m 3 €sso Het was voor mij 'n onderscheiding president der Spoorwegen te zijn De ondergang bezittingen in van de Nederlandse liet voormalig Indië Over de toekomst geen twijfel ESSO WAAKT TEGEN SLIJTAGE Kwade gevolgen ener verkeerde politiek meer en meer zichtbaar WITTE KRUIS HELPT ~^ECHT! VIJF JAAR GEEIST WEGENS DOODSLAG OP FINSE VROUW Met een cognacfles op het hoofd geslagen 97ste jaargang Zaterdag 6 december 1958 Derde blad no. 29614 Met dr. ir. Den Hollander op tournee: „In vol vertrouwen geef ik 't roer over" (Speciale berichtgeving) J33? Op die vroege nevelzwarte ochtend deze week schoof het minuscule ebr N.S.-directietreintje onder de overkapping van Utrecht C.S. de nieuwe dag tegemoet, richting Zuid-Nederland. „Aan boord" twee mannen: dr. ir. F. Q. den Hollander, de scheidende president der N.S. en ten ir. J. P. Koster, de komende man, opgenomen in de nieuwe directie der Ned. Spoorwegen. Beiden tussen de wielen naar Sittard, het of centrum van het district, waar de heer Den Hollander afscheid gaat nemen. Het zoveelste afscheid deze maand. „Mijn agenda is als een brood, zwart van de krenten. Van uur tot uur is alles gepland. Wil je met me meerijden naar Limburg. Mij goed. Op kantoor kan ik er geen uur meer afknijpen". doodzonde dat dat ts gebeurd. Het heeft mensenlevens gekost en dat is altijd verschrikkelijk, geeft de heer Den Hol lander bij het voorbijsnellen van de be wuste wissel tot bescheid. Fransje zei: I „Spoor j ongen" Naast ons op de riante zitpaats, van waaruit ge een fascinerend beeld van Nederland opdoet, achter brede half- cirkelige ruiten, dr. F. Q. den Hollander. Reeds in 1900 had de 7-jarige Fransje den Hollander op de lagere school in Goes maar één verlangen. Hij zwierf uren rond het Goese emplacement en zo jong als hij was, wist hü het: ik wil spoor jongen worden!" Die grote wens 3 is in vervulling gegaan, ondanks verzet van vaders züde. „Jongen, ik heb je hard «11' nodig in de zaak" placht de oude den Hollander te zeggen. aM Leven één hoogtepunt! Maar eens op een dag liet st-udent F. Q. den Hollander zich tooh inschrijven in Delft. En met lof deed hdj zijn inge nieursexamen. Het oude Indië trok hem. Ook daar echter bij de spoorwegen. En dan later na de oorlog die eervolle benoeming op 1 januari 1947 president der Ned. Spoorwegen Dr. ir. F. Q. DEN HOLLANDER „Mijn hele leven is eigenlijk één hoog tepunt geweest", zegt de heer den Hol lander. Indië en 'hier. Ik heb voor de N.S. gelukkig veel mogen doen, ik werk graag op internationaal terrein en ik het) x-lidmaatschappen (oja. curator T.H. in Delft), tal van commissariaten, een heleboel onderscheidingen, wat zal ik uitkiezen?" „Het ere-doctoraat in Delft wellicht", veronderstellen wij van onze kant. Ja, dat, mijmert „F. Q." voor zich heen en (hij veert op, omdat hij toch nog iets anders wéét ook) de Conrad-medaille, die ik in 1955 kreeg als eerste (en tot nu toe enige) ingenieur voor mijn voor dracht over de toekomst der spoorwegen. „Kijk", legt dir. ir. Den Hollander, langzaam en nadrukkelijk uit, ik wil be paald niet pedant zijn, maar zoiets doet je iets, een medaille voor de beste voor dracht en het beste artikel. Over mijn ere-promotie nog dit: Ik zeg tegen mijn promotor, ik heb niet eens een dissertatie. Hij van znjn kant: dat hoeft ook niet, alles wat je deed is je proefschrift". Alles wat je deed! Is dat veel? Een paar saillante voorbeelden: N.S. in het den Hollander-tijdperk: van hout op staal. N.S. geheel geëlektrificeerd. N.S. komt met TEE-treinen aan de markt. N.S. president-adviseur van het En gelse spoorwegwezen (als enige bui tenlander) N.S. spoorwegnet: modelbedrijf voor andere landen. Aan dit bedrijf van 1947 tot 1959 F. Q. den Hollander aan het roer. Onbegrensde werkkracht In zijn werk zoals in zijn voetbalsport van vroeger: stijf, stug, met een onna volgbare werkkracht met vernuft en energie. Potig, door-én-door fatsoenlijk. Respect voor de tegenstander, op het veld en in HGB III. Er is héél wat gefloten in het leven van den Hollander. Op de groene mat in Zeeland eerst en later op praktisch elke spoorbaan. Dóór hem of vóór hem. Met dit verschil: in zdjn spoorwegcarrière geen fluitje voor de rust. Geen vrije tijd überhaupt. „Ik lees nooit een boek of het moet vak-literatuur zijn". Den Hollander in het kielzog van Kalf. van Dijk, Van Manen, Goudriaan en Hupkes: de groten der N.S. Hupkes getuigde eens van Den Hol lander: een sterke persoonlijkheid met onbegrensde werkkracht en een onge lofelijk geheugen. Datum en uur ze staan als gebeiteld in zijn hoofd. Wij naderen Eindhoven. Hier was het ongeluk bij Woensel, Man van 't jaar? Nonsens Wij leiden een ander onderwerp in. Ergens lazen wij, zeggen we, dat u wordt genoemd als „de man van het jaar", omdat u bij de opbouw van de N.S. het Nederlandse Spoorwegbedrijf hebt gemaakt tot een van de beste in Europa. „Dat is nonsens", weert de president af. „Wij zijn het natuurlijk met elkaar geweest, die de zaak op poten hebben gezet. Ik heb groot respect voor m'n collega's, ook in het buitenland. Zoals ik ook mijn voorgangers en zeker m'n goede vriend Hupkes bewonder om hun wilskracht. Maar weet u: de NB. heeft altijd een unieke plaats bekleed ln het Nederlandse organisatiebedrijf. Door onze specifieke positie hadden we de juiste middelen om te doen wat we meenden te moeten doen. De Rijksover heid geeft ons een grote armslag. We mochten voortbouwen op de wijsheid van die overheid, die ons een eigen zelf standigheid toestond. Daardoor verkeren wij omdat ons de middelen in de hand werden gedrukt in een staat van paraatheid. Daarom heeft de NB. gelukkig zo'n goede naam. De overheid dus. Die altijd en altijd weer een vinger in de pap heeft als het om de tarieven gaat. Ir. Den Hollander lacht om onze vraag over de tarieven. Ik weet er alles van, zegt hij, al van toen ik (van okto ber 1945 tot maart 1946) zelf directeur- generaal van het verkeer bij het direc toraat van het Verkeerswezen was. De toekomst „En u wilt nu weten hoe dat in de toe komst moet, als we Europees gaan inte greren. Met N.S. als selfsupporting be drijf en vele andere landen met verlies- makende spoorwegen. Ach, weet u, al stoot het wel eens op elkaar, tarieven moeten toch gebaseerd zijn op kostprij zen. N.S. heeft voorlopig nog wel zijn eigen leven, zijn eigen prijzen en zijn eigen tarieven. Zo'n Europees tarief, dat is heus niet van vandaag op morgen. Voor de rest: laat die andere landen maar eerst proberen hun verliezen in winst om te zetten, zoals wij dat heb ben gedaan!" Advertentie Alleen ESSO BENZINE geeft Uw motor de EXTRA bescherming van BOVENSMERING. 's Winters belangrijker dan ooit! Esso Extra (Winter Grade) voor zomerprestaties in de winter! MET ESSO BENT U BETER UIT! Vergeet nooit: integreren is eigenlijk niet anders dan optellen. En dan wat de TKH.-treinen betreft. Zeker, die kunnen nog best wat meer comfort ge bruiken. Thans kampen we nog bij wijze van zeggen met mazelen en pokken. T.E.E. is nog diesel-tractie. Maar de moet ook vol-elektrisch worden, liefst tot Bazel toe. Meer comfort. Geen open daken, dèt niet. Wel meer ontspanning. Prettiger zit ten, nóg meer aandacht voor de indivi duele behandeling. Naast veiligheid gro tere snelheid. Beter communicatie ook met de buitenwereld. Trouwens, binnen 234 jaar hebben de gewone treinen óók communicatie met die buiten wereld. „Kijk", roept onze gastheer ineens, zijn zin afbrekend: prachtig hè, die fa zant die daar juist voor onze wagen opvliegt. Een kort ogenblik slechts is de president in vervoering, hij maakt ir. Koster op die fraaie fazant attent. „Neen", repliceert de heer Den Hol lander vlak daarop: avond-en weekeind- retours, of reizen met onbekende be stemming, zoals vroeger, ze komen niet Regelrecht naar Heel weinigen willen onze taak overnemen (Van onze financiële medewerker) Bij het verzamelen en bestuderen van gegevens, nodig om tot een ietwat gefundeerde beschouwing over Indonesië te komen, overheerst boven alle gevoelens van verbazing, verontwaardiging, machteloze woede of een schampere lach, de deernis met een volk, dat ten prooi is overgegeven aan leiders, die het zelf niet heeft gekozen. Leiders, die het onherroepelijk en snel naar de afgrond voeren, die het onder hartstochtelijke politieke leuzen trachten op te zwepen tot besluiten en daden, waarvan de kwade gevolgen van dag tot dag meer zicht baar worden en niet meer te stuiten zijn. Dit volk, waarvan een groot deel het onderscheid niet weet tussen zijn rechter- en zijn linkerhand, wordt regelrecht geworpen in de armen van het communisme in zijn ergste vorm, dat slechts via de chaos haar doelstelling kan bereiken. het ergste communisme Bijna volkomen chaos Welnu, die chaos is nagenoeg volko men geworden in Indonesië, dat prach tige land met zijn enorme mogelijk heden. Hoeveel jaren zouden er nodig zijn alleen al om te herstellen wat het laatste jaar is verknoeid? Men behoeft er slechts de jaarverslagen van de cul tuurmaatschappijen op na te lezen om te weten met hoeveel oprechte spijt en intense droefheid de planters de on dernemingen nu ongeveer een jaar ge leden hebben verlaten, gedwongen door de Indonesische regering. De onderne mingen, welke zij juist met beperkte middelen enigszins hadden hersteld van de gevolgen van de oorlogstijd. Hetzelfde geldt voor handels- en in dustriële ondernemingen. In december 1957 is aan de meeste Nederlandse on dernemingen in Indonesië het beheer ontnomen en opgedragen aan een in het leven geroepen overheidsinstelling, de z.g. Poesat Perkeboenan Negara Baroe (P.PN.Baroe) onder toezicht van het militair gezag. Het is ondoenlijk te vermelden welke wijzigingen deze in beheerstelling inmiddels heeft onder gaan door de inbeheerstelling van bur gerlijke zowel als militaire instanties. Deze inbeheerstelling duldt geen Ne- aerlanders meer op de bedrijven in In donesië, evenmin als in andere takken van het economisch en staatkundig leven. De spijt, de verslagenheid en de verbittering van de uit Indonesië terug gekeerde werkers heeft niet in de eerste plaats betrekking op de finan ciële gevolgen van dit alles, welke praktisch ruïnes zijn. Dieper wordt nog gevoeld de krenking dat zij hun le venswerk. hetgeen zij met hart en ver stand en handen hadden opgebouwd en hadden zien groeien, moeten overlaten aan onbevoegde en onbekwame krach ten, wetende dat hetgeen een bron van welvaart en culturele ontwikkeling kon zijn. thans op zijn best een armzalig bedrijfje wordt, dat zeker niet ia staat is de Indonesische economie in stand te houden. Vergoedingen?. Redelijk denkende elementen in Indonesië piekeren nog over de ver goeding van de onder beheer gestelde ondernemingen, welke in feite reeds zijn gcnafioi liseerd: Een der Mas- joemi-afgevaardigden heeft dezer dagen in het Parlement de vraag ge steld hoe ter wereld de regering de genationaliseerde ondernemingen wil betalen. Het bedrag schatte hjj op Rp. 26 miljard, een bedrag dat uiter aard een slag in de lucht moet zijn. Het begrotingstekort niemand zal wel ooit te weten komen hoe groot het in werkelijkheid is wordt reeds op Rp. 10 miljard geraamd, en de bank- biljettenomloop is tot een zodanige hoogte gestegen dat de dekking nog slechts 8% bedraagt. De Amerikaanse dollar, met een officiële omrekenings koers van Rip. 11.40, wordt met meer dan Rp. 100 betaald. Hoe zal de Indo- nesisohe regering vergoeding betalen o.m. aan de ruim 2000 ondernemingen (de 3000 planters op de boot), welke te zamen een oppervlakte van ruim 1 miljoen ha beslaan? De vrees werd uitgesproken dat de Nederlanders de zaak voor het Inter nationale Hof van Justitie zullen bren gen, indien zij niet voldoende worden schadeloos gesteld, een vrees, welke niet denkbeeldig is. Door verschillende organisaties, oun. door de Federatie van verenigingen van bergcultuuron- aernemingen in Indonesië, is uiteraard protest bij de Indonesische regering aangetekend, maar zelfs via het Inter nationale Hof van Justitie kan men van een kikker geen veren plukken, te minder omdat van de grote mogend heden, met name van de V.S., niet de minste medewerking wordt ontvangen om de rechten van Nederland te be schermen. integendeel, de V.S. hebben reeds ettelijke miljoen dollars kredie ten aan de Indonesische regering ver leend, o.a. voor de bouw van Diesel elektrische centrales en wapenleveran ties toegestaan zonder ook maar een woord van afkeuring over de aperte rechtsschending te spreken. Machteloos Intussen zjjn de cultuurmaatschap pijen merendeels tot machteloosheid gedoemd, ook al proberen zij in som mige gevallen nog met 't bedrijf in Indonesië voeling te houden. Enkele hebben nog transfers over 1955 en 1956 ontvangen, de meeste over 1956 al niet meer. De situatie verschilt plaatselijk zeer sterk en hierdoor wordt verklaard dat de geluiden, wel ke men over Indonesië en de toe komst van onze cultures aldaar hoort, niet gelijk zijn. Bedrijven als de Shell en de Amerikaanse Standard Vacuum kan men niet dwingen maanden achter elkaar met verlies te werken. Zij stoppen op een gege ven moment eenvoudig en verdwij nen zo nodig. De maatschappijen zelve zijn financieel zo sterk, dat zij er niet anders van worden. En in het sterk gezwollen nationalisme heeft men in Indonesië de gedachte ver drongen, dat met de werkers ook de „know - how" (weten-hoe-het-moet) verdwijnt, waardoor men de prach tigste ondernemingen bij gebrek aan deskundigen in korte tijd in een wil dernis ziet veranderen. Er zijn enkele financieel-eterke cul tuurmaatschappijen, die elders hun ka pitaal. hun kennis en him onderne mingsgeest produktief trachten te maken. De H.V.A. heeft, zoals bekend is, reeds grote bedragen geïnvesteerd in Ethiopië (volgens de jongste opgaaf f.41,8 miljoen), terwijl nog f.30 mil joen voor een nieuwe suikerfabriek al daar zal worden uitgegeven. De Deli- maatschappij. de Amsterdam Rubber en enkele anderen pogen ook in andere delen vam de wereld voet te krijgen, maar de meeste cultuurmaatschappijen nemen een afwachtende houding aan. Een groot aantal is reeds overgegaan tot een gedeeltelijke terugbetaling van het kapitaal, voor zover dit in Neder land aanwezig is (was), anderen menen him beschikbare gelden te moeten vasthouden, niet alleen voor de finan ciering van de verplichtingen jegens het gerepatrieerde personeel, maar ook omdat men nog altijd de hoop koestert tz.t. het werk in Indonesië in de een of andere vorm weer te kunnen hervat ten. Dit wordt b.v. door de Borsumij be oogd, die aan haar belangen in Indone sië een Indonesische rechtsvorm wil geven en langs die weg nog een appa raat voor het doen van handelszaken in Azië poogt te behouden. Ook zijn er enkele maatschappijen, welke op hun aaaidelen een zodanig bod hebben gekregen, dat de directies aandeelhou ders adviseren daarvan gebruik te maken. Zo is een tot nu toe onbekende koper bereid de aandelen Soekowono voor 185% over te nemen. Het betreft hier vermoedelijk een buitenlandse groep, welke in Indonesië meer bewe gingsvrijheid en transfermogelijkheden heeft dan een Nederlandse onderne ming. Nieuw pionierswerk Als gezegd, gaat het merendeel van de cultuurondernemingen tot een ge leidelijke terugbetaling van het kapi taal over, omdat zij er geen brood in zien hun tenten elders op te slaan. Als men in aanmerking neemt, welke grote bedragen daarmee gemoeid zijn, valt het niet te verwonderen. Op de tro pische 1 andbouwdagen dezer dagen te Wageningen gehouden, heeft dr. ir. J. G. J. A. Maas, gewezen op de grote moeilijkheden, welke de Indonesische ondernemers in andere gebieden ont moeten. Zij hebben wel trapenervaring, maar zij moeten toch in nieuwe ge bieden opnieuw pionierswerk doen. Nergens vindt de Nederlander zulke gunstige voorwaarden als in Indonesië, waar hij het land en mensen, de na tuurlijke voorwaarden, de bodemge steldheid, de weersgesteldheid enz. kent en niet te vergeten, de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek, dat op hoog peil stond, te zijner beschikking had. Al deze dingen mist men elders. Terecht heeft daarom zowel dr. ir. Maas als dr. ir. C. Coolhaas aange drongen op samenwerking van de cul tuurmaatschappijen. als zij elders wil len wortelen en op een gezamenlijk voorafgaand onderzoek van mogelijk heden. De financiering komt dan wel voor elkaar. Indonesië heeft geen vertrouwen Intussen tracht de Indonesische re gering zelf in het buitenland zoveel mogelijk voet aan de grond te krij gen. Haar praktijken van de laatste jaren zijn er echter niet naar om vertrouwen in te boezemen. Wanneer de directeur van de „Beheersraad voor overgenomen Nederlandse onderne mingen" naar Europa vertrekt om mogelijkheden te onderzoeken voor het openen van kantoren in verschil lende landen ter uitbreiding van de afzetgebieden voor Indonesische on- dcrnemingsprodukten. voorspellen wij hem vooralsnog niet veel resultaat, ook al doet de oude spreuk „Pecunia non olet" (geld stinkt niet) in onze wereld nog altijd opgeld. Men is echter lang niet overal bereid de plaats van de Nederlanders in te nemen, terwijl ook een apparaat, no dig voor het drijven van de Indone sische produktenhandel maar niet zo uit de grond kan worden gestampt. Ook hier speelt de „know-how" een grote rol. Het is dus geen wonder dat de ex port van produkten uit Indonesië dit jaar reeds meer dan 35 pet. kleiner is dan in 1957, waarbij men dan ook nog het nadeel van de lage prijzen heeft. En evenmin kan het verwon deren dat de smokkelhandel in In donesië welig tiert, in verband waar mee thans ook Chinese zakenlieden in hun bedrijf worden bemoeilijkt. Indonesië is een troebele visvijver geworden meer terug. N.S. doet alles om zijn ta rieven te bestendigen. NB. probeert en dat lukt, want we hebben het laagste tarief van Europa voor iedereen zo goedkoop mogelijk te rijden! Dèt moet de Nederlander goed inge scherpt worden. Zo ook maar dat is een gans ander onderwerp dat men het rode licht van de onbewaakte strikt te gehoorzamen heeft. Er komt van onze kant een nog betere controle op de loop van de treinen, zoals ook het onderhoud van de weg verbeterd zal worden. En zelfs kan naar mijn mening het verplaat sen van goederen meer economisch geschieden. „Ik zeg altijd", valt het de heer Den Hollander nog in, dat lucht, land, wa ter en trein de vier grote componen ten zijn, die gezamenlijk het trans portwezen in ons hele land vormen. Ieder op de juiste plaats en samen trachten tegen minimum-prijzen het maximum te presteren. En wat nu? U wilt weten, wat ik na deze maand ga doen. Een moeilijke vraag, doch laat ik haar zó mogen formuleren: ik zal trachten mijn verdere leven zodanig in te richten als evenredig is met mijn leeftijd. In bepaalde activiteiten zal ik me moeten beperken, als ik blijf doen wat ik deed naast mijn presidium. Dat lijkt voorlopig net genoeg. Dit afscheid van de N.S .-districten vind ik erg moeilijk. Niettemin ben ik dankbaar en blijmoedig en vooral ook diep onder de indruk van wat men overal voor mij doet. Dat overweldigt me wel eens een beetje. Maandag ga ik naar Parijs, naar mijn vrienden van de Internationale Spoorweg Unie". „Zie", zo leidt de president ons gesprek in een gans andere richting, dat is je reinste N.S.-beveiliging. Prachtig hè? Je kunt zeggen: zo'n trein zoekt auto matisch zijn eigen weg. Dat is toch magnifiek", verzucht hij, als spijt 't hem dit alles binnenkort vaarwel te zeggen. Ofvaarwel zeggen? Niet helemaal, want is niet kort ge leden dr. ir. Den Hollander benoemd tot commissaris der Ned. Spoorwegen? Commissaris der N.S. Hijzelf getuigt er als volgt van: „een gezond bedrijf met een gezonde geest, met mensen, die van hoog tot laag, al hun kennis en liefde in dienst stellen van „'t spoortje". In vol vertrouwen geef ik het roer over. Er is geen sprankje twijfel, dat er iets zou mankeren bij wie dan ook. Maar wél dit: er staat nog veel te ge beuren, er is nog genoeg werk aan de winkel. Het zal onder de nieuwe direc tie ongetwijfeld goed gaan. Niettemin acht ik het een voorrecht, ja zelfs een onderscheiding dat ik N.S. heb mogen leiden. Het internationale researchwerk zal ik voortzetten, dat trekt me. Tot slot: ook voor mij zal na deze zware maand nog werk genoeg over blijven. Ik heb wel eens gezegd en dat geldt dan speciaal voor N.S.: wij zijn van allen vóór allen. Als dat zo is geweest, ben ik meer dan tevreden!" Zoals wij gisteren meldden, zal de heer Den Hollander zich o.a. ook wijden aan de plannen op de kop van Rozen burg inzake de stichting van een hoog- ovenbedrijf en staalindustrie. Advertentie Een maand gaat vlug! Stop dat opzien naar nare dagen met WITTE KRUIS. tabletten, poeders of cachets! Noorse zeeman voor Amsterdamse rechter De rechtbank te Amsterdam heeft een der geruchtmakende moorden be handeld, waarvan bewoonsters in een bepaalde Amsterdamse buurt het slachtoffer zijn geworden. Verdacht van doodslag, subsidiair zware mis handeling op de 27-jarige vrouw Henni Hyvarinen in de bedoelde buurt bekend als „Finse Hennie" in de nacht van 21 op 22 mei j.l. stond terecht een 36-jarige gedetineerde Noorse zeeman, die de vrouw in haar kamertje aan de Sint Olofsteeg met een cognacfles op haar hoofd zou hebben geslagen na een ruzie over de vraag, wie een nieuwe fles cognac zou gaan kopen. De man zou voorts volgens de dagvaarding met een scherp voorwerp de vrouw zodanig aan de hals hebben verwond, dat zij kort daarop aan verbloeding overleed. Aan het slot van de zitting eiste de officier van Justitie tegen de genoemde verdachte wegens doodslag 5 jaar ge vangenisstraf met aftrek van de pre ventieve hechtenis. De Noor verklaarde, via een tolk, zich van die verwonding niets te kunnen herinneren. Wel weet hij vaag, dat hü Henni na de slag met de fles uit het raam heeft geschoven. Het ontzielde lichaam kwam op een acht meter lager en juist boven het water van de Oude Zijdsvoorburgwal gelegen vlonder terecht, waar het spoedig daar na door omwonenden werd gevonden. De zeeman kon spoedig daarna in een der cafeetjes ter plaatse worden gear resteerd. Hij had toen nog bloedvlekken aan zijn kleding en schoenen. Onnozele ruzie De officier van Justitie, mr. G. R. Nubé, merkte in zijn requisitoir op, dat deze trieste zaak is ontstaan uit een „onnozele ruzie" om een fles cognac. De Noor heeft volgens de officier in blinde woede op het hoofd der vrouw geslagen. Hü geraakte daarna in paniek en be sloot de vrouw uit de weg te ruimen. Met een kapot drinkglas bracht hü de vrouw de dodelyke wonden toe aan haar hals. Met het glas werd de slagader doorboord. De man werkte toen het lichaam het raam uit, doch toevallig er een vlonder, waar door de vrouw niet in het water viel en de doodslag spoedig kon worden ontdekt. De officier zei voorts, dat de verdachte bekend is als een ambitieus man die, volgens zün kapitein „behoort tot een categorie zeelieden, die legende gaat worden". Het psychiatrisch rapport gaf geen aanleiding tot verzachtende omstandig heden. Wel zei de officier met zün straf „rekening te willen houden, dat de man zwaar onder invloed van sterke drank heeft gehandeld" Ontstellend moeilijk De raadsman, mr. J. K. M. Mathuisen, noemde in zün pleidooi deze zaak „ont stellend moeilük". Hü zei, dat de zee man een ernstige persoon is, met wie een ieder goed kon omgaan. „De man is geen misdadiger, men mag aannemen dat hü het de bewuste avond ook niet is geworden". Uit de getuigenverklaringen waren trouwens volgens de advocaat verschil lende lezingen te halen. Naar zün me ning is er in de kamer gevochten. Tü- dens de ruzie heeft de vrouw óofc met een glas gegooid. De vrouw is toen na de slag op haar hoofd met de hals in het glas gevallen. De vingerafdrukken op het glas wüzen uit dat er niet of nauwelüks met grote kracht mee kan zün gestoken. Mr. Mathuisen achtte de doodslag niet bewezen, ook al omdat de opzet ontbreekt. De man heeft alleen de bedoeling gehad de vrouw te slaan. Hy' vroeg tenslotte vrijspraak of uiterste clementie, indien de rechtbank mishan deling bewezen mocht achten. De rechtbank zal op 19 december as. vonnis wüzen. Historische surprise te Valkenburg Werklieden, die een kelder moesten uitdiepen bü verbouwingswerkzaam heden in een Valkenburgse cafetaria, zün gestoten op een verzameling schedels en beenderen, die tezamen een twaalftal menselijke geraamten bleken te vormen. De beenderen lagen kris-kras door elkaar, hetgeen het vermoeden heeft gewekt, dat hier stoffelüke resten zün gevonden van belegeraars van het oude kasteel Valkenburg. De eetgelegenheid ligt namelük aan de voet van de weste- lüke hoektoren van de burcht. Het bolwerk werd op 5 december 1672 voor de laatste maal belegerd en toen verwoest. Indien de vermoedens juist zün. heeft Valkenburg waarschünlijk precies na 286 jaar in de vorm van een lugubere surprise de resten ge vonden van een historische slag. Het is echter ook niet uitgesloten, dat hier overblüfselen zün aangetroffen van een vroeger kerkhof, omdat in de on- middellüke omgeving eeuwen geleden een gasthuis heeft gestaan. PRIJZEN VOOR HET AMATEURTONEEL In de prijsvragen die de stichting „Ons Leekenspel" ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan heeft uitgeschre ven, is de tweede prijs van f. 500 voor een „avondvullend spel voor het ama teurtoneel' 'toegekend aan J P. M. van Elswük te Uddel voor zün spel „Scher ven brengen geluk". De jury heeft geen der inzendingen met de eerste prijs be kroond. De heer Carel Schrover te 's-Hertogenbosch kreeg een aanmoedi- gingsprüs van f. 250 voor zün spel „Hart van slag".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 9