Marcsingel krijgt dam en Leiden
betaalt mee aan Lammebrug
LEIDEN LUIDDE WETHOUDER
D. VAN DER KWAAK UIT
Vreemde opvattingen van G.S.
lokken scherpe kritiek uit
Zeergrote waardering voor zijn
werk en persoon geuit in raad
en bij receptie
97ste jaargang
Dinsdag 22 juli 1958
Tweede blad no. 29497
Behalve de blijkbaar door vakantie
enigszins gedunde gelederen van de ge
meenteraad zelve waren in de raadzaal
gisteren de hoofden van gemeentedien
sten en familie van oud-wethouder Van
der Kwaak aanwezig, toen burgemeester
jhr. mr. F. H. van Kinschot de schei
dende functionaris en diens echtgenote
binnengeleidde om "hem voor het laatst
en haar voor het eerst achter de tafel
van B en W. te laten plaats nemen.
In zijn afscheidswoord sprak burge
meester Van Kinschot niet over de jaren
1935—1940 waarin de heer Van der
Kwaak als raadslid zonder meer de ge
meentebelangen behartigde, doch uit
voerig karakteriseerde hij het naoorlogse
werk van wethouder Van der Kwaak,
die met jeugdige ambities, vreemd staan
de tegenover een zeer omvangrijke en
moeilijke taak, in 1046 als zodanig in
funotie trad.
Algemeen vertrouwen
Hij heeft zich toet vertrouwen zowel
van het college als van de raad weten
te verwerven door kundigheid, be
kwaamheid op breed terrein en boven
al door een persoonlijkheid die in de
twaalf jaren van zjjn wethouderschap
in de diepte is gegroeid.
Wethouder Van der Kwaak heeft de
kunst verstaan, onder zeer moeilijke fi
nanciële omstandigheden voor de ge
meente waaruit grote problemen voort
vloeiden voor de gemeenschap en voor
de bedrijven, een prettige sfeer te schep
pen in het college van B. en W. en een
bijna spreekwoordelijk vertrouwen te
winnen van de raad, waarin hij de
vraagstukken steeds openhartig en hel
der behandelde. Hij heeft zich daardoor
tot een grote steun weten te maken voor
het college in de gemeenteraad, waaruit
tevens grote diensten buiten het directe
raadsterrein voortvloeiden zoals ten
aanzien van VW, lichtweekactles. con
gressen etc.
Grote steun
Nu de heer Van der Kwaak door zijn
lidmaatschap van Gedeputeerde Staten
de problemen „van de andere kant"
krijgt te bezien, waarbij hij tevens over
de gemeenten heen datzelfde gemeen
schapsbelang dient als in de functie van
wethouder, kan zijn langdurige Leidse
ervaring hem tot grote steun zijn. De
burgemeester hoopte, dat de heer Van
der Kwaak in zijn nieuwe functie ook
de Leidse belangen met dezelfde open
heid en onpartijdigheid zal blijven be
zien.
Burgemeester van Kinschot besloot
met een woord van hartelijke dank voor
wat wethouder Van der Kwaak en tevens
diens echtgenote voor de gemeente zijn
geweest en sprak de hoop uit. dat zijn
werk als gedeputeerde even zegenrijk
voor de gemeenschap zou mogen blijken
te zijn.
Namens de raad
Namens de raad voerde de heer C. J.
Piena het woord. Hij legde er de nadruk
op, dat de raad in een zeer moeilijke
periode van het gemeentelijk bestel
steeds een groot vertrouwen in wethou
der Van der Kwaak heeft gesteld en her
innerde aan de voortdurende strijd van
de wethouder voor een hogere uitkering
uit het gemeentefonds. Dank zij het op
beurend optimisme van de thans afge
treden wethouder werd er veel bereikt
ook buiten het directe terrein van de
raad. Namens de raad sprak de heer
Piena een gelukwens tot de heer Van
der Kwaak en echtgenote om tenslotte
vreuigde uit te spreken, dat thans iemand
in G.S. zitting heeft' gekregen, die de
Leidse problemen door en door kent.
Niet wie, maar wat
De heer Van der Kwaak liet ln zijn
antwoord op deze afscheidswoorden in
het kort het vooroorlogse verleden aan
zijn herinnering voorbij trekken, waar
bij hij enkele raadsleden uit die tijd
noemde die een belangrijke invloed heb
ben gehad op zijn vorming ta
Burgemeester jhr. mr. F. H. van
Kinschot dankt oud-wethouder D.
van der Kwaak voor wat hij voor
Leiden tijdens zijn twaalfjarig wet
houderschap heeft gedaan.
(Foto L.D./Van Vliet)
reiding tot de wethouderstaak die in
1946 op hem kwam te rusten.
Als wethouder heeft hij er steeds naar
gestreefd niet acht te slaan op wie iets
naar voren bracht maar op wat naar
voren gebracht werd. Dat heeft hem het
vertrouwen van velen geschonken waar
op een vruchtdragend werk gebaseerd
kon worden. De jaren, in deze sfeer van
werken voor de gemeenschap in een om
geving van vertrouwen zullen hem
steeds bijblijven.
Tot raadsleden, leden vati het college
van B. eri W., commissieleden gemeen
tesecretaris en hoofden van diénst sprak
de heer Van der Kwaak woorden van
dank voor het ondervonden vertrouwen
en voor de hartelijkheid van een samen
werking die steeds gericht is geweest op
het gemeenschappelijk doel: het alge
meen belang. Zich tot de burgemeester
richtende merkte de heer Van der
Kwaak op, dat hij deze als mens zeer
Dr. K. Reitsma (links) drukt ex-
wethouder Van der Kwaak de hand
ten afscheid tijdens de teceptie in
de koffiekamer van het stadhuis.
Geheel rechts mevr. A. A. van der
Kwaak-van den Berg en op de
achtergrond wethouder S. Menken.
(Foto L.D./Van Vliet)
Dc waarschijnlijk laatste vergadering van de Leidse gemeenteraad
in de oude samenstelling maakte gistermiddag korte metten met een
agenda, die ook niet veel stof bood tot langdurige discussies. Enigszins
was de samenstelling van deze raad niet „oud" maar juist zeer nieuw,
want het was de eerste keer na vele jaren dat het college van B. en
W. slechts drie wethouders omvatte niet omdat er een afwezig was
maar omdat wtehouder Van der Kwaak was afgetreden en voor deze
korte periode tot het samenkomen van de raad in nieuwe samenstelling
geen nieuwe wethouder werd gekozen.
De belangrijkste punten van het behandelde waren het besluit om
een dam te leggen door de Maresingelgracht ten behoeve van de
koelwatervoorziening en -lozing van de licht- en gasfabriek en de
principiële beschouwingen en praktische aspecten ten aanzien van
gemeentelijke bijdragen in de kosten van de bouw van een provinciale
brug in plaats van de huidige Lammebrug.
Wat betekent die
voorlichting?
In het preadvies op het voorstel tot
het leggen van een dam door het water
van de Maresingel ten behoeve van de
lichtfabrieken miste mej. Van Nienes
het oordeel van de verkeerspolitie en de
directeur van de Reinigingsdienst, de
welstandscommissie en de monumenten
commissie.
Voorts vroeg zij zich af, wat technisch
niet-deskundige raadsleden, die op des
kundige voorlichting moeten steunen in
hun oordeel, aan die voorlichting hebben
wanneer indertijd op grond daarvan ge
pleit werd voor de bouw van een tun
nel en nu (na de instorting van een
damwand en stagnatie van het werk)
voor een afdamming.
De heer B. de Kier (Prot. Chr.) vroeg
zich ditzelfde af en vond het bovendien
vreemd, dat de extra kosten voor deze
afdamming kunnen worden gedekt uit
gelden, die door de raad voor verbete
ring van het terrein van de lichtfabrie
ken waren bestemd. Zijn die verbeterin
gen dan nu niet meer nodig, werd er te
veel krediet voor verleend of worden ze
nu maar nagelaten?
De heer M. Sommeling (PvdA) kon
zich, in tegenstelling met zjjn fractiege
note wel met een afdamming verenigen
nu de zaken zich eenmaal zo hebben
ontwikkeld.
Damplan pas nu
gunstiger
Wethouder A. J. Jongeleen merkte in
zijn antwoord op, dat het denkbeeld van
afdamming eerst na de instorting van
de damwand ten behoeve van het tun
nelplan attractief was geworden omdat
eerst toen de demping van de Lange
Gracht aan de orde was gekomen.
Om technische redenen is onder die
omstandigheden een afdamming gunsti
ger. De verkeerscommissie is niet ge
hoord omdat de situatie bij afdamming
verkeerstechnisch ongetwijfeld beter zal
worden, de monumentencommissie niet
omdat van werkelijk stadsschoon hier
geen sprake is ondanks het feit dat het
cm het beeld van de singel gaat. Ver
ontreiniging van het water is niet te
vrezen: de fabriek heeft juist schoon
water nodig.
Wethouder J. C. van Schaik (die ad
interim financiën beheert) deelde mede
dat extra gelden voor de afdamming uit
kredieten voor terreinverbetering kun-
Zitten voor het
eerst en laatst
Er waren, buiten de discussies en
besluiten, nog enkele opmerkens
waardige zaken te bespeuren in de
gisteren gehouden raadsvergade
ring. Een wethouderszetel bleef
leeg omdat wethouder Van dei-
Kwaak was afgetreden. Voor de
korte tijd tot het samenkomen van
de nieuwe raad had men het niet
nodig geoordeeld een nieuwe wet
houder te kiezen. Maar de open
gevallen plaats in de raad door het
bedanken van de heer Th. v. d.
Burgh (P.v.d. A.) als lid werd voor
deze ene vergadering weer wel be
zet door de installatie en beëdiging
van de heer C. Baart als nieuw lid.
Inderdaad alleen voor deze ene
vergadering, want in de nieuwe
raad heeft hij geen zitting!
En dan was er het verschijnsel
dat de heer J. C. Schüller voor de
variatie weer eens zittend aan de
vergadering deelnam. Een nogal
grondig meningsverschil met zijn
fractievoorzitter E. Meester had
hem er al geruime tijd van weer
houden zijn plaats naast deze
partijgenoot in te nemen. Hij nam
staande of wandelende aan de ver
gaderingen deel. Afwezigheid van
de heer Meester maakte het hem
mogelijk, deze laatste vergadering
(hij keert in de nieuwe raad niet
terug) er zijn gemak van te nemen
en zittende zijn werk voor de ge
meenschap te beëindigen.
nen worden betrokken, omdat door dit
dam-plan voorgenomen verbeteringen
niet behoeven door te gaan.
De raad kon zich met de plannen ver
enigingen behoudens mej. Van Nienes
die tegen stemde.
Waarom moet Leiden
meebetalen?
De tweede belangwekkende discussie
betrof als gezegd het voorstel tot het
bijdragen van f. 35.000 in de bouw van
de nieuwe Provinciale Lammebrug.
Mr. dr. H. D. M. Knol (Prot. Chr.)
achtte het onjuist, dat een openbaar li-
een vaak verrassende technische des
kundigheid. een nimmer verflauwende
persoonlijke belangstelling en een open
hartigheid en vertrouwen waarop
vruchtbare arbeid gebouwd kon wor
den. Namens de hoofden van dienst
•bood de heer Reitsma een zilveren si
garendoos aan.
Bevruchtend voor
democratie
De heer A. Verhoeven, chef van de
afdeling financien van de gemeente
secretarie, sprak afscheidswoorden na
mens de naaste medewerkers. Hij achtte
het meest op de voorgrond tredende ken
merk van de heer Van der Kwaak zijn
behoefte tot het geven van menselüke
warmte. In zijn werk heeft hjj er nim
mer naar gestreefd, het oordeel van zjjn
ondergeschikten dwingend te beinvloe-
den. Door deze beide eigenschappen
heeft hij bevruchtend gewerkt voor de
democratische instelling van het ge
meentelijk apparaat.
Wethouder Van der Kwaak laat bo
vendien een gunstige financiële positie
achter, verkregen door wijs beleid, goede
trouw en voorzichtig beheer.
Na een zeer persoonlijk woord tot de
heer en mevrouw Van der Kwaak bood
de heer Verhoeven als afscheidsgeschenk
der naaste medewerkers een barometer
aan.
Ook deze sprekers beantwoordde de
heer Van der Kwaak met het 'betonen
van zijn dankbaarheid voor de onder
vonden medewerking en menselijke be
langstelling.
Middenstandsexamens
Voor het middenstandsexamen slaag
den: C. M. L. Anckers, Rijnsburg; J.
Baars, Zoetermeer; J. H. Baars, Nieuw-
Vennep; C. P. Baartman, Haarlemmer
meer; E. W. Th. C. Baley, Voorschoten;
A. M. J. Bakker, Wassenaar: W. A.
Bakker, Ter Aar; J. B. Ballering, Zoe
terwoude; J. A. Barnhoorn, Noordwijk;
E. A. A. Bekooy, Wassenaar; W. van
Bemmelen, Voorschoten; J. P. v. d. Berg,
Noordwijk aan Zee; H. v. d. Bil, Sassen -
heim; J. v. Bodegraven, Alphen a. d.
Rijn: J. P. Bogaards, Rijnsburg; A. C.
W. Bol, Nieuw Vennep; F. A. M. Bonnet,
Leiden; J. M. W. v. d. Boogaard, Ter
Aar: J. A. Th. v. d. Boogaard, Ter Aar;
C. H. G. Borst, Langeraar; F. W. Q.
Borst, Alphen a. d. Rijn; J. A. Bos,
Zoetermeer; W. M. Bosman, Alphen a.
d. Rijn; T. van Breda, Alphen a. d. Rijn;
J. v. d. Broek, Zevenhoven; L. Broek
huizen, Lisse; G. P. Brouwer, Nieuw
koop; J. Brussee, Oegstgeest; M. de
Bruyn, Woubrugge; M. M. BusSaey,
Leiden; A. Cats, Ter Aar; C. B. G.
Cromvoirt, Voorhout; A. Deegenaars,
Leiderdorp; I. den Dekker, Leimuiden;
C. M. v. DeurenDe Reus, Alphen a. d.
Rijn; J. Dogterom, Zoetermeer; T. Dom
peling, Wassenaar; A. v. Dongen, Lisse;
C. J. v. Dongen, Lisse; E. v. Dongen,
Lisse; P. E. v. Driel, Koudekerk a. d.
Rijn; B. S. Duwel, Nieuw Vennep; P. v.
Duyn, Noordwijk aan Zee; J. Holswilder,
Leiden; H. J. Epping, Zevenhoven; J.
Favier, Leiden; C. P. M. Gordijn, Ha-
zerswoude; K. C. v. Griethuizen, Hazers-
woude; W. G. Griffioen, Oegstgeest; D.
Groot, Woubrugge; M. N. de Groot, Ha-
zerswoude; G. de Haan, Rijnsburg; C.
M. M. de Haas, Warmond; J. H. Hak
kaart, Leiden: J. J. Haverkamp, Alphen
a. d. Rijn; G. Heemskerk, Rijnsburg;
J. M. J. Heemskerk, Noordwijkerhout;
A. C. v. d. Heb"n Zoeterwoude; M. E. W.
v. Iterson, Leiden.
Te Rotterdam zijn gisteren voor het
middenstandsexamen algemene handels
kennis geslaagd: mej. C. Admiraal,
Noordwijk aan Zee; mej. B. v. Kampen
hout, Leiden; mej. A. van Toren, Lei
den; G. l'Ami, Roelof arendsveen; C.
Bakker. Roelofarendsveen; mej. A. van
Beek, Roelofarendsveen; P. Burgerjon,
Leiden; M. M. Berg, Zoeterwoude; G. v.
d. Berg. Leiden; J. Bink, Leiden; mej.
A. Binnendijk, Hazerswoude; A. Boot,
Leiden; P. Boot, Leiden; J. Mast, Delft;
J. J. v. d. Meer, Hoogmade; L. J. v. d.
Meer, Roelofarendsveen; G. van der
Mey, Katwijk aan Zee; J. Minnee, Kat
wijk aan Zee; mej. C. Moerkerk. Voor
schoten: H. de Mooy, Rijnsburg; J. v. d.
Niet, Noordwijk; E. Oostendorp, Leiden;
J. van Os, Voorschoten; C. Oudshoorn,
Oegstgeest; M. Oudshoorn, Katwijk a.
Zee; P. Oudshoorn, Leiden; mej. W.
Oudshoorn, Rijnsburg; mej. J. Overde-
vest, Zoeterwoude; mevr. M. Overde-
vestLangezaal, Leiden; L. Papót,
Warmond.
Mulo-examens
Geslaagd zijn voor Mulo-diploma A:
de dames M. v. Beesten te Wassenaar;
T. v. Santé; J. E. Overduin; L. M. Uyt-
tenbogaart; M. Verra. A. M. de Vries;
*N. Spijker, Bodegraven; *G. Niesing,
Zwammerdam.
De heren: H. Stephan. Wassenaar;
F. C. Koelewijn. Wassenaar; G. J. J.
Bakker; A. G. T. Ouwerkerk, Wasse
naar; J. Schaaphok, Wassenaar: R. W.
Beeling. Wassenaar; *H. de Winter; J.
Kloos te Katwijyk a. Zeeen R Mossel
man; *R. Piers. Katwijk; *P. de Ruiter;
*H. Vermeer; 'J. C. D. Stigter, Bode
graven.
Waar geen woonplaats vermeld staat
is dit Leiden.
Afgewezen: 6 kandidaten.
De met gemerkte geslaagden behaal
den tevens het middenstandsdiploma.
Na benoeming tot gedeputeerde
Strevend naar het geven van menselijke warmte, verrassend des
kundig in talrijke technische vraagstukken, openhartig en objectief,
steun voor allen en zoekend naar de beste behartiging van het ge
meenschappelijk belang. Dit waren enkele van de lovende kwalificaties
die de heer D. van der Kwaak gisteren te horen kreeg tijdens een
officieuze bijeenkomst van de Leidse gemeenteraad en een daarop
volgende receptie, waarin afscheid van hem werd genomen als wet
houder na zijn benoeming tot lid van Gedeputeerde Staten van
Zuid-Holland. „Wethouder Van der Kwaak" is in twaalf jaar identiek
geworden met het naoorlogse herstel van de Leidse welvaart, en
daarvan werd tijdens dit afscheid na de laatste gewone vergadering
van de zittende raad telkens weer getuigenis afgelegd.
heeft leren waarderen en vooral de re
gelmatige omgang met hem ernstig zal
missen. Maar de gegroeide vriendschap
is iets. wat met de jaren niet slijt doch
versterkt wordt, en deze band' blijft be
staan ondanks een andere maatschap
pelijke verhouding.
Het deed tenslotte de heer Van der
Kwaak goed, dat juist de heer Piena,
juist iemand van de PvdA, de gevoelens
van de raad had vertolkt: dit achtte de
heer Van der Kwaak het mooiste aspect
van deze afscheidsbijeenkomst.
Verrassend deskundig
In de koffiekamer werd tijdens een
genoeglijke intieme afscheidsreceptie
nog het woord gevoerd door dr K. Reits
ma. directeur van het openbaar slacht
huis, namens het Instituut van Hoofden
van Dienst. Deze typeerde de positie van
de wethouder voor de bedrijven als zeer
moeilijk 'tegenover de hoofden dier be
drijven, een onderlinge verhouding die
boordevol conflictsstof ligt. Dat niette
min 'bij di't afscheid woorden van zeer
grote dank en erkentelijkheid tot de
heer Van der Kwaak worden gericht
namens die bedrijven typeert de wijze
waarop hij zijn taak heeft vervuld: met
chaam met een vergrootglas gaat kijken
of het misschien iets op een ander open
baar lichaam kan verhalen bij de uit
voering van eigen werken. De heer De
Hosson (KVP) kon evenmin redelijke
argumenten ontdekken voor een Leidse
bijdrage. De heer H. M. J. W. J. Kort-
mann (KVP» vroeg zich af welke drin
gende redenen B. en W. hebben bewogen
tct het voorstel, wanneer zij in het pre
advies zelf toegeven dat er principiële
bezwaren tegen zijn aan te voeren. De
heer H. van Weizen (CPN) waarschuw
de tegen het scheppen van een prece
dent en ook de heer H. Zunderman
(PvdA) zag dit gevaar.
G.S. laat voetgangers
lopen!
Wethouder Jongeleen stelde in zijn
antwoord nadrukkelijk, dat Leiden heeft
aangedrongen op een verbinding met
Rijksweg 4A via de Lammebrug toen
bleek dat Rijksweg 4B vooralsnog niet
tot stand komt. De provincie heeft die
wegverbinding aangelegd, doch deze
wordt eerst ten volle benut wanneer dus
ook ten behoeve van Leiden) een nieuwe
Lammebrug wordt gebouwd. Bovendien
heeft Leiden een structuurplan ontwor
pen dat voorziet in een recreatiegebied
aat via de Lammebrug ook voor voetgan
gers bereikbaar moet zijn.
Burgemeester Van Kinschot voegde
daaraan toe, dat de provincie van het
(volgens Leiden verkeerde) standpunt
uitgaat dat ztf zich niet met het voet
gangersverkeer behoeven te bemoeien.
Wil Leiden voetpaden langs die brug
hebben, dan zal de gemeente ervoor
moeten betalen. Dat zal mettertijd ook
zo zijn bü de nieuwe brug over de Zijl!
Na verdere discussies, waarin verschil
lende leden scherp stelling namen tegen
het standpunt van G.S., verklaarde de
raad zich niettemin (met de stemmen
van de heren Kortmann en De Hosson
tegen) akkoord met de Leidse bijdrage.
Spoedig plannen
verbetering Hooigracht
Voorts werd nog gediscussieerd over de
verbeteringen op de Kaasmarkt. Besloten
werd het voorstel van B. en W. te vol
gen tot een indeling in aangegeven vak
ken voor de wagens van de besteldiens
ten en een inkorting van de verkeersge
leider.
Tegen deze inkorting werden bezwaren
aangevoerd door leden die de geleider
liever geheel zagen verdwijnen, doch
wethouder Jongeleen zegde toe, dat bin
nenkort voorstellen te verwachten zijn
tot verbetering van de Hooigracht, waar
bij de situatie bij de ingang van de
Kaasmarkt opnieuw in ogenschouw moet
worden genomen.
Hamers tukken
De overige agandapunten werden zon
der noemenswaardige discussie of als
bamerstuk afgedaan. Tot tijdelijke leer
krachten aan het Rembrandt Lyceum
werden benoemd mej. G. C. A. Pot (Ned.
taal- en letterkunde) en de heren D.
Eosma (Frans), J. H. J. Herfkens (na
tuurkunde) en mr. S. Lopes Cardozo
(geschiedenis). Als leraren in vaste
dienst aan de Gemeentelijke Bedrijfs-
Technische School werden benoemd de
heren A. Breedveld metaalbewerken J.
G. Fokkema (algemeen vormende vak
ken), J. J. Marcelus (schilderen) en P.
J. J. van Westbroek (lichamelijke oefe
ning).
Als leraren in tijdelijke dienst werden
aan deze school benoemd de heren W.
Schuitema (houtbewerken), B. P. Uit-
tenbogaard (godsdienstonderwijs), G. W.
Lemmers (r.-k. godsdienstonderwijs),
W. G. Visser (metselen) en A. A. M.
Walter (algemeen vormende vakken».
Aan de heer L. Adriaansche werd eer
vol ontslag verleend als onderwijzer in
ce lichamelijke oefening en aan de heer
W. P. Leenen als leraar in de lichame
lijke oefening.
Overeenkomstig het preadvies werd
medewerking verleend aan de Stichting
Christelijk Orthopaedagogisch Instituut
voor de stichting van een school voor
kinderen met leer- en opvoedingsmoei
lijkheden.
Ook andere voorstellen op het gebied
van het onderwijs werden overeen
komstig de preadviezen door de raad ge
accepteerd.
Vermeldingswaard is voorts, dat wet
houder Jongeleen toezegde gaarne met
het bestuur van de woningbouwvereni
ging De Goede Woning te willen spreken
over de kosten van onderhoud van
plantsoenen en tuinen, dit naar aanlei
ding van opmerkingen van de heer Pie
na over heffingen voor dit onderhoud
boven de eertijds geldende huurprijs met
betrekking tot woningen bij de Vijf Mei
laan. Kritiek op technische onvolmaakt
heden aan deze woningen moest wethou
der Jongeleen naast zich neer leggen
omdat de betrokken woningen nog niet
zyn opgeleverd.
De raad ging akkoord met enige geld
leningen tot een totaalbedrag van
f. 1.128.000.
De overige voorstellen werden eveneens
onveranderd goedgekeurd. De raad had
zich zo snel door de agenda heen ge-
I werkt, dat men nog ruim een half uur
I nioest wachten alvorens men zich aan
Ide hoofdschotel van deze middag kon
zetten: het afscheid van de reeds afge
treden wethouder D. van der Kwaak.
Laatste besluiten van „oude" raad