WAAROM KEREN WIJ MOOI DENEMARKEN TOCH ZO ONVERSCHILLIG DE RUG TOE? Juliette Greco geeft een besloten voorstelling in Londens Savoyliotel ZATERDAG 27 SEPTEMBER WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 4 Land met onvergetelijk mooie „water-panorama's Vijf dagen reizen zonder j een agent te zien Op bezoek bij de Denen (1) Franse ster in Britse film Vanwege de kaas en de bacon en om nog enkele redenen voe len de Nederlanders zich tame lijk nauw verwant met de De nen, maar het merkwaardige feit doet zich voor, dat de door snee Nederlander vrijwel niets van dit land met zjjn 4.5 miljoen inwoners af weet. Als vakantie- gebied is het zelfs helemaal een te negeren factor. En toch biedt dit Denemarken attracties van de eerste orde voor wie althans van zuivere zeelucht, eenzaam heid en onvergetelijk mooie vergezichten over fjorden en andere zee-inhammen houdt. Het seizoen oih er op uit te trekken is voorbij, maar mis schien hebben de Deense im pressies van een bljzondert me dewerker tot gevolg, dat volgend jaar bij het maken van reisplan nen dit bij ons zo onbekende en toch zo bekoorlijke land niet tonder meer buiten beschou wing zal blijven. (Van een bijzondere medewerker) Hoe reageert U als U woorden hoort als Vejlefjord, Himmelbjerg, Venö Bugt, Helgenaes of Skive? Waarschijnlijk volslagen passief omdat ze U niet het minste zeggen en wanneer bijgeval het rader werk van Uw denkmachine toch flauwtjes in werking treedt, schui ven misschien onherbergzame of Spitsbergse tafrelen voor Uw geestesoog. Het is zelfs zo, dat er vermoedelijk niet de zwakste vonk van contact overspringt wanneer ik U toevertrouw, dat deze namen bij Jutland behoren, want ook dat is een begrip dat wij Nederlanders noodzakelijkerwijs in schoolverband wel eens voor korte tijd geaccep teerd hebben om het daarna met een nonchalant gebaar van ons af te zetten. Jutland? Dat is immers het ergens boven Hamburg aan Duitsland geplakte stuk Denemarken, een onopvallend vriendelijk en saai verlengstukje van het Europese vasteland, dat vrijwel even groot is als ons eigen land en er wel zo veel op lijkt, dat het voor een Nederlander geen enkele zin heeft hierheen te reizen (tijdens een kruistocht van duizenden kilometers zag ik dan ook niet meer dan drie Nederlandse nummerborden). Wat een allerzotst, wat een treurig en eigenlijk ook wel verrukkelijk misverstand, want het gevolg is dat de karavanen vakantiegangers angstvallig dit weergaloze samenspel van land en water vermijden en hard nekkig hun blikken op de Rivièra's van het zuiden richten en zodoende de Deense verrassingen overlaten aan hen, die minder begane paden, vrijheid, zeelucht, eenzaamheid, grootse natuurcompo- sities.en goed eten tegen aanvaardbare prijzen weten te waarderen. Van het midden van ons land uit gerekend is de Deense grens niet ver der weg dan Parijs (ruim 500 kilome ter, doch terwijl klanken als Seine, Champs Elysées, Montmartre en na tuurlijk de aloude Folies Bergère uitermate vertrouwd in onze oren klinken, betekent een tocht naar De nemarken zoiets als een ontdekkings reis, welke de achterblijvers bij terug keer van de ondernemende-figuur-die- nu-eens-iets-anders-wilde weliswaar nieuwsgierig, maar tevens nogal cy nisch doet informeren of het inder daad nogal vervelend en precies Hol land was. MiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiM lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll! Van nu af aan kan ik daarop ant woorden, dat Jutland wel bijzonder weinig op ons goede en toch ook in menig opzicht prachtige land lijkt, en dat het watercomposities heeft, welke me een minstens zo grote schoonheids ontroering bezorgden als de briljantste kusten van Griekenland en Italië. Ik ben verliefd geworden op die zeven duizend kilometer kustlijn van Dene marken, omdat ze zó veel afwisseling, zó veel kleurenverrukking, zó veel vrijheid (om te zwemmen, te wande len of wat men wil) biedt als in geen ander door de zee omspoeld land te vinden is (buurman Zweden uitgezon derd). Om en bij vijfhonderd kilometer is die Jutlandse grens van het hart van Nederland vandaan en er blijft weinig anders over dan de route via Bremen en Hamburg te kiezen. Ik zeg dat enigszins mistroostig, omdat er wel iets op die verbinding eigenlijk de belangrijkste met Scandinavië aan te merken valt. Dank zij hun enkele Autobahnen hebben de Duitsers bij vele toeristen een sterk geflatteerde reputatie wat hun wegennet betreft. Om dat intens te beleven is het nuttig naar Denemarken te rijden. Men zal dan tot zeer onaangename gedachten komen in de nog steeds zwaar bescha digde en chaotische steden Bremen en Hamburg, welke men compleet dient te doorkruisen zonder daarbij ook maar de minste steun van wegwijzers te hebben. En vervolgens is er het ruim 160 km lange fragment tussen Hamburg en de Deense grens, dat ronduit abominabel is: smal, zachte bermen, bij regen levensgevaarlijk gladde kasseien, en het ene stadje na het andere, dat heel erg hard aan een rondweg toe is. Niet minder dan be schamend deze situatie, maar toch ook geen motief om Denemarken te ver mijden en bovendien een stimulans om de wegen van Jutland en van de grote eilanden Funen en Seeland met oprechte nadrukkelijkheid te prijzen vanwege hun breedte en voortreffelijk asfaltdek. Trouwens, er is een doel treffende, slechts enkele tientallen extra-kilometers vergende methode om deze ergernissen te ontlopen: doel bewust naar het bekoorlijke hart van Hamburg rijden, met name naar de inderdaad verrassend charmante, tot een stadsmeer uitgedijde Binnen-Alster met zijn waterrestaurants en luxueuze winkelstraten er om heen en na hier nieuwe levensmoed opgedaan te heb ben de weg richting Lübeck kiezen, welke men halfweg dient te verlaten om dan door het lieflijke Holsteinse Fjorden en meren, watercompo sities dus. vormen veruit de groot ste schoonheid van Denemarken. Hier ziet men een beeld uit het merengebied bij de stad Viborg welke in noordelijk Jutland ligt. merengebied noordwaarts te koersen, zodat men pas weer bij Schleswig op de „grote" weg belandt. Grens De Duits-Deense grens ligt tusssen de drukke vuile industriestad Flens burg en het pretentieloze plaatsje Krusaa: heel soepele Duitse douaniers (althans voor de buitenlanders) en een tikkeltje bureaucratische Denen, die de automobilisten hun voertuig doen verlaten om hen door een keurig douanegebouw met glazen hokjes te laten schuifelen teneinde een stempel in de pas te ontvangen. Zeker twintig geüniformeerde lieden zag ik hier, in donkerblauw met witte pet, maar denkt U vooral niet, dat deze martiale entree symptomatisch is voor het politiële apparaat van Denemarken. Het is zelfs de volle waarheid, dat mijn collegiale en dus scherp speuren de reisgezel en ik, ieder naar een kant kijkend, gedurende vijf Jutlandse auto-trek-dagen niet één agent heb ben kunnen ontdekken! Aanvankelijk meenden we het element gezag-drager te herkennen in nogal imposante mannetjes in felrode jasjes met glan zende gouden mouwbanden, maar dit bleek bü nader onderzoek de daagse dracht van de Deense postboden te zijn. Noch op de wegen, noch in de dorpen, noch in stadjes als Fredericia, Vejle, Kolding of Viborg (25.000 in woners, 12 straatagenten) doemde één politie-uniform voor ons op. Het was pas na de overtocht van Jutland naar Seeland, toen we het eerste grote kruispunt in Kopenhagen bereikten, dat dit abnormale, doch zeer verheu gende verschijnsel radicaal werd op geheven. Daar stonden namelijk vijf agenten van imposant kaliber, opval lend correcte figuren (weer in donker blauw met witte pet), die evenals hun overige Kopenhaagse collega's sterk de indruk wekten streng gedisciplineerde marine-cadetten te zijn. Wonder Na overschrijding van die slechts 67 km lange landgrens van Denemarken (denkt U nog even aan die 7000 km kustlijn van Jutland en de altegader 500 eilanden, waarvan 100 bewoond) is men dadelijk volop in het karakte ristieke Deense land: majestueuze fjor den, baaien, inhammen en grillige eilandenformaties van de Oostzee en links het golvende vriendelijke heu velland met veel korenvelden, weitjes met schilderachtige donkerbruine koeien, wat groepjes bomen als pittige zetstukken, enkele lage oude boerde rijen, vaak roze met vakwerk en rieten dak en veel onopvallende dorpjes zeker niet mooi en evenmin storend, met meestal een wit kerkje met lage-toren- onder-zadeldak als bindend element. Dat bijna voortdurend kort-golven- de binnenland van Jutland, Funen en Seeland herinnert wel eens even aan Zuid-Limburg en ook wel aan de Veluwwezoom bij Arnhem op de plaat sen waar nog heide en bossen gebleven zijn, maar deze lieflijke Deense heu- De Deense stedenuitgezonderd Kopenhagen, bieden weinig wat ons verrassen kan. Viborg (ruim 20.000 inw.) staat bekend als een van de mooiste plaatsjes in het land. Men vindt er een bekende kathedraal waarvan men hier een fragment op de achtergrond ziet. 7 wee leer lingen van een tekenschool proberen dit lieflijke, doch weinig impo sante of schilderachtige hoekje van Viborg te vereeuwigen. veis hebben toch een volkomen eigen karakter, dat ongetwijfeld bekoort al valt een zekere eentonigheid niet te ontkennen. Voor dat binnenland, af gezien van enige waarlijk grandioze meergebieden, behoeft men niet de weg naar het Noorden te kiezen en evenmin voor de simpele steden (het wereldse, fleurige Kopenhagen mis schien uitgezonderd), maar zonder meer groots en ontroerend mooi is het beeld, dat land en fjorden land en binnenzee, land en volle zee tezamen steeds weer oproepen. Bijna overal waar men de oeverlijn opzoekt staat men voor een hartverwarmend wonder van kleur en vorm, groots en onver getelijk voor ieder die het geluk heeft deze panorama's onder een heerlijk blonde wolkenlucht te mogen ervaren. Een van de bij de Denen bekendste toerististische trekpleisters is het gebied van de Himmelbjerg tussen de stadjes Skanderborg en Silke- borg in midden-Jutland gelegen. Er zijn hier prachtige meren, tussen de met heidebossen en koren begroeide heuvels van ruim honderd meter koog. Het schijnt er nu eenmaal bij te horen. Wanneer beroemde filmsterren ergens hun neus vertonen wor den meteen de krantenmensen opgetrommeld voor het houden van een z.g. persconferentie. Enerzijds om de journalisten alle gelegenheid te geven hun vak kundige nieuwsgierigheid te be vredigen, maar anderzijds wordt elke kans om de naam van die ster weer eens in het nieuws te krijgen gretig aangegrepen. Pu bliciteit is immers maar al te vaak een van de belangrijkste pijlers, waarop zijn of haar beroemd heid" steunt. Het zou zeker niet aardig en vermoedelijk ook niet juist zijn zo iets te beweren van Juliette Greco, waarom ditmaal de gehele voor stelling draaide. Men moet nu een maal iets in zijn mars hebben om van de allerlaagste sport van de ladder te kunnen opklimmen naar de veelbegeerde top, naar de in ternationale vermaardheid, naar de suite in het beroemde Savoy- hotel in Londen, waar zij de pers ontving. De ontmoeting met de krantenmensen was tot in de kleinste onderdeeltjes uitstekend geregisseerd, hetgeen uiteraard niet anders verwacht kon worden, men zit nu eenmaal in dat vak Juliette is gekleed in een nauwslui tende en volmaakt zittende donker groene schepping van een of andere ongetwijfeld bekend, en ongetwijfeld ook peperdure, Parijse modekoning. Zeer bevallig rust de Franse ster in de kussens op een weelderige sofa. Tel kens onderstreepte zij haar woorden met een uiterst beheerst gebaar van haar mooigevormde handen. Haar stem is laag, trillend en bijna hees. Juliette spreekt uitstekend Engels, al kan zij uiteraard het Franse accent niet ge heel verdoezelen. Volmaakt rustig zichtbaar gewend aan dergelijke om standigheden babbelt zij over haar nieuwste film. Deze Rank-produktie heet „Whirlpool". Juliette is er voor naar Engeland gekomen en zij is niet de enige buitenlander. Haar tegenspe ler is namelijk de befaamde Duitse ac teur O. W. Fischer, een van de best betaalde krachten bij onze oosterbu ren. Hetgeen in de filmwereld iets wil zeggen Dwingend ogen Intussen hebben de aanwezigen alle gelegenheid het slanke figuurtje op de sofa goed te observeren. Ongetwijfeld zijn het haar dwingende donkere ogen. die de grootste charme uitmaken. Zij zijn bijzonder karakteristiek in het ex pressieve gelaat, dat omlijst wordt door een weelde van weerbarstig zwart haar. Steeds strijkt zij het wild naar achte ren. Het lijkt een gewoontegebaar. Maar voor het overige is ze absoluut zeker van zichzelf. Achter de beheerste en rustige oppervlakte van dit film masker voelt men een sterke wil. Voelt men het besluit, dat deze vrouw geno men heeft, om nooit meer op het uit gangspunt terug te keren. Zij maakte via Saint Germain des Pres de lange weg van straatzangeres naar deze film- top. Het was een zware weg. die zij nooit meer in omgekeerde richting wil gaan. Ondanks het lieftallig© uiterlijk JULIETTE GRECO persconferentie ligt de vastberadenheid zichtbaar in haar verankerd. En Zij wil er gaarn° een offertje voor brengen. Zo ook dit schamele stukje toneelspel, waarin zij rustend op een sofa de hoofdrol moet vertolken. Goed spel Zij speelt uitstekend, het moet ge zegd worden. Met haar omfloerste stem vertelt zij van haar vreugde om in .Whirlpool" te mogen spelen. Het was echt niet aardig tegenover haar betalende gastheren geweest, wannneer zij iets anders had beweerd. En natuurlijk is zij enorm olij nu eens tegenover de beroemde O.W. Fischer te mogen staan. Ja. je kan een zo hoog genoteerde collega moeilijk voor het hoofd stoten En zo gaat het door. Een verzameling van weinig zeggende opmerkingen. Maar wat zou ze dan kunnen ver tellen? De aanwezigen weten allemaal wel, dat de film is gebaseerd op het boek van Laurence Bachman „De Lorelei" en dat deze rolprent grotendeels in Duits land verwezenlijkt zal worden. De meesten hebben het verhaal ook gele zen en weten, dat Juliette Greco de rol krijgt toebedeeld van het meisje, dat wegvlucht van de man, die een slechte invloed op haar uitoefent. Gelukkig echter is ze goed bevriend met O.W. Fischer, die in deze geschiedenis als dc eigenaar van een Rijnaak moet dienst doen. Verder spelen ook Marinus Go ring en Muriel Pavlow een rol bij de verfilming. Intermezzo Natuurlijk is ei ook wel iemand, die informeert naar de gezondheid van mejuffrouw Greco. Juliette heeft het namelijk knap te kwaad gehad bij de opnamen van de laatste film "The roots of heaven", die ergens midden in de binnenlanden van Afrika plaats hadden. Enkele weken heeft men daar moeten doorbrengen, verstoken van al le comfort. Juliette hield het niet uit, zij werd ziek. Maar dat is nu gelukkig allemaal weer achter de rug. Ja. ze is weer helemaal de oude, vertelt ze met een lach op het mysterieuze gelaat. „Ik heb van een vakantie aan de Rivièra genoten", merkt zij op en ze wijst op haar diepbruine teint". „Ik ben nu weer goed", voegt ze er ten overvloede nog eens aan toe. Een korte onderbreking. Een telefoon rinkelt in de kamer. „Het is de heer Taylor", zegt de man, die de hoorn van de haak heeft ge nomen. „Welke mijnheer Taylor", vraagt me juffrouw Greco. „Hij zegt, dat hij geen speciale mijn heer Taylor is". De actrice haalt de schouders op, ze heeft nu geen tijd. Korte tijd later gaat de telefoon opnieuw. Tijd voor een kwinkslag van Juliette: „Dat is vermoedelijk de vrouw van mijnheer Taylor". Korte tijd later is de voorstelling afge lopen. Iedereen gaat zijns weegs Ju liette naar de studio in Pinewood. Zij moet aan de slag, want al lijkt het vaak alleen maar goud, dat blink, fil men is een vak en ook door „sterren" moet hard gewerkt worden. De journa listen zoeken inmiddels hun redacties op om hun lezers te gaan vertellen, dat Juliette Greco in „Gods eigen land" is, dat ze bij Rank een fi'm maakt en binnen afzienbare tijd in kleuren in de theaters te zien zal zijn. Veel meer is men eigenlijk niet wijzer geworden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 14