen meent dat de prijzen wel wat zullen zakken bij het naderen van de kerst dagen. Maar twee, drie dagen vóór het feest krijgt men plotseling de schrik te pakken: stel je voor dat er eens geen bomen meer zouden zijn, dat ze uitverkocht zouden raken in de massale koopwoede! En dan koopt iedereen toch een boom tegen de hoogste prijs... Met het naderen van de grote dag kan natuurlijk ook het vraagstuk van de cadeautjes niet langer uitgesteld worden. Aangezien echter alles in de loop der jaren verschrikkelijk duur is geworden, is men met elkaar overeen gekomen dit jaar nu eens géén ge schenken te kopen. Natuurlijk, iets echter een, zeldzaamheid als de Deense vrouw iets uit de laatste cata- gorie krijgt. De man geneert er zich vaak voor om dergelijke zaken te kopen en bovendien heeft hij er meestal geen weet van welke maat zijn vrouw heeft. Naïef De vrouwen in Denemarken weten maar al te goed, dat zij hun mannen niet moeten geloven als zij gaan mompelen over „het duurder worden van alles!", „de belastingen, die zo hoog zijn!" en er dan aan toevoegen „geen kerstcadeautjes dit jaar". Zijn gebruikelijke verstopplaats: onder bed en hij is zo naïef om te geloven dat een vrouw daar nooit kijkt Steil stijgt de stille Keulse dom omhoog. De ruimtewerking is ontzagwekkend. De kerkgangers beseffen de eigen nietigheid onder de sprei ding der immense bogen tussen magistraal oprijzende pilaren, die als tot in de hemel reiken. voor de kinderen, maar dan iets kleins, kan er nog wel af. maar verder niets. Tot omstreeks de twintigste de cember houdt men zich aan deze lan delijke afspraak, maar de talloze Kerstmannetjes hebben langzaam maar zeker het weerstandsvermogen van de Denen vakkundig ondermijnd. Enkele dagen vóór het feest is het de man, die door de knieën gaat. Hij gaat tóch maar iets voor zijn vrouw kopen en vaak is dat iets huishoude lijks: een drukkookpan, een koffie- servies voor twaalf personen, een snuisterijtje en als hij het helemaal niet meer weet. een simpel schort. Vuurvast glaswerk, pannelappen, roomkloppers en andere keuken attri buten prijken echter óók op de vrou welijke verlanglijstjes, naast poeder dozen, bedj asjes en lingerie. Het is Nu zal het na 1958 jaren wéér kerstnacht zijn! Stemmen en muziek verhalen dan van het wonder van tóen. De mensen willen, ondanks alle decepties, nog altijd graag en met diep ontzag naar de Boodschap van het lichtende heil en de Grote Belofte luisteren. Nog steeds is die Belofte niet in vervulling gegaan. Maar men houdt er aan vast, omdat deze verscheurde wereld zonder dat uitzicht te troosteloos, tè jammerlijk zou zijn voor de religieuze mens. W ie met Kerstmis, hetzij overdag, hetzij 's nachts, ter kerke gaat, zal zich opgeheven weten door deze goede Boodschap, waarvan de Kerk sinds eeuwen met rotsvaste overtuiging spreekt. De verwezenlijking zól komen! De ziel wordt er ondanks alles door opgeheven. Zelfs de meest ontkennende geest van de grootste scepticus, kón er met Kerstmis niet onbewogen bij blijven. Hij overwint misschien voor even zijn twijfel en is dan voor één moment vereend met het Hogere, waarvan de Kerk getuigt. Moge die Kerk Juist in deze vermaterialiseerde tijd! in de kerstdagen dótgene schenken, waarnaar zo onnoemlijk velen ver langen. Als een verlossing uit eigen nood en een vertroosting in een rusteloos-woelige wereld. Dan zal het een zegenrijke Kerstmis zijn, naar betekenis en bedoeling. Die „zegenrijke" Kerstmis wensen wij U toel FANTASIO. Het wordt hierbij echter niet ge laten. Voor de kinderen wordt nog iets extra's gekocht, de ouders kun nen niet vergeten worden, de ooms, tantes, zusters en broers mag men evenmin passeren. Vrienden en vij anden, buren en buren van de buren, iedereen moet plotseling en op het laatste moment nog bedacht Het is ongetwijfeld gebeurd, dat ge van het drukke straat gewoel plotseling overging tot de van het „Goddelijke" ver vulde stilte. Het licht valt naar binnen. Plotseling is het een ónder licht dan daarbuiten: een gezuiverd licht, harmoniërend met deze oase van rust, dit centrum voor bezinning. Soms klinkt van héél ver zacht orgelspel. Het dringt tot in de uithoeken van de kerk, als een roepstem uit een óndere wereld, zonder leed, zonder verdriet. Ge zet hart en oor wijd open! Ge kunt door de wereldse strijd niet zó verhard zijn, of ge wordt aangeraakt door de trillingen ener onuitsprekelijke wonder dadigheid. Zó moet muziek de ziel der herders in de kerstnacht beroerd en ontroerd hebben! De adem van het verhevene streek over hen als een weldaad in de bedrukking. heeft hem echter al verraden en het bewijs geleverd, dat het tóch weer een geschenken jaar wordt. Daarom trekt zij ook de stad in om een kistje sigaren en een hoe kan 't ook an ders das voor hem te kopen. De Deense mannen krijgen dan ook tot in de treure toe sigaren en dassen. Nooit iets anders. Indien men ten minste Willy Breinholst op zijn woord wil geloven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 11