Een trein stopte in het
bloeiende land....
iiMi
T~| - 51'"'
De weg van Beedorp naar Deedorp
was te warm voor de bus
Op verandering
BEREKEND
fc'>"
IhkH
Zomertijd - eieren tijd
DE VROUW, DIE op een kanon reed
VARIA
ZATERDAG 2 AUGUSTUS
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 3
DAAR kwam met donderend ge
weld de sneltrein voorbij. Ieder
een schoot recht, het kind staar-
oogde verschrikt tegen die duivelse
herrie, maar het was ook meteen al
voorbij. Onze trein, luie genieter op de
warme dijk, zuchtte lang en eerlijk,
kwam als een kameel, die met tegen
zin de benen strekt, langzaam op
gang. De seinpaal wees veilig en het
ontevreden hoofd zei: „Hè hè!"
IK stond nog aan het raam. dat als
een lijst het landschap omvatte, en
probeerde met een snelle blik het
geheel te grijpen: vlak bij me het
donkere slootje met de spetterende
pleiziereenden, en het riet, waarover
de rijdende trein met zijn voortsnel
lende schaduw een wedstrijd hield, de
lucht met een voorbijflitsende vogel,
een langgestaarte koekoek, die ver
schrikt omzwenkte en een wilgenpruik
inschoot, een traag oproeiende kraai,
een puntig sterntje.
Dan een bos, waar een fazantehaan,
rood en goud, zijn pas versnelde, weer
welland, weer luchten blauw, en wit
van bollende wolken. Bladen van dat
boek, een levend boek, wijd opengesla
gen van de blakerende spoorlijn tot de
blauwe schemer van de horizon.
Verhaal voor de kleintjes
Het gebeurde op de warmste dag
van (het jaar en op de weg van Bee
dorp naar Deedorp, dat de bus plot
seling stil bleef staan.
Zo maar. Even nog zei de motor:
pffen dan stond de bus. Stokstil
op de kale, warme weg van Beedorp
naar Deedorp. Waarom?
Omdat de bus geen zin had om over
de boomloze kronkelweg te rijden. Het
dak van de bus blakerde nu al van
hitte onder de verzengende zon en
daarom dacht die bus: nee. dat doe
ik niet.
Maar dat wist de chauffeur van de
bus niet, hoe zou dat ook kunnen? De
ohauffeur zei dus: „Hè! Wat is dat
nu?"
En hij trapte hard op het gaspedaal
en hij trok en hij draaide aan wel
twintig knopjes. Maar de bus stond
en bleef staan.
De mensen in de bus werden onge
duldig, zo gaat dat.
Een deftige heer keek op zijn hor
loge en sprak: „Vooruit, chauffeur. Ik
heb weinig tijd, ik moet straks op een
vergadering zijn".
„En ik moet naar de markt, anders
zijn alle kippen verkocht" zei een
vrouw met een gele karabies op haar
schoot.
„Ik ook", zei een jongen, met een
grote mand appels die hy moest ver
kopen
„Wat is er. wat is er?" riep een doof
vrouwtje angstig.
„Die bussen tegenwoordig
mopperde een oude boer.
Ja. alle passagiers praatten door el
kaar' en allen mopperden, zo gaat dat.
De bus hoorde dat wel, maar hij
trok zich er niets van aan. De chauf-
door Sjouke van der Zee
Met een scheurend geluid remde de
trein plotseling af, minderde vaart en
kwam met een onbehoorlijke ruk tot
stilstand. Alle hoofden rukten een
parig mee en draaiden naar de coupé
ramen. Een hoofd zei: „Nou dat weer"
en toen luisterden we naar het onwil
lige geknor onder uit het ingewand
van de wagon, naar de lange zucht,
waarmee het gevaarte zich gewonnen
gaf.
Uit een coupé klonk ver gemompel,
buiten knerpte grint, we zwegen. Ook
het kleine meisje, dat op baar knietjes
voor het raam, gedurende de reis
nauwkeurig en met grote overgave
verslag had gedaan van alles wat er
aan haar verrukte kinderogen voorbij
gleed, was met stomheid geslagen, be
vangen door de plotselinge rust na het
oorverdovend gejakker van de trein.
Ze oogde schuin naar mij, drukte haar
neusje tegen het glas, en leek op een
üekineesje.
IK boog mij uit een gan?raam. Als
een groene gestroomlijnde rups
schuingedrukt in de bocht, strekte
de lange trein zich uit over de spoor
dijk, hoog boven het bloeiende gras.
dat zwaaide op het ritme van de wind.
Onderaan de dijk gloeide het warme
karmijn van wilgenroosjes te midden
van het geel van havikskruid en het
bleke groen der uitgebluste lupine-
vruchten.
Nog was het middag en ver de
avond, maar reeds legde het licht een
gouden glans over de kluiten van een
omgeploegde akker, die lag te stoven
in de zon.
Het landschap lag voor me uitge
strekt. het was als een boek, dat open
gevallen is op een van zijn schoonste
bladzijden.
HET kind had haar tongetje te
ruggevonden en zette met een
zangerig stemmetje het vraagge
sprek met haar moeder voort over alle
wonderbaarlijkheden, die zich aan de
Het Voorlichtingsbureau voor de
Voeding meldt:
In ons land worden met uitzonde
ring van de Paasdagen in de zomer
maanden de meeste eieren gegeten.
Dat is wel te begrijpen, want eieren
zijn gemakkelijk om mee te nemen op
een dagje uit, gemakkelijk klaar te
maken voor de warme maaltijd en ze
passen best bü kropsla en allerlei an
dere slagerechten, die we nu eenmaal
in het warme jaargetijde graag opdie
nen.
Veel mensen zijn best tevreden wan
neer ze altjjd een zacht gekookt ei bij
het brood of een hard gekookt ei bij de
sla krijgen. Voor degenen, die wel eens
wat anders met eieren willen doen,
laten wij enige recepten volgen.
RECEPTEN VOOR 4 PERSONEN
Groente-omeletjes (4 stuks)
4 eieren, 150 g. soepgroenten of
boontjes, spitskool of savoyekool
of een uitje (50 g. ham of andere
vleeswaren), zout, boter of mar
garine (aroma).
De groenten zonodig schoonmaken
wassen en zeer fijn snijden. De ham
of het boterham vlees eveneens fijn
snijden. Groenten en vlees dooreen
mengen en de massa in vieren ver
delen.
In een koekepan boter of margarine
laten smelten Een ei loskloppen met
wat zout (aroma) en een portie groente
ermee vermengen. De massa over de
'bodem van de pan laten lopen en vlug
aan weerszijden bruinbakken. De overi
ge eieren en groente op dezelfde manier
verwerken. De omeletten zonodig warm
(houden boven heet water. Desgewenst
de omeletten vlak voor het opdienen
met geraspte kaas bestrooien of er to
matenketchup bij geven.
Deze omeletten kunnen bij de warme
maaltijd of op het brood worden ge
geven
Gevulde tomaat met ei (koud gerecht)
4 middelmatig grote tomaten. 4
hardgekookte eieren, een pa ai-
gekookte aardappelen, desgewenst
een klein restje gekookte boon
tjes, slasaus of olie en azijn, zout
peper of nootmuskaat, peterselie-,
selderij- of kervelgroen (zure
augurkjes).
De tomaten wassen, van een kapje
ontdoen en uithollen. De tomaten met
zout (en peper of nootmuskaat) be
strooien en omgekeerd wegzetten. De
eieren aardappelen en desgewenst
boontjes en augurkjes in stukjes snij
den en er met slasaus of olie en azijn,
zout, peper of nootmuskaat een slaatje
van maken. Zorgen dat het mengsel
niet te zuur is. Een weinig fijngesneden
peterselie-, selderij- of kervel/groen
naar smaak erdoor mengen. De toma
ten vullen met het slaatje. De toma
tensapjes in tweeën snijden en schuin
in het slaatje zetten. Een stukje groen
of wat slasaus als garnering aanbren
gen Het vruchtvlees van de tomaten
kan in een saus of soep worden ver
werkt.
andere zijde van het glas presenteer
den en waarover ze het naadje van de
kous moest weten.
Waarom die twee paarden daar bij
dat hek stonden en wat ze deden. Ja,
wat doen paarden, die in de zomer
warmte bij een hek staan suffen! Ze
suffen en laten de heerlijke zon op
hun glanzende huid schijnen. Of ze
verplaatsen een been en krauwen el
kaar in de manen. En wat dat voor
een vogel was „o mammie! nog een!"
en de kinderogen volgden de zeilvlucht
van twee grutto's, die kwamen aan
drijven over het water, dat rimpelde
onder de lichte aanraking van de
wind.
DE gesprekken kwamen weer op
gang, iemand snuffelde in een
reisgids en berekende z'n kan
sen voor een aansluiting. Maar buiten
stond de zomerdag over de trein, die
zo heerlijk de tijd had, die zich van
de mopperende mensen geen zier aan
trok, lang uitgestrekt als hij daar lag
op die spoordijk, temidden van de
bloeiende velden.
In de verte gromde zijn tegenligger op
het tweede spoor. Een eind het wei
land in stond een kievit op een aard
kluit. Een jonge, dit voorjaar geboren.
Zijn vlerken, grijzig bruin, misten nog
het glanzend groen en violet, zijn kuif
stond nog niet parmantig omhoog ge
zwiept als bij volwassen dieren, maar
het donkere oog in het witte vogelge
zicht had toch al de karakteristieke
verbaasde uitdrukking, die de kieften
kenmerkt. Spreeuwen, driekantig spits,
kwamen in ongelijke troepen uit een
hoge bomengroep vallen. Ze scheerden
over het land, zochten in tirailleurs
linie de weiden af naar voedsel.
Zo stil was het buiten, dat ik het rui
send geluid van hun snelle vlerkjes
kon horen en het sjirpend roepen van
het spreeuwenbroed onder de pannen
der nabije huizen.
HALVERWEGE het welland streek
een reiger neer. Zijn lange on
derdanen grabbelden naar voren,
zochten steun bij het landen op de
modder van een slootrand, de terugge
trokken S-bocht van de hals strekte
zich, de grote gewelfde vleugels kwa-
mpn tot rust. Maar nee onze
vrind bedacht zich, sprong met een
grappig zetje weer van de grond en
wiekte met trage slag verder het land
in. tot zijn grijze kleur in de trillende
lucht verloren ging.
Onderweg hadden we er meer gezien,
blauwe reigers onbeweeglijk starend
aan een slootkant of met scherp ge
tekend profiel in een wolkenlucht.
Spiegeltje, spiegeltje aan de ivand
Parijs, augustus '58.
Wijd of recht, maar zonder tailleU aarzelt om aan de
zakken- en hemdenmode mee te doen, want, denkt u, wie weet of die
er volgend jaar niet weer uit zal zijn. En een jurkje zonder taille, nu
aangeschaft, heeft dan geen waarde meer voordat het zijn geld heeft
opgebracht. Maar op een dergelijke verandering kunt u zijn voor
bereid zonder dat u afstand hoeft te doen van de tailleloze mode, die
zeker bekoring heeft (wanneer ze door de juiste figuren wordt gedra
gen) en die beslist heel comfortabel is. Wanneer u nog geen zak- of
hemdjurk gedragen heeft, maar er wel het figuur voor heeft en er
in uw binnenste wel wat voor voelt, dan is het nu de tijd om er mee
te beginnen, want geen jaargetijde is er zo geschikt voor als de
zomer met zijn fleurige en weinig kostbare stofjes, die zich gemak-
gelijk laten verwerken, en met zijn vakantietijd, die gemakkelijke
kleding van elke stijl veroorlooft.
Voor hen. die alleen nog aarzelen, om
dat ze niet weten „hoe het bevallen
zal", hebben we dan ook drie zomerse
zakmodellen uitgezocht, die op veran
dering berekend zijn, die met de mo
de meegaan (ook als die mode straks
van zakken en hemden afziet) en die
met een ceintuur kunnen worden ge
dragen al naar gelang uw bul van het
ogenblik of de omgeving waar u het
een of het ander meer passend vindt.
Een aardig en gemakkelijk vakan-
tiejurkje voor kust en platteland ls
het eerste model, dat van een heel ge
woon katoentje kan worden gemaakt.
Het is een hypermodern „kinderjurk
je" met een kort pasje, waar de Iets
gerende jurk lichtelijk gerimpeld ls
aangezet. Ter hoogte van de heupen ls
een gerimpelde volant aangezet. Het
jurkje heeft voorts fjeen mouwen en ls
voorzien van een simpel, horizontaal
decolleté. Het kan ter variatie met een
stoffen of een leren ceintuur worden
aangevuld en is dan als bij toverslag
veel klassieker en gewoner van allure.
Van iets steviger materiaal linnen,
katoenen satijn of piqué kan het
tweede japonnetje worden gemaakt.
Het is naar moderne trant ni$t getail
leerd en staat even uit. Het ls van
schouder tot zoom uit één stuk gesne
den. Het heeft een V-hals en korte
mouwtjes terwijl enorm grote, opge
naaide zakken kort boven de zoom zijn
aangebracht. Met een stoffen of een
leren ceintuur verandert ook deze jurk
totaal van aspect.
Het derde model is van schouder tot
zoom recht. Het heeft een V-vormige
halsuitsnijding, die van schoudertop
tot schoudertop reikt en bezit geen
mouwen. Precies onder de taille heeft
het een schuif, waardoor een stoffen
ceintuur is geregen; van deze ceintuur
zijn de einden aan de voorkant losjes
overelkaar geslagen. Ter variatie kan
de ceintuur strak worden aangetrok
ken en gestrikt, waardoor het silhouet
van de japon totaal verandert en klas
sieker wordt.
J.V.
1. Markies de Sade, de vermaarde edel-
man (17401841) getuigde van Théroigne
de. Méricourt, dat van deze vrouw, die op
13 augustus 1762 in Luxemburg werd ge
boren, iets verhevens en groots uitging.
Zij kwam op jeugdige leeftijd naar Parijs,
waar zij vele aanbidders vond, maar zij
werd gegrepen door de grote Revolutie,
die haar naam onsterfelijk maakte.
2. Toen de kanonnen uit Parijs naar Ver
sailles trokken, marcheerde Théroigne
aan het hoofd der scharen. Zij was ook
aanwezig geweest bij de bestorming van
de Bastille en toen de menigte het grote
plein van Versailles bereikte, sprong zij
op de loop van een kanon, zette zich
schrijlings daarop en riep Marie Antoi
nette toe: ,,Hier komt de Koningin van
Saba van de straat en eist gerechtigheid
voor het volk van Frankrijks Koningin".
3. In februari 1791 werd Théroigne door
Oostenrijkse koningsgezinden ontvoerd
toen zij in een boerderij in La Bourie
sliep. Men bracht haar in de richting
van de Rijn en op 17 maart werd zij in
de vesting Kufstein gevangen gezet. Hier
werd zij door iedereen vriendelijk en
voorkomend behandeld en nadat zij
naar Wenen vervoerd ivas, werd ze
weer vrijgelaten. Zij reisde onmiddellijk
terug naar Parijs met 600 goudstukken
in de tas, welke de keizer haar geschon
ken had. In de Franse hoofdstad nam
zij direct weer de wapens op tegen het
koningschap en de adel. „Geef ons
vrouwen, geweren en sperenzodat wij
de onderdrukkers naar de andere wereld
kunnen helpen".
Bij de stormloop op de Tuilleriën be
vond zij zich aan het hoofd dergenen,
die de Zwitserse garde onder de voet
liepen.
4. Na de Revolutie ging het bergaf
waarts met Théroigne. Eerst werd ze
voor het gerecht gedaagd en daar zij
nog steeds revolutionair gezind was, liet
haar broer haar voor waanzinnig ver
klaren. zodat zij in een inrichting te
recht kwam en niet in een gevangenis.
22 jaar lang leefde zij in de schimmen-
wereld van de beruchte La Salpetrière.
Ze huisde in een vochtige en donkere
cel en wanneer op zij de binnenplaats
gelucht werd, weigerde zij meestal zich
aan te kleden en stapte geheel naakt
zelfs door de felste koude. Op 8 juni
1817 kwam een eind aan dit tragische
leven, zonder dat de geest weer helder
was geworden.
feur stapte zuchtend uit om de bus
aan alle kanten te bekijken. Er was
niets te zien.
De banden waren niet leeg en de
benzinetank was vol. De ohauffeur
wreef met een geruite zakdoek over
zyn nat voorhoofd zo warm was
het en hü boog zich over de vette
motor van de bus. En intussen mop
perden de mensen
.Misschien", zei de ohauffeur. „wil
de bus weer rijden als we hem eerst
even duwen".
Toen kwamen twee grote sterke
mannen naar buiten en ze duwden zo
hard als ze konden. Hielp het? Niets.
„Ik moet naar de markt", zei de
vtouw met de gele karabies die nu
heel boos werd.
Een meisje zei: „Ik ga zo lang raar
buiten, het is in de bus veel te warm".
Dat was een goed idee: alle passa
giers stapten uit. Maar op de kale weg
van Beedorp naar Deedorp was het
nog warmer dan in de bus.
De arme chauffeur had zijn jasje
uitgedaan en lag nu onder de bus, al
leen zijn benen kon je nog zien. Toen
hy weer te voorschijn kwam, zat zijn
gezioht vol zwarte vegen. Maar de bus
wilde niet rijden.
„Het is een schandaal", mopperde
de oude boer. Maar het meisje kreeg
medelijden: „Hij kan het ook niet
helpen", zei ze en dat was waar.
„Ik heb dorst", prevelde de chauf
feur en de jongen gaf hem een
prachtige rode appel uit de mand.
„Ik kom nu toch te laat op de
markt", zei hij.
„Ik wil ook wel een appel", zei de
deftige heer. en: „Ik ook wel, ik ook
wel", zeiden alle passagiers. Dus deelde
de jongen vriendelijk ronde rode ap
pels uit gelukkig gaven de mensen
hem er toen geld voor, anders zou hij
helemaal niets hebben verdiend.
O, o, wat was het warm!
„Hoe moet dat nu?" klaagde het
dove vrouwtje en zij knoopte haar
groene mantel los.
„Laat mij maar eens kijken", zei één
van de sterke mannen en hij boog
zioh over de motor, met een diepe
frons in zijn voorhoofd. Hij keek en
keek en keek en hielp dat? Nee.
„Ik stel voor om te gaan lopen" zei
tenlotte de oude boer. Ofschoon niet
één van de passagiers daar veel voor
voelde Deedorp lag nog een heel
eind uit de buurt besloten ze, om
dat dan maar te doen.
„Als we er bij gaan zingen merken
we niet dat we lopen", zei het meisje
dat het allemaal wel grappig vond.
.Maar ik blijf bij de bus", zei de
chauffeur vastberaden,
twee, links-rechts", baste de stem
van de deftige heer Daar gingen ze:
het dove vrouwtje kon zo vlug haast
niet mee komen.
„De paden op, de lanen in.." zong
het meisje. Het was een wonderlijk
gezicht, die vreemde stoet op de kale
kronkelweg te zien gaan.
Maar wat niet één van hen gemerkt
had, was dat er geleidelijk meer, en
meer, en meer wolken aan de blauwe
lucht verschenen en opeensbegon
het te regenen.
„O, mijn mooie hoed", riep een dame
die een hoed met roze veren droeg en
zij draafde rechtsomkeert naar de bus.
Ook het dove vrouwtje dat al heel
oud was draaide zich om. zij hijgde
van vermoeidheid. Toen hoorden alle
passagiers plotseling het gebrom van
de motor van de bus. En ja, daar kwam
de bus al aan! Ze begrepen er niets
van en de chauffeur begreep het
evenmin En omdat bussen nu een
maal niet praten kunnen, kon de bus
hem niet vertellen, dat hij nu weer
rijden wou omdat de weg fris werd,
en nat.
M F B.
Een zakkenroller in Milaan kreeg di
rect wroeging toen hij zag bij wie hij
in een stadsbus een portefeuille had
geroofd. Het bleek de advokaat te
zijn. die hem twee maanden eerder
uit de gevangenis had gehouden,
toen hij voor de rechter verschijnen
moest wegens zakkenrollen. Hij keer
de onmiddellijk op zijn ïchreden te
rug; en zei tot de advokaat: ..Het
spyt me u niet te hebben herkend.
Het was zo druk in de bus."
De burgemeester vaji Swansea (Wa
les) WilQiam D/ans. ging dezer da
gen in een door een ohauffeur be
stuurde wagen zijn werkloosheids
uitkering halen E7van6, van beroep
scheepstimmerman. werd vorige
week tot burgemeester gekozen, na
acht maan-den werkloos te zijn ge
weest Hij zeide op deze manier
voor de laatste mael zijn uitke
ring te nebben gehaald om de aan
dacht te vestigen op de grote werk
loosheid, die onder het personeel
der scheepswerven heerst.