Het allernieuwste.... ONS MENU TRAITAL A uit een oud truitje of vestje Goede voeding in het sportseizoen VAN DE WÉÉK Van een voedster die een ram was DIE voor een publiek van keizers en koningen speelde ZATERDAG 2 7 SEPTEMBER WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 3 Spiegeltjespiegeltje aan de wand Parijs, september '58. U heeft zin in iets nieuws iets dat naar de laatste mode is. Maar.er zijn nu eenmaal obstakels van financiële aard. Die laatste zijn echter veel gemakkelijker te overwinninen dan het u misschien voorkomt, tenminste wanneer u met een modern-twee-delen met de nieuwe hoge-taille-mode begint. Voor zo'n geheel hebt ge een rechte rok nodig, die tot boven de taille is opgewerkt en ruim om het middel, maar glad om de heupen valt, en die rok kost u de prijs van één meter nieuwe stof, indien niet een rechte rok van verleden jaar voor verandering vatbaar is. Voor het bijbehorende korte bloesje hoeft u niet meer dan wat tijd en wat naaigaren uit te trekken, want u maakt het uit een truitje of een vestje, dat u zeker bezit, dat al vele malen gedragen en gewassen is en.hier of daar, op de ellebogen, aan de heupband, misschien zelfs al sporen van slijtage vertoont. 1) Ellebogen, die bijna dóór zijn, een halsboord, die niet meer zo keurig is? Van het marineblauwe wollen vestje met ronde hals knipt U de mouwen, Het Voorlichtingsbureau voor de Voeding meldt Het bruine monsler rolt weer over de velden, de hockeysticks slaan er weer lustig op los en de zaalsporten trekken weer duizenden beoefenaars. Iedere sportman en sportvrouw zal ook in de winter proberen zo goed mogelijk voor de dag te komen. Velen hebben het er zelfs voor over, om er bepaalde ge woonten zoals drinken, roken en laat- naar-bed-gaan voor op te geven en om extra aandacht te besteden aan hun voeding. Zij beseffen immers, dat hun conditie met al deze kanten van de lichaamsverzorging zeker verband houdt. Het menu van menige sportbeoefe naar ziet er dan ook dikwijls beter uit dan het gemiddelde menu, omdat de sportbeoefenaar zich interesseert voor een goede voedselkeuze en zich aan de richtlijnen houdt. Het is bijvoorbeeld in het geheel niet ongewoon, dat een sportman melk drinkt, iets waarover vele volwassenen niet zouden denken, alle voorlichting en reclame ten spijt. Welke voedingsmiddelen zijn speciaal voor de sportbeoefe naar van belang? Eigenlijk geen. Er zijn geen bewijzen, dat de sportmens benvoorbeeld meer vlees, eieren, fruit of suiker moet gebruiken dan iemand, die alleen maar langs de lijn zit te kijken. Een gewone goed voeding levert voldoende. Hij zal dus trachten dagelijks een flinke portie melk of karnemelk (tenminste Vi liter), een stukje vlees, vis of een ei tenminste één broodbelegging kaas een ruime portie groente (200 400 gram) en wat fruit te eten. Verder aardappelen en brood met toebehoren naar behoefte. Dit is dus niets bijzonders. Waarop moet hü verder letten? De sportman (of -vrouw) zal in veel gevallen het lichaamsgewicht in de gaten moeten houden. Hij of zij kan hiervoor het beste regelmatig eten en de hoeveelheid vetten, zetmeelkost, zoetigheid ook suiker? beperken zodra het lichaamsgewicht te hoog dreigt te worden. Kort vóór een inspannende wedstrijd mag niet gegeten worden. Bij voorkeur eet men niet later dan drie uur voor dat men moet aantreden. Ook na de wedstrijd wordt niet meteen gegeten. Wordt tijdens de wedstrijd of trai ning veel getranspireerd, dan verdient het aanbeveling het vochtverlies goed te maken door wat extra te drinken, maar niet veel achter elkaar en geen gloeiend-hete of ijskoude dranken. Vooral vruchtendranken en hartige dranken zijn zeer geschikt. Het gebruik van extra suiker of suikerwater is alleen van waarde tijdens urenlange bijzondere prestaties, zoals b.v. kanaalzwemmen en langdu rige wielerwedstrijden. Het heeft hele maal geen zin om buiten zo'n periode van inspanning veel suiker of zoetig heid te eten. Dat is alleen maar slecht voor de lijn en voor het gebit, ook van de sportsman. Adrertentle Tien tegen één! Tien tegen één dat negen van de tien huisvroutoen MAÏZENA DU RYE A gebruiken. Een keuken geheim, dat overgaat van moeder op dochter, al sinds vele genera ties. Voor het binden van groen ten, soepen en sausen is er niets beters. Met MAÏZENA DURYEA zijn mislukkingen uit ge sloten. Maar.laat niets aan het toeval over. Als U Uxo leverancier vraagt om maizena, zeg er dan uitdruk kelijk bij DURYEA. Dan pas weet h\), dat U de echteoriginele MAÏZENA verlangt. de halsboord en de heup- of taille- band eenvoudig af. U zoomt de onder kant van het vestje om, zó dat het tot precies boven de taille reikt. Langs de korte mouwtjes en de ronde halsopening zet U een boord van witte wollen jersey of witte grosgrain en de halsboord garneert U met een strik van hetzelfde. U draagt dit nieuwe hoogst moderne bloesje bij een ma rineblauwe wollen rok, die met een stoffen of een leren ceintuur wordt aangevuld. 2) Uit een oud wollen vestje maakte U het tweede modieuze model. U knipt het ter hoogte van de maag af en zet er een heel brede, rechte band van grosgrain aan. De mouwtjes knipt U heel hoog af en zoomt ze om. De hals opening knipt U tot een boothals uit en uit het deel, dat onder de buste van de oorspronkelijke trui werd afge knipt, maakt U de rechte kraag. De brede grosgrain band, die met een grote platte strik gegarneerd is, heeft de zelfde kleur als het bloesje, maar kan, indien U het hoge-taille-effect nog wilt accentueren, evengoed dezelfde kleur hebben als de wollen rechte rok, die om het middel ineengerimpeld is en met behulp van een brede vaste band boven de taille is opgewerkt. 3) Uit een willekeurig tricot truitje met ronde hals of een jersey blouse zonder sluiting kan het derde moderne model worden gemaakt. Het wordt onder de buste eenvoudig afgeknipt en vastgenaaid aan een hoogopgewerkte tweed rok, terwijl de scheidingsnaad gecamoufleerd wordt door een geap- pliceerde band van de rokstof. De ruimte van het lijfje wordt onder de buste even ineengeplooid. 4) Het vierde model kan ontstaan uit een klassiek truitje, dat van taille- of heupboord wordt ontdaan en op taillehoogte wordt omgezoomd. Uit de afgeknipte ondermouwen worden twee zakken gemaakt, die ter hoogte van de maag op het voorpand worden ge naaid, waarna de ruimte om de maag in een serie verticale naadjes wordt weggewerkt. In de zijnaad wordt een ritssluiting gewerkt. 5) Uit een ruime grof gebreide pullover van dikke effen of van tweed wol wordt het vijfde model gemaakt. Het is een sportief jakje, dat tot net boven de taille reikt en over een tweed japon of een tweed rok van de zelfde kleur wordt gedragen. Trek net boven de taille een draad uit de oude pullover en zet de vrijgekomen steken met de haaknaald in een picootje of een rij vasten vast. Doe insgelijks met de mouwen, die in het gemoderniseer de model tot boven de elleboog reiken. Heeft de oorspronkelijke trui een V-vormige halsopening, leg er dan een sjaaltje van de wollen rokstof in. 6) Een dun tricot truitje of 'n sluiting- loze, lange jerseyblouse is het uitgangs punt voor model 6, dat over een hoog opgewerkte rok wordt gedragen (die rok heeft naar moderne trant een katoe nen schouderbandlijfje, waarmee hij op zijn plaats wordt gehouden). Het model, dat onder de buste is omge zoomd en halflange mouwen heeft (en waarvan de zijnaden zo nodig werden ingenomen), is onder de buste gegar neerd met twee strikjes, uit de afge knipte delen gemaakt, welke een figuurplooitje bijeenhouden. 7) Uit het klassiek vestje of truitje kan het korte bloesje van figuur 7 ontstaan. De blouse reikt tot net on der de buste, de mouwen werden tot vijfzesde lengte verkort en beide wer den afgewerkt met een twee centi meter brede schuif, waardoor een band of een breed elastiek is geregen; mid denvoor eindigt de band of het elastiek in twee over elkaar geslagen ceintuur einden, die óf van de rokstof óf van het materiaal van het truitje worden gemaakt. 8) Een klassieke roze cardigan, kort of lang, kan volgens figuur 8 worden gemoderniseerd. De tailleboord wordt eraf gesneden, de mouwen worden eveneens verkort en taille, mouwen en overslag worden afgewerkt met (dub- belgenomen) ripslint in de kleur van het vestje. De zijnaden worden indien nodig achtergestikt. Het jasje reikt na de modernisering tot net aan de taille en is een hoogst modern complement van een groene of een donkerroze effen tweed rok. J. V. Op het ogenblik liggen er zoveel prachtige herfstbloemkolen in winkels en op groentekarren uitgestald en tegèn zeer redelijke prijs, dat geen huisvrouw het kan laten ze steeds weer te kopen! Maar misschien vindt ze die bloemkool met een melksausje wel eens vervelend worden en zou ze die, op zichzelf heerlijke groente, toch graag eens anders op dissen. Gebakken dan ditmaal? Het gaat heel eenvoudig en is eens iets heel anders! De bijna gaar gekookte, goed uitgelekte, stukken bloemkool worden in een beignetdeeg gedompeld en in frituurvet gebakken. De schotel wordt gegarneerd met een paar schijfjes tomaat of takjes peterselie. Kopje bouillon, hamlappen, doperwtjes, aardappelent blanc manger. Gevulde omelet, gesmoorde aardappelen, andjjviesla; kar- nemelksepap. Koolrolletjes met gehakt, aardappelen; yoghurt met ge raspte appel. Gebakken aardappelen met uien en kaas, sla; zoet maca ronischoteltje. Gebakken bloemkool, hard gekookte eieren, tomatensaus en aardappelen; druiven. Gebakken bokking, stoofprei, aardappelpuree; watergrueL Risotto; fruitsla. ZONDAG MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG VRIJDAG ZATERDAG Recept: Blanc manger. 6 dl. room (kookroom), 4 dl. melk, 150 gr. amandelen, Vi stokje vanille, 100 gr. suiker, 100 gr. maizena. De amandelen pellen, malen en met de vanille een paar uur in de room laten trekken. De vloeistof daarna ze ven, de suiker erin oplossen en de Aflverti tie room binden met de maizena die met de melk is aangemengd. Recept: Zoet macaronischoteltje. 1 lt. melk, 150 gr. macaroni, 80 gr. suiker. 75 gr. krenten of rozijnen, zout, paneermeel, 40 gr. roomboter. De macaroni met water aan de kook brengen, afgieten en met koud water overspoelen. Daarna met melk en iets zout in plm. 3/4 uur gaar koken. De gewassen krenten en rozijnen het laatste kwartier mee laten koken. Een gedeelte van de suiker en de boter door de macaroni roeren, de massa in een vuurvaste schotel doen en be strooien met paneermeel en de rest van de suiker. De rest van de boter in klontjes er op leggen en het schotel tje in de oven lichtbruin laten wor den. Ervaring van een plattelandsarts Advertentie Laat roospuntjes verdwijnen met anti-roos Traital 3 bevat het pas-ontdekte apelium met de sterke van roos bevrijdende eigenschappen. Na 6 wekelijkse haarwassingen is de roos verdwenen. Vraag TRAITAL 3 In „Medisch Contact", het officieel orgaan van de Kon. Ned. Maatschap pij tot bevordering der Geneeskunst troffen wij het volgende aardige ver haaltje aan, dat wij met genoegen overnemen: „Het is écht een mooi konijn. De rug is zwart en een deel van de tekening van de kop en de flanken is donker bruin. Als je het konijn optilt „pas op, dat hij niet krabt!" dan blijkt, dat de buik lichtbruin is. reebruin zou men dit wel kunnen noemen. Het haar is glad en bij aanraking oneindig zacht en soepel. „Vin-je 'm mooi, pappa?. Ja, ik vind hem mooi, je kunt echt zien, dat het geen gewoon konijn is, geen Hollandertje en geen Pooltje, maar een bijzonder soort. Ze noemen dit ras „black-and-tan" en Arie de Vreugt had er een over. Hij fokt ze al jaren. Mijn dochter heeft er h\ haar spaar geld vier gulden vijf en zestigl aan uitgegeven. Een hok hebben we nog, van de marmotten, die nu uit de belangstellingssfeer zijn verdwenen. We zullen er nieuw stro in doen, „vraag maar aan Kees Verboom, dan krijg je het wel, maar belééfd vragen, hoor!" en dan zullen we zien dit lieve dier op te kweken, misschien krijgen we later jongen, misschien komen we 1. Dit is de geschiedenis van de koning van het treurspel, Frans Jozef Talma, op 15 januari 1762 te Parijs geboren. Talma probeerde later zijn geboortejaar te ver geten door te zeggen: „Een toneelspeler en een mooie vrouw kennen geen ouder dom". Als 19-jarige jongeling reisde hij met zijn vader naar Londen, waar deze tandarts aan het hof was. Hier trad hij op in de treurspelen van Racine en zijn welgevormde figuur en prachtige stem bekoorden de Engelse dames. Een her togin liet de jonge kunstenaar zelfs ontvoeren en hield hem twee weken lang gevangen, opdat hij alleen voor haar een Frans treurspel zou declameren. 2. De Britse pers berichtte, dat de ge liefde toneelspeler eigenlijk een Arabi sche verteller, Amlat geheten, zou zijn, hetgeen van achteren naar voren gele zen Talma betekent. De relatie met de hertogin liep uit op een duel en Talma moest Engeland verlaten. In Parijs de buteerde hij in het Nationaal Theater en vanaf zijn eerste optreden was hij een der grootsten op het Franse toneel. Op een avond, toen hij met zijn vrouw de schouwburg verliet, stapte een jonge man op hem af en omarmde hem. ,,Wie was die jongeman?" vroeg mevrouw Tal ma, toen hij weer verdwenen was. „Geen idee", zei Talma. „Maar je noemde hem toch je vriend?". „Zeker, want hij is een van mijn vele onbekende vrienden!"De jongeman was de luite nant der artillerie Bonaparte 3. Ook als Keizer vergat Napoleon het ideaal uit zijn jeugd nooit. Hij overlaad de Talma met eer- en gunstbewijzen en bevond zich altijd in het Theatre Fran- gais, wanneer deze een nieuwe rol speel de. Na zijn overwinningen in Pruissen, nodigde Napoleon Talma uit om naar Erfurt te komen, waar hij op dat mo ment hof hield. De Keizer ivilde de ko ning van het treurspel de grootste eer bewijzen, welke ooit een toneelspeler ten deel is gevallen. Jk laat U voor een pu bliek van Keizers en Koningen optre den", zei Napoleon. Het was op 20 no vember 1808, dat Talma zijn opvoeringen van „Cesars Dood" begon, terwijl in de ereloge drie Keizers en drie Koningen zaten. 4. In 1818 schonk Lodewijk XVIII Tal ma een pensioen van 30.000 francs, doch eerst zes jaar later trok hij zich van het toneel terug. Tijdens zijn laatste ziekte wilde hij de aartsbisschop van Parijs niet ontvangen, omdat de kerk het theater niet erkende. Op 19 oktober 1826 vroeg hij om een spiegel. Hij opende zijn grote blauwe ogen en riep „Ik heb het licht in mijn ogen verloren!". Dezelfde avond stierf hij. Zijn laatste woorden waren: „Voltai re, altijd Voltaire". Een menigte van 100.000 mensen begeleidde hem op zijn laatste gang. Zijn collega Joury hield een van de schoonste grafredes, die ooit zijn uitgesproken. er wel eens op een tentoonstelling mee uit, wie zal het zeggen. Kees Verboom komt zelf even ach terom, want hij is grote vrienden met zijn dochter, moet met eigen ogen dat dier zien en hij prijst het bovenmate. Hij weet nog andere kenmerken op te noemen, hij wijst op de symmetrische verdeling van de bruine en zwarte tekening aan de kop. Hij pakt het konijntje op met de soepele hand van een geoefende boer, kijk eens, nu krapt hij helemaal niet, en hij moet weten hoeveel er voor bepaald is. Het is niets teveel zegt hij, zeker niet voor zo'n prijs-konijntje als dit exemplaar. Er zijn toch voordelen aan het bui tenwonen verbonden, kijk zo'n kind nu eens liefdevol met dat konijn om springen. Iedere ochtend en iedere avond wordt het gevoerd en op zater dag wordt het hok schoongemaakt. Dan mag „Blackie" op het gras rond- hippen onder toezicht van drie vrien dinnen van mijn dochter. Zo duurt dat enige maanden. Als ik eerlijk ben moet ik toegeven, dat er soms een volle week voorbijgaat zon der dat ik aan het konijn denk, ik heb, zeker in deze herfsttijd wel wat anders om aan te denken. De praktijk wordt langzamerhand weer drukker, het weer is wat frisser geworden, zodat we niet meer in de tuin kunnen zitten, de spinnen hebben bezit genomen van de tuinmeubelen en vlechten er ijverig hun webben. Een enkele keer hoor ik eens een kind vragen om een bruine boterham voor het konijn, of er moet er een haastig naar de groenteboer gestuurd worden om koolbladeren of afval. Maar op zekere dag staat mijn dochter in de spreekkamer voor me. Ze wil het konijn laten dekken, want daér was het tenslotte om begonnen. En dus gaan we in de auto als we tóch de buurt in moeten, samen naar Arie de Vreugt. Mijn dochter heeft haar lieveling op schoot met een halfvuile dweil van aohter-de-keuken er onder om op alle gebeurlijkheden voorbereid te zijn. Maar gelukkig gaat alles goed. Bij De Vreugt zijn ze een en al belang stelling. W&t is dat dier groot gewor den en wat ziet het vél er mooi uit. We hebben eer van ons werk. En dus moet dat dier gedekt worden? Kan gebeuren, Arie zal zelf wel even kijken of hij de ram bereid kan vinden. Maar kijk, dat valt wat tegen, de diertjes besnuffelen elkaar maar maken wei nig avances. „Laat hem een nachtje hier. morgen lukt het vast beter". Goed, dat doen we dan maar, hoewel de tegenzin mijn dochter uit de ogen straalt. Maar als De Vreugt met een leeg konijnenhok komt aanslepen, laat ze haar schat toch maar achter. Vers stro, een aaitje over de kop, tot mor gen, Blackie! De volgende dag is mijn route eigen lijk niet die kant uit, Arie de Vreugt woont ook nogal achteraf en mijn voorstel, dat mijn dochter het dier zélf terug zou halen in een doos van Brocades achterop de fiets, wordt met een geringschattende blik afgeslagen. Goed, dan zullen we na het avond eten wel even gaan. Ik moet trouwens ook het dekgeld nog afrekenen, dat kan dan meteen. Maar om zeven uur wordt er gebeld aan de zijdeur, een lange dringende bel. Dat is een kinderbei, weten we uit ervaring, een boerenkinderbel. Die zijn het bellen niet gewend en daarom houden ze de vinger altijd langer op de knop dan nodig zou zijn. Een peuter van zeven jaar is het. Een oud rammelfietsje staat tegen de zijmuur. Het kind heeft een bruin- met-zwart konijntje in de arm. Alwéér een konijn? Welnee, het is Blackie, ik herkende hèm alleen niet direct. „Zo, kom jij het konijntje terug brengen? D&nk je wel hoorl" Maar het kind aarzelt. Kennelijk wil het nog iets zeggen. „O, Je krijgt zeker nog geld, dèkgeld hè! Zeg maar, hoeveel je vader heb ben moet. Nog steeds zegt het kind niets. Dan, plotseling, met iets verwijtend in de ogen: „Me vader zeg't kén niet gedek wordewant het is een m&nnechie Ik heb een goed deel van de avond nodig gehad om mijn dochter te troos ten. Ik heb beloofd, dat ze op haar verjaardag er een vrouwtje bij zal krijgen. Dan heeft ze er twee en dan kan ze écht gaan fokken. Het mocht nauwelijks baten. Snikkend van ver driet heeft ze in mijn armen gelegen en diep trof mij haar herhaald ver wijt: en JU bent nog wel een dókter Hopelijk zal de tijd het helen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 13