VNeglujgen poten vis in afgelegen Canadese meren Spiegel U aan een ander... ZATERDAG 8 NOVEMBER WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 4 Mensen bouwen nesten voor forellen-echtparen Een imposant beeld van de schoonheid der Canadese meren. „nesten" voor de forellenechtparen, wat kiezelstenen tegen een houten schot op de bodem van de vijver. In dit „huis" legt het vrouwtje haar eieren. Zodra deze zijn afgezet, neemt „mijnheer Forel" de zorg over. Hjj verjaagt zijn echtgenote en valt alle belagers van het broed fel en verbeten aan. Edoch, zodra de eitjes z«n uitge komen, verdwijnt Vader Forel. Hij noch zijn vrouw bekommert zich dan verder om het kroost, dat zo goed en zo kwaad als het gaat zelf zijn weg door het leven naar volle wasdom moet zoeken. IN de kwekerijen zorgt de mens zo goed mogelijk voor de Jonge visjes. Zij krijgen speciaal uitgezocht voer. Zij worden omringd met medische en hygiënische zorgen. Steek uw handen niet in het water der forellenbakken, kunt U op „waarschuwingsborden" in de kwekerijen lezen. Waarom mag U dat niet doen? Omdat U dan ziekte kiemen in het water zou kunnen brengen, die dodelijk zijn voor de jonge visjes. Zijn de „potelingen" een jaar oud, dan worden zij verpakt in blikken bussen. Auto en vliegmachine brengen deze bussen naar de meren en meertjes, dia hek Jonge goedje als woongebied worden toegewezen door de voor het visserij wezen en de vis.^ stand verantwoordelijke autoriteiten, j Op de kwekerijen zit men geen ogenblik stil. Voortdurend is men bezig met theoretische onderzoekingenL en met praktische proeven. Aan del hand van de uitkomsten wijzigt menl bestaande methoden en komt men tot| steeds betere resultaten. Het gaat er om dit houden de kwekers steeds voor ogen Canada's visstand op peil! te houden en zo mogelijk kwalitatieffc te verbeteren- Canada is een henge-l. laarsparadijs en het moet een hen-r gelaarsparadijs blijven, is het motto van de kwekers en hun helpers. Dat de beroepsvissers eveneens profiteren van de „bevolkingspolitiek" der vis serij-autoriteiten spreekt vanzelf. Hoe goed voor de hengelaars de zorg voor Canada's visstand is,*' bemerkten wij een paar weken nadat; j wij voor het eerst vis hadden zien poten met behulp van een vliegtuig, j Wij waren toen bij het Maligne Meen, in het Jasper National Park. Wij vin-^ gen er op een ochtend ruim dertigL flinke forellen! P (NIVANO Nadruk verboden).L Veel zorg wordt er in de viskwekerijen besteed aan de keuze van de juiste voeding. Vroeger placht men jonge forellen groot te brengen met gemalen levermaar tegenwoordig geeft men de voorkeur aan korrelig zaadvoeder. Canada is een dorado voor hengelaars. Jaarlijks komen tienduizenden Amerikanen en andere vreemdelingen naar dat dorado om er hun geluk te beproeven. De vangst is 6teeds overvloedig. Wil zulks ook in de toekomst het geval blijven, dan moeten reeds nu de no dige maatregelen getrof fen worden. Welnu, zij worden inderdaad getrof fen! v. "V beheer stean^ Op grond van de uit- kometen der wetenschap brengt de mens in die kwekerijen de visjes groot. De „fok-vissen" leven in ruime vijvers. In deze vijvers bouwt de mens Strijd voor behoud van hengelaarsparadijs (Bijzondere medewerking) Een klein vliegtuig beweegt zich ronkend voort boven de onmete lijke wouden van Canada's noordelijke wildernis. Het is zomer. Enige blanke wolken drijven langs de helderblauwe hemel. Het vlieg tuig mindert hoogte en vliegt nu laag boven de toppen der bomen. Het volgt een kleine waterloop, die zich als een zilverblauw lint door fiet woud slingert en uitkomt in een meer. Het is een der duizenden „waterplassen" in het noorden van Canada, die allemaal het hart van een rechtgeaarde sportvisser sneller doen kloppen. Er zijn heel veel vaa die ^plassen" in dat deel der wereld. Grote meren, kleine meren, («eta kreken vindt men er. Zij verschillen onderling wat betreft de dieptu» de oeverbegroeiing en de kleur van het water. Eén ding hebben ze echter alle gemeen: Ze zijn zéér, zeer visrijk. Forel, witvis, baars en dikwijls ook zalm bevolken die water juweeltjes. Honderdduizenden Canadezen en tienduizenden Amerika nen en andere vreemdelingen, allen enthousiaste sportvissers, komen ieder jaar naar die meren en meertjes om er zich te wijden aan hun lievelingssport. Velen hunner nemen een gids in dienst en trekken dan de wildernis in naar afgelegen plekjes om daar te kamperen en naar hartelust te vissen. Zonder gids zou dit niet gaan, want wie als „leek" de Canadese wildernis betreedt, wordt geruisloos door de stille wouden verslonden. Menige waaghals, die roekeloos alleen ging, verdween voor immer spoorloos. OM de visstand op peil te houden, is een weloverwogen „bevol kingspolitiek" nodig. En een der middelen om die politiek ten uitvoer te leggen is het vliegbuig, dat wij gadesloegen boven de bossen. Het volgde een stroompje en ging vervol gens boven het meer vliegen. Hier minderde het nogmaals hoogte tot het laag boven de waterspiegel was. Toen opende de piloot een luik onder in de rompen een stroom zilverwitte vis jes viel in het heldere water. Zodra ze in him element het water dus waren, schoten ze naar de diepte en gingen weldra teloor in de geheimzin nige schaduwen van de meerbodem. Enige malen herhaalde de piloot de „luik-manoeuvre" en iedere keer kre gen vijfhonderd éénjarige forellen de vrijheid. Hun taak? Een bijdrage te leveren tot. de instandhouding van het hengelaarsp'aradijs Canada. De methode om vis te „poten" met behulp van vliegtuigen is tamelijk nieuw. En er zijn heel wat proeven genomen, aleer men er in geslaagd was. het vliegtuig in te schakelen als bruikbaar „pootinstrument". Dit be tekende, dat de afgelegen meren en meertjes, die zich ver van de gebaan de wegen bevinden in de bossen en ook in de bergen, nu binnen het be reik van de „potende mens" zijn ge komen. Voor de „herbevolking van die afgelegen wateren is het vliegbuig snelvervoer met weinig schokken een ideaal hulpmiddel geworden. De pootvis is, als htf wordt uitgezet, in de regel ongeveer een jaar oud. Hij wordt geleverd door een aantal vis kwekerijen, die bijna alle onder staats- Jonge forellen worden In speciale ontworpen blikken gedaan en vervolgens „gedistribueerd" over de Canadese meren en meertjes* NCJ is 't de tijd van de kleine griepjes, de hoestbuien en de rillingen. Het gaat immers in de herfst nat toe, de regen kletst, de kleren worden doornat. Dat zijn die bekende striemende novemberdagen, waartegen je je wapenen moet. Daarom was 't goed bij m'n dagelijkse koffiekopje weer de be leende anti-grieppilletjes gepresen teerd te krijgen. De vitamine domineert er in, ze houden, naar 't heet, de verkoud heid op kilometers afstand. En tóch ontkom je er in deze dagen niet altijd aan.... HET is .in deze kille dagen oppassen geblazen om fiks ter been te blij ven. Doe, als ge morgen op de win derige tribune zit, tóch maar een bouffante om. Vóór ge 't weet, hangt anders de controlerend geneesheer aan uw deur. Ge zit er maar voor „aap" bij, als hij zegt, dat U minstens een week onder de wol moet. Spiegel U zacht aan een ander! Dit aapje bewijst, hoe zielig het straks met U gesteld is, als ge t niet doet. Bovendien zit ge al is t in een hoekje iedereen maar in de weg.... FANTASIO. DIT aapje is héél onverstandig geweest Hij had 't dan ook moeilijk, want kou en nattigheid verdraagt-ie niet. De warmte is zijn domein en in ons land is tè veel water dan dat hij er gezond bij blijven kan. Nu zit het arme dier met z'n dekentje om, de warme kruik bij en de halve sinaasappel in de hand Zo vol van ellende voelen we ons allemaal als de kou ons te pakken krijgt. Miserabel kruipen we in een donker hoekje en bezien het leven van de trieste kant....

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 16