Theresia van Waldeck Pyrmont
EEN EEUW GELEDEN
BEG0N leven rvan Adelheid Emma Wilhelmina
ZATERDAG 19 JULI
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 4
tot
zegen voor allen
v
Opdracht werd meer dan vervuld
Leiding in
„loutere handen"
De acht Jaren van het Regentschap
van Emma zijn staatkundig gecompli
ceerd en vol dreiging geweest. Toege
geven: er zijn in de geschiedenis van
het menselijk falen weinig perioden
van acht jaren geweest zonder schier
onoverkomelijke problemen, maar
toch betekenden de vraagstukken van
het laatste decennium van de vorige
eeuw een zware opgave voor een jonge
vrouw die slechts kort tevoren als
vreemde naar ons land was gekomen
en niettemin het hoogste gezag (in die
tijd zeker niet als symbolische orna
mentiek) kreeg uit te oefenen.
In de jaren van haar regentschap
kreeg de democratisering van ons
volksbestel haar eerste duidelijke vorm
geving onder meer in het herziene
kiesstelsel. Politieke conflicten, die
deze democratisering begeleidden, ver
wekten felle interne tegenstellingen.
Het jaar 1894 was voor die tijd
bepaald dreigend. Met vaste hand, met
een wilskrachtig verworven kennis om
trent de Nederlandse verhoudingen,
gestuurd door een intuïtief en ver
standelijk begrip voor haar merkwaar
dige constitutionele positie, laveerde
Regentes Emma tijdens deze voor ons
land bepalende crisis tussen de op
laaiende tegenstellingen door naar een
zegenrijk resultaat.
Over de beslissingen van Regentes
Emma in 1894 getuigde prof. dr. H. T.
Colenbrander onder meer het volgen
de: „Een scherp conflict kon worden
uitgevochten zonder dat de rust des
lands een ogenblik gevaar liep. Ieder
was zich bewust, dat de spelleiding in
loutere handen berustte...."
Grondwet en traditie mogen in de
letterlijke zin de Koninklijke macht in
ons land Inperken, het geestelijk gezag
wordt daardoor niet aangetast. „Spel
leiding in loutere handen". Het is een
typering waarop zowel ons Vorstenhuis
als ons volk trots kan zijn. Die loutere
handen hebben in die moeilijke jaren
Oranje voor Nederland en Nederland
voor Oranje behouden.
In het licht van de huidige situatie
is het weinig aantrekkelijk dieper in
te gaan op andere belangrijke gebeur
tenissen ten tijde van Emma's regent
schap die zeer belangrijk geweest zijn
voor het toenmalige Ned. Oost Indië.
Zy heeft ook ten aanzien van dat deel
van het Koninkrijk verstrekkende be
slissingen moeten nemen welke in die
tijd een zegen waren maar thans an
ders zouden kunnen worden geïnter
preteerd.
Dank van volk werd
dienst van welzijn
Eerder schreven wy reeds, dat „een
van de gelukkigste dagen" van Emma
de vijfde september 1898 was, toen zy
haar dochter de Troon zag aanvaar
den. De schoonheid van die dag sproot
niet voort uit de dankbaarheid een
zware taak als Regentes te kunnen
neerleggen. Zy wortelde in voldoening,
een op haar toekomst berekende doch
ter een mooie taak te zien aanvaarden
door een Troon te accepteren die zy-
zelve met hart en ziel voor haar kind
en haar volk had „bewaard" ook in de
diepere zin des woords, zonder ooit
zelve deze Troon te hebben begeerd,
te hebben bezet, als bezit te hebben
gezien.
By haar afscheid als Regentes werd
haar een geldsbedrag als nationale
dank overhandigd. Zy bestemde het
voor de gezondheidszorg. Uit dit ge
schenk werd de oprichting bekostigd
van het sanatorium Oranje Nassau
Oord bij Renkum. De herinnering aan
deze geste en het regentschap wordt
voorts levendig gehouden door de jaar
lijkse Emma-bloemcollecte ten bate
van de tbc-bestryding.
Met dit gebaar is een traditie geves
tigd, die tot zegen van het algemeen
belang strekt: Bij het afscheid van
Koningin Wilhelmina werd uit de
materiële vormgeving van de nationale
dankbaarheid het Koningin Wilhel
mina Fonds voor de bestrijding van de
kanker in het leven geroepen, Prinses
Beatrix heeft reeds haar naam gege
ven aan het fonds dat de strijd tegen
de kinderverlamming wil coördineren
en stimuleren.
Zorgzaam tot het einde
Na haar terugtreden als Regentes en
de aanvaarding van het Koningin-
Moederschap (de roerendste titel die
men haar kan schenken en die vrijwel
haar hele leven siert) heeft Emma zich
voortdurend, zesendertig jaren lang,
de moeder van ons volk getoond, rond
gaande door ons volk om te hel
pen, te steunen, raad te geven, be
rusting te brengen, hoop te wekken,
daarbij de afstand van Vorstenhuis tot
volk niet alleen gradueel maar ook
in dimensie veranderend zodat contact
van mens tot mens mogelijk werd.
Wars van macht en kracht
Er is nog één enkel detail uit het
leven van Emma dat juist in deze tyd
vermelding behoeft. Er is veel, vrijwel
alles, ongezegd gebleven maar dit ene
mag dit lot van vrijwel alles niet de
len in een tijd waarin de wereld ten
onder dreigt te gaan aan de contro
verse tussen het positivisme van de
geest en negativisme van de materiële
realiteit.
Koningin Emma was een ingetogen
zeer gelovige vrouw, die praal veraf
schuwde (maar waar noodzakelijk
duldde), die wars was van macht waar
van praal meestal het schoonschij
nend omhulsel is, die als consequentie
daarvan en als vrouw, als moeder, als
kunstenares en als gelovige ook afke
rig was van kracht endus ook van
militair geweld en militair vertoon.
Wie haar persoonlijk goed hebben
gekend hebben ervan getuigd hoe
zwaar het haar viel haar plichten te
vervullen op militair gebied: inspec
ties, bezoeken aan legeronderdelen, de
handtekening onder militaire beslui
ten, constitutionele bemoeienissen met
b.v. de Lombok-actie en de pacificatie
van Atjeh.
Zij aanvaardde deze plichten ten
volle niet alleen uit hoofde van haar
functie en plaats doch ook uit de in
nerlijke overtuiging dat de onvolmaakt
heid van de mens zich cumulatief
versterkt openbaart in de samenleving.
De mens is niet volmaakt, de samen
leving als boom is dus ziek. De wrange
vruchten van die boom moeten worden
geaccepteerd. Zy accepteerde die
vruchten ten volle.
Wie zich in deze tyd over het con
flict tussen zorg voor veiligheid en af
schuw voor vernietiginsmiddelen be
angstigt (en dit is zowel tot politici als
militairen en wetenschapsmensen ge
richt hoewel het conflict voor ieder
mens behoort te spreken) kan zich
misschien spiegelen aan de bewuste
aanvaarding door Koningin Emma:
hoogachting van de mens als schepsel
Gods, maar daardoor ook aanvaarding
van zijn onvolmaaktheid waaruit de
wrange vrucht van de voorbereiding
tot vernietiging als noodzaak voort
komt. Het zou de adeldom van de
mens kunnen bevestigen, wanneer hij
met de aanvaarding en erkenning van
onvolmaaktheid er in zou slagen, deze
wrange vrucht uit te bannen. Maar
dat is een kwestie van de mensheid,
niet van de vorsten, niet van presiden
ten, niet van ministers of andere hoog
waardigheidsbekleders. Dat is een
kwestie van de mens: van ons en van
U. De warmbloedige menselijkheid van
Koningin Emma kan misschien iets
vergoeden van de twijfel, die zovelen
beheerst in deze tijd, wanneer wij er
ons van bewust zijn hoe zij, met haar
grote geloof en haar diep-menselijk
medeleven het kwaad van het milita
risme heeft aanvaard als Vorstin.
voor allen.
Wij begonnen deze beschouwing
met de woorden ,,Haar liefhebbend
hart heeft U allen omvat, zij trachtte
steeds een zegen te zijn voor allen".
Dit waren woorden die Koningin Wil
helmina sprak na het overlijden van
haar moeder op 20 maart 1934. Die
woorden maken ook deel uit van het
monument dat ter nagedachtenis van
Koningin-Moeder Emma in de Resi
dentie werd opgericht. Zij herinne
ren aan de bekende uitlating van
Emma toen haar dochtertje bij een
huldiging vroeg ,,Zijn al die mensen
nu van mij?": ,,Neen, mijn kind, jij
bent van al die mensen".
Van al die mensen, van ons volk,
is Emma zelf geweest in de adel
dom van haar geest, in de Koninklijk
heid van haar maatschappelijke taak,
in de rijkdom van haar warme hart.
Het is goed, dit nog eens te over
wegen bij haar honderdste geboor
tedag
(Van een onzer redacteuren)
,,Haar liefhebbend hart heeft
li allen omvat, zij trachtte
steeds een zegen te zijn voor
allen".
Deze woorden typeren een
van de nobelsten uit de rijke
geschiedenis van ons volk, als
vreemdelinge tot ons gekomen,
meer dan een halve eeuw later
als moeder van ons volk heen
gegaan: Adelheid Emma Wil
helmina Theresia, Koningin-
Moeder Emma.
Zij is behoedster der dynas
tie geweest, wegbereidster
voor het unieke bewind van
een halve eeuw door Koningin
Wilhelmina, constitutioneel
Vorstin in daad als Regentes
in naam, inleidster van de
democratisering van staats
bestel en plaats van Vorsten
huis. Bovenal echter een
warmvoelende vrouw, die
zachtheid van gemoed paarde
aan een vaste wil, een diep
geloof en een nimmer aflaten
de zorg voor hen die haar
omringden: eerst haar grijze
gemaal, later haar jonge doch
ter, en steeds haar volk, het
Nederlandse volk dat haar
zegenrijke zorgen dankbaar
in herinnering roept nu het,
2 augustus aanstaande, een
eeuw geleden is dat zij als
Prinses van Waldeck Pyr
mont het levenslicht aan
schouwde.
Als jonge vrouw voor een
onmenselijk zware taak
„Het maakt een schone levensavond
te weten, de mensheid zo eerlijk ge
diend te hebben, zo met alle krachten
van gemoed en talent. Want dit „eer
lijk gediend te hebben" is misschien
de laatste instantie die gelden blijft,
wanneer ergens de weegschalen opge
heven worden om menselijke verdien
ste aan menselijke gave te meten". Dit
citaat van Dirk Coster, schrijvende
over Romain Rolland, werd eens ge
sproken door Koningin Emma. Het
werd herhaald door anderen toen zij
op 75-jarige leeftijd op 20 maart 1934
diep betreurd door haar gehele volk
overleed. Zelden werden deze woorden
toepasselijker gesproken.
Eerlyk dienen. Aan deze eenvoudig
geformuleerde opdracht tot het moei
lijkste wat de mens gevraagd kan wor
den heeft zij in langer dan een halve
eeuw meer dan ten volle voldaan.
Zij kwam naar ons land als Neer
land-vreemde lieftallige twintigjarige
bruid van een grijze, meer dan veertig
jaar oudere koning, die haar de zeven
de januari 1879 in Arolsen huwde. Meer
dan een halve eeuw later zou haar
kleindochter op diezelfde datum in het
huwelijk treden.
Emma was het derde kind van Vorst
George Victor van Waldeck Pyrmont
en Prinses Helena van Nassau, een
strenge vrouw van grote intelligentie
die alles in het werk stelde om haar
kinderen onder persoonlijke leiding een
veelzijdige ontwikkeling deelachtig te
doen worden.
Abrupt einde van
tanende bloei
Wel taande de bloei van het Neder
landse Vorstenhuis, maar ten tijde van
het huwelijk kon niet worden ver
wacht, dat Emma haar strenge opvoe
ding waarin zij natuurlijke gaven tot
de hoogste graad kon ontplooien, eens
in dienst zou moeten stellen van een
welhaast onmenselijk zware taak: be
houd van de dynastie, van de band der
dynastie met het volk waarin zij als
jonge vrouw slechts zo kort tevoren
was ingeleid.
Er waren ten tijde van het huwelijk
nog vele Oranjes in leven. De oudste
hunner, Prins Hendrik, de 81-jarige
broer van Koning Willem III, overleed
twee weken na het huwelijk, maar de
erfopvolging van de Troon leek nog
wel verzekerd. De Koning had twee
zoons uit zijn eerste huwelijk met
Koningin Sophie. Kroonprins Willem
kwam echter minder dan een half jaar
na het huwelijk in Parijs op 39-jarige
leeftijd om het leven vermoedelijk
ten gevolge van een duel. De gezond
heid van Prins Alexander, door deze
tragische dood Kroonprins geworden,
liet toen zeer veel te wensen over en
men begon zich in brede kring zorg
te maken over de bestendigheid van
het Vorstenhuis.
Koningin Emma was van dat ogen
blik af voorbestemd voor haar onge
dacht moeilijke taak. De uitbundige
vreugde in 1880, toen zij het leven
schonk aan Prinses Wilhelmina, moest
gezien worden als de vertolking van
een verademing. Men voorzag, dat
Prins Alexander de Kroon nimmer
dragen zou, een voorgevoel dat in juni
1884 gewettigd bleek toen hij op 32-
jarige leeftijd ten grave moest worden
gedragen.
Prinses Wilhelmina werd daardoor
op vierjarige leeftijd Kroonprinses.
Voor kort slechts, want op 23 novem
ber 1890 overleed Koning Willem III.
Van dat ogenblik af was de tienjarige
Wilhelmina Koningin. Emma, een
tweeëndertig jarige jonge vrouw, niet
voorbereid op de taak van regerend
Vorstin, werd Regentes, waarneemster
der Koninklijke plichten in een land
dat zij pas elf jaar tevoren leerde ken
nen, terwijl zy als alleenstaande moe
der zich voor de taak gesteld zag, een
enig kind op te leiden tot een Koning
schap dat op haar schouders zou ko
men te drukken wanneer andere jonge
vrouwen nog een onbekommerde reeks
van Jaren voor zich weten.
Speciaal het moederschap
Als Koningin (tien jaar), als Regen
tes (acht jaar) en als Koningin-Moe
der (36 jaar) heeft Emma „eerlijk ge
diend". Wellicht is het belangrijkste
facet van dit eerlijk dienen haar op
vatting van het moederschap geweest
en haar begrip voor wat haar speciale
moederschap vereiste.
Na de eerste jaren stond zij alleen
in haar taak als moeder, juist in de ge
wichtigste periode van de opvoeding en
in de jaren dat onvoorziene Konink
lijke plichten haar aandacht vroegen.
Zelf streng doch rechtvaardig en
liefdevol opgevoed in een groot gezin
zonder de druk van toekomstige lood
zware maatschappelijke verplichtingen
besefte zij, wat Wilhelmina, als enig
kind, als Koningskind, met een te
zware taak voor zich, in een vaderloos
gezin moest missen.
Van de dag af, dat zij haar kind ten
doop hield tot de dag van de Troons
bestijging op 5 september 1898 een
van de gelukkigste van haar leven
heeft zy dat kind omringd met warme
liefde, met geleid verstand haar gaven
van gemoed ontplooid en haar intel
lect ontwikkeld.
Zeer moeilijk was het in die jaren
van het stervend aureool der Konink
lijke ongenaakbaarheid een Konings
kind omgang met leeftijdgenootjes te
geven. De afstand tussen Vorstenhuis
en volk, hoe hecht de band tussen bei
de ook mocht zyn, plaatste een Ko
ningskind in een isolement. De kinde
ren van Koningin Juliana zijn na de
„democratisering" van het Koning
schap aangevangen onder het be
wind van Regentes Emma veel
„vrijer" opgevoed in een zegenrijk di
rect contact met kinderen van haar
volk, in een vrij normaal schoolver
band, waarin onze tegenwoordige Prin
sessen zelfs kans zagen tot spijbelen
voor fietstochtjes door Bilthoven. Ook
Prinses Juliana oogstte in haar jeugd
reeds de vruchten van deze ontwikke
ling.
In het eind van de vorige eeuw la
gen de verhoudingen echter geheel
anders. Toch slaagde Regentes Emma
erin, haar dochtertje gelukkig te ma
ken door een regelmatige omgang met
enkele vriendjes en vriendinnetjes als
een eerste doorbreking van een op
traditionele maatschappelijke verhou
dingen berustend isolement van het
Vorstenhuis.
Inspirerende bron
Het heeft tientallen jaren, zelfs tot
na de dood van Koningin-Moeder
Emma of tot tijdens de jongste wereld
oorlog geduurd, tot ons volk zich ten
volle bewust werd van wat het in
Koningin Wilhelmina bezat. De diep
gevoelde dank van allen voor wat onze
vorige Koningin ons gegeven heeft
wordt geenszins schade aangedaan
door het besef, dat wij in eerste en
uiterste instantie haar moeder Emma
moeten danken als inspirerende bron
dier zegen.
Regentes Emma liet zich naast haar
moederlijke liefde in de opvoeding ter
zijde staan door bijvoorbeeld een
levenslustige welhaast kinderlijke
Frangaise als kameraad van Prinses
Wilhelmina, later door de Engelse
gouvernante miss Saxton Winter en
ook door de beste leermeesters des
lands.
Op velerlei gebied hield Emma er
vastomlijnde beginselen op na, doch
zij was zich er tevens van bewust, dat
haar dochter mettertijd boven de par
tijen en meningen in een door ver
scheidenheid en individuele geestelijke
vrijheid getekend volk zou moeten
staan, zodat zij niet schroomde haar
ook met opvattingen vertrouwd' te ma
ken die niet de hare waren.
Typerend daarvoor is wellicht de
opdracht, die Emma verstrekte aan de
Leidse hoogleraar, prof. dr. P. J. Blok,
die aangezocht werd om Wilhelmina
te onderrichten in de vaderlandse ge
schiedenis: „Een zo onpartijdig moge
lijke voorstelling van het gebeurde te
geven, voornamelijk op staatkundig en
godsdienstig gebied, met eerbiediging
van andere staatkundige en religieuze
gevoelens dan de zijne, zonder in enig
opzicht de waarheid, ook als deze voor
de Koningin minder aangenaam zou
klinken, tekort te doen".
Het is een liefdevolle moeder, die
haar kind zó groot brengt. Het is een
wyze wilskrachtige dienaresse die aan
deze voor anderen het leven vul
lende taak de vervulling paart van
onmetelijk zware plichten als consti
tutioneel Vorstin.