Marcsingel krijgt dam en Leiden betaalt mee aan Lammebrug LEIDEN LUIDDE WETHOUDER D. VAN DER KWAAK UIT Vreemde opvattingen van G.S. lokken scherpe kritiek uit Zeergrote waardering voor zijn werk en persoon geuit in raad en bij receptie 97ste jaargang Dinsdag 22 juli 1958 Tweede blad no. 29497 Behalve de blijkbaar door vakantie enigszins gedunde gelederen van de ge meenteraad zelve waren in de raadzaal gisteren de hoofden van gemeentedien sten en familie van oud-wethouder Van der Kwaak aanwezig, toen burgemeester jhr. mr. F. H. van Kinschot de schei dende functionaris en diens echtgenote binnengeleidde om "hem voor het laatst en haar voor het eerst achter de tafel van B en W. te laten plaats nemen. In zijn afscheidswoord sprak burge meester Van Kinschot niet over de jaren 1935—1940 waarin de heer Van der Kwaak als raadslid zonder meer de ge meentebelangen behartigde, doch uit voerig karakteriseerde hij het naoorlogse werk van wethouder Van der Kwaak, die met jeugdige ambities, vreemd staan de tegenover een zeer omvangrijke en moeilijke taak, in 1046 als zodanig in funotie trad. Algemeen vertrouwen Hij heeft zich toet vertrouwen zowel van het college als van de raad weten te verwerven door kundigheid, be kwaamheid op breed terrein en boven al door een persoonlijkheid die in de twaalf jaren van zjjn wethouderschap in de diepte is gegroeid. Wethouder Van der Kwaak heeft de kunst verstaan, onder zeer moeilijke fi nanciële omstandigheden voor de ge meente waaruit grote problemen voort vloeiden voor de gemeenschap en voor de bedrijven, een prettige sfeer te schep pen in het college van B. en W. en een bijna spreekwoordelijk vertrouwen te winnen van de raad, waarin hij de vraagstukken steeds openhartig en hel der behandelde. Hij heeft zich daardoor tot een grote steun weten te maken voor het college in de gemeenteraad, waaruit tevens grote diensten buiten het directe raadsterrein voortvloeiden zoals ten aanzien van VW, lichtweekactles. con gressen etc. Grote steun Nu de heer Van der Kwaak door zijn lidmaatschap van Gedeputeerde Staten de problemen „van de andere kant" krijgt te bezien, waarbij hij tevens over de gemeenten heen datzelfde gemeen schapsbelang dient als in de functie van wethouder, kan zijn langdurige Leidse ervaring hem tot grote steun zijn. De burgemeester hoopte, dat de heer Van der Kwaak in zijn nieuwe functie ook de Leidse belangen met dezelfde open heid en onpartijdigheid zal blijven be zien. Burgemeester van Kinschot besloot met een woord van hartelijke dank voor wat wethouder Van der Kwaak en tevens diens echtgenote voor de gemeente zijn geweest en sprak de hoop uit. dat zijn werk als gedeputeerde even zegenrijk voor de gemeenschap zou mogen blijken te zijn. Namens de raad Namens de raad voerde de heer C. J. Piena het woord. Hij legde er de nadruk op, dat de raad in een zeer moeilijke periode van het gemeentelijk bestel steeds een groot vertrouwen in wethou der Van der Kwaak heeft gesteld en her innerde aan de voortdurende strijd van de wethouder voor een hogere uitkering uit het gemeentefonds. Dank zij het op beurend optimisme van de thans afge treden wethouder werd er veel bereikt ook buiten het directe terrein van de raad. Namens de raad sprak de heer Piena een gelukwens tot de heer Van der Kwaak en echtgenote om tenslotte vreuigde uit te spreken, dat thans iemand in G.S. zitting heeft' gekregen, die de Leidse problemen door en door kent. Niet wie, maar wat De heer Van der Kwaak liet ln zijn antwoord op deze afscheidswoorden in het kort het vooroorlogse verleden aan zijn herinnering voorbij trekken, waar bij hij enkele raadsleden uit die tijd noemde die een belangrijke invloed heb ben gehad op zijn vorming ta Burgemeester jhr. mr. F. H. van Kinschot dankt oud-wethouder D. van der Kwaak voor wat hij voor Leiden tijdens zijn twaalfjarig wet houderschap heeft gedaan. (Foto L.D./Van Vliet) reiding tot de wethouderstaak die in 1946 op hem kwam te rusten. Als wethouder heeft hij er steeds naar gestreefd niet acht te slaan op wie iets naar voren bracht maar op wat naar voren gebracht werd. Dat heeft hem het vertrouwen van velen geschonken waar op een vruchtdragend werk gebaseerd kon worden. De jaren, in deze sfeer van werken voor de gemeenschap in een om geving van vertrouwen zullen hem steeds bijblijven. Tot raadsleden, leden vati het college van B. eri W., commissieleden gemeen tesecretaris en hoofden van diénst sprak de heer Van der Kwaak woorden van dank voor het ondervonden vertrouwen en voor de hartelijkheid van een samen werking die steeds gericht is geweest op het gemeenschappelijk doel: het alge meen belang. Zich tot de burgemeester richtende merkte de heer Van der Kwaak op, dat hij deze als mens zeer Dr. K. Reitsma (links) drukt ex- wethouder Van der Kwaak de hand ten afscheid tijdens de teceptie in de koffiekamer van het stadhuis. Geheel rechts mevr. A. A. van der Kwaak-van den Berg en op de achtergrond wethouder S. Menken. (Foto L.D./Van Vliet) Dc waarschijnlijk laatste vergadering van de Leidse gemeenteraad in de oude samenstelling maakte gistermiddag korte metten met een agenda, die ook niet veel stof bood tot langdurige discussies. Enigszins was de samenstelling van deze raad niet „oud" maar juist zeer nieuw, want het was de eerste keer na vele jaren dat het college van B. en W. slechts drie wethouders omvatte niet omdat er een afwezig was maar omdat wtehouder Van der Kwaak was afgetreden en voor deze korte periode tot het samenkomen van de raad in nieuwe samenstelling geen nieuwe wethouder werd gekozen. De belangrijkste punten van het behandelde waren het besluit om een dam te leggen door de Maresingelgracht ten behoeve van de koelwatervoorziening en -lozing van de licht- en gasfabriek en de principiële beschouwingen en praktische aspecten ten aanzien van gemeentelijke bijdragen in de kosten van de bouw van een provinciale brug in plaats van de huidige Lammebrug. Wat betekent die voorlichting? In het preadvies op het voorstel tot het leggen van een dam door het water van de Maresingel ten behoeve van de lichtfabrieken miste mej. Van Nienes het oordeel van de verkeerspolitie en de directeur van de Reinigingsdienst, de welstandscommissie en de monumenten commissie. Voorts vroeg zij zich af, wat technisch niet-deskundige raadsleden, die op des kundige voorlichting moeten steunen in hun oordeel, aan die voorlichting hebben wanneer indertijd op grond daarvan ge pleit werd voor de bouw van een tun nel en nu (na de instorting van een damwand en stagnatie van het werk) voor een afdamming. De heer B. de Kier (Prot. Chr.) vroeg zich ditzelfde af en vond het bovendien vreemd, dat de extra kosten voor deze afdamming kunnen worden gedekt uit gelden, die door de raad voor verbete ring van het terrein van de lichtfabrie ken waren bestemd. Zijn die verbeterin gen dan nu niet meer nodig, werd er te veel krediet voor verleend of worden ze nu maar nagelaten? De heer M. Sommeling (PvdA) kon zich, in tegenstelling met zjjn fractiege note wel met een afdamming verenigen nu de zaken zich eenmaal zo hebben ontwikkeld. Damplan pas nu gunstiger Wethouder A. J. Jongeleen merkte in zijn antwoord op, dat het denkbeeld van afdamming eerst na de instorting van de damwand ten behoeve van het tun nelplan attractief was geworden omdat eerst toen de demping van de Lange Gracht aan de orde was gekomen. Om technische redenen is onder die omstandigheden een afdamming gunsti ger. De verkeerscommissie is niet ge hoord omdat de situatie bij afdamming verkeerstechnisch ongetwijfeld beter zal worden, de monumentencommissie niet omdat van werkelijk stadsschoon hier geen sprake is ondanks het feit dat het cm het beeld van de singel gaat. Ver ontreiniging van het water is niet te vrezen: de fabriek heeft juist schoon water nodig. Wethouder J. C. van Schaik (die ad interim financiën beheert) deelde mede dat extra gelden voor de afdamming uit kredieten voor terreinverbetering kun- Zitten voor het eerst en laatst Er waren, buiten de discussies en besluiten, nog enkele opmerkens waardige zaken te bespeuren in de gisteren gehouden raadsvergade ring. Een wethouderszetel bleef leeg omdat wethouder Van dei- Kwaak was afgetreden. Voor de korte tijd tot het samenkomen van de nieuwe raad had men het niet nodig geoordeeld een nieuwe wet houder te kiezen. Maar de open gevallen plaats in de raad door het bedanken van de heer Th. v. d. Burgh (P.v.d. A.) als lid werd voor deze ene vergadering weer wel be zet door de installatie en beëdiging van de heer C. Baart als nieuw lid. Inderdaad alleen voor deze ene vergadering, want in de nieuwe raad heeft hij geen zitting! En dan was er het verschijnsel dat de heer J. C. Schüller voor de variatie weer eens zittend aan de vergadering deelnam. Een nogal grondig meningsverschil met zijn fractievoorzitter E. Meester had hem er al geruime tijd van weer houden zijn plaats naast deze partijgenoot in te nemen. Hij nam staande of wandelende aan de ver gaderingen deel. Afwezigheid van de heer Meester maakte het hem mogelijk, deze laatste vergadering (hij keert in de nieuwe raad niet terug) er zijn gemak van te nemen en zittende zijn werk voor de ge meenschap te beëindigen. nen worden betrokken, omdat door dit dam-plan voorgenomen verbeteringen niet behoeven door te gaan. De raad kon zich met de plannen ver enigingen behoudens mej. Van Nienes die tegen stemde. Waarom moet Leiden meebetalen? De tweede belangwekkende discussie betrof als gezegd het voorstel tot het bijdragen van f. 35.000 in de bouw van de nieuwe Provinciale Lammebrug. Mr. dr. H. D. M. Knol (Prot. Chr.) achtte het onjuist, dat een openbaar li- een vaak verrassende technische des kundigheid. een nimmer verflauwende persoonlijke belangstelling en een open hartigheid en vertrouwen waarop vruchtbare arbeid gebouwd kon wor den. Namens de hoofden van dienst •bood de heer Reitsma een zilveren si garendoos aan. Bevruchtend voor democratie De heer A. Verhoeven, chef van de afdeling financien van de gemeente secretarie, sprak afscheidswoorden na mens de naaste medewerkers. Hij achtte het meest op de voorgrond tredende ken merk van de heer Van der Kwaak zijn behoefte tot het geven van menselüke warmte. In zijn werk heeft hjj er nim mer naar gestreefd, het oordeel van zjjn ondergeschikten dwingend te beinvloe- den. Door deze beide eigenschappen heeft hij bevruchtend gewerkt voor de democratische instelling van het ge meentelijk apparaat. Wethouder Van der Kwaak laat bo vendien een gunstige financiële positie achter, verkregen door wijs beleid, goede trouw en voorzichtig beheer. Na een zeer persoonlijk woord tot de heer en mevrouw Van der Kwaak bood de heer Verhoeven als afscheidsgeschenk der naaste medewerkers een barometer aan. Ook deze sprekers beantwoordde de heer Van der Kwaak met het 'betonen van zijn dankbaarheid voor de onder vonden medewerking en menselijke be langstelling. Middenstandsexamens Voor het middenstandsexamen slaag den: C. M. L. Anckers, Rijnsburg; J. Baars, Zoetermeer; J. H. Baars, Nieuw- Vennep; C. P. Baartman, Haarlemmer meer; E. W. Th. C. Baley, Voorschoten; A. M. J. Bakker, Wassenaar: W. A. Bakker, Ter Aar; J. B. Ballering, Zoe terwoude; J. A. Barnhoorn, Noordwijk; E. A. A. Bekooy, Wassenaar; W. van Bemmelen, Voorschoten; J. P. v. d. Berg, Noordwijk aan Zee; H. v. d. Bil, Sassen - heim; J. v. Bodegraven, Alphen a. d. Rijn: J. P. Bogaards, Rijnsburg; A. C. W. Bol, Nieuw Vennep; F. A. M. Bonnet, Leiden; J. M. W. v. d. Boogaard, Ter Aar: J. A. Th. v. d. Boogaard, Ter Aar; C. H. G. Borst, Langeraar; F. W. Q. Borst, Alphen a. d. Rijn; J. A. Bos, Zoetermeer; W. M. Bosman, Alphen a. d. Rijn; T. van Breda, Alphen a. d. Rijn; J. v. d. Broek, Zevenhoven; L. Broek huizen, Lisse; G. P. Brouwer, Nieuw koop; J. Brussee, Oegstgeest; M. de Bruyn, Woubrugge; M. M. BusSaey, Leiden; A. Cats, Ter Aar; C. B. G. Cromvoirt, Voorhout; A. Deegenaars, Leiderdorp; I. den Dekker, Leimuiden; C. M. v. DeurenDe Reus, Alphen a. d. Rijn; J. Dogterom, Zoetermeer; T. Dom peling, Wassenaar; A. v. Dongen, Lisse; C. J. v. Dongen, Lisse; E. v. Dongen, Lisse; P. E. v. Driel, Koudekerk a. d. Rijn; B. S. Duwel, Nieuw Vennep; P. v. Duyn, Noordwijk aan Zee; J. Holswilder, Leiden; H. J. Epping, Zevenhoven; J. Favier, Leiden; C. P. M. Gordijn, Ha- zerswoude; K. C. v. Griethuizen, Hazers- woude; W. G. Griffioen, Oegstgeest; D. Groot, Woubrugge; M. N. de Groot, Ha- zerswoude; G. de Haan, Rijnsburg; C. M. M. de Haas, Warmond; J. H. Hak kaart, Leiden: J. J. Haverkamp, Alphen a. d. Rijn; G. Heemskerk, Rijnsburg; J. M. J. Heemskerk, Noordwijkerhout; A. C. v. d. Heb"n Zoeterwoude; M. E. W. v. Iterson, Leiden. Te Rotterdam zijn gisteren voor het middenstandsexamen algemene handels kennis geslaagd: mej. C. Admiraal, Noordwijk aan Zee; mej. B. v. Kampen hout, Leiden; mej. A. van Toren, Lei den; G. l'Ami, Roelof arendsveen; C. Bakker. Roelofarendsveen; mej. A. van Beek, Roelofarendsveen; P. Burgerjon, Leiden; M. M. Berg, Zoeterwoude; G. v. d. Berg. Leiden; J. Bink, Leiden; mej. A. Binnendijk, Hazerswoude; A. Boot, Leiden; P. Boot, Leiden; J. Mast, Delft; J. J. v. d. Meer, Hoogmade; L. J. v. d. Meer, Roelofarendsveen; G. van der Mey, Katwijk aan Zee; J. Minnee, Kat wijk aan Zee; mej. C. Moerkerk. Voor schoten: H. de Mooy, Rijnsburg; J. v. d. Niet, Noordwijk; E. Oostendorp, Leiden; J. van Os, Voorschoten; C. Oudshoorn, Oegstgeest; M. Oudshoorn, Katwijk a. Zee; P. Oudshoorn, Leiden; mej. W. Oudshoorn, Rijnsburg; mej. J. Overde- vest, Zoeterwoude; mevr. M. Overde- vestLangezaal, Leiden; L. Papót, Warmond. Mulo-examens Geslaagd zijn voor Mulo-diploma A: de dames M. v. Beesten te Wassenaar; T. v. Santé; J. E. Overduin; L. M. Uyt- tenbogaart; M. Verra. A. M. de Vries; *N. Spijker, Bodegraven; *G. Niesing, Zwammerdam. De heren: H. Stephan. Wassenaar; F. C. Koelewijn. Wassenaar; G. J. J. Bakker; A. G. T. Ouwerkerk, Wasse naar; J. Schaaphok, Wassenaar: R. W. Beeling. Wassenaar; *H. de Winter; J. Kloos te Katwijyk a. Zeeen R Mossel man; *R. Piers. Katwijk; *P. de Ruiter; *H. Vermeer; 'J. C. D. Stigter, Bode graven. Waar geen woonplaats vermeld staat is dit Leiden. Afgewezen: 6 kandidaten. De met gemerkte geslaagden behaal den tevens het middenstandsdiploma. Na benoeming tot gedeputeerde Strevend naar het geven van menselijke warmte, verrassend des kundig in talrijke technische vraagstukken, openhartig en objectief, steun voor allen en zoekend naar de beste behartiging van het ge meenschappelijk belang. Dit waren enkele van de lovende kwalificaties die de heer D. van der Kwaak gisteren te horen kreeg tijdens een officieuze bijeenkomst van de Leidse gemeenteraad en een daarop volgende receptie, waarin afscheid van hem werd genomen als wet houder na zijn benoeming tot lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. „Wethouder Van der Kwaak" is in twaalf jaar identiek geworden met het naoorlogse herstel van de Leidse welvaart, en daarvan werd tijdens dit afscheid na de laatste gewone vergadering van de zittende raad telkens weer getuigenis afgelegd. heeft leren waarderen en vooral de re gelmatige omgang met hem ernstig zal missen. Maar de gegroeide vriendschap is iets. wat met de jaren niet slijt doch versterkt wordt, en deze band' blijft be staan ondanks een andere maatschap pelijke verhouding. Het deed tenslotte de heer Van der Kwaak goed, dat juist de heer Piena, juist iemand van de PvdA, de gevoelens van de raad had vertolkt: dit achtte de heer Van der Kwaak het mooiste aspect van deze afscheidsbijeenkomst. Verrassend deskundig In de koffiekamer werd tijdens een genoeglijke intieme afscheidsreceptie nog het woord gevoerd door dr K. Reits ma. directeur van het openbaar slacht huis, namens het Instituut van Hoofden van Dienst. Deze typeerde de positie van de wethouder voor de bedrijven als zeer moeilijk 'tegenover de hoofden dier be drijven, een onderlinge verhouding die boordevol conflictsstof ligt. Dat niette min 'bij di't afscheid woorden van zeer grote dank en erkentelijkheid tot de heer Van der Kwaak worden gericht namens die bedrijven typeert de wijze waarop hij zijn taak heeft vervuld: met chaam met een vergrootglas gaat kijken of het misschien iets op een ander open baar lichaam kan verhalen bij de uit voering van eigen werken. De heer De Hosson (KVP) kon evenmin redelijke argumenten ontdekken voor een Leidse bijdrage. De heer H. M. J. W. J. Kort- mann (KVP» vroeg zich af welke drin gende redenen B. en W. hebben bewogen tct het voorstel, wanneer zij in het pre advies zelf toegeven dat er principiële bezwaren tegen zijn aan te voeren. De heer H. van Weizen (CPN) waarschuw de tegen het scheppen van een prece dent en ook de heer H. Zunderman (PvdA) zag dit gevaar. G.S. laat voetgangers lopen! Wethouder Jongeleen stelde in zijn antwoord nadrukkelijk, dat Leiden heeft aangedrongen op een verbinding met Rijksweg 4A via de Lammebrug toen bleek dat Rijksweg 4B vooralsnog niet tot stand komt. De provincie heeft die wegverbinding aangelegd, doch deze wordt eerst ten volle benut wanneer dus ook ten behoeve van Leiden) een nieuwe Lammebrug wordt gebouwd. Bovendien heeft Leiden een structuurplan ontwor pen dat voorziet in een recreatiegebied aat via de Lammebrug ook voor voetgan gers bereikbaar moet zijn. Burgemeester Van Kinschot voegde daaraan toe, dat de provincie van het (volgens Leiden verkeerde) standpunt uitgaat dat ztf zich niet met het voet gangersverkeer behoeven te bemoeien. Wil Leiden voetpaden langs die brug hebben, dan zal de gemeente ervoor moeten betalen. Dat zal mettertijd ook zo zijn bü de nieuwe brug over de Zijl! Na verdere discussies, waarin verschil lende leden scherp stelling namen tegen het standpunt van G.S., verklaarde de raad zich niettemin (met de stemmen van de heren Kortmann en De Hosson tegen) akkoord met de Leidse bijdrage. Spoedig plannen verbetering Hooigracht Voorts werd nog gediscussieerd over de verbeteringen op de Kaasmarkt. Besloten werd het voorstel van B. en W. te vol gen tot een indeling in aangegeven vak ken voor de wagens van de besteldiens ten en een inkorting van de verkeersge leider. Tegen deze inkorting werden bezwaren aangevoerd door leden die de geleider liever geheel zagen verdwijnen, doch wethouder Jongeleen zegde toe, dat bin nenkort voorstellen te verwachten zijn tot verbetering van de Hooigracht, waar bij de situatie bij de ingang van de Kaasmarkt opnieuw in ogenschouw moet worden genomen. Hamers tukken De overige agandapunten werden zon der noemenswaardige discussie of als bamerstuk afgedaan. Tot tijdelijke leer krachten aan het Rembrandt Lyceum werden benoemd mej. G. C. A. Pot (Ned. taal- en letterkunde) en de heren D. Eosma (Frans), J. H. J. Herfkens (na tuurkunde) en mr. S. Lopes Cardozo (geschiedenis). Als leraren in vaste dienst aan de Gemeentelijke Bedrijfs- Technische School werden benoemd de heren A. Breedveld metaalbewerken J. G. Fokkema (algemeen vormende vak ken), J. J. Marcelus (schilderen) en P. J. J. van Westbroek (lichamelijke oefe ning). Als leraren in tijdelijke dienst werden aan deze school benoemd de heren W. Schuitema (houtbewerken), B. P. Uit- tenbogaard (godsdienstonderwijs), G. W. Lemmers (r.-k. godsdienstonderwijs), W. G. Visser (metselen) en A. A. M. Walter (algemeen vormende vakken». Aan de heer L. Adriaansche werd eer vol ontslag verleend als onderwijzer in ce lichamelijke oefening en aan de heer W. P. Leenen als leraar in de lichame lijke oefening. Overeenkomstig het preadvies werd medewerking verleend aan de Stichting Christelijk Orthopaedagogisch Instituut voor de stichting van een school voor kinderen met leer- en opvoedingsmoei lijkheden. Ook andere voorstellen op het gebied van het onderwijs werden overeen komstig de preadviezen door de raad ge accepteerd. Vermeldingswaard is voorts, dat wet houder Jongeleen toezegde gaarne met het bestuur van de woningbouwvereni ging De Goede Woning te willen spreken over de kosten van onderhoud van plantsoenen en tuinen, dit naar aanlei ding van opmerkingen van de heer Pie na over heffingen voor dit onderhoud boven de eertijds geldende huurprijs met betrekking tot woningen bij de Vijf Mei laan. Kritiek op technische onvolmaakt heden aan deze woningen moest wethou der Jongeleen naast zich neer leggen omdat de betrokken woningen nog niet zyn opgeleverd. De raad ging akkoord met enige geld leningen tot een totaalbedrag van f. 1.128.000. De overige voorstellen werden eveneens onveranderd goedgekeurd. De raad had zich zo snel door de agenda heen ge- I werkt, dat men nog ruim een half uur I nioest wachten alvorens men zich aan Ide hoofdschotel van deze middag kon zetten: het afscheid van de reeds afge treden wethouder D. van der Kwaak. Laatste besluiten van „oude" raad

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 3