PARAMOUNT ROKEN!
ÉÉN GULDEN!
Dankbare viering van drievoudig
jubileum bij Residentie-Orkest
Een educatieve expositie in liet
Prentenkabinet Rijksuniversiteit
CEMA -PATENT
NU KUNT U VOOR HETZELFDE GELD
de meest
gewaardeerde
Amerikaanse sigaret
nu in Nederland
GLORIEUZE OPENING MUZIEKSEIZOEN
Van OtterlooKrebbers en Olof
met geschenken gehuldigd
Portretkunst in „Gouden Eeuw"
f)?ste jaargang
Vrijdag 10 oktober 1958
Tweede blad no. 29565
AMeRican
(Advertentie)
Bruckner hoogtepunt van boeiend program
Een feestelijk gestemd concert van het Residentie-Orkest is tot
intrede geworden van het nieuwe muziekseizoen: de viering van het
drievoudig jubileum Van Otterloo-Krebbers-Olof, waarover men in
onze kolommen reeds veel heeft kunnen lezen.
De schitterende bloem versiering duidde reeds op iets bijzonders,
waartoe dit concert dan ook is uitgegroeid, gevolgd door een ont
vangst van jubilarissen èn orkest in de Burgerzaal van het Stadhuis
door B. en W. Toen zijn door burgemeester Van Kinschot en dirigent
Van Otterloo over en weer hartelijke woorden gesproken.
Sterke bevestiging van het feit, dat Leiden het R.O. hier altijd graag
hoort en dat dit orkest en dit is voorwaar géén frase! in onze
stad graag speelt, gezien de akoestiek in de Stadsgehoorzaal, welke
zowel voor dirigent als orkestleden een weldaad betekent.
Met een eredronk is deze constatering opnieuw bevestigd!
Van Otterloo's „Intrada", gecompo
neerd in dit voorjaar ter gelegenheid
van de viering van het 150-jarig be
staan van het Rijksmuseum te Amster
dam, vormde een plechtige en statige
inleiding, feestelijk tevens! Van Otter
loo leeft hier zijn kennelijke voorliefde
voor blaasinstrumenten opnieuw uit:
hij bouwde constructief en effectvol een
compositie in driedelige vorm in een
uitermate kundige doorwerking en met
groot gevoel voor de verblindende sono-
riteit van trompetten, hoorns, trom-
bones, tuba, contra-fagot, pauken en
bekkens, aan welke laatste hij in de
j slotclimax een stimuleerend aandeel
J verleent.
Hier viert de koperklank op harmo-
nische wijze hoogtij! De dirigent, die
25 jaar de scepter zwaait, leert men
wederom kennen als een componist van
allure.
De violisten, onze meesterviolisten
Krebbers en Olof 25 jaar solist en
l 20 jaar samenwerkend betoonden
i zulk een grandioze eenheid in combi
natie met het orkest als wel zelden het
j geval is geweest in Bachs Dubbelviool-
concert (d kl. t.). Afwisselend in
I vreugde en in diepe ernst, in een door-
I wrochte en volmaakt stijlzuivere inter
pretatie. Een reeds herhaaldelijk door
ons geprezen duo men denke aan
1 hun vertolking van Badings! dat zo
wel in muzikaal als technisch opzicht
geen enkele wens onbevredigd laat.
Een verrassing was hierop de kennis
making met de „Uilenspiegalarij", die
11 variaties van 11 Nederlandse com-
ponisten op het van Van Otterloo stam-
mende thema, een parafrase van enkele
I motieven uit Strauss' „Till Eugenspie-
j gel", waarvoor Van Otterloo tevens de
I briljante, overkoepelende en bindende
slotvariatie schreef.
Weliswaar een sterk heterogene reeks,
met hoogtepunten en inzinkingen, al
naar de componisten Van Lier, Van
I variaties, waarvan er enkele met geest
I Flothuis, Henkemans, Van Delden,
I Landré en „last not least" Van Otter
loo gestemd waren. Doch al'tezamen
toch zeker een goede noot voor de hui
dige Nederlandse componistenstand,
waarbij de belangrijke vertegenwoordi
gers niet gering in aantal zijn en wat
méér zegt, die zelfs in het internatio
nale koor iets „eigens" te zeggen heb
ben. Het is vanzelfsprekend een on
mogelijkheid al deze weliswaar korte
variaaies, waarvan er enkele met geest
en vaart door de zaal flitsen, te ana
lyseren. Doch elk geeft aan de beide
violisten Krebbers en Olof gelegenheid
zich te uiten op een wijze, die men aan
hun virtuoos kunnen danwel muzikaal
inzicht verschuldigd is. Bovendien is de
humor veelvuldig van de partij! Een
BURGERLIJKE STAND
VAN LEIDEN
GEBOREN
Elisabeth Maria, dr van E. M. Ooster
hout en C. Boeff, Hendrikus Gerardus, zn
van H. van Vliet en G. Oldenburg, Astrid
Antoinette, dr van A. A. Vreeken en C.
Kloots, Ronald Patrick Christlaan, zn v.
J- C. de Frank en S. S. Schleenstein, Leslie
hara, dr van R. P. Fremont en N. C.
Baum.
GETROUWD
I J. H. W. van Meekeren en G. Smit, S.
I Rozemond en T. M. Berg, J. C. Huijsmans
en A. S. M. Lafeber. W. Gijsman en E.
Blok. M. Monfils en J. J. Meyer, A. J. v.
d. Willigen en P. G. Fasel. C. Llgtvoet en
G. M. Overdijk, C. van Leliveld en E.
I Kleijn, J. A. Heemskerk en C. Logeman,
W. S. van der Leek en A. M. du Prie.
muzikaal divertissement, naar hoogste
orde vertolkt en interessant om de
wijze, waarop Nederlanders de geest van
Richard Strauss weten 'te verwerken,
te benaderen ofzelfs te verwezen
lijken, ondanks bezwaren, aanvankelijk
door hen tegen de keuze van het thema
ingebracht en d nadelen, aan zulk een
opdracht verbonden.
Na éénmaal aanhoren, weet men nog
niet precies aan wie de erepalm te ver
lenen. Maar het is zeker, dat de geva
rieerdheid van het geheel even span
nend is als de variaties op zichzelf.
Ondanks het feit, dat de graduele ver
schillen niet onbetekenend zijn
Krebbers en Olof speelden hun op
gaven schitterend, in combinatie met
een perfect leidende Van Otterloo, die
kennelijk evenveel plezier in deze serie
had als de solisten in het orkest.
Tenslotte Bruckners „Zevende".
Naar wij menen voor het eerst, na
de periode van Van Anrooy, door Van
Otterloo hier gebracht. Verheffend, wij
dingsvol en van een haast voor deze
gejaagde en chaotische tijd ongeloof
waardige sereniteit. Wellicht tè typisch
„Wagneriaans" om volkomen Bruck
ner te zijn, maar 'toch van een ophef
fende kracht en met een hooggestemd,
zij het langademig gestemd Adagio,
dat ondanks de vele herhalingen, de
diepste indruk maakt. Ook met een
luchtig-ritmisch Scherzo, dat zich naast
de andere Scherzi van Bruckner volko
men handhaven kan en mee een mee
slepende spankracht vertolkt, die alle
bekende Brucknerbezwaren wegvaagde.
Men weet het: Bruckner is zelfs nü
nog alleen bestemd voor de ingewijden.
Er zijn altijd velen, die zijn geest niet
„aan" kunnen en vooral in deze jaren
van het „tempo, tempo" de aansluiting
met hem missen.
Van Otterloo houdt van stuwende
tempi, wellicht niet in overeenstem
ming met Bruckners bedoelingen, doch
zij beantwoorden stellig wèl aan de ver
langens van een nieuwe eeuw, zonder al
te romantische inslag.
Bruckners geladenheid, zijn expressief
vermogen obsedeerden in deze vertol
king in hoge mate. De ontroerendste
impressie maakte ook nu het van tra
gische ernst doortrokken Adagio, nobel,
ingetogen en van een zeldzame epische
zeggingskracht. En wie komt in de Finale
niet onder de indruk van Bruckners
energie, beeldingskracht en hoge vorm
beheersing, verzadigd van ritmische
stuwkracht, melodische gedragenheiden
chromatische soepelheid?
Waarlijk: deze majestueuze „Zeven
de" was in de sublieme orkestrale ver
klanking van 67 minuten, voor hem,
die géén vreemde is in Bruckners we
reld, een wondere belevenis, waarbij de
aandacht niet verslapte. Al geven wij
toe, dat Bruckners „Achtste"' hogere
waarden biedt
In ieder geval een R.O. op het top
punt van zijn kunnen, bezield en ver
zadigd spelend onder de zonder partituur
dirigerende Van Otterloo in een im-
possante vertolking.
Het enthousiasme van hét auditorium
bewees ten volle, dat men de betekenis
van deze Brucker had onderkend!
In de pauze heeft burgemeester Van
Kinschot als erevoorzitter van 't hul
digingscomité, de drie jubilarissen
hartelijk toegesproken en geschenken
aangeboden: dirigent Van Otterloo
ontving enige boekwerken over Frank
rijk en Parijs, Krebbers werd met een
schone klok verrast, Olof met een fraai
kamerkleed.
Het zal alle concertliefhebbers goed
gedaan hebben, uit de mond van Van
RIJKSMUSEUM VOOR
VOLKENKUNDE
Het lezingenprogramma van het Rijks
museum voor Volkenkunde voor de a.s.
wintermaanden omvat de navolgende
voordrachten:
28 oktober: Tom Harrison over „De
volkeren van Centraal-Borneo"26 no
vember: H. R. van Heekeren „De na
oorlogse prehistorische onderzoekingen
en ontdekkingen op het eiland Celebes";
21 januari: A. J. Drewes „Onder de
Gurages van Ethiopië"; 18 februari: C.
J. du Ry „Zes millenia ceramiek"; 18
maart: E. Zürcher .Problemen en ach
tergronden van de schrifthervorming in
het huidige China" en 15 april: dr. J.
Keuning „Si Singa Mangaradja, de
Toba-Batakse god op aarde".
LANDEN VAN HET MIDDEN-OOSTEN
In de serie „Landen van het Midden-
Oosten" houdt de Stichting Oud-Poel
geest thans op 8 en 9 november in het
Kasteel Oud-Poelgeest een weekeinde,
waarbij de aandacht gericht zal zijn op
Egypte. Tijdens deze conferentie, welke
gehouden wordt onder het motto: „Van
Assuan tot Alexandrië", spreekt ds. W.
A. Bijlefeld over» „Stromingen en ont
wikkelingen in de islam" en dr. P. J.
Idenburg over de staatkundige ontwik
keling van Egypte.
De zondag i» gereserveerd voor een
oecumenische leesdienst in het kasteel en
een bespreking van de plaats van Egyp
te in het oriëntale mozaïek.
Geslaagd Onze plaatsgenoot H.
Vossers is aan de Technische Hogeschool
te Delft geslaagd voor het propaedeu-
tisch examen voor natuurkundig inge
nieur.
tretkunst", waarin de graden van ver
fijning en genuanceerdheid tot een
hoogtepunt worden opgevoerd.
Th. Matham, G. van Dalen, Holstejjn
en Suyderhoff wijdden zich er aan. De
laatste lijkt zich tot de meeste van ge
noemde stromingen aangetrokken te
voelen.
Alle gravures en etsen zijn uit eigen
bezit van het Prentenkabinet.
Mede in verband met het overzichte
lijke en educatieve karakter dezer onge
twijfeld bezienswaardige expositie, is een
aparte vitrine gewijd aan de onder
scheidene attributen, welke voor het
graveren en etsen nodig waren.
Wij hebben van een en ander, leer
zaam zowel voor jongeren als ouderen,
met belangstelling kennis genomen!
H.
Burgemeester Van Kinschot over
handigt dirigent Van Otterloo het
jubileumgeschenk. Terzijde links
de violist Theo Olof.
(Foto L.D.- Van Vliet)
Advertentie
6 maanden
garantie
op de zolen
GRATIS
atlas van de Benelux
bij ieder paar
Cema-patentschoenea
Jongens-en meisjesschoenen
In verband met deze opzet een praatje
vooraf.
Prof. dr. H. van de Waal, de directeur
van het Prentenkabinet, heeft uiteen
gezet, dat er tegenwoordig sterke be
hoefte bestaat aan een schakel tussen
musea en publiek. Ook het onderwijs is
voortdurend in beweging en zo is thans
de tijd gekomen van de z.g. „educatieve
diensten" in de musea. Aan de Leidse
Universiteit wijdt men zich thans, op
initiatief van prof. Van de Waal, reeds
sinds enige jaren aan de opleiding van
dergelijke educatieve krachten, die,
evenals de andere studenten, volkomen
kunsthistorisch-, doch daarnaast peda
gogisch en psychologisch geschoold wor
den. opdat zij het grote publiek op de
meest verantwoorde wijze met de kunst
in contact kunnen brengen. Het minis
terie van O.. K en W. heeft zich met
de zich in deze richting bewegende op
leiding, welke een Leidse specialiteit
genoemd mag worden en waarmee men
de andere universiteiten vooruit is, vol
komen kunnen verenigen. Deze oplei
ding is voorts principieel algemeen aan
vaard. De hiervoor bestemde studenten,
die wetenschappelijk volkomen op één
lijn staan met de anderen en dus het
vak geheel moeten beheersen, zijn géén
„rondleiders" in de tot nu toe gebrui
kelijke zin van het woord, doch hun op
leiding reikt véél hoger. Zij verkrijgen
dan ook de conservatorsrang.
De bedoelde'studenten moeten in hun
studietijd „werkstukken" maken: de
hierboven genoemde tentoonstelling is
een „werkstuk" van mej. M. D. de Vries,
die hiermee o.i. een bewijs geleverd heeft
van degelyke kennis.
Naast de portretschilderkunst, nam
in de Gouden Eeuw ook de portretkunst
een belangrijke plaats in. Ondanks de
meer beperkte uitdrukkingsmogelijkhe
den van het „zwart-wit", kan toch van
een enorme verscheidenheid, nuancering
en verfijning gesproken worden. De por
tretkunst onderging in de Gouden Eeuw
velerlei invloeden, waarvan wij in de
eerste plaats noemen die uit Italië,
waar zich het „maniërisme" ont
wikkeld had. Kenmerken hiervan zijn
het streven naar ruimte- en dieptewer
king en het aanbrengen van putti, guir
landes enz. in de omlijsting. Er is een
krachtig zwart-wit-contrast. het por
tretformaat is veelvuldig klein (minia
turen) en de techniek berust voorname
lijk op lange, evenwijdige lijnen. Voor-
beelden van deze stijl zijn aanwezig van
De Ghijn, J. Matham, J. P. Saenredam,
Muller. Frisius en de De Passe's.
Voorts was er de „nationale stijl",
streng in de opzet, eenvoudig van ka
rakter, de contrastwerking veelal door
stippels verzacht. De graveur Delff staat
hier vooraan, voorts Muller, Hondius en
Matham.
De stijl „Van Dijck" was een gevolg
van de invloed der zuidelijke Nederlan
den. Hier onderkent men zwier en allure.
Van hen, die er zich aan wijden, wijzen
wij op Soutman, Van Panderen, Vorster-
man en Suyderhoff. Voorts werden de
graveurs sterk geïnspireerd door Frans
Hals. De zwier en de vlotheid van diens
kunst streefden mannen als A. en Th.
Matham, v. d. Velde en Suyderhoff na.
De schilder Rembrandt voelde zich nauw
verwant met het „zwart-wit". Het is
overbodig te zeggen, tot welk een per
fectie hij in deze kunst uitgroeide. Van
hem zien wij het portret van Lieven van
Coppenol, zijn bij dit artikel afgebeeld
zelfportret en dat van Jan Comlelius
Sylvius.
Tenslotte wordt men geconfronteerd
met voorbeelden van de .Franse por-
Otterloo te mogen vernemen, dat het
R. O. in Leiden zo graag komt, omdat
het hier zulk een warme belangstel
ling ondervindt en het orkest in Lei
den zo „heerlijk" klinkt. Hij releveer
de met erkentelijkheid de warme ge
negenheid van het Leidse publiek en
sprak de hoop uit, dat men in Leiden
het R. O. nog een lange reeks van
jaren zal horen.
Hierbij kunnen wij ons volledig en
van harte aansluiten!
H.
Zelfportret REMBRANDT
Het Prentenkabinet der Rijksuniversiteit geeft weer blijk van activiteit door
het presenteren van een tweeledige expositie, namelijk één betreffende de door
bemiddeling van de „Vereniging Rembrandt" in Engeland aangekochte studies
voor de „Scheppingsdagen" van de beroemde Goltzius in hoge mate boeiend
door de rake, vlotte zuiverheid van lijnen welke nieuwe aanwinsten in de
bibliotheek zijn opgehangen en een over de „Ontwikkeling van de portretkunst
in de Gouden Eeuw", bestaande uit gravures en etsen.
Deze expositie draagt een by uitstek educatief karakter en is in het bijzonder
samengesteld voor de leerlingen van het middelbaar en voorbereidend hoger
onderwijs. Aan de directeuren en rectoren van deze scholen zijn uitnodigingen
gericht, waarin tot een bezoek wordt opgewekt. Men hoopt thans op veel
weerklank.