WETSONTWERP WEDUWEN- EN
WEZENUITKERING INGEDIEND
Sterke weerstand op aandelenmarkt
li:
SUURHOFS LAATSTE MINISTERIELE DAAD
Kosten kunnen uit cle (te hoge)
A.O.W. -premie worden bestreden
Nieuwe strijd in West-Duitsland
over gebruik van atoomwapens
Geen aparte atomaire dienstweigering
Invloed buitenlandse aankopen
97ste jaargang
Zaterdag 13 december 1958
Derde blad no. 29620
(Van onze correspondent)
Kort voordat in de Tweede Kamer der Staten Generaal donderdag
beslist werd over het niet-voortbestaan van de regering-Drees, heeft
nog minister J. G. Suurhoff van Sociale Zaken en Volksgezondheid
zijn ontwerp van wet voor een algemene weduwen -en wezenverzeke
ring bij de Tweede Kamer ingediend.
Luttele uren, voordat zijn ministeriële leven in dit kabinet-Drees
werd afgebroken, gaf hij nog in het gebouw van de Sociaal-Econo
mische Raad te Den Haag, een zeer uitvoerige toelichting op dit door
hem en de minister van Financiën ondertekende wetsontwerp.
In nagenoeg alle opzichten wordt in dit wetsontwerp het 25 januari
1957 door de Sociaal-Economische Raad uitgebrachte advies opge
volgd. De enkele veranderingen strekken geheel ten voordele van de
verzekerden.
Karakter van een
bodemvoorziening
Det regeling heeft het karakter
van een zgn. bodemvoorziening,
welke dus ruimte laat voor andere
regelingen en voor eigen zorg. Dc
uitkeringen zijn derhalve zodanig,
dat slechts in de allereerste levens
behoeften kan worden voorzien (ge
lijk ook bij de AOW), terwijl - daar
de kosten voor weduwen met of zon
der kinderen uiteenlopen - de hoog
te der uitkeringen voor hen uiteen
lopen. De uitkeringen zullen verder
parallel lopen aan de wijzigingen in
de algemene welvaart en worden
derhalve - gelijk ook bij de algeme
ne ouderdomsverzekering - gekop
peld aan de loonindex.
Overeenkomstig het advies van de
SER, houdt het wetsontwerp geen bepa
lingen in betreffende de aanpassing van
privaatrechtelijke weduwen- en wezen
voorzieningen aan de algemene wedu
wen- en wezenverzekering. Deze aan
passing wordt overgelaten aan het over
leg tussen de organisaties van werkge
vers en werknemers.
Wel zullen echter de weduwen- en
wezenuitkeringen in de ambtelijke sec
tor aangepast worden.
Geen extra lasten?
De kosten voor de jaren 1960 en 1961
kunnen - voorzichtigheidshalve er reke
ning mee houdende, dat de uitkerings
bedragen nog enigermate zullen stijgen
- inclusief de administratiekosten, wor
den gesteld op f. 180 tot f. 190 miljoen
per jaar. Hiernaast moet echter ook nog
rekening worden gehouden meteen post
voor het vormen van een werkkapitaal.
De financiering is geregeld - geheel
overeenkomstig de A.O.W. - door pre
mieheffing. Ingezetenen van 15 tot 65
jaar zijn premieplichtig, gehuwd of
ongehuwd.
Het voor de AOW geldende bedrag,
waarover ten hoogste premie is ver
schuldigd - hetgeen ingaande 1 januari
1959 dus f. 7450 zal zijn - geldt ook bij
de onderhavige verzekering. Eveneens
de gehele of gedeeltelijke overname van
de premiebetaling door het Rijk voor de
kleine zelfstandigen, waarvan de kosten
voor het Rijk geschat worden op f. 3.5
miljoen per jaar, in de aanvangsjaren
iets minder.
Bij een voor 1960 op f. 16.8 miljard
er. voor 1961 op f. 17.5 miljard geschat
premieplichtig inkomen, zal de premie
ongeveer 1.15 bedragen.
De thans voor de AOW geldende pre
mie van 6 3/4 blijkt - zoals wij reeds
meldden - aan de ruime kant te zijn,
zo verklaarde minister Suurhoff. Het zal
dan ook wellicht mogelijk blijken om
over de jaren 1960 en 1961 zowel de al
gemene ouderdomsverzekering als de
weduwen- en wezenverzekering te fi
nancieren met een premie van 6 3/4
voor beide verzekeringen tezamen.
Het huidige premiepercentage voor de
AOW zou in dat geval voor de jaren
1960 en 1961 kunnen worden verlaagd
met het premie-percentage, dat zal gel
den voor de algemene weduwen- en we
zenverzekering.
Premieverlaging voor de AOW achtte
minister Suurhoff, zo verklaarde hij op
zijn persconferentie nadrukkelijk, nu
niet juist. Dan zou straks bij invoering
van de onderhavige verzekering toch
weer premie geheven moeten worden,
en vermoedelijk zelfs nog iets meer dan
1.15%, daar toch geld gevonden moet
worden voor kapitaalopbouw voor de
weduwen- en wezenverzekering. Het leek
hem dan ook verreweg het verstandigst
de AOW-premie ongewijzigd te laten.
Wanneer de weduwe de leeftijd van
65 jaar bereikt, eindigt het weduwen-
pensioen steeds, aangezien op die leef
tijd het algemene ouderdomspensioen
ingaat.
Wezen
Voor half wezen zal de weduwe kin
derbijslag ontvangen van het eerste
kind af. De kinderbijslag wordt genoten
geheel overeenkomstig de normen van
de kinderbijslagregeling, dus voor half-
wezen beneden de leeftijd van 16 jaar
en voor studerende en invalide halfwe-
zen tot het 27ste jaar.
De kinderbijslag wordt genoten naast
het weduwenpensioen. Ook echter de
weduwe, die geen recht op weduwen-
pensioen heeft, ontvangt kinderbijslag
voor kinderen, die daarvoor in de ter
men vallen overeenkomstig de bepalin
gen van de kinderbijslagregeling. Indien
dus het weduwenpensioen bijv. wegens
het bereiken van de 18-jarige leeftijd
door het jongste kind (terwijl de wedu
we nog geen 50 jaar is) wordt ingetrok
ken - waarna eerst nog een tijdlang een
tijdelijke weduwenuitkering volgt - blijft
de weduwe kinderbijslag ontvangen
voor haar kinderen, die nog studerende
of invalide zijn, zolang deze kinderen
de leeftijd van 27 jaar nog niet hebben
bereikt. Voor volle wezen houdt het
wetsontwerp een wezenpensioen in. Dit
wordt genoten tot het 16de jaar en door
studerende of invalide wezen tot het
27ste jaar.
Hoogte uitkeringen
Zolang de weduwe een of meer kinde
ren beneden 18 jaar te verzorgen heeft,
bedraagt het weduwenpensioen 1968 gul
den per jaar. In alle andere gevallen
bedraagt het 1326 gulden per jaar.
Uitkering
Het wetsontwerp voorziet in een we
duwenpensioen voor die weduwen, die
niet geacht kunnen worden in staat te
zijn door het verrichten van arbeid een
inkomen te verwerven, Als zodanig wor
den aangemerkt:
a>. weduwen, die één of meer kinderen
te verzorgen hebben,
b). weduwen, die invalide zijn ten
tijde van het overlijden van de echtge
noot, zolang zij invalide blijven, alsmede
weduwen, die invalide zijn ten tijde van
het eindigen van een periode van ver
zorging van kinderen, zolang zij invalide
blijven,
c). weduwen, die 50 jaar of ouder zijn
tentijde van het overlijden van de echt
genoot.
Het weduwenpensioen, genoten op
grond van de verzorging van kinderen
(a) eindigt, wanneer het jongste kind
de leeftijd van 18 jaar bereikt.
Het weduwenpensioen, toegekend op
grond van invaliditeit (b), eindigt, wan
neer de weduwe weer valide wordt.
Heeft de weduwe evenwel, wanneer het
jongste kind 18 jaar wordt, dan wel de
invaliditeit een einde neemt, inmiddels
de leeftijd van 50 jaar bereikt of over
schreden, dan behoudt zij recht op we
duwenpensioen. Zij behoudt dit recht
eveneens, indien - wanneer het jongste
kind 18 jaar wordt, dan wel de invalidi
teit een einde neemt - haar leeftijd
tussen de 45 en 50 jaar ligt - in afwij
king dus van het SER-advies - doch al
léén indien zij de laatstverlopen vijf ja
ren in het genot van weduwenpensioen
is geweest.
van 10 tot 16 jaar 660 gulden per jaar,
van 16 tot 27 jaar 864 gulden per jaar.
Het wetsontwerp gaat er van uit dat
weduwen, die niet of niet meer behoren
tot de hierboven genoemde categorieën,
die in aanmerking komen voor wedu
wenpensioen, door het verrichten van
arbeid in het levensonderhoud kunnen
voorzien. Teneinde haar evenwel in
staat te stellen zich aan de gewijzigde
omstandigheden aan te passen en zich
zo nodig te laten om- en herscholen,
wordt haar na het overlijden van de
echtgenoot of na intrekking van het
weduwenpensioen gedurende korte tijd
een uitkering - tijdelijke weduwenuitke
ring genaamd - verleend. Deze uitke
ring duurt zes maanden, indien de we
duwe jonger is dan 27 jaar. De uitke
ringsduur wordt met één maand ver
lengd voor elk jaar, dat de weduwe
ouder is dan 26 jaar, doch bedraagt
maximaal twee jaar. Deze tijdelijke uit
kering bedraagt 1326 gulden per jaar.
Tenslotte bevat het wetsontwerp nog
overgangsbepalingen. En wel voor dege
nen, die op het moment van de inwer
kingtreding van de wet weduwe dan wel
wees zijn. De hoogte van de uitkering
wordt bepaald in de veronderstelling,
dat de wet reeds in werking zou zijn ge
weest op het moment, dat betrokken
weduwe c.q. wees werden. Weduwen,
die echter op het moment van de in
voering van de wet 60 jaar oud zijn,
ontvangen zonder meer de definitieve
(doch tot 65-jarige leeftijd durende)
uitkering.
Tenslotte kan nog opgemerkt worden,
dat gescheiden vrouwen als ongehuwden
Volksverzekering
De algemene weduwen- en we
zenverzekering zal de gehele
bevolking omvatten. Een inko
mensgrens. bij het overschrijden
waarvan men aan de verzekering
niet deeleemt. wordt zo zeide
minister Suurhoff donderdagmiddag
in zijn toelichting nadrukkelijk
wordt ongewenst geacht op de
zelfde gronden, als waarop een
dergelijke grens voor de algemene
ouderdomsverzekering is afgewezen.
Op grond van tegenwoordige
particuliere omstandigheden wor
den dus géén bepaalde personen
uitgesloten, daar het niet te voor
zien is, of betrokenen straks niet
in geheel andere omstandigheden
zullen komen te verkeren ten ge
volge van een calamiteit, die niet
vooraf te bevroeden viel, zodat zij
wel in aanmerking zullen moeten
komen voor uitkeringen.
Tegenover de grote voordelen,
welke een „volksverzekering" heeft,
staan dus enkele kleine nadelen.
aangemerkt worden. Overlijdt hun ex-
echtgenoot dus, dan ontvangen zij geen
uitkering. Met tal van voorbeelden
toonde minister Suurhoff aan, dat het
ondoenlijk was voor deze betrokkenen
een regeling te ontwerpen.
Minister J. G. SUURHOFF
laatste wetsontwerp
De kinderbijslag, welke de weduwe
voor halfwezen geniet, beloopt het nor
male bedrag van de kinderbijslag inge
volge de kinderbijslagwet.
Dat wil dus zeggen:
180.96 gulden per jaar voor het eerste
kind,
202,80 gulden per jaar voor het twee
de en derde kind,
283.92 gulden per jaar voor het vierde
en het vijfde kind,
318.24 gulden per jaar voor het zesde
en voor volgende kinderen.
Een weduwe geniet - zoals hiervoor
reeds werd opgemerkt - de kinderbij
slag eventueel boven haar weduwenpen
sioen van 1968 gulden of 1326 gulden
per jaar. Zij kan evenwel ook voor kin
derbijslag in aanmerking komen zon
der recht te hebben op weduwenpen
sioen.
Volle wezenpensioen
Het pensioen voor volle wezen be
draagt
tot de leeftijd van 10 jaar 438 gulden
per jaar,
Bezwaarden moeten tegen alle
militaire dienst zijn
(Van onze correspondent in Bonn)
Luitenant-generaal Rottiger, inspec
teur van het nieuwe Westduitse leger,
verkondigde onlangs, dat soldaten van
dit leger niet kunen weigeren atoom
wapens te gebruiken. Er is geen aparte
atoom-dienstweigering, verklaarde hij.
Daartegen zijn de Westduitse Socialisten
in het geweer gekomen, hetgeen heeft
geleid tot een nieuwe scherpe discussie
over atoomwapens.
Artvfrtcntlf
Recessie bracht grotere produktiviteit
(Van onze financiële medewerker)
Het is een gelukkige omstandigheid dat de beurzen na de tweede wereldoorlog
in veel mindere mate dan voorheen wel eens het geval was, het schouwspel zijn
geworden van een speculatieve beweging, welke vroeg of laat tot een radicale
ineenstorting moet leiden en daardoor ook het evenwicht in de economische ver
houdingen verbreekt, of althans tot een verscherping van een economische crisis
bijdraagt. Zowel in 1951/52 als in 1957/58 is de koersdaling op de effectenbeurzen
van beperkte omvang gebleven en ook de terugslag in het bedrijfsleven, zowel in
de V.S. als in Europa, heeft geen desastreuze proporties aangenomen, terwijl men
thans vrij algemeen van oordeel is dat de recessie voor een langzaam herstel
heeft plaats gemaakt. De ontwikkeling van het economisch leven na de oorlog
is weliswaar gepaard gegaan met een waardevermindering van het geld, maar
deze heeft zich langs lijnen van geleidelijkheid bewogen en niet de ruineuze
gevolgen gehad van vroeger, omdat dit proces samenviel met een geweldige ont
plooiing van de techniek, waardoor de produktiviteit en derhalve de welvaart
aanmerkelijk kon worden vergroot. Ook ging zij gepaard met een reeks van sociale
voorzieningen en maatregelen tot spreiding van het nationaal inkomen, welke
bij de economische inzinking als ingebouwde stabilisatoren functioneren en een
volkomen evenwichtsverstoring konden voorkomen.
De gevreesde gevolgen van een snel
groeiende bevolking konden, dank zij
de ontwikkeling van de technische en
chemische wetenschap en de toepassing
van nieuwe vindingen op commercieel
gebied, door die grotere produktiviteit
en de stijgende produktie worden opge
vangen. En ook voor de toekomst, die
een versnelde toeneming van de bevol
king doet verwachten, is het oog op
modernisering, mechanisering en auto
matisering van het wereld-produktie-
apparaat gericht
Dit is vermoedelijk een van de voor
name factoren, waaraan het weer
standsvermogen van de effectenbeur
zen te danken is. Ook de laatste weken
hebben, zowel in New York als in Am
sterdam van dat weerstandsvermogen
blijk gegeven.
Een andere oorzaak is dat de kapi
taalvorming welke sinds het einde van
de oorlog heeft plaats gevonden, aan
een veel grotere groep van de bevolking
is ten goede gekomen en succesvolle
pogingen zijn gedaan tot popularise
ring van de aandelen, waaraan men
trouwens nog bezig is. zowel in de V.S.
als in de landen van Europa, thans ook
met name Duitsland. Vooral in eerst
genoemd land hebben de beleggingsin
stituten een grote vlucht genomen en
deze hebben zich gedurende de laatste
jaren in toenemende mate op de aan
delenmarkt gericht. De bedragen welke
deze trusts onder zich hebben, lopen in
de miljarden en stijgen nog van maand
tot maand. De beleggingen van parti
culieren in aandelen van deze beleg
gingstrusts zijn in zes jaar tijds in de
V.S. van 400 miljoen per jaar tot
meer dan 1 miljard per jaar gestegen
en daarnevens hebben de particuliere
pensioenfondsen thans meer dan 8 3
miljard per jaar te beleggen, waarvan
35 40% op de aandelenmarkt terecht
komt.
Dc aankopen van aandelen in be-
leggingsinstituten dragen uiteraard
peen speculatief karakter en de voort
durende herbelegging betekent der
halve voor de aandelenmarkt een
blijvende steun, waaraan alleen het
gevaar kleeft dat op de aandelen
markt allengs een overwaardering
ontstaat, een gevaar dat de laatste
tijd op de Newyorkse beurs zichtbiar
is geworden.
Dat men zich in de V.S. hiervan
rekenschap geeft is een van de re
denen waarom de beleggingsinstitu
ten het oog op de buitenlandse beur
zen richten, hetgeen ook op het Dam
rak tot de nog steeds niet geëindigde
koerswijziging van internationale
aandelen heeft geleid.
Op grond van globale gegevens kan
worden gezegd dat alleen in het derde
kwartaal voor Amerikaanse rekening
f. 4% miljoen aandelen Koninklijke en
f. 4.2 miljoer gewone aandelen Philips
zijn gekocht, waarvan de beurswaarde
op meer dan f. 50 miljoen mag worden
aangenomen. De verdere koersstijging
van aandelen Philips welke deze week
plaats vond. moet grotendeels aan ge
noemde aankopen worden toegeschre
ven op grond van vergelijkingen met
soortgelijke Amerikaanse aandelen,
welke ten gunste van de Nederlandse
aandelen uitvallen.
Dividend en rendement mogen dan
zeer matig zijn, als, gelijk dit in de
V.S. steeds meer gebruikelijk is men de
verhouding tussen beurskoers en netto
winst per aandeel als maatstaf neemt,
blijkt deze bij aandelen Koninklijke en
vooral bij de gewone aandelen Philips
veel gunstiger te liggen dan bij gelijk
soortige aandelen in de V.S. In het al
gemeen keren de Amerikaanse onder
nemingen een veel groter deel van de
winst uit dan de Nederlandse. Konin
klijke en Unilever houden 70 a 80%
van de netto-winsten in het bedrijf,
Philips had in 1957 voor de uitkering
van 14% dividend op de gewone aan
delen ca. 50% van de netto-winst
nodig, maar op grond van de tot dusver
bekende bedrijfsresultaten zal eenzelf
de dividend in het lopende jaar min
der dan 40% van de netto-winst
vergen.
Dergelijke overwegingen spelen thans
bij de beoordeling van de koersstand
der Nederlandse internationale aan
delen een grote rol, omdat men daarbij
terecht in aanmerking neemt dat de in
het bedrijf blijvende winsten toch op
de een of andere wijze aan de aandeel
houders ten goede moeten komen. Bij
de Unilever is het betrekkelijk lage di
vidend sinds 1952 reeds driemaal door
een bonusuitkering van 25% gecom
penseerd, bij Philips vindt af en toe
een kapitaalsvergroting plaats door de
uitgifte van aandelen, welke voor de
oude aandeelhouders een waardevolle
en belastingvrije clain oplevert. Naar
mate de bedrijfswinsten bij Philips toe
nemen wordt een kapitaalsvergroting
uiteraard meer verantwoord en als dit
concern in de loop van het tweede
halfjaar 1995 tot zulk een kapitaals
uitbreiding overgaat, behoeft dat naar
het zich laat aanzien niet tot een ver
laging van de tegenwoordige dividend
voet te leiden. Vandaar dat men in de
V.S. met het lage rendement (thans
ruim 3%) genoegen neemt, een rende
ment dat trouwens nog hoger ligt dan
dat van de aandelen Koninklijke.
Het is zeker, dat de nog altijd vrij
ruime kapitaalmarkt in ons land
voor geen gering deel aan de buiten
landse aankopen op onze beurs te
danken is. Het bedrag aan aandelen
Koninklijke en Philips, dat in het
derde kwartaal over de grens ging, is
vermoedelijk meer dan dat van de
nieuwe aandelenemissies, welke tot
dusver in het tweede halfjaar hebben
plaats gehad en de doorgaans vaste
stemming, welke op de Amsterdamse
beurs ook voor de lokale waarden be
staat, is mede daarvan een gevolg.
Als een gelukkige omstandigheid komt
daarbij dat de bedrijfsberichten welke
de laatste tijd over de Nedeiiandse in
dustriële ondernemingen inkomen, al
gemeen gesproken de verwachtingen
overtreffen, in zoverre althans dat de
gevolgen van de recessie, welke gedu
rende het eerste halfjaar merkbaar
waren, in vele gevallen in de loop van
het derde kwartaal veel minder sterk
werden gevoeld en hier en daar zelfs
geheel zijn verdwenen. Aan de ene kant
kan worden betreurd dat dit tot dus
ver nog niet met een belangrijke te
ruggang van de werkloosheid is gepaard
gegaan, aan de andere kant blijkt hier
uit dat de produktiviteit van de onder
nemingen. dank zij de toepassing van
nieuwe vindingen en de grotere effi
ciëntie in de bedrijven, is toegenomen.
Dit is dan de goede kant van de
recessie, n.l. dat men tot behoud van
een gewenst bedrjjfsevenwicht ge
noopt wordt tot grotere zorgvuldig
heid ten aanzien van de bedrijfsuit-
gaven en tot interne maatregelen van
beleid, welke de kostprijs van het
produkt kunnen drukken. En van niet
minder belang is dat daardoor bij
vele ondernemingen de exportmoge
lijkheden zijn vergroot, zoals ook uit
de cijfers van de Nederlandse han
delsbalans voor de laatste maanden
duidelijk blijkt.
Dat men deze mogelijkheid wil be
houden en vergroten spreekt vanzelf
en is ook de reden, waarom minister
nofstra met zijn voorstellen tot ver
lenging van de thans geldende he
lastingverhogingen in dc Tweede
Kamer op een zo groot verzet is ge
stuit.
De Westduitdse socialisten, althans
velen van hen, gaan er van uit, dat de
militaire dienst met atoomwapens mis
dadig is. Zij erkennen weliswaar het
recht op verdediging en zijn zelfs bereid
om het Atlantisch pact <de NAVO) te
aanvaarden, maar met de atoomwapens
zijn zij nooit in het reine kunnen
komenRottiger gaat er van uit, dat
de Bondsdag (Tweede Kamer) te Bonn
besloten heeft het leger mettertijd met
atoomwapens uit te rusten en dat een
soldaat dus geen recht heeft op een
speciale soort dienstweigering, die geldt
voor dergelijke wapens. De gehoorzaam
heid van de soldaat kan men niet in
stukken delen, aldus deze generaal. Of
hij weigert dienst, gelij'k de artikelen 4
en 12 van de Westduitse Grondwet toe
staan en dan moet de dienstplichtige
zo lang gedwongen werken als de dienst
plicht duurt of hij trekt het solda
tenpak aan en bedient desnoods ook
atoomwapens. Weliswaar is er een para
graaf 11 van de Westduitse soldatenwet,
die zegt, dat een soldaat geen gehoor
zaamheid verschuldigd is als zijn supe
rieuren bevelen uitvaardigen, die in
strijd zijn met de menselijke waardig
heid, maar dit uitvloeisel van de Neu-
renberger processen zal wel nooit enige
praktische uitwerking kunnen hebben.
Tegen Röttigers redenering kant zich
in het bijzonder de SP.D.-er dr. Amdt,
een scherpe jurist. Geen soldaat, aldus
Arndt, mag tegen zijn geweten gedwon
gen worden atomaire massa-vernieti
gingsmiddelen te gebruiken of appara
ten te bedienen, die voor atomaire
raketten e.d. bestemd zijn. Militaire
bevelen hebben grenzen en die liggen
bij het principe van de gewetensvrijheid.
Ook hij beroept zich, als de generaal, op
de Westduitse Grondwet, die zegt. dat
niemand tegen zyn wil wapens behoeft
te dragen.
Dit atoomdebat is niet nieuw in West-
Duitsland. Het duurt in feite al twee
jaar, en het wordt van socialisische zijde
met een hardnekkigheid gevoerd, die af
en toe, ondanks al de bepaalde hoog
staande motieven, naief aandoen. Men
kan van een leger nu eenmaal niet
verwachten, dat het iedere soldaat van
geval tot geval toestaat om te beslissen
of het gebruik van dit wapen wel, van
dat wapen niet in overeeneenstemming
is met zijn geweten. De huidige Weste
lijke legers, in zover zij in NAVO-ver-
band werken, worden alle op den duur
uitgerust met atoomwapens. Een leger
zonder dergelijke wapens is, helaas, on
modern en, in het naar ieder hoopt
nooit voorkomende geval van oorlog,
een prooi voor een wel modern bewa
pende tegenstander.
Daarmee is het atoomdebat, vooral in
West-Duitsland, niet afgedaan. Daar
voor zitten er te veel menselijke, te
hoge morele aspecten aan. Maar de
harde praktijk van de moderne legers
maakt het in feite onmogelijk, dat der
gelijke organisaties zullen bestaan uit
velen, die wél, en weinigen die niet
atoomwapens wensen te gebruiken. Die
weinigen, zegt men te Bonn niet zonder
gevoel voor de praktische kant van het
geval, moeten dan maar van het begin
af de militaire dienst ronduit weigeren.
„Uitgestorven"
slakkensoort blijkt
nog te leven
Er zijn onlangs levende exempla
ren van een slakkensoort van de
bodem van de Stille Oceaan opge
vist ,die men reeds tenminste 300
miljoen jaar uitgestorven waande,
aldus heeft de Amerikaanse Co
lumbia Universiteit meegedeeld.
Uit deze slakkensoort, de Neopo
lina, zijn volgens de geoloog prof.
Imbrie van genoemde universiteit,
de hedendaagse slakken voortge
komen.
De vier opgeviste Neopolina zijn
feitelijk precies gelijk aan hun
soortgenoten van 500 miljoen jaar
geleden, toen dit dier voor het
eerst op aarde verscheen. De slak
ken zijn vier centimeter lang. Zij
werden opgehaald van een diepte
van ongeveer 6.000 meter op onge
veer 300 kilometer uit de kust van
Peru.
Volgens prof. Imbrie leefden de
Neopolina oorspronkelijk in ondiep
water langs de kusten, maar ken
nelijk zijn zij in de loop van de tijd
naar grotere diepten gegaan om
voedsel te zoeken.
,,«6£fT IEMAND
NOU IETS?."
Rotterdams Toneel
speelde zeer toe pas
seiiju stuk a o o o,
Ver. vArz Huisvrou
wen Viield iedenver
gadening o
-
|PftM£savr)NAST(£Kj
vanavond geeft Con
cordia jubueum-uut'
voering (stadszaai)
in Warmond gaj-
defan fare ©en
Wfntevuitvoerina
we zgn alweer op
we<g naar Het kerst
feest... en dus...
kippen en konijnen
Houders...let op
UwttsUcW.tvee'l...