„FANFARE Spiedend radaroog helpt de navigatie SBJie BERT HAANSTRA'S VERZIEND OOG VAN NOORDWIJK REIKT TOT VOORBIJ CALAIS ZATERDAG 5 JULI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 4 Camera's in Venelie van het Noorden gezien van een Giethoorns bruggetje Verschil tussen (film) stilte en (dichterlijke) stilte Regisseur Bert Haanstra rechtsgeeft Hans Kaart en Ineke Brinkman nog enige laatste aanwijzingen. akoestische ongerechtigheden. Een ver geblaat, een kwakende kikker als stem mingsfond voor de dialoog daargela ten, registeert de bibberende naald: geklos van daverende klompen, een driftig blaffende hond. de bel van een winkeldeur, een vrouwenstem, geram mel met melkbussen, het nu nog verre maar onafwendbaar naderbij komende gebrom van een gemotoriseerde punter. Film is een zaak van het absolute. Stilte is stilte. Niet die van de poëet en van de dromerige wandelaar in de zon. Het is de volmaakte roerloosheid van de geluidsnaald. Daarom staat Rudi Meyer met zijn onafscheidelijk geworden toeter op het wankelste bruggetje van Giethoorn en verscheurt de stilte van het dorp met zijn kreet om stilte. De natuur krimpt ineen. De botenverhuurders en de caféhouders zeggen tot hun ver schrikte klanten: Er wordt daar gefilmd Tot niemand Er wordt daar gefilmd aan ..FAN FARE". De eerste grote speelfilm van de nieuwe Nederlandse produktiemaat- schappij. Sapphire Films te Amster dam. Vandaar, dat de bezoeker op het smalle erf van café De Waayer een helder-wit bordje vindt: „Saphire Films - studio 1". En op het erf van de Giethoornse kleuterschool, buiten aan de eKrkweg: „Sapphire Films - studio 2" En straks, ergens aan de schone, wijde plas bij de Rotonde: „Sapphire Film - studio 3". Men kan niet zeggen, dat de filmers „bezit" van Giethoorn hebben geno men. want er is geen macht ter we reld, die bezit nemen kan van dit dorp en van zijn onwerkelijke rust. Maar op een bepaald ogenblik van de dag treft men de schuit aan met de camera en de spijkerbroeken, in het donkere, roerloze water. En een heer, die de acteur Ton Lutz is, vertrouwt op het houten leuninkje langs het pad en zegt tot Niemand aan de overkant van het water: Ach, dus jullie gaan trouwen? Mooi zo. En meteen al een huis! Stop, zegt Haanstra bedachtzaam. Ton, wil je alsjeblieft iets meer tegen de onderkant van die boom daar praten? O ja, zegt de acteur en herhaalt blijmoedig: Ach. dus jullie gaan trouwen Pardon, zegt regisseur Haanstra, de onderkant van die andere boom graag. Ton.... Kunnen we? Stilte! Laat eerst die punter passeren, zegt Rudi Meyer, met de toeter zwaai end Die heeft al te lang moeten wachten. De punter, zwaar van touristen, tuft aan het tafereel voorbij. Het is een wat ongeregeld gezelschap in hemdsmou wen en nopjesjurken jong en oud door elkaar, vol uitbundigheid en tuk op het buitenkansje van de filmerij. De jongens hangen branie-achtig bui ten boord en één van hen roept: Hé zeg. hebben jullie Gina niet meegebracht?! (Van een speciale medewerker) Giethoorn ligt gecamoufleerd in een weelde van zomergroen, dat het tot op honderd meter onttrekt aan het oog van de be zoeker. In die noordwesthoek van Overijssel glijden de witte auto banen kilometers aan dit kleine dorp voorbij en men heeft de smalle kronkelwegen te volgen door een landschap, dat vol is van de romantiek onzer jongens boeken de koeien en de hooi schelven, de sloten en de veld wachter en het spelevaren op de weidse, zon-overgoten plassen. En zelfs die smalle wegen vol verrukkend schoon van een ver scholen kerkje, een in zilver bloeiende heg, een knoestige wilg aan de slootkant, voeren niet verder dan een wat onwennige parkeerplaats aan de rand van het dorp. Dit is de minuscule Piazza di Roma van het „Venetië van het Noorden" en ge hebt hier zelfs de ruimte op een door- de-weekse dag, want de autobus sen zijn als enorme horzels reeds blijven steken in het onzichtbare net, dat de ondernemers van pun- tertochten en kleurige caféterras sen rondom Giethoorn hebben gespannen voor de tourist van heinde en ver. Doch laat Uw auto achter hij de grote blauwe P van -parkeren en wandel het dorp eens binnen langs het smalle binnenpad en onder het zomers lover. Van de tientallen hoge bruggetjes af gezien is Giet hoorn een wonder. Wij willen niet zeggen, dat het het reclamewonder van Venetië is, want terwijl de Do- genstad als een reusachtig vuur werk praalt met de roem van dood en verleden, conserveert Giethoorn ingetogen en bijna calvinistisch de rust, die in ons rumoerige Neder land is zoekgeraakt. Rust heeft geen toekomst meer en dingen die geen toekomst meer hebben zijn bijzonder attractief. Wandel een kwartier door Giethoorn en ge staat „buitenspel" in onze luid ruchtige wereld. Dat is een heerlij ke en bijzondere gewaarwording En toch alle dingen zijn ook weer betrekkelijk. Want Stilte!, beveelt een luide stem. Stilte! Een schalmeistoot klinkt als een zware knal achter het bevel en rim pelt dan ver weg over de weilanden tot aan de kleurige caféterrassen met hun limonadevlaggen en de steigers der puntenverhuurders. Dat zijn de filmers, zeggen de mannen daar, als honderd procent in gewijden. De wandelaar, ruw weggetoeterd uit zijn droom, ontwaart nu ook tussen het dicht neerhangende gebladerte en het groen-gouden water een ongewoon be weeg. Een platte schuit voorlopig be mand met de onderstukken van spij kerbroeken en afhangende kabels, drijft door de vaart. Een behoedzaam langs het pad voortgestapte meter opent eensklaps door de bladeren een onbe lemmerd uitzicht op het ganse ana chronistische tafereel. In de spijker broeken steken (goeddeels) geruite jongelui van beiderlei kunnen, die te doen hebben met zo technische zaken als filmcamera's, lampenseries, reflec toren en wat dies meer zij. Zy volgen de aanwijzingen van re gisseur Bert Haanstra, die hier ernstig aan zijn eerste speelfilm werkt. De camera, in de hand van de bekwame Eddy van der Enden, is gericht op de wallekant, waar een heer, vertrouwend op een houten leuning, zinnen spreekt tot Niemand. En midden op het hoogste en gam- melste Giethoornse bruggetje staat produktiedirecteur Rudi Meyer cn heeft de stilte verstoord met zyn roep om stilte Stilte Keten van walstations adviseert bij mist Havenradarsysteem in West-Europa. Veiligheid en continuïteit hand in hand (Van onze Haagse redactie) Het was met meer dan alledaagse nieuwsgierig heid, dat wij, zo tegen het einde van de oorlogs jaren, zwarte met zilverpapier beplakte strookjes papier opraapten, die tijdens de overtocht door de brommende, en muziek der bevrijding zoe mende, vliegtuigen der geallieerden werden neer geworpen. Wij wisten al spoedig, dat het iets te maken had met een verdedigingssysteem en dat het bedoeld was de peiling der vliegtuigen te misleiden. Doch hoe dit verdedigingssysteem werkte, hoe de vliegtuigen gepeild konden wor den, dat wisten wij niet. De Duitsers waren er aan het einde van de oorlog wel achter. Doch zij waren daarmede te laat. Zij hadden door het radarsysteem (zo heette dit), talrijke verliezen geleden. Door radar (radio direction and range) kon een vliegtuig gemakkelijk een onderzeeboot opsporen als deze aan de oppervlakte kwam. Een onderzeeboot kon met behulp van radar op grote afstand reeds een vijandelijk schip waarnemen en men kon een aanvliegende golf vijandelijke vlieg tuigen tijdig melden. Kortom: radar was een won- dersysteem, dat het troetelkindje werd van de geallieerden en uitvoerig werd bestudeerd en verbeterd. De toepassing van radio als hulpmiddel voor verkenning en navigatie was reeds algemeen. Met radar evenwel werd een object althans de aanwezigheid daarvan aangetoond door het doen terugkaatsen van uitgezonden golven. Stoffen, die elektrische stroom geleiden, zyn de beste reflectoren. Het te ver kennen object werkt niet mede bij de reflectie van de radio-golven. Niemand kon dus constateren, dat hij op of bij zijn object werd waargenomen. Door het uitzenden en weer terugontvangen van de gerichte radiogolven, kon men niet alleen de richting, doch ook de afstand bepalen, omdat men met de voort- plantingssnelheid der radiogolven bekend was. Later ging men ertoe over om in plaats van tonen uit te zenden en terug te ontvangen, de elektronen-stralen op een fluorescerend scherm van een kathoden straalbuis in beeld te brengen. Men zond regelmatig de pulsen uit, die als een echo op het scherm terugkeerden. Hiertoe gebruikte men automatisch continu draaibare antennes met een sterk lichteffect, waaraan ook de ontvangantenne gekoppeld was. Op deze wijze zocht men het luchtruim af en kon men talrijke objecten in een korte spanne tijds waarnemen. Wij hebben het nu echter geleerd. De stilte, waarin wij gelukzalig weg dromen, waarin wij het slopende ge raas ontvluchten van onze twintigste- eeuwse zes-cylinders en acht-cylinders en straalmotoren, de stilte der pure landelijkheid en die van de dichters is geen stilte Beluister dit zoete oord met de kop telefoon van de geluidstechnicus om de oren: het is een vergaarbak van Nieuw systeem radarantenne: lichtgewicht. Achterstand ingehaald Eerst later kwamen de Duitsers ach ter het gebruik van deze radarappara ten. De geallieerden hadden echter reeds een belangrijke voorsprong ge boekt. Het is begrijpelijk, dat de radar techniek ook tot belangrijke vredes- toepassingen zou leiden, vooral in het scheepvaart- en luchtvaartverkeer. In de door de Duitsers bezette gebieden was een kennelijke achterstand in technische kennis en praktische erva ring. Dit weerhield de heer J. M. F. A. van Dijk niet het initaitief te nemen tot de oprichting van een particulier researchinstituut, dat zich ten doel stelde de toepassingsmogelijkheden van radar en aanverwante technieken te onderzoeken. Dit instituut, „Het Ne derlandse Radar Proefstation", werd te Noord wijk in een villa ondergebracht. Men begon er in 1947 bij wijze van spreken met een tang en een schroe- vedraaier, thans werkt er in het la boratorium een team ingenieurs en technici, een dertigtal, voorzien van de verfijndste precisie-apparaturen en -instrumenten aan het onderzoek van de nieuwe toepassingsmogelijkheden van radar en zal daar - zo deelde de heer Van Dijk ons welbespraakt mede - zeker nog met tal van verrassingen voor de dag komen. Want, zo meent hij, het is niet onze bedoeling het een of andere instrument of apparaat na langdurig onderzoek met 2 procent te verbeteren, wetende, dat een ander straks nog eens met een kleine verbe tering komt. Wij stellen ons een doel. dat ver vooruit ligt en dat niet zo maar te bereiken is. De techniek is dyna misch en al kan men niet stellen - al dus de heer Van Dijk - dat wat van daag gebouwd is, morgen reeds ver ouderd is, toch is het zó, dat steeds nieuwe ontwikkelingen, gebaseerd op een voortschrijdend onderzoek, een rol spelen. In Amerika bestaan vele proefsta tions, gesteund door de regering. Het Noordwijkse radar proefstation wordt niet gesteund door het Rijk, hoewel het wél proefopdrachten van het Rijk krijgt. Evenzeer werkt het proefop- Twee jonge krachten krijgen in „Fanfare" hun eerste filmkans Wim van den Heuvel en Ineke Brinkman. drachten uit voor de Nederlandse in dustrie, die daarvoor geen tijd heeft en geen instrumenten bezit. „Nederland moet op researchgebied een positie gaan innemen, anders degraderen wy". En Nederland neemt thans een posi tie in. Immers, niet alleen werd aan het station te Noordwijk opdracht ge geven om voor de haven van IJmuiden en voor de Nieuwe Waterweg een ha ven-radarsysteem te ontwerpen, doch ook heeft men de opdracht voor on derzoek voor de toepassing van een haven-radarsysteem voor de Elbe en de Weser. Bovendien gaf de Belgische regering de opdracht tot het onder zoek naar de toepassing van zulk een systeem voor de havens van Antwer pen en de Westerschelde. Een op dracht, die de steun van de Nederland se regering ondervond. Het rapport is kortgeleden uitgebracht. Een Benelux- gedachte dus. Reusachtige cycloop In het laboratorium te Noordwijk stonden wij oog in ook met een radar, waarmee men bezig was de Noordzee af te zoeken. Oog in oog zeggen wij, omdat wij de indruk kregen, dat een reusachtige cycloop bezig was grote af standen met één oog af te tasten. Op het scherm zagen wij lichtende stippen, schepen, die zich van en naar de ha vens spoedden. Wij zagen op kilometers afstand Calais, Lowestoft, Harwich, Hoek van Holland. Enkele vlekken wa ren de zware regenwolken, die over ons land waren getrokken en zware plensbuien hadden veroorzaakt. Zelfs op 500 km. afgstand kan men de zware onweersbuien zien aankomen. Een apparaat, dat van groot nut voor de metereologie zou kunnen zijn. Voor Schiphol heeft De Bilt dan ook zulk een apparatuur besteld, echter in En- tions opgesteld. Voor de Nieuwe Wa terweg zijn dat er 7, van deze stations af kunnen die delen van het vaarwa ter worden waargenomen, die naviga- torisch als moeilijk kunnen worden ge kwalificeerd. Komt nu de loods aan boord van een te beloodsen schip, dan heeft hij een portofoon by zich. Met deze portofoon, voorzien van diverse kanalen, staat hij in telefonische ver binding met telkens een ander walra- darstation, dat hem vertelt wat er in dit vak gebeurt, ter welker hoogte hij zich bevindt, wat passeert, hoe andere schepen passeren en op welke afstand. Ook wordt meegedeeld of er tegenlig gers of oplopers zyn. De beoordeling van de navigatie blyft echter berusten bij de loods, i.e. de kapitein. Hy beslist na kennisne ming van al deze bijzonderheden. Zyn eigen radar kan hy bijhouden ter eventuele controle van het meegedeel de, dat echter meer in details treedt dan de scheepsradar, waarmee men byv. niet om een bocht of door gebou wen heen kan kyken. Dank zy dit radarsysteem komt on geveer 86 van de schepen binnen, die anders voor de mond van de Wa tering in de mist bleven liggen. Het aantal ongevallen op de Waterweg is verminderd. Identificatie gewenst Nog bestaat niet de mogelijkheid de schepen per radar te identificeren. Wel kan men een bekend schip bepaalde tijd in het oog houden. Bij drukke scheepvaart kan men het beeld echter kwijt raken. Op bepaalde momenten kan het dan weer als bekend optreden, als het gesignaleerd wordt door loods boot of op zekere tijd een punt pas seert volgens een te voren afgesproken navigatie. Het verziende oog van Noordwijk reikt tot voorbij Calais, Harwich en Lowestoft. geland. Met het Nederlandse apparaat kan men evenwel ook verticaal meten. Het is echter geenszins de bedoeling metereologische apparaten te ontwer pen. Dit was slechts een zijweg, waar op men maar even gewandeld had. Met succes overigens. Geperfectioneerd Meer houdt men zich bezig met het perfectioneren van de haven-radarsys temen, waarbij het noodzakelijk bleek nieuwe wegen in te slaan en een preci- sie-apparatuur te bouwen met nieuwe meetmethode, het zogenaamde Raplot- systeem, terwijl ook speciaal radar antennes moesten worden ontworpen. Men wist al spoedig, de achterstand in te halen, doch bovendien met eigen ra dar-technische ontwikkelingen te ko men, die in het buitenland de aandacht trokken, waardoor de Nederlandse elektronische industrie belangrijke op drachten kreeg. Veiligheid bevorderd Men heeft wel eens kunnen lezen dat voor de Raad van Scheepvaart een aanmerking werd gemaakt als een ka pitein op zijn radar vertrouwde en in de mist met snelle vaart doorvoer. Deze aanmerking geldt echter de mobiele ra dar. Natuurlijk moet een kapitein blij ven uitkijken. De haven-radar is echter een statisch systeem, dat de veilige na vigatie in de zeegaten en havens be vordert en tevens continu verkeer ver zorgt. Veiligheid en continuïteit gaan hier samen. Waar een havenradarsysteem is ont worpen werd een aantal walradarsta- Men zoekt evenwel naar bepaalde pulsen of echo's, waardoor het schip zich kenbaar maakt. Het zou mogelijk moeten zijn, dat een schip een gere gistreerde code-echo gaf, welke men dan in een sleutelboek zou kunnen op zoeken. Het identificeren is echter nog in een pril stadium van onderzoek, doch houdt de aandacht te Noordwijk wel gevangen. Toekomstmuziek De intrede van geleide projectielen en aardsatellieten boeit op Noordwijk de aandacht evenzeer. Zij stellen aan de radarapparatuur andere eisen. Bij de lange-afstand-apparatuur moet men denken in honderdduizenden kilome ters afstand. Er is dan ook naast de in het buitenland ontworpen „maser" (molecular amplifier for stimulated emission of radiation) - misschien wel daarboven - een nieuwe conceptie ont wikkeld. De leider van het station praat over een diepvries-antenne, waarmede hij vagelyk aanduidt, dat by een gekoel de antenne, die een temperatuur van het absolute nulpunt benadert, (dus bij circa -270 graden Celsius) de zoge naamde ruis in de antenne geëlimi neerd wordt en de echo constant blijft. Problemen voor welker oplossing men hoog moet reiken. Doch by de elektro magnetische golven zijn vele mogelijk heden. Men kan op dit terrein grote effecten verwachten, een revolutie op elk gebied, zelfs in de geneeskunde. Dit alles is echter een zaak van geduld. Bij de research moet men evenwel nooit verder dan drie jaren denken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 14