SPRONG NAAR DE
4*
ZATERDAG 2C JUNI
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 4
KAN OPLOSSING GEVEN VOOR VELE
WETENSCHAPPELIJKE PROBLEMEN
mHBÊÊm
De ervaringen met Jules Verne heb
ben ons geleerd, dat we heel voorzich
tig moeten zyn met al te positieve
beweringen, met de onomstotelykheid
van „feiten"en met het oordeel
van gezaghebbende geleerden. We we
ten door eeuwenlange observaties heel
wat over de maan en we willen U iets
omtrent die kennis niet onthouden,
maar wilt U zo goed zyn een voor
raadje zoutkorrels naast U te nemen
aleer U deze „kennis" gaat savoureren?
En wilt U er vooral ook om denken,
dat de geleerden het op vele kardinale
punten niet met elkaar eens zyn? Het
spreekwoord .zoveel hoofden, zoveel
zinnen" heeft nergens groter geldings
kracht dan in het heelal
De maan is een vrywel bolvormig
hemellichaam dat op variërende af-
KENNIS VAN HET KLEINE,
VRAAGTEKENS ACHTER
HET GROTE
Het is op het eerste gezicht ver
wonderlijk te vernemen, wat de
mensen wel en wat ze niet wijzer
geworden zijn door hun eeuwenlange
observaties van onze duidelijk zicht
bare heelal-buur. Om een extreem
voorbeeld te noemen: men weet wèl
dat het maanoppervlak bedekt is
met een poedervormig gruis waarvan
de korreltjes ten hoogste enkele
tienden millimeters groot zijn, maar
men weet niet wat die kraters en
ringbergen (tot een diameter van
meer dan 290 kilometer en een
hoogte van vele duizenden meters)
nu eigenlijk voorstellen.
(Van een onzer redacteuren)
Het is merkwaardig gesteld met de maan. Zij is
onze naaste buur in het heelal, zij is met de geper
fectioneerde waarnemingsmethoden van de moderne
tijd tot in details te observeren, listige meetmetho
den maken het zelfs mogelijk langs indirecte weg de
grootte te bepalen van de stofkorreltjes die haar
oppervlakte bedekken, we kunnen haar temperatuur
schommelingen, haar soortelijk gewicht, haar baan,
vele typisch vrouwelijke grilligheden in haar gedrag
en wat al niet meer met zeer grote nauwkeurigheid
bepalen en voorspellen.
En toch: er staan om de maan ontelbare vraag
tekens, welke zelfs door die perfecte waarnemings
technieken en meetmehoden niet weggestreept kun
nen worden, zelfs niet waar die vraagtekens staan
achter honderden kilometers omvangrijke problemen
als de kraters, het de gehele maan omspannende
magnetische veld. en zelfs achter bijna de helft van
het maanlandschap waarop nog nimmer door mensen
een blik is geworpen.
Inmiddels hebben de astronomen van professie de
maan in de steek gelaten! Zeker, er zijn nog wel
vele beroepssterrekundigen die zich met onze naaste
buur in het heelal bezig houden, maar verreweg de
meeste astronomen zoeken het verder op. in de
intrigerende diepten van het heelal of in de raadselen
van de universele energiebronnen, de sterren waar
van onze zon een bescheiden vertegenwoordiger is.
De ,,dode" steen- en ijsklompen als de planeten en
onze maan hebben blijkbaar hun grootste „aantrek
kingskracht" verloren. De maan is nu vooral het
operatie-terrein-op-afstand voor talloze amateurs die
echter voortreffelijk onderzoekingswerk doen
onze kennis in hoge mate verrijken.
Maar het merendeel van de vraagtekens om de
maan zal daar ondanks die belangstelling van tal
loze amateurs en telbare beroepsastronomen blijven
staanzolang we haar niet zelf of met de mate
riële voelhoorns van onze techniek bezoeken. De
„sprong naar de maan" kan derhalve in weten
schappelijk opzicht bijzonder vruchtbaar zijn.
Een bijzonder fraaie opname van de Lick-sterrenwacht in Californië van een deel
van het maanlandschap bij afnemende maan. Rechts onder het Appenijnengebergte,
links onder de krater Eatostenes waarin binnen de ringberg duidelijk een centrale
kraterkegel te zien is. Links midden de krater Timocharis, iets rechts boven het
midden de ringberg Archimedes (zo groot als de provincie Friesland)rechts daar
naast de kraters Autolycus (onder) en Asislillus en rechtsboven de krater Cas-
sinia. Recht boven Archimedes en links van Asistillus het kleine duidelijke geberg
te dat de naam Spitsbergen kreeg. De donkere vlakte op de linker helft van de foto
is een deel van de Mare Imbrium
Enige maankraters op schaal geprojecteerd op een kaart van
Nederland, alle met Utrecht als centrum genomen. De buitenste
cirkel stelt de walvlakte Clavius voor (doorsnee ruim 230 km. aan
gegeven met CL.)daarbinnen de cirkels die de kraters Ptolemaeus
(PT), Copernicus (CO) en Archimedes (AR) voorstellen. Laatst
genoemde krater vindt men terug rechts boven het midden van de
foto in de kop. Ter vergelijking in zwarte stippen links boven in ge
lijke schaal de Arizona-meteoorkrater (Ar.kr.). de Krakatau (Kra.)
en de Raoeng Idjen Caldeira (R.Id.) waarover wij in bijgaand
artikel schrijven.
standen van ongeveer 400.000 kilo
meter om de aarde cirkelt. Een om
wenteling duurt 27.3 dagen. Doordat
de maan in gelijke tyd ook om haar
eigen as draait keert zij steeds dezelfde
zijde naar de aarde. De maan geeft
zelf geen licht. Wat wy zien is het
door de maan teruggekaatste zonlicht.
Door wijzigingen in de onderlinge
stand van zon. aarde en maan ont
staan schijngestalten van de maan en
van tijd tot tijd de maans- en zons
verduisteringen.
Over de grootte van zon, aarde en
maan hebben wy U in een eerder ar
tikel al iets verteld: stelt men de
aarde voor als een voetbal, dan is de
maan een biljartbal op zeven meter
afstand en de zon een bol van 24 meter
middellijn op bijna drie kilometer af
stand. Tot zover hebt U de in reserve
gehouden zoutkorreltjes nog niet no
dig gehad. Dit zijn werkelijk onomsto
telijke feiten
Dergelijke wanverhoudingen tussen
kennis van het detail en vraagtekens
achter het grote vinden we telkens
weer terug bij het maanonderzoek. Nog
een enkel voorbeeld daarvan: de to
pografie van bergen, vlakten, zelfs
uiterst kleine kratertjes is nauwkeurig
bekend, maariets minder dan de
helft van het maanoppervlak hebben
we zelfs in grove trekken nog nooit
kunnen aanschouwen.
VULKANEN OF METEOOR-
WONDEN?
Over die kraters is men het helemaal
niet eens. Het maanoppervlak is be
paald pokdalig. Het wemelt van berg-
formaties van allerlei aard, voorname
lijk van een kraterachtige vorm.
Op de in de kop van dit artikel ver
werkte foto van een deel van de maan
zijn talrijke van dergelijke bergforma-
ties te zienringvormige bergen
waarbinnen een vlakte ligt die soms
doorbroken wordt door een kleinere
kratervormige kegel. Deze grote forma
ties noemt men kraters wanneer zij
een middellijn hebben tot 20 km., ze
heten ringbergen wanneer ze tussen
de 20 en 100 km. groot zijn en wal-
vlakten wanneer ze nog groter om
vang hebben (tot 295 km. diameter
toe!). De grootste van de op deze foto
voorkomende ringberg (iets rechts
boven het midden) is „Archimedes" en
deze is ongeveer zo groot als de pro
vincie Friesland. Het gehele gebied dat
op de foto zichtbaar is, is circa 330.000
vierkante kilometer groot, ofwel onge
veer tien maal Nederland.
i
Als een voorbeeld van de
merkwaardige details die men
met betrekking tot de maan
weet in tegenstelling met de on
zekerheid over „grote" zaken
noemden wij, dat men erin is
geslaagd vast te stellen hoe
klein de korreltjes zijn van het
stof dat in een laag (van nog
onbekende dikte) over de maan
is verstrooid. Hoe onwaarschijn
lijk dit ook lijkt, het is waar.
Men slaagde daarin als volgt.
Uit stralingsmetingen is het
mogelyk de temperatuur van de
oppervlakte van de maan te be
palen. Bij een maansverduiste
ring (als de aardschaduw over
de maan valt) blijkt de tempe
ratuur in de loop van anderhalf
uur ruim tweehonderd graden
Celsius terug te lopen om weer
even snel te stijgen na uittre
ding van de maan uit de scha-
duwkegel. Deze snelle tempe
ratuurwisselingen zijn slechts
mogelyk bij een zeer slecht
warmtegeleidend oppervlak, om
dat anders eerst de warmte
van dieper gelegen delen van de
maan en daarna het opnemen
van warmte door die delen een
zo sterk remmende invloed op de
veranderingen zouden uitoefe
nen dat zij in zo korte tyd niet
een dergelijke omvang konden
aannemen.
De enige stoffen met een zo
slechte warmtegeleiding zijn
poeders in het luchtledige met
korreltjes van maximaal enkele
tienden millimeters doorsnee
Een aardig voorbeeld van de
wijze waarop men langs in
directe weg de kennis omtrent
de maan opbouwde!
Dit is geen
maanlandschap
maar een foto van
het landschap om
de Italiaanse
vulkaan Vesuvius
in laag zijlicht recht
van boven
genomen.
De foto werd
gemaakt van een
maquette waarin
alle onnatuurlijke
elementen wegen,
bebouwing, etc.)
waren
weggelaten en
bovendien ook de
plantengroei niet
was aangebracht.
Treffend is de
overeenkomst met
het maanlandschap!
Er bestaan enkele „scholen" om
trent hun oorsprong: sommigen ver
slijten ze voor resten van vulka
nische kraters, anderen menen er de
littekens in te zien van de inslag
van meteoren uit de wereldruimte,
weer anderen zijn van opvatting dat
het gebarsten „blazen" zyn die ont
stonden door de sterke afkoeling
van het maanoppervlak kort na een
ontstaan als vloeibaar-gloeiende
steenmassa. Eerstgenoemde theorie
heeft thans de meeste troeven in
handen, vooral na de studies van
het aardse vulkanisme door de
Leidse hoogleraar prof. dr. B. G.
Escher, maar de aanhangers van de
andere zienswijzen laten zich daar
door niet uit het veld slaan.
Tegen de vulkaan-theorie geldt het
argument, dat vulkanen van een der
gelijke omvang (tot 295 km.) op de
toch ook vulkanische activiteit tonen
de aarde nergens voorkomen. De
grootste aardse vulkaan, de Krakatau,
heeft een diameter van 8.5 kilometer.
Maar, zo wordt daar tegenover gesteld,
men moet onderscheid maken tussen
destructief en opbouwend vulkanisme.
Bij de eerste soort worden enorme
kraters gevormd door het wegslaan
van materie bij een geweldige explo
sieve uitbarsting, bij de laatste soort
worden de bekende vulkaankegels ge
vormd door de veel minder krachtige
uitstoting van lava. De ringvormige
bergen als resultaat van eerstgenoem
de (en vroegste) explosies zijn ook op
aarde ontstaan, doch deze „caldeira's"
zijn later door erosie vrijwel onher
kenbaar geworden of geheel verdwe
nen. Een van de grootste bekende cal
deira's op aarde is de Idjen-caldeira
op Oost-Java met een diameter van
19 kilometer. Dat is klein vergeleken
bij de meeste maancaldeira's, maar be
paalde theorieën omtrent het ontstaan
van de maan rechtvaardigen de stel
ling, dat indertyd de vulkanische acti
viteit op de maan veel groter is ge
weest dan die op aarde. Bovendien
hebben eventueel de geringere zwaarte
kracht op de maan, het ontbreken van
een dampkring en dergelijke zaken be
langrijke verschillen doen ontstaan.
Er zyn nog meer argumenten waar
mee de vulkanisten hun denkbeelden
kunnen verdedigen, maarde me-
teoor-theoristen houden vol. Zij zien de
kraters als plaatsen waar meteoren zijn
ingeslagen. Hun aantal bedraagt op de
zichtbare zijde van de maan meer dan
33.000 en dat is bijzonder veel verge
leken bij het aantal bekende meteoor
kraters op aarde, doch dat is geen
bezwaar, evenmin als de grootte der
maankraters waarbij vergeleken de
aardse kraters slechts onaanzienlijke
kuiltjes zyn. (De grootste in Arizona
(V.S.) meet 1300 meter in doorsnee). De
aarde immers wordt beschermd door
een dampkring waarin vrijwel alle me
teoren verbranden voor zij de aarde zelf
bereiken. En ó,ls ze die bereiken zijn de
meteoren reeds voor een groot deel op
gebrand en ook nog sterk in snelheid
afgeremd. Bovendien geldt ook hier weer,
dat de littekens in het aardoppervlak
door erosie geleidelijk verdwijnen, terwijl
dit bij de atmosfeerloze maan niet het
geval is.
Uiteraard hebben we hier slechts
enkele aspecten van het intrigerende
probleem van de herkomst der maan
kraters kunnen aanroeren. Daaruit blijkt
echter wel, dat zelfs over dergelijke fun
damentele zaken nog groot verschil van
mening bestaat. De vraagtekens ook
achter dit probleem kunnen slechts
weggenomen worden door een onder
zoek ter plaatse
SAMENSTELLING EN HERKOMST
Dan is er het vraagstuk van de sa
menstelling van de maan. Uit welke
materialen bestaat dit hemellichaam?
Komen die overeen met de materie,
welke we in de buitenste aardlagen vin
den? Zou dit de theorie bevestigen dat
de maan is ontstaan uit de aarde, los
gerukt uit haar lichaam waarin de
diepte van de Stille Oceaan als een lit
teken dezer geboorte is achtegebleven?
Het soortelijk gewicht van de maan
(weer zo'n detail waarover zekerheid
bestaat) bedraagt 3.34, hetgeen overeen
stemt met het soortelijk gewicht van de
buitenste aardlagen. Maar tegenover
deze theorie die o.m. prof. Escher onder
haar vurige aanhangers tel, staan an
dere opvattingen.
We gaan daar nu niet dieper op in,
omdat we aan de herkomst van de
maan een apart artikel zullen wijden.
Het is echter een van de problemen,
waarvoor een oplossing wellicht kan
worden benaderd door de „sprong
naar de maan". En als we de maan
zien als een vrijwel ongeschonden
relikwie uit de kraamkamer van het
planetenstelsel zou die sprong ons ook
iets kunnen leren omtrent de her
komst van onze trouwe moeder aarde
en misschien zelfs ons begrip vergro
ten omtrent de gehele wordings
geschiedenis van het heelal.
VRAAGTEKENS ZONDER TAL
Zeer benieuwd zijn de geleerden
voorts naar het al of niet bestaan van
een eigen magnetisch veld van de maan.
De aarde heeft (tot heil van zee- en
luchtnavigatie) zulk een eigen mag
netisch veld, maar is dat een toevallige
hebbelijkheid van onze planeet of is het
een normaal verschijnsel voor hemel
lichamen?
En wat iedereen natuurlijk bijzonder
intrigeert is de onbekende „achterkant"
van de maan. Zij keert ons steeds de
zelfde zijde toe, en slechts door kleinere
schommelingen zijn we in staat 59 pro
cent van het oppervlak van de maan te
observeren doch op 41 procent heeft
nog nimmer iemand een blik geslagen.
Ziet het er daar net zo uit als op de
„bekende" kant? Of misschien heel an
ders doordat zich op die zijde niet de
snelle enorme temperatuurschommelin
gen voordoen als op „onze" kant bij de
periodieke maansverduisteringen
Zo is de maan gehuld in een waas
van vraagtekens, hoe duidelijk we haar
ook kunnen waarnemen, met de mo
dernste kijkers zelfs zo goed alsof we
300 in plaats van 400.000 kilometers
boven haar oppervlakte zaten te turen.
Om nog enkele van die vraagtekens te
noemen: Zijn er restanten van een
dampkring behouden gebleven in diepe
kloven? Vinden er inderdaad zoals men
heeft menen waar te nemen in enkele
kleine kratertjes nog vulkanische activi
teiten plaats? Vormen de „zeeën" (die
bepaald niets met water te maken heb
ben) inderdaad uitgestrekte lavavlak-
ten? Wat zijn (en dit is een van de
grootste raadselen) de stervormige uit
sommige kraters tot vele honderden
kilometers uitstralende strepen over het
maanoppervlak? Wat zyn de grillige
scheuren die zich in sommige vlakten
vertonen! Hoe oud is de maan? En
ook (waarover later meer)welke waar
de heeft de maan als astronomische
observatiepost, als zetel in de koninklijke
loge by het schouwspel van het heelal?
Hoewatwaaromwaar
door
Talloze vragen waarop misschien
een antwoord gevonden kan worden
als het experimentele antwoord ge
geven is op de vraag: wannéér???
Wanneer realiseert de mens de
„sprong naar de maan?"
Dit is de grootste op aarde bekende meteoorkrater in Arizona V.S.De doorsnede be
draagt 1300 meter. Andere bekende meteoorkraters op aarde zijn de Texas-krater (VS) van 180
meter diameter, de Henburykrater (midden Australië, 120 meter), de Wabarkrater (Arabië. 109
meter) en de Campo del Cielokrater (Argentinië. 61 meter). Zouden de maankraters. die er heel
veel op lijken, eenzelfde oorsprong hebben gehad?