BEN ZWI, Israels president, ook
bij zijn tegenstanders geëerd man
Bezoeken aan Arabische dorpen (met koffie en
lange gesprekken) worden zeer gewaardeerd
Zijn wetenschappelijk werk is
van groot historisch belang
Radio kan in de toekomst naast
de televisie blijven bestaan
Kapitale boerderij in Woubrugge
gisteravond geheel afgebrand
Felle wind maakte brandweer machteloos
Nederland moet de band met Ned.
Nieuw Guinea niet bestendigen
MAANDAG 14 JULI 1958
(Van onze correspondent in Jeruzalem)
Ruim een jaar geleden gooide iemand een bom in Israëls stampvolle parle-
mentszaal, waardoor enige kabinetsleden ernstig werden gewond. Het duurde
enige dagen, voordat men met zekerheid kon vaststellen, dat de dader geen
communist of vreemdeling, maar een geesteszieke en uit een der oosterse landen
afkomstige immigrant was geweest. Daags na dit gebeuren reed president Ben
Zwi in een open auto en zonder noemenswaardige politiebegeleiding naar zijn
tweede beëdigingsplechtigheid in Israëls parlement. Op straat en in het door
spanning geladen gebouw begroette de menigte in minutenlange ovaties Israëls
geliefde en voor de tweede maal met algemene stemmen gekozen president.
Ben Zwi heeft de verwachtingen van zyn politieke tegenstanders tüdens zyn
eerste ambtsperiode overtroffen. De socialistische regeringspartij en haar woord
voerder Ben Goerion hadden het niet gemakkelijk gehad Ben Zwi, een van haar
leiders, ervan te overtuigen, dat hij deze hoge functie van de overleden president
Weizman moest overnemen. Welnu, Ben Zwi, bekend arbeiders- en verzetsleider
van de joodse gemeenschap in Palestina en het latere Israël is door de plichts
getrouwe vervulling van zijn taak niet de aanhanger van een socialistische partij,
maar de ware vertegenwoordiger van de nieuwe joodse staat geworden.
vertelt, zoekt hij op zijn knieën voor ons
van de onderste plank van zijn biblio
theek een van zijn onlangs verschenen
boeken. Terwijl wij naar het boek
kijken, dat hij vlak naast het portret
van een van zijn zoons, die in de „be
vrijdingsoorlog" sneuvelde, voor ons
neer legt, zegt de president met nadruk:
„Ik heb mij er altijd over verbaasd hoe
weinig over deze gemeenschappen, zelfs
in standaardwerken van de joodse ge
schiedenis, geschreven is. Veel voor de
wereld waardevol materiaal zou verlo
ren zijn gegaan, toen verscheidene der
verspreide stammen Israëls weer terug
keerden naar het land van hun vaderen.
Mijn instituut heeft hun vaak belang
wekkende geschiedenis voor volkomen
vernietiging weten te behoeden. Mijn
streven is er altijd op gericht geweest,
dat wij weer één volk worden. Maar ik
sluit het begrip voor andere niet-joodse
volksgroepen geenszins uit. Vóór mijn
verbanning studeerde ik twee jaren
rechten in Turkije om zodoende niet
enkel de Turkse taal maar ook hun ad
ministratie te bestuderen en te begrij
pen. Wat betreft de hereniging der
stammen Israëls, ja, we moeten leren
begrijpen, dat wij zonen van één volk
zijn. De sociale banden der uit Enge
land, Amerika, Jemen en Turkije af
komstige immigranten moeten gelegd
worden mede door de kennis en het be
grip van het verleden van iedere immi
grant. Het zou anders kunnen geschie
den wat al vaker in de geschiedenis is
voorgekomen, namelijk dat de slechte
muntsoort de goede verdringt".
Het opschrift van het bordje voor de
presidentiële woning heeft Ben Zwi in
de eerste dagen van zijn ambtsperiode
laten veranderen. Het luidde voorheen:
het paleis van de president. Wanneer
wy door de vriendelijke tuin van deze
Jeruzalemse villa naar buit en lopen,
staat een leger persfotografen al op de
aankomst van een belangrijk buiten
landse gast te wachten. Naast de in
gang, die zjj met hun camera's reeds
gebarricadeerd hebben, hangt een bron
zen bord. Het opschrift luidt eenvoudig:
„het huis van de president
Uit het archief van de president
een foto van het ogenblik waarop
de Nederlandse vertegenwoordiger
jhr. Bas Backer, zijn geloofsbrieven
indient. Links van de president
Walter Eyten, de directeur-gene
raal van het ministerie van Buiten
landse Zaken. Hij zal de president
naar Nederland en België vergezel
len. Rechts van de president pre
mier Ben Goerion, die bij hoge uit
zondering ter ere van Nederland
dat als eerste land een gezantschap
opende) de door ziekte verhinderde
minister van Buitenlandse Zaken
vertegenwoordigde.
Niet „paleis", maar
huis van president"
Dit is een groot persoonlijk succes in
een land, waar de vele, snel op elkaar
volgende immigratie-golven, moeilijk
heden en gevoeligheden hebben gescha
pen, aan welker oplossing nog hard
gewerkt moet worden. Zij komen voort
uit de vele etnisch en sociaal verschil
lende volksgroepen van de nieuwe staat.
Evenals de meesten van Israëls lei
dinggevende politici, werd de nu 72-
jarige president van Israël in Oost-
Europa geboren. Zijn vader heeft met
14-jarige gevangenisstraf in' Siberië
tijdens het tsaristische regime in Rus
land voor zijn zionistische overtuiging
moeten boeten. Hij is vele jaren later,
op hoge leeftijd, aanwezig geweest bij de
beëdigingsplechtigheid van zijn zoon
Yitzchak als president van de joodse
staat. Vlak voor de eerste wereldoorlog
zag het er echter naar uit, dat zijn zoon
nooit meer naar het „oude Zion" zou
terugkeren. Ben Zwi werd met Ben
Goerion en andere leiders van de joodse
gemeenschap in Palestina levenslang
door de Turkse militaire gouverneur
verbannen. Zij kwamen beiden terug als
soldaten van de joodse brigade in het
Engelse leger van generaal Allenby.
Over deze periode heeft president Ben
Zwi ons met de voor hem karakteris
tieke bescheidenheid en eenvoud verteld
in het onderhoud, dat wij kortgeleden
met hem mochten hebben.
„Ik heb geen ogenblik aan onze te
rugkeer getwijfeld, evenmin als ik ooit
getwijfeld heb aan het ontstaan vaneen
nieuwe joodse staat. Hoe groot deze
staat zou zijn en hoe zij zou heten, was
ons nog niet duidelijk. Maar wij waren
ervan overtuigd, dat wij deze beleven
zouden".
Mand met eendeëieren
Yitzchak Ben Zwi heeft vele boeken
en wetenschappelijke artikelen geschre
ven, voornamelijk over de in het oosten
levende joodse gemeenschappen, waar
over voorheen weinig bekend was.
Hij heeft het echter niet enkel bij de
studie van joodse gemeenschappen ge
laten. Reeds voor zijn verbanning had
hij twee jaren als onderwijzer bij de
Samaritanen in het toenmalige Ara
bische stadje Jaffo gewoond. Daar heeft
hij de gewoonten en van deze kleine en
interessante religieuze secte de Ara
bische taal geleerd. Zijn boek over de
Samaritanen behoort tot zijn door his
torici en leken zeer gewaardeerde wer
ken. De president is een van de weinige
Israëli's, die bij alle Arabische minder
heidsgroepen gerespecteerd en geliefd
wordt. Hij bezoekt geregeld Arabische
dorpen, waar hij dan volgens oosters
gebruik urenlang kan genieten van
Turkse koffie en lange gesprekken.
Een van de dorpjes, waar de president
geregeld onaangekondigd een bezoek
brengt, is Peki'in in Galilea. In dit 200
families tellende dorpje wonen reeds
sedert vele eeuwen enige joodse fami
lies. Zij behoren tot de weinigen, die na
de verwoesting van de tweede tempel het
land nooit verlaten hebben. „Juist in dit
dorpje heb ik een ontroerende manifes
tatie van aanhankelijkheid en hartelijk
heid beleefd", vertelde de president. „Op
een dag, toen ik er weer een bezoek
bracht, kwam een delegatie met een
mand vol eendeëieren de kamer binnen,
waar ik met verscheidene vrienden ge
zellig aan het praten was". De niets
vermoedende president kreeg het kost
bare mandje aangeboden en het bege
leidende speechje herhaalt de president
voor ons aldus: „Wij brengen u deze
eendeëieren om u hiermede tot uitdruk
king te brengen de helderheid en zuiver
heid van ons hart en om van onze trots
te getuigen dat één uit onze gemeen
schap te Peki'in tot president van Israël
werd gekozen".
Belangrijk werk
President Ben Zwi is de oprichter en
wetenschappelijk leider van het histo-
rische-wetenschappelyke instituut in de
Hebreeuwse universiteit dat zijn naam
draagt. Hij schiep hier een centrum van
onderzoek in de uit het oosten afkom
stige joodse gemeenten. Terwijl de pre
sident over zijn wetenschappelijk werk
'-schakeling helikopter voor
het T.V.-journaal
(Speciale berichtgeving)
Op dinsdag 22 juli zal voor de eerste
maal een helikopter worden ingescha
keld voor de snelle aanvoer van film
opnamen ten behoeve van het televisie
journaal: een reportage van de 4-daagse
te Nijmegen zal dan in het Nimrodpark
te Hilversum worden gedropt. Dit is
vlak bij het laboratorium van Cinecen-
trum, waar de belichte films worden
ontwikkeld.
Tevoren zal nog een proef-dropping
worden uitgevoerd. Het komt reeds
meermalen voor dat opnamen voor het
journaal van de NTS per vliegtuigje
naar Hilversum worden gebracht. Door
inschakeling van een helikopter zal dit
journaal in bepaalde gevallen echter
nog actueler worden, temeer omdat een
hefschroefvliegtuig uiteraard in elke
plaats van ons land kan opstijgen.
Jhr. Röell op A.V.R.O.-jaarvergudering
Reclame in de T.V. is ongewenst
(Speciale berichtgeving)
Tijdens de jaarvergadering van de AVRO in hotel Atlanta te Rotterdam, zater
dag gehouden en bijgewoond door afgevaardigden der 12 gewestelijke besturen,
genodigden en een aantal leden hebben de voorzitter jhr. Th. Röell, en de direc
teur, de heer D. Repko, het woord gevoerd. Als belangrijkste onderwerpen werden
de verhouding radio-televisie, de commerciële televisie en de wijze van finan
ciering van de wereldomroep behandeld.
Onder de genodigden bevonden zich prof. mr. Scholten, voorzitter van de
Radio-raad, de heer v. d. Toorn, directeur-generaal van de PTT en mr. Schade
van Westrum, hoofd afd. radio, t.v. en pers van het ministerie van O. K. en W.
Jhr. Röell uitte zijn vreugde oVer het
ledenaantal, dat thans 362.000 bedraagt
en over de gezonde financiële toestand
van de A.V.R.O.
Felle kritiek leverde jhr. Röell op de
wijze van financiering van de Wereld
omroep, die uit de radio-retributie
plaats vindt.
De omroepverenigingen hebben er bij
de regering op aangedrongen de h.i. on
juiste wijze van financiering niet langer
te bestendigen en deze aandrang heeft
slechts gedeeltelijk succes opgeleverd.
Spr. releveerde een uitspraak van de
minister, waarin gezegd wordt, dat de
regering 'tot de conclusie is gekomen, dat
de financiering van de Wereldomroep
primair als een Staatstaak moet worden
gezien.
Een definitieve beslissing wil zij eerst
bij de behandeling van de Omroepwet
nemen.
Jhr. Röell vroeg zich af wanneer de
Kamers deze uit 1953 stammende Om
roepwet in behandeling nemen.
Uit een andere uitspraak van de
minister leidde jhr. Röell af, dat de
omroepverenigingen nog enige jaren
een ontoereikende bijdrage uit de ra
dioretributie zullen ontvangen en dat
H. W. Tilanus eredoctor aan
Vrije Universiteit
Tydens de 78ste diesviering van de
vrye Universiteit te Amsterdam op
20 oktober a.s. zal de heer H. W.
Tilanus, die 9 jaar voorzitter van de
C.H.U. is geweest en die als zodanig
afscheid heeft genomen ,het eredoc
toraat in de rechtsgeleerdheid wor
den verleend, behoudens de vereiste
goedkeuring door de kroon.
De thans 73-jarige heer Tilanus ver
krijgt deze wetenschappelijke onder
scheiding „wegens zijn bijzondere ver
diensten voor het christelijk organisa
tieleven in het algemeen en de Christe
lijke Historische Unie in het bijzonder.
Vooral tijdens en na de oorlog heeft
hij zich met alle krachten gewijd aan
de heroprichting der Unie. Hjj heeft
op bijzondere wijze leiding gegeven aan
een groep, die een geheel eigen plaats
in de Nederlandse samenleving inneemt.
Bovendien heeft hij zijn volle steun
gegeven aan de christelijke organisaties
van werkgevers en aan de christelijke
Vakcentrale, alsmede aan het onderwijs.
Hij heeft veel bijgedragen tot de ver
wezenlijking van de onder wijspacifi
catie".
Bevolking van Nederland
Volgens opgave van het Centraal Bu
reau voor de Statistiek is het aantal
huwelijken in ons land gedaald van
35.710 in de eerste 5 maanden van 1957
tot 34.708 in de eerste 5 maanden van
1958. Het aantal levendgeborenen gaf in
dezelfde periode een stijging te zien van
98.125 tot 99.389, terwijl het aantal over
ledenen steeg van 34.249 tot 38.244. Het
aantal immigranten steeg zeer scherp,
n.l. van 18.991 in de eerste 5 maanden
van 1957 tot 39.835 in de eerste 5 maan
den van dit jaar, als gevolg van het
grote aantal repatriërenden uit Indone
sië. Anderzijds daalde het aantal emi
granten van 30.625 tot 23.829.
Minister Staf terug
Minister Staf is gister per vliegtuig
van zijn bezoek aan West-Duitsland
teruggekeerd. Generaal Kammhuber, de
inspecteur van de Westduitse Lucht
macht, en andere opperofficieren deden
de minister op het militaire vliegveld
Neubiberg bij Mtinchen uitgeleide.
Zöals bekend heeft ir. Staf bespre
kingen gevoerd met zyn ambtgenoot
Strauss en militaire installaties in
Beieren bezichtigd.
Advertentie
Riskeer
niets!
Gisteravond is de kapitale boerderij van de landbouwer D. Kwakernaak aan de
uiterste westgrens van de gemeente Woubrugge tot de grond toe afgebrand. De
brand van deze uit de vorige eeuw daterende boerenwoning trok enorme belang
stelling van de talrijke automobilisten die over de provinciale weg 5 bis in de
richting Amsterdam of Rotterdam reden. Gelukkig was de wind landwaarts, zodat
het verkeer over deze drukke weg, die de verbinding vormt tussen het einde
Rijksweg 4 A en de provinciale weg 5, die weer naar de Rijksweg 4 gaat, kon
doorgaan.
Aangewakkerd door de stormachtige
wind was het pleit binnen het uur be
slecht. De woning met stallen konden al
spoedig als verloren worden beschouwd,
hoe de vrijwillige brandweerkorpsen van
Woubrugge en Hoogmade ook hun best
deden. De Hoogmadese brandweer
kampte aanvankelijk met de moeilijk
heid dat de motorspuit dienst weigerde,
waardoor twintig kostbare minuten ver
loren gingen. De Woubrugse brandweer,
die wat later verscheen gaf spoedig,
onder leiding van de commandant J. van
Klaveren, water. Er viel toen echter van
het als een fakkel brandende woonhuis,
met de stallen en de hooiberg, niets
meer te redden. Men moest zich bepa
len tot het nat houden van de wagen
schuur en varkensschuur, waaruit een
zestigtal varkens gered kon worden.
De brand werd ontdekt door de zoon
Wiardi Beekmanstichting verklaart:
Geen overdracht aan anti-westers regime
„Bestendiging van de band tussen Nederland en Nieuw-Guinea moet noch in
het belang van Nederland, noch in het belang van de Papoea's worden geacht",
aldus de conclusie van een commissie van de dr. Wiardi Beekman Stichting over
het vraagstuk Nieuw-Guinea. Deze commissie, die onder voorzitterschap stond
van dr. P. J. A. Idenburg, heeft op verzoek van de P. v. d. A. een rapport over het
vraagstuk uitgebracht.
Volgens een ons door de Stichting ver- i
strekte samenvatting van 't rapport zijn
in het rapport de internationale aspec-
ten van het probleem Nieuw-Guinea be-
wust in het volle licht gesteld, daar deze.
naar de mening der commissie, de arv
dere facetten van het vraagstuk in be -
tekenis verre overtreffen. De onzeker
heid van de toekomstige politieke ont
wikkeling van Indonesië heeft echter de
mogelijkheden om een analyse te geven
een uiterst onbevredigende toestand zal
worden bestendigd.
De minister ziet dit zelf in en wenst
op korte termijn te komen tot een
verhoging van de luisterbijdrage.
De omroepverenigingen zijn hier
tegen, omdat zij menen, dat geen ver
hoging nodig is, als wordt besloten de
kosten van de Wereldomroep uit de
schatkist te voldoen.
Spreker gewaagde nog van de goede
samenwerking tussen de A.V.R.O. en de
andere omroeporganisaties, verenigd in
de Federatie van Omroepverenigingen,
de Nederlandse Radio Unie en de Ne
derlandse Televisie Stichting.
Vervolgens stelde jhr. Röell de vraag
of de radio door de televisie zal worden
verdrongen.
Gezien de toeneming van zowel tele
visie- als radiotoestellen, meende hij deze
vraag ontkennend te moeten beantwoor
den. Radio en T,V. kunnen naast elkaar
ieder voor zich tot verdere ontwikkeling
komen.
Sprekend over de Kluis-actie, die
f. 1.350.000 opbracht, zei jhr. Röell, dat
er reeds nu plannen zijn voor een
nieuwe grootscheepse actie.
Verheugend noemde de voorzitter de
toestemming van de regering tot de bouw
van een derde T.V.-studio, waardoor uit
breiding van het aantal zenduren mo
gelijk zal worden.
Hij deed een ernstig beroep op de
regering bij het verlenen van financiële
steun aan de televisie, de uiterste soe
pelheid te betrachten.
Er is alle reden te hopen, dat de
financiële zelfstandigheid van de T.V.
binnen enkele jaren zal zijn bereikt.
Spreker verwachtte in 1960 500.000 ge
registreerde toestellen (op 5 juli waren
dat er 317.090).
De opbrengst der kijkgelden zal dan
voldoende zijn tot bestrijding van alle
uitgaven op het terrein van de televisie.
Het aantal zenduren zou kunnen wor
den verhoogd, wanneer de plannen van
de regering" tot verhoging van het kijk
geld van f.30 op f.40 zou worden ver
wezenlijkt.
Jhr. Röell maakte onderscheid tus
sen commerciële T.V. en reclame in de
T.V. Dit laatste zou kunnen worden
ingelast tussen de normale uitzendin
gen. De omroepverenigingen staan
echter op het standpunt, dat ook dit
ongewenst is, en menen dat deze
kwestie eerst dan opnieuw onder ogen
dient te worden gezien, wanneer in
België en Duitsland, van waaruit de
uitzendingen in verscheidene delen van
ons land kunnen worden gevolgd, tot
reclame in de televisie zou worden
overgegaan tot mogelijke schade voor
het Nederlandse bedrijfsleven.
Jhr. Röell deelde tenslotte mede, dat
hij met de doelstellingen van de on
langs opgerichte Vereniging van Tele
visiekijkers sympathiseert, doch meende,
dat deze vereniging in dit opzicht geen
taak heeft.
Sprekende over het Televisie- en FM-
ne't, zei de heer Repko, dat de centrale
T.V.-zender in Lopik ingrijpende voor
zieningen behoeft, aangezien het huidige
volume van 20 kw onvoldoend is. Het
is vrij zeker, dat de T.V.-zender te Mar-
kelo en Roermond nog dit jaar in dienst
kunnen worden genomen.
Van de circa drie miljoen radiogezin
nen zijn er ongeveer 300.000 kijkers. Dit
betekent, dat de bijna 90%, die alleen op
radio zijn aangewezen, hun volle rechten
behouden en dat het radioprogramma in
de tijden, dat de televisie ook uitzendt,
geen enkele kwalitatieve achteruitgang
zou mogen ondergaan. De radio-uren,
waarop geen televisie te zien valt, zullen
meer inhoud moeten krijgen, opdat de
televisiekijker ook zijn vreugde kan
hebben van zijn radiotoestel.
van deze internationale aspecten onver
mijdelijk verkleind.
Om aan deze moeilijkheid te ontko
men, aldus de samenvatting, hebben de
samenstellers van het rapport, ten aan
zien van de toekomstige ontwikkeling
van Indonesië drie mogelijkheden onder
scheiden: 1. de situatie in Indonesië
blijft gekenmerkt door een grote mate
van politieke instabiliteit eh onzeker
heid; 2. een communistisch, of dooi
communisten gedomineerd regime weet
zijn gezag over de Indonesische Archi
pel te vestigen:
3. een democratisch, niet door anti-
Westerse ressentimenten beheerst re
gime ziet kans zijn gezag in geheel In
donesië te doen gelden en de politieke
stabiliteit in dit land te herstellen.
Alleen in het laatstgenoemde geval
kan naar de mening van de commissie
overdracht van de soevereiniteit van
Nieuw-Guinea aan Indonesië in over
weging worden genomen.
Oriëntering op South Pacific
Ten aanzien van de gedachte om het
gebied onder het trustschapstelsel van
de V.N. te plaatsen, wordt opgemerkt,
dat nu na zoveel jaren van strijd in de
V.N. een groot aantal mogendheden zich
min of meer blijvend aan de zijde van
de Indonesische souvereniteiteis heeft
geschaard, een oplossing in deze geest
voor het ogenblik praktisch niet moge
lijk zal blijken te zijn.
Als oplossing, die de commissie zelf als
niet meer dan een richtsnoer be
schouwt, worden besproken de moge
lijkheid van een oriëntering op 'Ut ge
bied van de South Pacific. De weg
daarheen zal moeten worden gebaand
door samenwerking van de mogend
heden die bij dit gebied territoria'al
betrokken zyn.
Met deze samenwerking is reeds in
1947 een begin gemaakt door het schep
pen van een permanent overlegorgaan:
de South Pacific Commission, met voor
namelijk consultatieve en adviserende
taken. De mogelijkheden om tot verster
king en intensivering van deze samen
werking te geraken dienen stellig nader
te worden onderzocht. Een Nederlands
initiatief in deze richting zal bepaald
niet kansloos zijn. Tot welke staatkundi
ge structuur een dergelijke samenwer
king uiteindelijk zou moeten leiden, valt
uiteraard nog moeilijk te zeggen, aldus
de samenvatting. De mogelijkheid van
een Melanesische staatsvorming dient
stellig niet te worden uitgesloten.
Wanneer Nederland besluit in deze
richting de voltooiing van zijn taak
ten opzichte van Nieuw-Guinea te
zoeken is er, ook al is het einddoel nog
betrekkelijk onbepaald en al Is de
gang daarheeen in hoge mate afhan
kelijk van de samenwerking met an
dere mogenheden, in ieder geval een
duidelijke, ook uit internationaal oog
punt geheel verdedigbare vorm gege
ven aan onze Nieuw-Gulnea-politiek,
aldus de samenvatting.
Veel bleef er niet over van de grote
boerderij
Huib, die omstreeks half acht bezig
was buiten zijn konynen te voeren, toen
hij rookkolommen uit het rieten dak
boven het achterhuis zag kronkelen. On
middellijk waarschuwde de jongen zyn
ouders, die bezig waren kaas te maken.
Uit het onderzoek, dat de landbouwer
instelde bleek, dat door oververhitting
van de schoorsteen van het waterfor
nuis het rieten dak in brand was ge
raakt. Direct probeerde de heer Kwa
kernaak nog met een slang op de wa
terleiding het vuur meester te worden,
welke ongelijke strijd hy echter spoedig
moest staken.
Omstreeks negen uur was de woning
vrijwel tot de grond toe afgebrand en
kon met de nablussing van de hooiberg
en de puinhopen begonnen worden.
De heer Kwakernaak was verzekerd.
De schade bedraagt tienduizenden gul
dens.
Tondano omsingeld
De Indonesische regeringsstrijdkrach
ten hebben de stad Tondano, een der
laatste bases der opstandelingen in
Noord-Celebes, omsingeld, aldus meldt
het persbureau Antara.
De regeringstroepen hebben gisteren
versterkingen op een afstand van 3
kilometer van de stad bezet. Kort
daarna maakten zij zich meester van
Kampong-Djawa, een voorstad van
Tondano. Een ander bataljon heeft
Tonsea-Lama, twee km. ten noorden
van Tondano, bezet, aldus Antara.
Soekarno over de verdediging
In een rede ter gelegenheid van de
heropening van de goudmijn te Tjiko-
tok, in West-Java, welke sinds 1945
gesloten is geweest, verklaarde presi
dent Soekarno zaterdag, dat Indonesië
in staat moet zyn in politiek, militair
en economisch opzicht zichzelf te ver
dedigen, aldus meldden de Indone
sische persbureaus.
De president verklaarde, dat door de
nederlaag van de opstandige beweging
Indonesië in politiek opzicht sterker is
geworden, terwijl de kracht van de drie
onderdelen der strijdkrachten is toege
nomen. De heropening van de mijn in
Tjikotok noemde de president een stap
in de richting van een betere economi
sche defensie van de Republiek.
Rijst uit Noord-Vietnam
Volgens „Antara" hebben Indonesië en
Noord-Vietnam op 10 juli een overeen
komst getekend volgens welke Noord-
Vietnam in de verdere loop van 1958 een
hoeveelheid ryst van 10.000 ton naar
Indonesië zal zenden
In een te Djakarta ontvangen bericht
uit West-Borneo wordt gemeld, dat 4.000
ton kopra liggen opgeslagen in de goe-
dangs te Pemangkat. Singkawang en
Pontianak. De oorzaak van deze opeen
hoping van het produkt is gelegen in
moeilijkheden met het transport en ge
brek aan scheepsgelegenheid voor afvoer
van de kopra naar Java.
Nederlandse pater vermist
2000 miliairen, burgers en jongelieden
nemen op het ogenblik als vrijwilligers
deel aan de opsporing van een Neder
landse pater uit Djokjakarta, die van
een bestijging van de berg Soebing, na
bij Wonosobo in Midden-Java, niet is
teruggekeerd en sedert enige dagen wordt
vermist. Het zoeken naar de vermiste
geestelijke heeft tot dusver echter nog
geen resultaat gehad.
„Zieke plek"
Het beleid van de Nederlandse rege
ring met betrekking tot Nieuw-Guinea
kenmerkt zich nu al jarenlang door een
immobilisme, waardoor de Nieuw-Gui-
neakwestie steeds meer een zieke p;ek is
in onze nationale en internationale po
litiek. Een spoedige ombuiging van dit
beleid is daarom geboden. In het be
lang van Nederland en Nieuw-Guinea
beide zal de politiek van de regering ge
richt moeten zijn op liquidatie van het
vraagstuk Nieuw-Guinea als Nederlands
probleem.
De commissie was als volgt samenge
steld: dr. P. J. A Idenburg 'voorzitter);
mr. M. van der Stoel (secretaris): prof.
mr. F. M. Baron van Asbeck; mr. S. C.
Graaf van Randwijck; mr. A. M. Joekes:
J. de Kadt. dr. P J. Koets. dr. A. Mul
der: dr. C. L. Patijn. A. de Ruijter. prof
dr. ir. W. Schermerhom; N. Stufkens P
van 't Veer en W. Wierda.