w P i1 r ffi
Asscher in Amsterdam kloofde de
kostbaarste edelsteen aller tijden
PRECIES
HALVE
EEUW
GELEDEIN
Met angst maar zonder beven
VOOR
ornament voor de scepter van het
Britse Imperium. De tweede hoofd
steen, een „vierkant" van bijna 309
karaat, kreeg de ereplaats in de
hoofdband van de kroon een ge
vaarte van zesenhalve kilo, dat thans
nog eenmaal per jaar, bij de plechtige
opening van het parlement, op het
hoofd van 'koningin Elizabeth rust.
Behalve deze beide kapitale stukken
leverde de Cullinan onder de vaardige
handen van de Asschers en hun per
soneel nog zeven grote en zesennegen
tig kleinere stenen op een karwei,
dat alles bijeen bijna tien maanden
vergde en dat ook overigens met veel
vijven en zessen gepaard ging. Zo ver
meldt een oud herinneringsalbum van
de familie Asscher «de bedrijfsarchie
ven zijn in de bezettingsjaren door de
nazi's geroofd en nooit teruggevon
den), dat het atelier, waarin de beide
grote stenen geslepen werden, maan
denlang geheel bekleed was met een
dikke laag vilt om beschadiging der
diamanten bij eventueel vallen of
wegspringen onmogelijk te maken.
En ook op andere eventualiteiten was
men voorbereid: „Gedurende den gan-
schen tijd, dat de Steen in de fabriek
aanwezig was, werd deze onder bewa
king gesteld van twee agenten van
politie!" Gij ziet ze nog staan op onze
foto, in al hun martiale waardigheid
gereed om bij het eerste teken van
onraad de blanke sabel te trekken....
Voltooid
Begiin november 1918 is de konink
lijke opdracht eindelijk voltooid. Op
de morgen van de vijfde rijden de ge
broeders Asscher met him kostbare
last in twee rijtuigen „onopgemerkt"
naar het Centraal Station, per rijwiel
gevolgd door Salomon Asscher alsmede
twee inspecteurs van politie in burger.
Per trein gaat het via Parijs naar
Boulogne, vanwaar ditmaal bij stra
lend helder weer naar Engeland
wordt overgestoken. Op 21 nov. volgt
dan de onvergetelijke ontvangst op
Windsor Castle waar aan Joseph, als
oudste firmant, de eer te beurt valt
om d» juwelen aan Hunne Britse Ma
jesteiten over te dragen. Als hij de
cassette met de twee vonkenschieten
de hoofdstenen opent, kan de konin
gin een uitroep van verrukking niet
on der drukken. Ook Edward is diep
onder de indruk. Als blijk van zijn
erkentelijkheid schenkt hy de Asschers
een enorme zilveren bokaal met in
scriptie, die nog altijd een ereplaats in
het privékantoor van de dimantairs
aan de Tolstraat inneemt. Daar, heeft
ook koningin Elizabeth in maart van
dit jaar bij haar bezoek aan Amster
dam, dit glanzende blijk van haar
grootvaders hoge tevredenheid bewon-
Achter de grimmige meters
dikke muren van de Londense
Tower, waar in vroeger tijden
politieke gevangenen van hoge
rang gemarteld en onthalsd wer
den, bewaart men tegenwoordig
de Britse kroonjuwelen. Zoals zij
daar liggen in een der toren
kamers, flonkerend in het licht-
van felle schijnwerpers, vormen
zij voor de gemiddelde Engels
man nog altijd het symbool van
de eens zo glorierijke wereld
macht.
Zo zag de grootste diamant aller
tijden eruit voor de bewerking:
een dof, grauw koolstofkristal zo
groot als een mansvuist.
r Maar ook de "buitenlandse toe
risten, die dagelijks onder het
waakzaam oog van een half dozijn
dectectives langs de trotse regalia
schuifelen, komen kennelijk onder
de indruk van het schitterende
schouwspel. Eerbiedig fluisterend,
land. Vergeleken bij deze gigant,
verzonken zelfs de legendarische Koh-
I-Noor en de (door Asscher zelf
bewerkte) Excelsior van 972 karaat,
volkomen in het niet.
De Cullinan, in 1905 gedolven op een
der velden van de Premier Mining
Company in Transvaal, was in haar
ruwe oerstaat namelijk zo groot als
een mannenvuist en zij woog bijna 3025
karaat (621 gram).
Geen wonder dan ook, dat het
nieuws van haar vondst in die tijd
een wereldschokkende gebeurtenis was.
Dagenlang wijdden de kranten lange
artikelen aan dit wereldwonder èn aan
de vraag wat ermee gebeuren moest.
Diverse Amerikaanse miljonairs en
steenrijke Indische nabobs boden tegen
elkaar op in de hoop de zeldzame
steen te zu'llen verwerven. Maar de
mijndirectie wimpelde alle biedingen
af. Tenslotte verkocht zij de Cullinan
voor het bagatel vdn honderdvijftig
duizend pond sterling (ruim één mil
joen achthonderd duizend gulden) aan
de Transvaalse regering, die de dia
mant op 9 november 1907 als een ver
jaardagscadeau aan Koning Edward
VII schonk. En deze, niet weinig ver
guld met dit waarlijk vorstelijke ge
schenk, ontbood met voorbijgaan
/an zijn eigen Londense diamantairs
terstond de gebroeders Asscher uit
Amsterdam om hun oordeel over de
Cullinan te vernemen.
Stralend
En zo stonden dan, op een der laat
ste dagen van het jaar 1907, twee der
vier gebroeders Asscher, Joseph en
Lodewijk, tegenover een stralende
koning der Britten, die hun glim
lachend de fameuze diamant voor
het oog van de leek toen nog een
grauwe onaanzienlijke steenklomp
voorhield. Met hun loepen in het oog
gekneld bestudeerden de twee broers
het gevaarte lange tijd met grote aan
dacht. Zo lang zelfs, dat de koning
enige tekenen van ongeduld begon te
vertonen.
Tenslotte nam Joseph het woord
Majesteit, deze diamant is er een van
ongewone schoonheid. Deskundig be
werkt zal zij een onvergelijkelijk-mooie
blauwe glans vertonen, de beste kleur,
die wij kennen. Maar het is helaas
onmogelijk om haar geheel intact te
buitengewone grootte en schoonheid
zal opleveren., plus enkele tientallen
kleinere van even voortreffelijke kwa
liteit, zei Joseph.
Peinzend staarde de vorst zijn be
zoekers een ogenblik aan, Toen zei hij
U bent experts van grote reputatie.
Ik leg mij bij uw oordeel neer, maar
op één conditie. Uw firma moet voor
my de Cullinan bewerken aan geen
ander vertrouw ik deze kostelijke edel
steen toe. Ik hoop, dat U mijn ver
trouwen niet beschamen zult....
Vreugde
Groot was de Vreugde in het Am
sterdamse diamantbedrijf aan de Tol
straat, toen Joseph en Lodewijk daar
op de avond voor Kerstmis met het
heugelijke nieuws terugkeerden. Maar
groot ook was de verantwoordelijk
heid. die zij op zich geladen hadden.
Iedere diamant, zo zeggen de mensen
van het vak, is een individu van een
bijna menselijke onberekenbaarheid.
Nooit kan men met zekerheid voor
spellen, hoe haar inwendige structuur
precies is en hoe zij zich zal gedragen
onder kloofmes en splijthamer. Het is
een kwestie van buigen of barsten. En
soms gebeurt het inderdaad, dat een
steen ondanks de nauwkeurigste voor
bereidingen, bij het kloven in splinters
en scherven uiteensprinkt en daardoor
geheel of ten dele waardeloos wordt.
Bij een diamant als de Cullinan zou
zo'n ongeluk een katastrofe, ja: een
nationale ramp worden.
Niet onverdeeld
Het was dan ook stellig niet met
onverdeeld genoegen, dat de vier
broers Joseph, Lodewijk, Elie en Abra
ham op 23 januari 1908 uit handen
van graaf Dessart in het Londense
Colonial Office het kostbare kleinood
ontvingen. .Het was nog minder ge
noeglijk, dat zij vanwege de dikke mist
niet diezelfde avond de terugreis naar
Holland konden aanvaarden en het
werd werkelijk allergriezeligst toen zij,
op weg naar hun hotel, bemerkten ge
volgd te worden door een tweetal
louche individuen met bolhoeden op,
die brutaalweg zelfs tot in de hal van
het deftige Cavoy Hotel doordrongen.
Een haastig telefoontje met het minis
terie van Koloniën bracht echter op
luchting: het bleken detectives van
Scotland Yard te zijn, die Asschers
en hun schat bewaken moesten.
Er waren ook andere maatregelen
getroffen om eventuele juwelendieven
op een dwaalspoor te brengen. Zo was
Joseph Asscher bij het kloven van de Cullinan.
omvat een korte ijzeren staaf. Hoog
heft hij deze staaf boven het hoofd
en laat het dan met een felle arm
zwaai op het mes neerzwaaien. Een
droge knap.. Wegspringende stukken
metaal. Luide kreten van ontsteltenis.
Het stalen mes is in drie stukken ge
broken, maar de Cullinan is de
hemel zij dank onbeschadigd.
Ander mes
Een ander mes wordt gebracht en
om tien over drie doet Joseph een
tweede poging. Nu bezwijkt de weer
barstige Cullinan voor het geweld. Zy
splijt precies op het vooruit berekende
kristal vlak in tweeën. Het is gelukt!
En terwijl de toeschouwers elkaar
van pure vreugde om de hals vliegen,
diamant meestal zeer veel aan ge
wicht. Dat was ook met de hoofdsteen
van de Cullinan het geval. Toen zij
eindelijk na ruim zes maanden van
inspannende arbeid op de sneldraaien-
de horizontale slypschyven gereed was,
haalde zij nog slechts 5151^ karaat
En dit was het
resultaat van tien
maanden zwoegen
in de fabriek der
Asschers: de negen
stenen in hun volle
luister.
er handig een gerucht verspreid, dat
de Cullinan met een Britse torpedo
jager naar Amsterdam overgebracht
zou worden, een nieuwtje, dat natuur
lijk in alle kranten op de voorpagina
prijkte. Last hebben de vier broers op
hun terugreis via Boulogne en Brussel
dan ook niet gehad. Wel vertelde
Joseph later, dat hij voor alle zeker
heid tijdens de nachtelijke bootreis
met de Cullinan onder zijn hoofdkus
sen geslapen had. En bar slecht
geslapen ook, want diamant is nu een
maal het hardste materiaal, dat er
bestaat.
Harci
En hoe hard in het bijzonder deze
reus onder de diamanten was, dat
oleek, toen Joseph eindelijk, na lange
weken van voorbereiding, klaar was
voor de kritieke operatie van het klo
ven. Daartoe had hy eerst de gebrui
kelijke V-vormige inkeping gemaakt
in de steen op de plaats, waar deze
gespleten moest worden. Het ïnschu-
en van deze kerf alleen al vergde drie
iagen van zware lichamelijke inspan
ning. Herhaaldelijk moest Joseph he
/erk onderbreken om zijn pols te later,
nasseren. Geen wonder dan ook, da
ïy het beslissende ogenblik van hei
.cloven met angst en beven tegemoet-
sag
Op tien februari is dat ogenblik ein-
ielijk gekomen. De Cullinan is met
.soldeerpasta" op de speciaal voor deze
elegenheid vervaardigde kloofstof be-
estigd, die op haar beurt vastgeklemc
/ordt in een bankschroef. Daarachte
ïeemt Joseph plaats, uiterlijk beheers
naar zwetend als een aandrager. Oi
eerbiedige afstand achter hem eei
oont gezelschap van experts en auto
riteiten. De drie broers, een notari
Wertheim, die een protocol van d
gebeurtenis zal opmaken, beneven
nvee heren Levy, diamantairs uit Lon
ien, die Zijne Britse Majesteit verte
;enwoordigen. Een naburige kerkklc
laat drie uur. Een diepe stilte va
>ver het groepje mannen. Hun gezic)
en zyn bleek en gespannen, hun sno:
en en bakkebaarden trillen va:
agitatie.
Dan plaatst Joseph het botte klo-
versmes in de kerf op de bovenkant
van de diamant. Zijn andere hand
wijzen zij elkaar op de hoge, met
edelstenen bezaaide kroon en op
de massief-gouden scepter, waarop
een enorme peervormige blauwe
diamant prijkt - zo groot als het
ei van een kip. „De Cullinan, een
kanjer
Iets dergelijks moet de vierendertig-
jarige Joseph Asscher gedacht hebben
toen hij vijftig jaar geleden, deze
grootste diamant aller tijden voor het
eerst aanschouwde tijdens een audiën
tie bij Koning Edward VII van Enge-
ïaten. Er zit namelijk een lelijke
zwarte vlieg in
Een vliegvroeg Edward ver
baasd.
Lodewijk glimlachte. Dat is een
vakterm voor een onzuivere plek, ver
duidelijkte hij. Een insluitsel, zoals
wij dat noemen. Wil de steen haar
optimale glans en schittering krijgen,
dan moet die slechten plek eruit
De konink knikte. Ja, dat heeft
men mij al verteld. Wat is eraan te
doen, meent U?
De beide Asschers wisselden een
snelle blik. Kloven uwe majesteit.
De donkere plek zit vrij gunstig, zodat
een vakkundige splijting in ieder geval
twee of meer puntgave briljanten van
De gebroeders Asscher en hun medewerkers bestuderen de Cullinan.
zakt Joseph, overmand door de span
ning, langzaam in zwijm achter zijn
kloverstafel. Zo wil het althans een
onuitroeibare familielegende. Maar
dat is beslist een verzinsel, zo vertelt
ons zyn neef L. Asscher, die thans met
een ander lid van een nieuwe Asscher-
generatie de directie over het bedrijf
voert. Wel heeft oom Joseph die dag
een stevige borrel genomen op de
goede afloop, maar flauwvallen, nee
hoor! Dat was er echt niet bij.
Reeds de volgende dag begon Joseph
met het maken van een tweede kerf
en op 16 februari werd de steen op
nieuw over zijn volle hoogte gekloofd.
De Cullinan was daarmede in drie
stukken verdeeld: het riskantste werk
achter de rug. De rest was, voor deze
ervaren diamantbewerkers eigenlijk
routinewerk. Het snijden van de
hoofdsteen, die 1581 karaat woog, werd
onder leiding van Abraham Asscher
op 24 februari begonnen. Dit moeizame
precisiewerk, waarbij de diamant zijn
grove basisvorm krijgt, gebeurde ook
toen al op een elektrische draaibank.
Bij het daarna volgende slijpen het
aanbrengen en polijsten der tientallen
facetten die de edelsteen zijn flonke-
-ir>? en „leven" geven verliest een
Het slijpen en polijsten van diamanten gebeurt op een gegroefde
horizontale draaischijf die tot 2400 omwentelingen per minuut maakt.
De groeven in deze schijf worden ingesmeerd met een mengsel van
diamantstof en olijfolie, dat als slijpmiddel fungeert. De te bewerken
steen wordt, vastgekit in een slijpdop, op de draaischijf gedrukt. De
slijpdop is bevestigd aan een lange arm, die eventueel met gewichten
bezwaard kan worden om de diamant vaster op de roterende schijf te
drukken. Het geheel vertoont enige gelijkenis met een platenspeler en
een pick-up. Op de foto ziet men het slijpen van de Cullinan I. Zo hard
was deze edelsteen dat de arm van de slijpdop verzwaard moest
worden met blokken ijzer tot een totaal gewicht van 50 kilogram.
nauwelijks een derde deel van haar
oorspronkelijke gewicht. Alleen by de
bewerking van deze ene diamant zyn
dus ruim tweehonderddertien gram
diamant afgevallen. Geen gram daar
van is echter teloorgegaan. Het groot
ste deel bestond uit stukjes kloofsel,
dat later nog tientallen kleine bril
janten en „roosjes" opleverde. De rest
vond als diamantstof weer haar
weg naar de polijstschijven en de
diamantsnijdery.
Als een peer
Op wens van koning Edward was
aan de grootste steen de vonm van
een „poire" (peer) gegeven, omdat hij
dit kleinood met zijn vierenzeventig
facetten «zestien meer dan een nor
male briljant) bestemd had als hoofd-
derd. En daar heeft zij tevens kennis
gemaakt met de nu vierentachtigjarige
Lodewyk Asscher, die haar in geuren
en kleuren de wordingsgeschiedenis
van haar eigen kroonjuwelen vertelde.
Op haar eenvoudige grijze man-
telpakje droeg Elizabeth bij die
gelegenheid een broche, waarin
haar gastheer twee oude bekenden
zag schitteren: de derde en vierde
steen van de Cullinan - een hoffe
lijke geste van de Britse vorstin,
die de oude heer Asscher de tranen
in de ogen deed springen. - Dank
U, Majesteit, mompelde hij, over
mand door ontroering. Het was een
onvergetelijk moment.
H. Croesen
Twee stoere agenten bewaakten dag en nacht de fabriek van Asscher aan de Tolstraat toen de Cullinan
daar in bewerking was*