WIJ HEBBEN GEEN
EXCUUS MEER
Twintigste eeuw dringt langzaam
maar zeer zeker Ethiopië binnen
Transport het zwakste punt
van de Ethiopische economie
Mexicaanse schilders boeken veel
succes in Belgische hoofdstad
Zaterdag 23 augustus 1958
Het oude Afrika teruggedrongen
Het zwakste punt van de Ethiopische economie: transport. Regen vult in een oogwenk de doorgaans
droge rivierbedding, die Dire Dawa door midden snijdt. En aangezien er geen brug is, moeten de
inwoners dan pootje baden.
Voor beperkte groep Nederlandse
ondernemingen liggen er nog wel
kansen in industrie en cultures
(Van onze reisredacteur)
IV.
Jimma. De glanzend bruine bok die uit het hoge, gele gras van
het vliegveld was gekomen en met wanhopige sprongen voor de
oude Dakota uitjoeg, had een tik van het landingsstel gekregen. Hij
trok langzaam weg en men zag hem niet meer. Maar wél zag men
de gieren, die uit het niet waren komen aanzweven en nu hun stille
kringen boven hem draaiden. Het was een toren van gieren, die zich
i langzaam verplaatste boven het gele veld tussen de blauwe heuvels
en onder de passieve hemel, de onpartijdige ruimte van Afrika.
Zonder meedogen schoof die toren van zwarte vogels voort boven
de gewonde bok, die zich voortworstelde.
In het drama van Afrika tellen
slechts de essenties: honger, eten,
angst, lachen, geboorte en dood.
Het duurde een lang kwartier.
Toen stortte de donkere toren in:
de bok was dood, de gieren konden
I eten.
Dat de gieren van Afrika een bok
te pakken krijgen is niets bijzon
ders, ten hoogste was het onge-
I woon dat zij assistentie kregen van
een gemechaniseerde vogel van de
twintigste eeuw.
Die Dakota had Amerikaanse
landbouwspecialisten meegebracht,
die de Ethiopiërs modern moesten
leren boeren. Het waren brave
mannen met witte hoeden, met
kauwgum en kiektoestellen, met
aktetassen vol rapporten en met
accenten uit Wyoming. Er komen
tegenwoordig veel missies naar
Afrika, democratische en commu
nistische. Techniek en handel, ef-
j fectenbeurzen en Marx dringen het
zwarte continent binnen.
Zij komen om er voorspoed, geluk en
welvaart aan te dragen en zweten daar
i geducht bij. Zij sturen kinderen naar
school, leren mannen werken en vrou-
i wen corsetten dragen. Zij dringen stap
voor stap het oude Afrika met zijn ge-
weldige beesten terug, tot het over
j vijftig jaar, gelijk de Veluwe, be-
schermd zal moeten worden. Het zal
wel beter zijn, maar toen ik vóór mij
het gele veld en de blauwe bergen zag
en achter mü de Amerikaanse stem
men hoorde knauwen, wenste ik de
vooruitgang naar de maan!
Eiland in continent
Het zal inderdaad wel beter zijn:
Afrika's geïsoleerdste land, Ethiopië,
dat een „eiland in een continent" is
genoemd, heeft vandaag zijn deuren
voor de economische ontwikkeling ge
opend, voor officiële technische hulp
en voor particulier initiatief. Dat bete
kent nog geenszins dat men dit land.
dat agrarisch een fabuleus rijk poten-
tiël heeft, nu maar kan binnen snellen
om er als ondernemer schatten te ver
dienen of er - in ruil voor politieke
vriendschap - technische hulp rond te
strooien. De Ethiopiërs hebben in hun
verleden onaangename ervaringen met
buitenlandse invloed gehad. Keizer
Haile Selassie doseert nu met pijn-
lijke nauwkeurigheid de gewenste bui
tenlandse investeringen over zo veel
mogelijk landen uit zoveel mogelijk
verschillende kampen. Hij wenst van
niemand afhankelijk te worden. De
Amerikanen geven 3 miljoen dollar per
jaar, helpen bij het landbouwonderwijs
de wegenbouw en de burgerluchtvaart
en verschaffen wat materiaal en trai
ning voor het leger. De Russische hulp
beperkt zich tot het uitstekende hospi
taal in Addis Abeba, dat in schrome
lijk overdreven verhalen een centrum
van politieke agitatie is genoemd. De
keizer is voorzichtig jegens communis
ten. Hij laat wat Tsjechische en Bul
gaarse handel toe. maar werkt in het
Oostblok het liefst met Joegoslaven.
die er een uitstekend bezette ambassa
de hebben en een grote handelsorgani
satie. en die grote projecten als de
bouw van de haven van Assab uitvoer
den. En aan Westelijke zijde hebben
Zweden, Britten en Fransen ieder zo
hun eigen specialiteiten.
Nederlands record
Op het terrein van het particulier
initiatief slaat Nederland met de
HVA-suikerplantage in Wonji ieder
ander land met stukken. Dit is verre
weg de grootste particuliere investe
ring en het is een zeer lucratieve. Is er
aanleiding om in dit potentieel rijke
land dat onder een verstandig bestuur
zonder grote schokken politiek evo
lueert, méér te investeren? Zeker, maar
met enig voorbehoud en met de groot
ste voorzichtigheid, want de Ethiopi
sche economie heeft zo zijn eigenaar
digheden. En zijn zwakste punt heet
transport.
Het land heeft voor zijn buitenlandse
handel slechts één spoorverbinding, de
oude spoorweg Addis-Djibouti. de rest
gaat over de weg naar Assab en Mas-
sawa. De hoge transportkosten drijven
de exportprijzen op tot een voor de
concurrentie nauwelijks meer lonend
niveau. Iedere nieuwe onderneming in
Ethiopië moet er mee rekenen geheel
(zoals de HVA) of voornamelijk voor
de Ethiopische markt te werken. Ook
het binnenlands wegennet is onvol
doende. Voorzover het bestaat, is het
een van de weinige zegeningen van de
Italiaanse bezetting. Het grote aantal
Italiaanse kleine technici en vaklieden,
zonder wie de Ethiopische economie
terstond ineen zou storten, is een twee
de. Nu wordt het wegennet met Ameri
kaanse hulp onderhouden en uitge
breid door de keizerlijke wegenautori
teit, maar het is een werk van uiterst
lange adem. Zolang dit enorme land
niet door een wijd vertakt wegennet is
opengelegd, kan de Ethiopische econo
mie niet bloeien. Een voorbeeld?
Ethiopië's voornaamste exportpro-
dukt is koffie, de Ethiopische provincie
Kaffa heeft zelfs vermoedelijk zijn
naam aan deze opwekkende drank ver
schaft. Koffie brengt meer dan zestig
procent van Ethiopië's deviezen bin
nen, een gevaarlijk eenzijdige stand
van zaken trouwens. Het is voorname
lijk wilde koffie, die door de bevolking
wordt geplukt wanneer de wereldprijs
dat lonend maakt.
De voornaamste kostenfactor is de
transportprijs. Welnu, by gebrek aan
behoorlijk transport wordt de koffie
vaak eerst per ezelrug vervoerd (het
ezelzweet geeft de eigenaardige smaak
aan de voortreffelijke Ethiopische kof
fie) en dan per vliegtuig. Bijzonder
modern, maar bijzonder duur. De
transportkosten eisen soms negentig
procent van de opbrengst cp. Wanneer
het huidige wegenplan klaar is, zou
Ethiopië voor meer dan tien miljoen
dollar aan koffie per jaar extra kun
nen uitvoeren.
Een van vele problemen
Dat is maar een van de problemen
voor de buitenlandse investeerder. De
handel, die trouwens zozeer bij geves
tigde belangen berust, dat men er nau
welijks meer in komt, voelt het iedere
dag. Aanlokkelijker zijn dus industrie
en cultures. Ethiopië's enige textielon
derneming. een katoenfabriek in Dire
Dawa die slechts tien procent van de
behoefte dekt, keert dividenden uit
van 30-50 procent. Het loont dus wel
zich het vuur uit de sloffen te lopen
om bij de autoriteiten moeilijkheden
met transfers en vergunningen op te
lossen. Cultures met binnenlandse af-
WE zyn bijeen in een kamer
van een grote Methodisti
sche kerk.
We dat zyn afgevaardigden
van drie Australische kerken: de
Methodistische, de Congregationa-
listische en de Presbyteriaanse ker
ken.
En de kamerwel, die is meer
dan saai. In het midden staat een
naargeestige petroleumkachel en
daaromheen zitten wy op stoelen,
die kennelijk ook al de grootouders
van onze generatie gediend hebben.
Ik houd van sfeer en ik ben er
heilig van overtuigd, dat een goede
sfeer een heleboel kan by dragen tot
het welslagen van een vergadering,
zeker van een kerkelijke bijeen
komst.
Het wil niet erg met ons gesprek
daar om die petroleumkachel. We
moeten er met z'n vijfendertigen
over spreken, hoe we het beste kun
nen komen tot één nieuwe kerk. We
willen onze bestaande kerken ont
binden en tot een nieuwe „United
Church of Australia" komen.
Dat is geen kleinigheid. Iedereen
is kennelijk met de zaak verlegen.
Er komen veel meer moeilijkheden
opdagen, dan wij met zijn allen
hadden kunnen vermoeden.
Natuurlijk loopt iedereen langs
de hem bekende oude paden. Wat
blijkt het in de praktijk toch moei
lijk om naar je gesprekspartner te
luisteren om werkelijk open te
staan voor zijn argumenten en zijn
denkbeweging mee te maken. De
kunst van een gesprek te voeren,
bestaat er minder in zelf te spre
ken dan anderen te laten spreken.
Dr. Wood, een van de leidslieden
der Methodistische Kerk zit de ver
gadering voor. Een zeer bewogen
man, een buitengewoon bekwaam
en bezielend president. Opeens on
derbreekt hij het gesprek. „Ik moet
U wat vertellen", zegt hij. „Deze
gepasseerde zondag preekte ik op
het platteland, 250 kilometer van
Melbourne. In dat plaatsje wonen
400 Protestanten. Er staan vier klei
ne gebouwtjes, opgetrokken van
cementplaten eigenlijk niet meer
dan vier kleine schuurtjes. Er woont
één predikant in dat dorp, maar hij
heeft niet meer dan een kwart van
de zielen onder zijn hoede. De
andere gemeenten worden bediend
door mensen, die er lang voor moe
ten reizen.
zetmogelykheden (In Ethiopië wil vry-
wel alles groeien) zijn ook veelbelo
vend, mits men althans de problemen
baas kan, die het duizelingwekkend in
gewikkelde Ethiopische grondrecht op
werpt. Slechts een grote onderneming
die over veel geld, veel tijd, veel erva
ring en veel hardnekkigheid beschikt,
kan hopen na de uitgebreidste voorbe
reiding in Ethiopië aan de slag te ra
ken. Naast het HVA-succes zijn er in
Ethiopië ook Nederlandse mislukkingen
geweest. Zonder te willen zeggen dat
er voor uit Indonesië verdreven Neder
landse ondernemingen gouden kansen
liggen, geloof ik toch op z'n minst dat
er voor zulke bedrijven in Ethiopië
mogelijkheden zijn.
Dankzij de HVA heeft Nederland er
een goede reputatie. Het ontmoet wei
nig wantrouwen omdat het geen groot
macht is. De Ethiopische economie is
onderontwikkeld, maar gezond, de
Ethiopische dollar is een keiharde va
luta, de handelsbalans toont ieder jaar
een gunstig saldo, nieuwe ondernemin
gen zijn vyf jaar belastingvrij en be
talen daarna 33 procent winstbelasting.
Het loont de moeite het te proberen, te
rade te gaan bij de geslaagden, zich
niet te laten afschrikken door de mis
lukten.
Er is naast de economische voorde
len voor de employés een plezierige bij
komstigheid: Ethiopië is een prettig
land met een heerlijk klimaat. Het
mag zyn dat Addis geen mondaine me
tropool is maar ondanks de Tsjechi
sche staatshandelsreizigers wier schoe
nen te geel zyn en wier handel te rood
is, is het een werkelijk internationale
stad. En zelfs in de provincie is het wel
uit te houden. Men mag meesmuilen
om de Franse en Italiaanse vrouwen
die op het terras van het enige hotel
in het industriestadje Dire Dwawa on
der de bougainvilles, en ondanks de
vliegen, de „grande dame" uithangen,
terwijl een krassende grammofoon de
liedjes uit hun jeugd in Parijs of
Rome speelt. Maar in twintig stappen
staat men in de kleurige Somali-wijk
waar Afrika's mooiste vrouwen onder
hun waterkruiken lopen. En een kilo
meter verder lokt het avontuur, daar
beginnen de heuvels. En daar, in het
lage struikgewas, wonen de leeuwen
WOORD VAN BEZINNING
We hebben geen excuus meer. Ik
heb onze mensen daar verteld, dat
ze nodig een gemeente met de Pres
byterianen moeten vormen. In
andere plaatsen kan men zo samen
naar de Methodistische kerk. We
maken onszelf belachelijk. We ma
ken de boodschap van de christe
lijke kerk tot een aanfluiting".
Ik denk aan dit reusachtige land.
Buiten de hoofdsteden: Sydney,
Melbourne, Adelaide, Perth en Bris
bane is er niet zo heel veel meer.
Je kunt uren door de eenzaam
heid rijden. En èls er dan een
dorpje of stadje opdoemt, zie je een
„milkbar" met het bekende bord:
„Peter's icecream", de „pup", waar
het bier rijkelijk vloeit, een paar
huizen en die drie of vier houten
of stenen kerkjes.
Ieren, Schotten, Engelsen, Duit
sers, Italianen, Nederlanders zyn
geland op de kusten van dit mach
tige land en ieder heeft zyn eigen
kerk meegebracht. Dat is lofwaar
dig. Die geestelijke stromen zyn
echter in hun eigen traditionele
beddingen gebleven zonder elkaar
te ontmoeten. Hoe kan dat anders
worden?
Want dat het anders worden moet
en dat we hier eigenlijk al veel te
laat mee zijn, staat bij ons allen
vast.
Moeten we onze organisaties, onze
fondsen samensmelten? Moeten we
een compromis-formule vinden voor
onze geloofsbelijdenissen en pro
clameren: „Dit is de hoofdzaak van
het christelijk geloof?"
Het eerste moet stellig gebeuren.
Dat zal wel pijn en moeite kosten,
want iedereen zit vast aan zijn eigen
orde, opzet en financiën, maar dat
kan en dat moet gebeuren.
Het tweede mag echter nimmer
het geval zijn. Wie aanstuurt op
een compromis-formule, een soort
van grootste gemene deler van het
christelijk geloof verarmt de kerk
zeer en damt de stroom der traditie
af. Meer nog, hij meent de waar
heid van God en de mensen, de
waarheid van God over de mensen,
binnen een simpel menselijk ak
koord te kunnen vangen.
Er is een andere weg, een weg die
wij in Nederland in de oorlog voor
ons zagen en die we ook na de jaren
'40'45 nog wat bleven bewande
len, zij het met steeds meer aarze
ling en traagheid.
We moeten rondom de open bijbel
samenkomen en vragen of Gods
waarheid ons allen gevangen wil
nemen. De waarheid van de bijbel
moet opnieuw beslag op ons leggen,
ons beheersen en ons samenbinden.
Het is niet zo, dat wij die waarheid
hanteren, maar de waarheid over
rompelt ons. Christus zelf is de
waarheid en Hy zal ons vrij maken
tot een nieuwe gehoorzaamheid.
Ons moet gegeven worden alles, wat
we maar kunnen bevatten op dit
moment van de twintigste eeuw.
Natuurlijk ontvangen mensen nu
nog geen volheid in de absolute zin.
Het eigenlijke, het volmaakte is iets,
waarheen mensen voortdurend on
derweg zijn.
Een jong hoogleraar staat op. Hy
spreekt over Barmen, de synode
van de belijdende christenen in het
Duitsland van 1934, van de heront
dekking van de waarheid, van de
zuiverende kracht van de christe
lijke boodschap temidden van een
agressief modern heidendom.
Hij spreekt van geestelijke ver
bondenheid met vorige geslachten,
die soms ook overrompeld werden
door de vernieuwende, herschep
pende kracht van Christus.
Vijfendertig mensen rondom een
petroleumkachel op krikkemakkige
stoelen. Maar zie: het begint te
vonken. Ik kan me opeens indenken
dat er eenmaal mensen op straat
stonden na het gebeuren van de
uitstorting van de Heilige Geest, die
stotterend onder woorden trachtten
te brengen wat er gebeurd was. Ze
hadden het ook over vonken en
vlammen.
M. W. J. GEURSEN
Hervormd predikant te Melbourne,
241 Rathdownstreet, Carlton N. 3.
Een werk van Montferrer.
Op één punt is de Sovjet-Unie bijzonder actief in Addis Abeba: de propaganda /an haar voorlich
tingsdienst, die de concurrerende Amerikaanse het vuur na aan de schenen legt. Met veel succes?
De Ethiopische inlichtingendienst is waakzaam.
(Van onze Brusselse correspondent)
In een Parijse kunstgalerij, die
definitief naar Brussel is overgeplaatst
de Galerie Marforen, exposeren mo
menteel jonge Mexicaanse schilders
en keramisten. Men kent de werken
van de school van Diego Rivera, David
Siquieros en De Orozco. Die groot
meesters van de keramiek en mozaiek-
fresco's hebben de Mexicaanse kunst
groot gemaakt. Wie in Mexico-City de
prachtige, door veelkleurige mozaiek-
fresco's versierde, openbare gebouwen
heeft gezien, kom't diep onder de in
druk van die vlammende kleuren, de
revolutionaire thema's en de felle
anti-Spaanse geest welke uit die
taferelen spreekt. De autu:htone, In
diaanse kunst wordt er opgehemeld
als de nationale kunst van Mexico.
Maar het streven van de school van
de muralisten is een beetje doodgelo
pen. Men kan niet eeuwig de thema's
van de opstand tegen de Spanjaarden
in beeld brengen of de helden van
revolutie verheerlijken.
Het voorbeeld van de huidige Rus
sische schilderkunst, die zo confor
mistisch is, dat men zich afvraagt hoe
een schilder het nog durft te tonen
(het Russisch paviljoen van de Expo
is volgestopt met die kleurenplaatjes
van schilderijen) lokte ook in Mexico
een heilzame reactie uit. Rufino
Tamayo, die in Parys met Pioasso
werkte (een volbloed type van de In
diaanse Mexicaan) keerde naar Mexico
terug en begon er typisch-Mexicaanse
thema's te schilderen, o.m. de meloen
eters en de gitaar-spelers, echter in
een ultra-moderne trant. Nu wil het
toeval, dat Diego Rivera, de vader van
de school der muralisten, een strijd
lustig (ofschoon schatrijk!) commu
nist was, terwijl Tamayo in de Ver.
Staten talrijke vrienden heeft. De
strijd tussen de school van Rivera en
de jonge moderne richting van
Tamayo is nog steeds heftig.
Hoe staat het nu met de Jonge
Mexicanen? Zij schijnen, zoals overal
elders, veel op te hebben met de
abstracten, hebben althans veel ele
menten van de abstracten in hun
niet-abstracte kunst verwerkt..
Het tiental jonge schilders, van wie
wij werk zagen, heeft echter zo'n
onvervreemdbaar Mexicaanse stempel
weten te bewaren, dat men zich voor
één keer mag verheugen over het feit,
dat men niet te doen heeft met een
school van namaak-Picassootjes
Het zijn dezelfde vinnige kleuren, de
thema's van het landelijk leven, of het
schitterend mozaiek-fresco (in een ge
woon lijstje van een schilderij), dat
wel abstract is, maar in de eerste
plaats een decoratieve functie vervult.
Bartoli, Monferrer, Pafcric, Vlady en
Nierman meest immigranten van
de eerste generatie, maar typisch
Mexicaans geworden schijnen de
meest belovende kraciten te zyn van
die nieuwe modernistische Mexicaanse
school.