WETSONTWERP WEDUWEN- EN WEZENUITKERING INGEDIEND Sterke weerstand op aandelenmarkt li: SUURHOFS LAATSTE MINISTERIELE DAAD Kosten kunnen uit cle (te hoge) A.O.W. -premie worden bestreden Nieuwe strijd in West-Duitsland over gebruik van atoomwapens Geen aparte atomaire dienstweigering Invloed buitenlandse aankopen 97ste jaargang Zaterdag 13 december 1958 Derde blad no. 29620 (Van onze correspondent) Kort voordat in de Tweede Kamer der Staten Generaal donderdag beslist werd over het niet-voortbestaan van de regering-Drees, heeft nog minister J. G. Suurhoff van Sociale Zaken en Volksgezondheid zijn ontwerp van wet voor een algemene weduwen -en wezenverzeke ring bij de Tweede Kamer ingediend. Luttele uren, voordat zijn ministeriële leven in dit kabinet-Drees werd afgebroken, gaf hij nog in het gebouw van de Sociaal-Econo mische Raad te Den Haag, een zeer uitvoerige toelichting op dit door hem en de minister van Financiën ondertekende wetsontwerp. In nagenoeg alle opzichten wordt in dit wetsontwerp het 25 januari 1957 door de Sociaal-Economische Raad uitgebrachte advies opge volgd. De enkele veranderingen strekken geheel ten voordele van de verzekerden. Karakter van een bodemvoorziening Det regeling heeft het karakter van een zgn. bodemvoorziening, welke dus ruimte laat voor andere regelingen en voor eigen zorg. Dc uitkeringen zijn derhalve zodanig, dat slechts in de allereerste levens behoeften kan worden voorzien (ge lijk ook bij de AOW), terwijl - daar de kosten voor weduwen met of zon der kinderen uiteenlopen - de hoog te der uitkeringen voor hen uiteen lopen. De uitkeringen zullen verder parallel lopen aan de wijzigingen in de algemene welvaart en worden derhalve - gelijk ook bij de algeme ne ouderdomsverzekering - gekop peld aan de loonindex. Overeenkomstig het advies van de SER, houdt het wetsontwerp geen bepa lingen in betreffende de aanpassing van privaatrechtelijke weduwen- en wezen voorzieningen aan de algemene wedu wen- en wezenverzekering. Deze aan passing wordt overgelaten aan het over leg tussen de organisaties van werkge vers en werknemers. Wel zullen echter de weduwen- en wezenuitkeringen in de ambtelijke sec tor aangepast worden. Geen extra lasten? De kosten voor de jaren 1960 en 1961 kunnen - voorzichtigheidshalve er reke ning mee houdende, dat de uitkerings bedragen nog enigermate zullen stijgen - inclusief de administratiekosten, wor den gesteld op f. 180 tot f. 190 miljoen per jaar. Hiernaast moet echter ook nog rekening worden gehouden meteen post voor het vormen van een werkkapitaal. De financiering is geregeld - geheel overeenkomstig de A.O.W. - door pre mieheffing. Ingezetenen van 15 tot 65 jaar zijn premieplichtig, gehuwd of ongehuwd. Het voor de AOW geldende bedrag, waarover ten hoogste premie is ver schuldigd - hetgeen ingaande 1 januari 1959 dus f. 7450 zal zijn - geldt ook bij de onderhavige verzekering. Eveneens de gehele of gedeeltelijke overname van de premiebetaling door het Rijk voor de kleine zelfstandigen, waarvan de kosten voor het Rijk geschat worden op f. 3.5 miljoen per jaar, in de aanvangsjaren iets minder. Bij een voor 1960 op f. 16.8 miljard er. voor 1961 op f. 17.5 miljard geschat premieplichtig inkomen, zal de premie ongeveer 1.15 bedragen. De thans voor de AOW geldende pre mie van 6 3/4 blijkt - zoals wij reeds meldden - aan de ruime kant te zijn, zo verklaarde minister Suurhoff. Het zal dan ook wellicht mogelijk blijken om over de jaren 1960 en 1961 zowel de al gemene ouderdomsverzekering als de weduwen- en wezenverzekering te fi nancieren met een premie van 6 3/4 voor beide verzekeringen tezamen. Het huidige premiepercentage voor de AOW zou in dat geval voor de jaren 1960 en 1961 kunnen worden verlaagd met het premie-percentage, dat zal gel den voor de algemene weduwen- en we zenverzekering. Premieverlaging voor de AOW achtte minister Suurhoff, zo verklaarde hij op zijn persconferentie nadrukkelijk, nu niet juist. Dan zou straks bij invoering van de onderhavige verzekering toch weer premie geheven moeten worden, en vermoedelijk zelfs nog iets meer dan 1.15%, daar toch geld gevonden moet worden voor kapitaalopbouw voor de weduwen- en wezenverzekering. Het leek hem dan ook verreweg het verstandigst de AOW-premie ongewijzigd te laten. Wanneer de weduwe de leeftijd van 65 jaar bereikt, eindigt het weduwen- pensioen steeds, aangezien op die leef tijd het algemene ouderdomspensioen ingaat. Wezen Voor half wezen zal de weduwe kin derbijslag ontvangen van het eerste kind af. De kinderbijslag wordt genoten geheel overeenkomstig de normen van de kinderbijslagregeling, dus voor half- wezen beneden de leeftijd van 16 jaar en voor studerende en invalide halfwe- zen tot het 27ste jaar. De kinderbijslag wordt genoten naast het weduwenpensioen. Ook echter de weduwe, die geen recht op weduwen- pensioen heeft, ontvangt kinderbijslag voor kinderen, die daarvoor in de ter men vallen overeenkomstig de bepalin gen van de kinderbijslagregeling. Indien dus het weduwenpensioen bijv. wegens het bereiken van de 18-jarige leeftijd door het jongste kind (terwijl de wedu we nog geen 50 jaar is) wordt ingetrok ken - waarna eerst nog een tijdlang een tijdelijke weduwenuitkering volgt - blijft de weduwe kinderbijslag ontvangen voor haar kinderen, die nog studerende of invalide zijn, zolang deze kinderen de leeftijd van 27 jaar nog niet hebben bereikt. Voor volle wezen houdt het wetsontwerp een wezenpensioen in. Dit wordt genoten tot het 16de jaar en door studerende of invalide wezen tot het 27ste jaar. Hoogte uitkeringen Zolang de weduwe een of meer kinde ren beneden 18 jaar te verzorgen heeft, bedraagt het weduwenpensioen 1968 gul den per jaar. In alle andere gevallen bedraagt het 1326 gulden per jaar. Uitkering Het wetsontwerp voorziet in een we duwenpensioen voor die weduwen, die niet geacht kunnen worden in staat te zijn door het verrichten van arbeid een inkomen te verwerven, Als zodanig wor den aangemerkt: a>. weduwen, die één of meer kinderen te verzorgen hebben, b). weduwen, die invalide zijn ten tijde van het overlijden van de echtge noot, zolang zij invalide blijven, alsmede weduwen, die invalide zijn ten tijde van het eindigen van een periode van ver zorging van kinderen, zolang zij invalide blijven, c). weduwen, die 50 jaar of ouder zijn tentijde van het overlijden van de echt genoot. Het weduwenpensioen, genoten op grond van de verzorging van kinderen (a) eindigt, wanneer het jongste kind de leeftijd van 18 jaar bereikt. Het weduwenpensioen, toegekend op grond van invaliditeit (b), eindigt, wan neer de weduwe weer valide wordt. Heeft de weduwe evenwel, wanneer het jongste kind 18 jaar wordt, dan wel de invaliditeit een einde neemt, inmiddels de leeftijd van 50 jaar bereikt of over schreden, dan behoudt zij recht op we duwenpensioen. Zij behoudt dit recht eveneens, indien - wanneer het jongste kind 18 jaar wordt, dan wel de invalidi teit een einde neemt - haar leeftijd tussen de 45 en 50 jaar ligt - in afwij king dus van het SER-advies - doch al léén indien zij de laatstverlopen vijf ja ren in het genot van weduwenpensioen is geweest. van 10 tot 16 jaar 660 gulden per jaar, van 16 tot 27 jaar 864 gulden per jaar. Het wetsontwerp gaat er van uit dat weduwen, die niet of niet meer behoren tot de hierboven genoemde categorieën, die in aanmerking komen voor wedu wenpensioen, door het verrichten van arbeid in het levensonderhoud kunnen voorzien. Teneinde haar evenwel in staat te stellen zich aan de gewijzigde omstandigheden aan te passen en zich zo nodig te laten om- en herscholen, wordt haar na het overlijden van de echtgenoot of na intrekking van het weduwenpensioen gedurende korte tijd een uitkering - tijdelijke weduwenuitke ring genaamd - verleend. Deze uitke ring duurt zes maanden, indien de we duwe jonger is dan 27 jaar. De uitke ringsduur wordt met één maand ver lengd voor elk jaar, dat de weduwe ouder is dan 26 jaar, doch bedraagt maximaal twee jaar. Deze tijdelijke uit kering bedraagt 1326 gulden per jaar. Tenslotte bevat het wetsontwerp nog overgangsbepalingen. En wel voor dege nen, die op het moment van de inwer kingtreding van de wet weduwe dan wel wees zijn. De hoogte van de uitkering wordt bepaald in de veronderstelling, dat de wet reeds in werking zou zijn ge weest op het moment, dat betrokken weduwe c.q. wees werden. Weduwen, die echter op het moment van de in voering van de wet 60 jaar oud zijn, ontvangen zonder meer de definitieve (doch tot 65-jarige leeftijd durende) uitkering. Tenslotte kan nog opgemerkt worden, dat gescheiden vrouwen als ongehuwden Volksverzekering De algemene weduwen- en we zenverzekering zal de gehele bevolking omvatten. Een inko mensgrens. bij het overschrijden waarvan men aan de verzekering niet deeleemt. wordt zo zeide minister Suurhoff donderdagmiddag in zijn toelichting nadrukkelijk wordt ongewenst geacht op de zelfde gronden, als waarop een dergelijke grens voor de algemene ouderdomsverzekering is afgewezen. Op grond van tegenwoordige particuliere omstandigheden wor den dus géén bepaalde personen uitgesloten, daar het niet te voor zien is, of betrokenen straks niet in geheel andere omstandigheden zullen komen te verkeren ten ge volge van een calamiteit, die niet vooraf te bevroeden viel, zodat zij wel in aanmerking zullen moeten komen voor uitkeringen. Tegenover de grote voordelen, welke een „volksverzekering" heeft, staan dus enkele kleine nadelen. aangemerkt worden. Overlijdt hun ex- echtgenoot dus, dan ontvangen zij geen uitkering. Met tal van voorbeelden toonde minister Suurhoff aan, dat het ondoenlijk was voor deze betrokkenen een regeling te ontwerpen. Minister J. G. SUURHOFF laatste wetsontwerp De kinderbijslag, welke de weduwe voor halfwezen geniet, beloopt het nor male bedrag van de kinderbijslag inge volge de kinderbijslagwet. Dat wil dus zeggen: 180.96 gulden per jaar voor het eerste kind, 202,80 gulden per jaar voor het twee de en derde kind, 283.92 gulden per jaar voor het vierde en het vijfde kind, 318.24 gulden per jaar voor het zesde en voor volgende kinderen. Een weduwe geniet - zoals hiervoor reeds werd opgemerkt - de kinderbij slag eventueel boven haar weduwenpen sioen van 1968 gulden of 1326 gulden per jaar. Zij kan evenwel ook voor kin derbijslag in aanmerking komen zon der recht te hebben op weduwenpen sioen. Volle wezenpensioen Het pensioen voor volle wezen be draagt tot de leeftijd van 10 jaar 438 gulden per jaar, Bezwaarden moeten tegen alle militaire dienst zijn (Van onze correspondent in Bonn) Luitenant-generaal Rottiger, inspec teur van het nieuwe Westduitse leger, verkondigde onlangs, dat soldaten van dit leger niet kunen weigeren atoom wapens te gebruiken. Er is geen aparte atoom-dienstweigering, verklaarde hij. Daartegen zijn de Westduitse Socialisten in het geweer gekomen, hetgeen heeft geleid tot een nieuwe scherpe discussie over atoomwapens. Artvfrtcntlf Recessie bracht grotere produktiviteit (Van onze financiële medewerker) Het is een gelukkige omstandigheid dat de beurzen na de tweede wereldoorlog in veel mindere mate dan voorheen wel eens het geval was, het schouwspel zijn geworden van een speculatieve beweging, welke vroeg of laat tot een radicale ineenstorting moet leiden en daardoor ook het evenwicht in de economische ver houdingen verbreekt, of althans tot een verscherping van een economische crisis bijdraagt. Zowel in 1951/52 als in 1957/58 is de koersdaling op de effectenbeurzen van beperkte omvang gebleven en ook de terugslag in het bedrijfsleven, zowel in de V.S. als in Europa, heeft geen desastreuze proporties aangenomen, terwijl men thans vrij algemeen van oordeel is dat de recessie voor een langzaam herstel heeft plaats gemaakt. De ontwikkeling van het economisch leven na de oorlog is weliswaar gepaard gegaan met een waardevermindering van het geld, maar deze heeft zich langs lijnen van geleidelijkheid bewogen en niet de ruineuze gevolgen gehad van vroeger, omdat dit proces samenviel met een geweldige ont plooiing van de techniek, waardoor de produktiviteit en derhalve de welvaart aanmerkelijk kon worden vergroot. Ook ging zij gepaard met een reeks van sociale voorzieningen en maatregelen tot spreiding van het nationaal inkomen, welke bij de economische inzinking als ingebouwde stabilisatoren functioneren en een volkomen evenwichtsverstoring konden voorkomen. De gevreesde gevolgen van een snel groeiende bevolking konden, dank zij de ontwikkeling van de technische en chemische wetenschap en de toepassing van nieuwe vindingen op commercieel gebied, door die grotere produktiviteit en de stijgende produktie worden opge vangen. En ook voor de toekomst, die een versnelde toeneming van de bevol king doet verwachten, is het oog op modernisering, mechanisering en auto matisering van het wereld-produktie- apparaat gericht Dit is vermoedelijk een van de voor name factoren, waaraan het weer standsvermogen van de effectenbeur zen te danken is. Ook de laatste weken hebben, zowel in New York als in Am sterdam van dat weerstandsvermogen blijk gegeven. Een andere oorzaak is dat de kapi taalvorming welke sinds het einde van de oorlog heeft plaats gevonden, aan een veel grotere groep van de bevolking is ten goede gekomen en succesvolle pogingen zijn gedaan tot popularise ring van de aandelen, waaraan men trouwens nog bezig is. zowel in de V.S. als in de landen van Europa, thans ook met name Duitsland. Vooral in eerst genoemd land hebben de beleggingsin stituten een grote vlucht genomen en deze hebben zich gedurende de laatste jaren in toenemende mate op de aan delenmarkt gericht. De bedragen welke deze trusts onder zich hebben, lopen in de miljarden en stijgen nog van maand tot maand. De beleggingen van parti culieren in aandelen van deze beleg gingstrusts zijn in zes jaar tijds in de V.S. van 400 miljoen per jaar tot meer dan 1 miljard per jaar gestegen en daarnevens hebben de particuliere pensioenfondsen thans meer dan 8 3 miljard per jaar te beleggen, waarvan 35 40% op de aandelenmarkt terecht komt. Dc aankopen van aandelen in be- leggingsinstituten dragen uiteraard peen speculatief karakter en de voort durende herbelegging betekent der halve voor de aandelenmarkt een blijvende steun, waaraan alleen het gevaar kleeft dat op de aandelen markt allengs een overwaardering ontstaat, een gevaar dat de laatste tijd op de Newyorkse beurs zichtbiar is geworden. Dat men zich in de V.S. hiervan rekenschap geeft is een van de re denen waarom de beleggingsinstitu ten het oog op de buitenlandse beur zen richten, hetgeen ook op het Dam rak tot de nog steeds niet geëindigde koerswijziging van internationale aandelen heeft geleid. Op grond van globale gegevens kan worden gezegd dat alleen in het derde kwartaal voor Amerikaanse rekening f. 4% miljoen aandelen Koninklijke en f. 4.2 miljoer gewone aandelen Philips zijn gekocht, waarvan de beurswaarde op meer dan f. 50 miljoen mag worden aangenomen. De verdere koersstijging van aandelen Philips welke deze week plaats vond. moet grotendeels aan ge noemde aankopen worden toegeschre ven op grond van vergelijkingen met soortgelijke Amerikaanse aandelen, welke ten gunste van de Nederlandse aandelen uitvallen. Dividend en rendement mogen dan zeer matig zijn, als, gelijk dit in de V.S. steeds meer gebruikelijk is men de verhouding tussen beurskoers en netto winst per aandeel als maatstaf neemt, blijkt deze bij aandelen Koninklijke en vooral bij de gewone aandelen Philips veel gunstiger te liggen dan bij gelijk soortige aandelen in de V.S. In het al gemeen keren de Amerikaanse onder nemingen een veel groter deel van de winst uit dan de Nederlandse. Konin klijke en Unilever houden 70 a 80% van de netto-winsten in het bedrijf, Philips had in 1957 voor de uitkering van 14% dividend op de gewone aan delen ca. 50% van de netto-winst nodig, maar op grond van de tot dusver bekende bedrijfsresultaten zal eenzelf de dividend in het lopende jaar min der dan 40% van de netto-winst vergen. Dergelijke overwegingen spelen thans bij de beoordeling van de koersstand der Nederlandse internationale aan delen een grote rol, omdat men daarbij terecht in aanmerking neemt dat de in het bedrijf blijvende winsten toch op de een of andere wijze aan de aandeel houders ten goede moeten komen. Bij de Unilever is het betrekkelijk lage di vidend sinds 1952 reeds driemaal door een bonusuitkering van 25% gecom penseerd, bij Philips vindt af en toe een kapitaalsvergroting plaats door de uitgifte van aandelen, welke voor de oude aandeelhouders een waardevolle en belastingvrije clain oplevert. Naar mate de bedrijfswinsten bij Philips toe nemen wordt een kapitaalsvergroting uiteraard meer verantwoord en als dit concern in de loop van het tweede halfjaar 1995 tot zulk een kapitaals uitbreiding overgaat, behoeft dat naar het zich laat aanzien niet tot een ver laging van de tegenwoordige dividend voet te leiden. Vandaar dat men in de V.S. met het lage rendement (thans ruim 3%) genoegen neemt, een rende ment dat trouwens nog hoger ligt dan dat van de aandelen Koninklijke. Het is zeker, dat de nog altijd vrij ruime kapitaalmarkt in ons land voor geen gering deel aan de buiten landse aankopen op onze beurs te danken is. Het bedrag aan aandelen Koninklijke en Philips, dat in het derde kwartaal over de grens ging, is vermoedelijk meer dan dat van de nieuwe aandelenemissies, welke tot dusver in het tweede halfjaar hebben plaats gehad en de doorgaans vaste stemming, welke op de Amsterdamse beurs ook voor de lokale waarden be staat, is mede daarvan een gevolg. Als een gelukkige omstandigheid komt daarbij dat de bedrijfsberichten welke de laatste tijd over de Nedeiiandse in dustriële ondernemingen inkomen, al gemeen gesproken de verwachtingen overtreffen, in zoverre althans dat de gevolgen van de recessie, welke gedu rende het eerste halfjaar merkbaar waren, in vele gevallen in de loop van het derde kwartaal veel minder sterk werden gevoeld en hier en daar zelfs geheel zijn verdwenen. Aan de ene kant kan worden betreurd dat dit tot dus ver nog niet met een belangrijke te ruggang van de werkloosheid is gepaard gegaan, aan de andere kant blijkt hier uit dat de produktiviteit van de onder nemingen. dank zij de toepassing van nieuwe vindingen en de grotere effi ciëntie in de bedrijven, is toegenomen. Dit is dan de goede kant van de recessie, n.l. dat men tot behoud van een gewenst bedrjjfsevenwicht ge noopt wordt tot grotere zorgvuldig heid ten aanzien van de bedrijfsuit- gaven en tot interne maatregelen van beleid, welke de kostprijs van het produkt kunnen drukken. En van niet minder belang is dat daardoor bij vele ondernemingen de exportmoge lijkheden zijn vergroot, zoals ook uit de cijfers van de Nederlandse han delsbalans voor de laatste maanden duidelijk blijkt. Dat men deze mogelijkheid wil be houden en vergroten spreekt vanzelf en is ook de reden, waarom minister nofstra met zijn voorstellen tot ver lenging van de thans geldende he lastingverhogingen in dc Tweede Kamer op een zo groot verzet is ge stuit. De Westduitdse socialisten, althans velen van hen, gaan er van uit, dat de militaire dienst met atoomwapens mis dadig is. Zij erkennen weliswaar het recht op verdediging en zijn zelfs bereid om het Atlantisch pact <de NAVO) te aanvaarden, maar met de atoomwapens zijn zij nooit in het reine kunnen komenRottiger gaat er van uit, dat de Bondsdag (Tweede Kamer) te Bonn besloten heeft het leger mettertijd met atoomwapens uit te rusten en dat een soldaat dus geen recht heeft op een speciale soort dienstweigering, die geldt voor dergelijke wapens. De gehoorzaam heid van de soldaat kan men niet in stukken delen, aldus deze generaal. Of hij weigert dienst, gelij'k de artikelen 4 en 12 van de Westduitse Grondwet toe staan en dan moet de dienstplichtige zo lang gedwongen werken als de dienst plicht duurt of hij trekt het solda tenpak aan en bedient desnoods ook atoomwapens. Weliswaar is er een para graaf 11 van de Westduitse soldatenwet, die zegt, dat een soldaat geen gehoor zaamheid verschuldigd is als zijn supe rieuren bevelen uitvaardigen, die in strijd zijn met de menselijke waardig heid, maar dit uitvloeisel van de Neu- renberger processen zal wel nooit enige praktische uitwerking kunnen hebben. Tegen Röttigers redenering kant zich in het bijzonder de SP.D.-er dr. Amdt, een scherpe jurist. Geen soldaat, aldus Arndt, mag tegen zijn geweten gedwon gen worden atomaire massa-vernieti gingsmiddelen te gebruiken of appara ten te bedienen, die voor atomaire raketten e.d. bestemd zijn. Militaire bevelen hebben grenzen en die liggen bij het principe van de gewetensvrijheid. Ook hij beroept zich, als de generaal, op de Westduitse Grondwet, die zegt. dat niemand tegen zyn wil wapens behoeft te dragen. Dit atoomdebat is niet nieuw in West- Duitsland. Het duurt in feite al twee jaar, en het wordt van socialisische zijde met een hardnekkigheid gevoerd, die af en toe, ondanks al de bepaalde hoog staande motieven, naief aandoen. Men kan van een leger nu eenmaal niet verwachten, dat het iedere soldaat van geval tot geval toestaat om te beslissen of het gebruik van dit wapen wel, van dat wapen niet in overeeneenstemming is met zijn geweten. De huidige Weste lijke legers, in zover zij in NAVO-ver- band werken, worden alle op den duur uitgerust met atoomwapens. Een leger zonder dergelijke wapens is, helaas, on modern en, in het naar ieder hoopt nooit voorkomende geval van oorlog, een prooi voor een wel modern bewa pende tegenstander. Daarmee is het atoomdebat, vooral in West-Duitsland, niet afgedaan. Daar voor zitten er te veel menselijke, te hoge morele aspecten aan. Maar de harde praktijk van de moderne legers maakt het in feite onmogelijk, dat der gelijke organisaties zullen bestaan uit velen, die wél, en weinigen die niet atoomwapens wensen te gebruiken. Die weinigen, zegt men te Bonn niet zonder gevoel voor de praktische kant van het geval, moeten dan maar van het begin af de militaire dienst ronduit weigeren. „Uitgestorven" slakkensoort blijkt nog te leven Er zijn onlangs levende exempla ren van een slakkensoort van de bodem van de Stille Oceaan opge vist ,die men reeds tenminste 300 miljoen jaar uitgestorven waande, aldus heeft de Amerikaanse Co lumbia Universiteit meegedeeld. Uit deze slakkensoort, de Neopo lina, zijn volgens de geoloog prof. Imbrie van genoemde universiteit, de hedendaagse slakken voortge komen. De vier opgeviste Neopolina zijn feitelijk precies gelijk aan hun soortgenoten van 500 miljoen jaar geleden, toen dit dier voor het eerst op aarde verscheen. De slak ken zijn vier centimeter lang. Zij werden opgehaald van een diepte van ongeveer 6.000 meter op onge veer 300 kilometer uit de kust van Peru. Volgens prof. Imbrie leefden de Neopolina oorspronkelijk in ondiep water langs de kusten, maar ken nelijk zijn zij in de loop van de tijd naar grotere diepten gegaan om voedsel te zoeken. ,,«6£fT IEMAND NOU IETS?." Rotterdams Toneel speelde zeer toe pas seiiju stuk a o o o, Ver. vArz Huisvrou wen Viield iedenver gadening o - |PftM£savr)NAST(£Kj vanavond geeft Con cordia jubueum-uut' voering (stadszaai) in Warmond gaj- defan fare ©en Wfntevuitvoerina we zgn alweer op we<g naar Het kerst feest... en dus... kippen en konijnen Houders...let op UwttsUcW.tvee'l...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 11