ONZE KAMERPLANTEN IN DE ZOMER
Een Zoeklicht
Massale en gruwelijke moordpartij
ontluisterde Richards kroningsdag
we
De
De
ZATERDAG 28 JUNI
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 2
v.
OP DE BOEKENMARKT
Bewogen Leven
van schittering iverd dag van duisternis
Dag
HELD DROOMDE VAN DAPPERE DADEN
UIT DE HERVORMDE PASTORIE
VAN MELBOURNE
Ds. en Mevr. Geursen beloven beterschap
David Walker. „De bezeten
jacht" P. N. van Kampen.
Amsterdam z.j.
Ja. Ja, op tijgers Jagen is en blijft
een geliefde bezigheid bij Engelse mi
litairen b.d., of zij nu in India gediend
hebben of ergens anders. Zo vergaat
het ook Harry Black. Harry is wat men
noemt een kei van een vent. Dat hoort
men uitvoerig in de .flash-backs",
waaruit dit boek voor een groot deel
bestaat. In 1938 veel wildebrasserij op
paarden en olifanten benevens in niet
nader te noemen oorden, standplaats
India. In 1943 ontsnapping uit een ge
vangenkamp, standplaats Duitsland. In
1944 in Canada, als ik het wel heb be
grepen, om aan de vrouw van zijn
vriend Desmond Tanner te vertellen
hoe deze laatste het maakt. Hiermee
hebben we dan de dosis sentimentali
teit zonder welke deze krachtpatsers
met de pen het nooit afkunnen. Ver
volgens vindt de herontmoeting plaats
tussen het gezin Tanner en de eenza
me Harry wederom in India, waar
thans de tijger de mysterieuse en me
tafysische rol gaat spelen welke auteurs
die met hun eigen keihardheid geen
raad meer weten, altijd op de schou
ders van de heren der wildernis leggen.
Zo'n tijger krijgt dan in de regel meer
verstand toebedeeld dan de hem om
ringende menselijke wezens. Tot slot
krijgt de tijger de kogel en de jager
verdwijnt met een gebroken hart van
wege de vrouw van die vriend van hem.
Overigens zouden liefhebbers van dit
soort verhalen er beter aan doen deze
roman maar in het Engels te lezen.
Liam O'Flaherty. „Skerret".
De Arbeiderspers. Amster
dam 1958.
Liam O'Flaherty is een van de zeld
zame Ierse schrijvers, die de stof voor
zijn romans uit hun eigen land halen.
Hoewel van de bekende Engelse schrij
vers een aanzienlijk aandeel uit Ier
land afkomstig is, komt het zelden
voor dat zij hun vaderland als bron
van inspiratie gebruiken. O'Flaherty,
die men werkelijk wel onder de grote
hedendaagse romanciers kan rekenen,
is zijn land trouw gebleven. Daaruit
komt voort, dat zijn romans volksro
mans zijn, hoewel men daarbij niet
moet denken aan de weeïge verhalen
van boereneenzaamheid, al of niet met
primitieve liefde. De romans van
O'Flaherty hebben kracht en ras. Hij
beeldt weergaloos knap de bevolking
uit van een eiland op Ierlands west
kust, een bevolking, die in de tijd
waarin de roman Skerret speelt, het
eind van de vorige eeuw,, in een staat
van voor heden welhaast onbegrijpelij
ke armoede en onwetendheid leeft
Toch zou men deze mensen niet pri
mitief kunnen noemen, aangezien cte
harde leerschool van hun leven hun
dapperheid en pienterheid heeft gege
ven. Hun hersens werken snel en hun
woorden zijn onversaagd, evenals hun
daden. Boven de uitbeelding van het
volk, komt bij Liam O'Flaherty de lots-
beslissing van het mishandelde Ierland
aan het woord. Zoals het op dit eiland
toegaat, zo is het vóór de bevrijding
overal toegegaan. De bezettende Engel
sen en de clerus bestreden elkaar met
eerlijke en oneerlijke middelen de
macht over dit wilde volk, dat taai en
verbeten' langs ondergrondse wegen
zijn vrijheid zocht.
De hoofdpersoon uit dit verhaal, de
schoolmeester Skerrett, zou men als
een derde macht kunnen zien. Hij is
zelf een rauwe en onwetende kerel,
maar zijn doel - de eilandbewoners de
verlichting te brengen in de vorm, die
by hen past - bewijst zijn natuurlijke
intelligentie. Daarbij komt hij in
heftig conflict met de pastoor Moclair,
die, hoewel niet slecht voor zijn paro
chianen, geen macht naast de zijne
duldt. Een woeste strijd gemengd met
intrige wordt over de hoofden van de
vissers en boeren uitgevochten.
Meesterlijk heeft O'Flaherty al deze
krachten en tegenkrachten verwerkt in
zijn roman; zoals ik al opmerkte aan
het begin, een van de zeldzame, die
aan dit interessante volk gewijd zijn.
Nevil Shute. „Gebed voor
een vrouw". Zutd-Holland-
sche Uitgeversmij. Den Haag
z.j.
Nevil Shute is eigenlijk een zeer goed
schrijver en daarom is het Jammer, dat
hij zijn boeken altijd neerhaalt door
concessies aan de lectuurverslinders.
Deze roman, die in het Engels de
mooie titel „Requiem for a Wren"
draagt, - in het Nederlands weer eens
fiks verwaterd en afgedrukt op de
weerzinwekkendste omslag, die ik in
tijden gezien heb, - verbergt in een
hoeveelheid weinig interessante romp
slomp een uitstekende karakteristiek
van de Engelse vrouwen, die in de oor
log dienst hebben gedaan bU de vrou
welijke hulptroepen van marine en le
ger. Na de bevrijding is het gebleken,
dat deze vrouwen, erger dan hun man
nelijke collega's, leden aan gestoorde
aanpassing. De hoofdfiguur van deze
roman, de wren (marva) Janet Prenti
ce is een typisch voorbeeld daarvan.
Want het is niet alleen door het sneu
velen van haar geliefde, Jim Duncan,
noch ook door de vrees door diens
broer voor een goudzoekster te worden
aangezien, dat zij het leven opgeeft. Zij
is na de vrede een zwerfster gewor
den, die het liefste weer in het oude
verband zou worden opgenomen. Dat
zij echter zonder zich bekend te ma
ken, de familie van haar overleden ge
liefde in Australië gaat opzoeken, vindt
zijn oorzaak ook grotendeels daarin
dat zij, misleid door Jims rang, zich
die ouders voorstelt als arme boeren
mensen voor wie zij een steun hoopt te
zijn. Zij zoekt een plek, waar zij haar
aandacht en haar zorg geven kan. De
terugkeer van de tweede zoon Alan, die
Janet eenmaal kort ontmoet heeft,
brengt de toespitsing van het drama
van deze Janet. Het is stellig de moei
te waard om haar gestalte uit de berg
van onbelangrijkheid op te delven.
CLARA EGGINK
Richard van Aquitanië heeft de regering over Engeland en de Engels-Franse pro
vincies aanvaard en daarbij verklaard dat hij de trouwe dienaren van zijn vader
hun betrekkingen zal laten houden.
De vrienden, die met hem zijn vader hebben beoorloogd, werden niet op een in het
oog vallende wijze beloond. Koningin Eleonore, gevangen gezet door haar gemaal,
omdat ze tegen hem had samengespannen met haar zonen, kreeg nu de vrijheid.en
de ruimte. Weldra begon zij aan haar grote reis, van vlek tot vlek, van stad tot stad.
Overal verkondigde zij dat de nieuwe Koning een algemene amnestie had afgekondigd.
Zij, de landvoogdes, was door hem gezonden dit alvast mee te delen. Koningin Eleonore
was, ondanks haar leeftijd, nog een zeer energieke en charmante vrouw. Overal waar
ze kwam bloeide het leven op.
Een algemene amnestie: dat betekende een einde aan dat eeuwigdurende getwist.
Dat betekende vrede en welvaart. De Koningin leefde zich uit in deze opdracht. Geen
enkele opdracht was beter geschikt geweest voor haar. Ridders, burgers, boeren en de
vrouwen die in die dagen zogenaamd nog niet meetelden, allen kwamen op haar hand.
Af en toe komt er een brief van een van onze vrienden uit Leiden
met de vraag: „Waarom horen we nooit meer iets van jullie? Jullie
beloofden zo plechtig, dat je, teruggekeerd van je verlof, regelmatig
over je verdere ervaringen in Australië zoudt schrijven en jullie
komen je beloften niet na!"
U hebt gelijk, het kan nooit goed zijn je vrienden te verwaarlozen.
Het zal me ook wel niet veel helpen, als ik zeg, dat mijn vrouw en
ik het druk hebben, want iedereen komt tijd tekort in onze gejaagde
wereld en heel veel mensen moeten hun werkprogramma bekorten
om hun geestelijk evenwicht te bewaren.
Toch wil ik het erop wagen het een
en ander tot mijn verontschuldiging
aan te voeren. Wij zijn deze maand
zeven jaren aan het werk hier in Mel
bourne en in die tijd is onze kring van
vrienden en relaties zeer uitgegroeid.
Velen weten ons adres en telefoonnum
mer (prettige uitvinding die telefoon
maar je kunt er geen preek bij ma
ken!) te vinden. Dat is prettig, wij zijn
er voor, maar er blijft niet veel tijd
over voor ontspanning en persoonlijke
correspondentie.
HOE HET MET DE WERKGE
LEGENHEID GAAT
U weet waarschijnlijk wel uit de be
richten over Australië, dat wij nog niet
al te zeer lijden onder de economische
terugval. waar een groot deel van de
wereld mee te kampen heeft, maar de
curve gaat ook hier bepaald niet naar
beneden. Er is in Australië een grote
angst in dit opzicht, omdat de Jaren
1933—1936 ongelooflijk moeilijk geweest
zijn voor duizenden. Er waren toen
bijna geen sociale voorzieningen en U
kunt zich indenken, wat dat voor een
land met een vrije economie betekent.
De herinnering aan die tijd vervult
menigeen wel met zorg, als hij de ont
wikkeling van de economie gadeslaat.
Intussen ken ik geen landgenoot, die
lange tijd zonder werk -loopt. Men moet
wel eens een paar weken naar een
nieuwe baas zoeken, als de vorige niets
meer te doen heeft, maar dat duurt
nooit lang Natuurlijk is zo'n periode
wel een strop, omdat de werkloosheids
uitkering beneden de grens van het
bestaansminimum ligt en de emigrant
weinig of geen reserves heeft.
Maar de meeste industrie draalt nog
op volle toeren en er is in het buiten
land. met name Amerika, een grote
be'anestelling voor Australië. Nieuwe
bu!fenlandse investeringen zullen uit
breiding van het industriële apparaat
mogelijk maken en weer meer werk
gelegenheid scheppen. General Motors
(autofabrieken) heeft verleden week
het cijfer van zijn bruto-winst gepu
bliceerd. Dat was maar eventjes ll1.1-
miljoen pond over 1957 ct is heel wat
te doen over dit winstcijfertje, voor de
schermen en achter de schemen!
BESCHERMING TEGEN RISICO's
ONDFRDK TEGEN EEN
REDELIJKE PRIJS
Laat ik haastig van deze economi
sche berichtgeving terugkeren tot meer
persoonlijk nieuws. Schoenmaker
houd je bij je leest. Ik wilde alleen
maar zeggen: het vet is wat van de
soep. maar er is geen reden om be
zorgd te zijn.
Voor onze gemeente brengen de zich
veranderende omstandigheden zwaar
dere lasten mee Onze Raad van Beheer
heeft juist een groepsverzekering ont
worpen. waardoor onze gemeentenaren
voor een geringe wekelijkse uitleg zich
financieel kunnen dekken tegen onge
val en ziekte. Wij meenden dit te moe
ten opzetten om meer bescherming te
bieden in een land, waar de bestaans
zekerheid zo zeer afhankelijk is van
het persoonlijk initiatief. Nu trachten
we onze langgekoesterde plannen om
tientallen gezinnen tegen een redelijk
wekelijks bedrag voor rente plus aflos
sing onder hun eigen dak te helpen, ten
uitvoer te brengen.
Er zal nog heel wat water door de
Yarra stromen voor deze droom wer
kelijkheid wordt, maar ik geloof stellig
dat de dag komt, waarop het Leidsch
Dagblad de eerste foto kan publiceren.
Een mens moet altijd in wonderen blij
ven geloven. Ik heb een aantal knappe
zakenmensen om me heen, die geloven
dat het kan we houden ons niet met
luchtkastelen bezig.
EEN OUD-LEIDENAAR
GING HEEN
Heel verdrietig zijn we in de vorige
weken getroffen door het heengaan
van een oud-Leidenaar. Zes jaren ge
leden haalde ik Jan Cramer en zijn
vrouw van de boot en bracht hen naar
onze pastorie. Later vestigden ze zich
40 mijl van Melbourne, In Geelong,
waar een zoon werd geboren. Lang ge
leden voelde hij zich niet goed, maar
hij werkte door voor vrouw en kind.
Een paar maanden geleden begaven
zijn kraohten hem en nu hebben we
hem pas ten grave gedragen. Zelden
heb ik een mens ontmoet, die zo blij
moedig en sterk geloofde. Hij had alle
bijzonderheden van zijn begrafenis
zelf beschikt en zijn vrouw gevraagd
niet naar beneden, maar omhoog te
kijken.
Verleden week moesten we een van
onze ouderlingen, Jacob Toet. begra
ven. Zijn ouders waren van Voorburg
naar het wijkgebouw „Staalwijk" ge
komen, toen ik daar over Australië
vertelde. Hij werd gedood door een
motorongeluk, toen hij 's avonds in
het donker en in de regen op weg was
naar huis. Een fijn. nobel mens is van
z'n vrouw en kinderen en ons allen
weggerukt.
Zondag stond ik op de preekstoel in
Frankston en keek de mensen eens
aan, wetend van hun persoonlijke om
standigheden en ik dacht: „Voor heel
wat mensen is het niet gemakkelijk".
Maar het is waar, dat het Evangelie
nieuwe vreugde en kracht geeft en op
ongedaohte wijze mensen in nood troost.
Hier of daar of ergens verderop komen
mensen tot nieuwe inzichten.
Het is vandaag een fijne, prettige,
koude winterdag, als ik deze dingen
schrijf. Het is van dat weer dat een
mens inspireert om een dubbele hoe
veelheid werk te verzetten. Het werk
van onze gemeente is dit jaar wat
beter op gang gekomen dan in vorige
jaren. Ik heb vele avonden besteed aan
huisbezoek onder nieuw-aangekomen
gezinnen. Het is verrassend hoe ik
overal in dit wijde land mensen ont
dek in bungalows, tijdelijke woningen,
op kamers, in hostels, die ik nog nooit
ontmoet heb. De één verwijst me naar
de ander. Ik zucht elke dag onder het
feit. dat slechts uitzonderingen uit
zichzelf contact met de kerk zoeken.
Maar nu zijn de uitnodigingen in zee
voor een netwerk van gesprekskringen
overal rondom Melbourne. De mensen
vinden het heerlik om rondom een
knappend houtvuur een gesprek over
de geestelijke dingen te voeren. Het is
niet moeilijk hen daarvoor bijeen te
krijgen.
De kerkdiensten in het centrum van
Melbourne zijn verplaatst naar een
prachtig kerkje met een klein, maar
mooi orgel. We genieten van de sfeer
en het orgel, dat ons doet denken aan
de Pieterskerk en de Hooglandse Kerk
(hoe gaat het met de restauratie?). Dit
betere tehuis heeft ons allen erg veel
goeds gebracht. Men kan wel eens
zeggen: „het woord moet het doen",
maar, op een heel ander vlak gedacht,
geloof ik, dat de sfeer en de omgeving
van een kerk toch wel erg. belangrijk
zijn.
NATURALISATIE?
Veertien dagen geleden hebben we
verkiezingen gehad in onze staat Vic
toria en de hereboer-prerriier Henry
Bolte heeft zijn meerderheid in het
parlement vergroot. De in zichzelf ver
deelde Labour-party heeft de neder
laag geleden. Het lijkt mij altijd toe,
Toen de Koning voet aan wal zette, werd hij dan ook
met luid gejuich begroet. Weldra zou hfj te Winchester
gekroond worden. Heeft hU ln deze dagen aan Berengaria
gedacht? Wie zal het zeggen? Er is ons niets van over
geleverd.
Het was een rumoerige tijd in die dagen. Een kroning
brengt veel drukte mee. En Sultan Salladin had Jeru
zalem veroverd. Het nieuwe koninkrijk Jeruzalem was
daarmee verloren gegaan. Salladin was een groot strijder
en ridderlijk vorst. Dat moest helaas gezegd worden van
een ongelovige hondl Weldra zou de ganse christenheid
zich op moeten maken om deze Salladin te verslaan.
Ieder zou moeten offeren: de één zijn juwelen, de ander
lets van zijn arbeidskracht, een derde zfjn leven.
En men zou niet weer met benden naar het oo6ten
trekken, zoals een eeuw geleden, toen aan de staart van
de stoet zelfs grijsaards meetrokken, met hun ganse bezit
aan een touw: een schaap of een geit.
Een eeuw geleden dacht men dat een tocht naar het
Heilige Graf voortdurend gepaard zou gaan met het open
baren van wonderen. De zwakste christen was nog sterker
dan de sterkste muzelman, die slechts een afgod had. De
oudste grijsaard was nog welkom, omdat zijn gebed en
zijn vroomheid meer konden tot stand brengen dan de
kracht van welke heiden ook.
k e derde Kruistocht zou uit beroepslegers bestaan.
God de Heer had opnieuw het Graf prijsgegeven
aan de vijanden, om de christenen weer tot eenheid
te brengen, dat zeiden de priesters. En de leiders begre-
dat de democratie in Australië veel
beter zou functioneren als er een be
tere verhouding der politieke groepe
ringen was. Labour is slecht geleid en
zeer verdeeld in de Commonwealth (de
Federatie van Staten), zowel als in
onze Staat afzonderlijk. De Liberalen
plus de Boerenpartij behalen al te
makkelijk de overwinning.
Als emigranten hebben we in zoverre
met deze dingen te maken, omdat ze
ons confronteren met de vraag: „Aus
traliër worden, ons laten naturaliseren,
of niet?"
„Zou ik onze Koningin kunnen af
zweren en een eed van gehoorzaam
heid kunnen afleggen aan Koningin
Elizabeth?", vraagt mijn vrouw. „Dat
kan ik niet" voegt ze er vastberaden
aan toe. Enfin U weet hoe ze is. Ik
zal haar vragen of zi) zelf de volgende
brief voor het Leidsch Dagblad weer
voor haar rekening wil nemen. U leest
toch veel liever haar smeuige verhalen
dan mijn amateurachtige economische
en politieke beschouwingen.
Intussen een hartelijke groet voor
U allen,
M. W. J. OEURSEN.
241 Rathdownstr. Carlton N 3
Melbourne.
Kamerplanten verlangen ook
's zomers een goede verzorging.
U moet vooral om de zon den
ken: vele soorten kunnen beslist
geen felle zon verdragen en dat
zijn voornamelijk de uit tro
pische landen afkomstige ka
merplanten. Ze zullen dus al
's morgens tegen tien uur in een
vensterbank op het oosten be
schermd moeten worden; dat
kunt U met een krant doen. De
gordijnen dicht trekken ls min
der goed; het wordt dan direct
te donker en te kil en dat is
niet goed voor U, niet voor Uw
kinderen en niet voor Uw
planten.
In een zonnige vensterbank
zal nu meer gegoten moeten
worden dan in het vroege voor
jaar. Planten, die de volle zon
kunnen hebben, zoals geraniums
en coleus hebben aan éénmaal
water per dag waarschijnlijk
niet voldoende. Er moet liefst
's moreens gegoten worden en
controleer het dan na de middag
noe maar eens. U zult dan nog
wel een weinig water moeten
geven.
De meeste groenblijvende ka
merplanten verlangen een voch
tige atmosfeer. Het is dus nuttig
hen zo mogelijk een paar maal
per dag met lauw water te be
sproeien; doe het niet met koud
leidingwater. Dat leidingwater
op zich zelf zal hen geen kwaad
doen, doch zet het eerst even in
de zon; het ls dan niet zo koud
meer.
De meeste kamerplanten
groeien 's zomers vrij sterk en
dus hebben ze ook veel voedsel
nodig. De bloemist heeft wel
voor goede potgrond gezorgd,
doch als de plant steeds voort
moet gaan met het vormen van
nieuwe bloemknoppen, scheuten
en bladeren, zal er van Uw kant
toch ook eens iets tegenover
moeten staan. Doe zulke plan
ten een genoegen en geef ze
wekelijks een weinig opgeloste
kamerplantenkunstmest. Per liter
water ia een theelepeltje al wel
voldoende en daarmee kan men
wel twintig kamerplanten be
mesten.
Heeft U te weinig plaats inde
zonnige vensterbank, dan kun
nen bloeiende en niet bloeiende
geraniums en fuchsia's heel goed
met pot en al in de tuin worden
ingegraven; die voldoen veel
beter 's zomers ln de tuin. Ze
bloeien daar veel beter, doch
geef de fuchsia's een plekje, dat
ze op het heetst van de dag een
weinig beschermd staan en zet
de geraniums op het meest zon
nige plekje. Beide zullen dan
tevreden zyn.
Ok KROMDIJK.
pen nu maar al te goed dat ze de oorlog hoe vreselijk
op moderne wijze zouden moeten voeren,, wilden ze
tenminste enige kans hebben op blijvend succes. Het
wapen, waartegen de geestelijkheid haar stem had ver
heven, omdat het een moordtuig was: de kruisboog, zou
moeten worden gebruikt. De modernste stormrammen,
blijden, zouden moeten worden meegevoerd. Een van de
leiders zou Richard zijn en ln het oosten zou hij Beren
garia ontmoeten. Dat stond voor hem vast. Voordat die
derde tocht begon zou hij gekroond moeten worden. En
een kroning was in die dagen een sacrale plechtigheid, -
die grote Indruk maakte op het ganse volk. Pauly heeft
de kroning van Richard uitvoerig beschreven. Wij
citeren hem:
„De stoet werd geopend door de geestelijkheid, die in
rangorde geschaard, met crucifixen, kaarsen, wierook en
wijwater, Hertog Richard en zijn kamerheren van het
paleis naar de abdijkerk van Winchester geleidde. Achter
de bisschop gingen vier baronnen met brandende kaar
sen; op hen volgde Jan, de maarschalk, met de grote
gouden sporen en Godfried de Lucy, met de koninklijke
hoed. Vervolgens kwam Willem graaf van Strigel, met de
scepter en het kruis en Willem, graaf van Salisbury, met
de staf met de duif. Graaf David en de graaf van
Leicester met graaf Jan in hun midden volgden daarop
en droegen zwaarden in gouden scheden, die men uit de
schatkamer had genomen. Zes baronnen droegen de
overige insigniën, terwijl Willem van Mandeville, graaf
van Albemarle, met de gouden kroon volgde. Achter deze
kwam hertog Richard zelf, vergezeld door de bisschoppen
van Durham en Bath. Een menigte ridders en geeste
lijken sloot de stoet.
Voor het hoogaltaar aangekomen, zwoer Richard drie
eden: eerbied voor God en de kerk; een rechtvaardig be
heer over zijn volk; verbetering van alle misbruiken.
Vervolgens legde hij zyn bovenkleren af en liet zich
de gouden sandalen aandoen. Bisschop Boudewijn
gaf hem de scepter ln de rechterhand en de staf
in de linker en zalfde hem. Daarna werd hij met de
koninklijke kleren omhangen, terwijl hij tevens van
mantel en sporen werd voorzien. Boudewijn reikte hem
het zwaard toe, ter bestraffing van de overtreders tegen
de kerk.
Aldus uitgedost, voerde de bisschop hem naar het
altaar en verbood hem ln de naam Gods de koninklijke
waardigheid te aanvaarden, indien het niet zyn ernstig
voornemen was, eed en gelofte na te komen. Richard
beloofde het. Hierop nam hijzelf van het altaar de
kroon, die de aartsbisschop hem op het hoofd zette.
Vervolgens zette hy zich, terwijl men kaarsen en zwaar
den voor hem uitdroeg, op de troon neer. Nadat de
hoogmis gevierd en het heilig Avondmaal gebruikt was,
geleidde de stoet de Koning in het volle kroningsornaat
naar zijn paleis. Hier legde hy de zware kleding af en
in een lichter gewaad, met een lichtere kroon op het
hoofd, zette hij zich aan het kroningsmaal, waaraan de
ganse menigte van geestelijken, graven en ridders
deelnam".
r elk een indruk moet deze plechtigheid op het volk
van toen gemaakt hebben. De Koning was de van
God gezalfde. Wat in onze dagen traditie is, was
in die dagen bijna mysterie. Voordat de nacht aanbrak
werd echter dit feest ontwijd.
Vanzelfsprekend wilde leder gaarne iets van de kroning
zien. Uren zou men ervoor in de rij willen staan. Aan
verschillende groepen was het echter verboden de Koning
te naderen bij deze plechtigheid: vrouwen en Joden.
In de tijd waarvan wij nu spreken, zo omstreeks 1200
waren de Joden in alle staten rechteloos en in vele staten
gehaat. Enige aanzienlijke Joden, verlangend iets te zien
van de schittering rond de kroning, begaven zich in de
richting van het paleis. Voordat zij eraan kwamen wer
den ze door de wachters opgevangen en zo toegetakeld,
dat enkelen bezweken aan hun verwondingen.
Nu zou men zeggen dat een schare, ziende hoe een
klein aantal mensen, dat alleen maar de bedoeling
had iets van de gouden glans van de kroning te
zien, afgeranseld werd, met innerlijke ontferming zou zijn
bewogen, zoals eens de barmhartige Samaritaan.
Men zou zo zeggen dat een grote groep mensen een
grote groep voelt zich altijd sterk die ziet hoe aan
enkele ongewapenden door hen die zwaar bewapend zijn
en ver in de meerderheid, groot onrecht wordt begaan,
in het geweer zou komen ten gunste van de onschuldigen.
Doch het omgekeerde gebeurde. De grote massa begon
te tieren cn te vloeken. Begon mee te ranselen en
weldra vonden de gruwelijkste tonelen plaats. Een op
gewonden menigte verspreidde zich door de stad, zocht
zich een weg naar de hulzen der Joden, die leeggeplun
derd werden en in brand gestoken. Kinderen en grijs
aards kwamen ln de vlammen om. Velen, die probeerden
hun heil te zoeken in de vlucht, werden op straat
neergehouwen en gedood.
Dat deden zij, die de godsdienst hadden aanvaard
van een Jood.
Zo werd de dag van luister en schittering tot een
dag der duisternis. De vervolging, de moordpartij
duurde tot de ochtend.
Koning, die in de vroege morgen hoorde wat er
gebeurd was, was zeer verbolgen en hij gelastte dat
men de schuldigen zou gaan zoeken en veroordelen.
De rappe dienaren van het gerecht konden echter hoe
lang ze ook zochten geen schuldigen vinden aan de
Jodenmoord.
Toen heeft men drie mensen opgehangen „die christe
nen kwaad hadden gedaan". De een had een christen
gelasterd, de twee anderen hadden in de voorbije nacht
ook woningen van christenen in de brand gestoken.
Richard Plantagenet is gezalfd tot Koning. Op de
dag van het kroningsfeest stierven de Joden rond zijn
paleis een gruwelijke dood. Weldra zal hy naar het land
der Joden gaan om te trachten een leeg graf te ver
overen. Hij wist het, het zou duizenden mensenlevens
kosten, van christenen nog wel. Wat zou dat? Het ging
immers voor een heilige zaak.
De nieuwe held droomde van dappere daden. HU
maakte de stoutste plannen. En één ding begeerde hy
naast krUgsroem zo vurig: Berengaria spoedig weer te
zien, dat wonderlUke wezen dat hem zo licht gemaakt
had van binnen.
REIN BROUWER