MICHEL SIMON
Jacques tati
ZINO FRANCESCATTI
PALING VANGST OP
HET IJS S ELM EER
Opbrengst soms niet meer dan 15.— per nacht
WEER TERUG IN FILMSTUDIO'S
„Niet ziek, alleen allergisch,
i
EEN UITSTERVEND BEROEP:
(Speciale reportage)
't Is een karig bestaan, zegt schipper Roelof Meester (58) van
de BU 169, de Spakenburgse haringbotter. Handig wippen de eeltige
vingers een paling in een maatbakje van 28 cm.
Die is er net an; als ze kleiner zijn moeten ze weer overboord,
zo wil de minister 't hebben.
De gemiddelde opbrengst van een met twee vissers bemande botter
is vijftig pond paling voor een „nacht", die loopt van 16 uur tot
6 uur 's morgens. Maar de wind kan het af laten weten en dan komen
de schuitjes soms met tien pond thuis, met wat kleine vis mee een
opbrengst van nauwelijks vijftien gulden.
HET palingvissen op het IJsselmeer
is een uitstervend beroep.
De jongeren willen er niet
meer aan, bromt de schipper, terwijl
hij wat tabaksap overboord sprietst, -
de jongeren gaan liever naar de fa
briek en ze hebben gelijk. Wij ouderen
hebben ons hele leven gevaren en we
gaan er mee door, omdat we niet an
ders meer kunnen
In de oorlog telde de Spakenburgse
palingvloot nog 190 botters. Thans zijn
er nog veertig in de wart. En over on
geveer tien jaar zal "de laatste botter
met bolderende zeilen de steven wen
den naar "ie thuishaven om niet meer
uit te varéh.
De haven uit
LANGZAAM en omzichtig laverend
langs ondiepe gedeelten, zeilt de
BU 169 de Spakenburgse haven
uit. Het is half vijf 's middags. Nog
vijf botters varen mee uit. Enkele
vrouwen in kleurige klederdracht wui
ven op het landhoofd. Een zacht bries
je, dat vagelijk herinnert aan vis. olie
.en andere havengeurtjes, drukt tegen
de vaalbruine zeilen, die achtereenvol
gens gehesen worden.
D'r staat een bolle wind en d'r ls
regen op komst, roept een oude visser.
die op de pier het vertrek
Zijn bolronde buik, verpakt in een
strak gespannen zwarte broek, steekt
fors vooruit, als om aan zijn woorden
kracht bij te zetten. Ergens blaft nog
onduidelijk een hond. maar dan heerst
er stilte rondom het schip. Enkele wol
kenflarden trekken langzaam voorbij
en de zon speelt haar spel van licht en
donker met de tuigage.
Goed en wel op zee gaan de vissers
aan het werk. Nadat het grote zeil, de
kluiffok, de bras en de fok gehesen
zijn, gooien zij het kuilnet uit. Het
heeft de vorm van een puntzak, die
aan het ene boveneinde wordt vastge
maakt aan de achtersteven en aan het
andere eind aan een boom van vijf
meter, die dwarsscheeps uitsteekt. In
de punt zit een gat, dat met dik touw
dichtgebonden is. Kurken drijvers hou
den het net open.
En nou maar afwachten of d'r
wat in wil komen. neef. zegt de twee
de man van de equipage. Aart de Har
der (58). Hoe diep het hier is? Nou
zon twee meter, je kan er nog wel in
verdrinken.
De beste tijd om te vissen is des
nachts, vertelt de schipper.
Zo lang het licht is. ziet de paling
het net aankomen en kruipt dan
meestal bijtijds in de modder. Overdag
haal je daarom maar weinig naar bo
ven.
Eén nacht per week
thuis slapen
IEDERE zondagavond om kwart over
twaalf varen de botters uit om
woensdagmorgen hun vrachtje aan
de afslag binnen te brengen.
's Middags om vier uur varen ze weer
uit tot vrijdagmorgen. Vrijdagmiddag
om vier uur vertrekken ze voor de der
de maal tot zaterdagmorgen. De vis
sers slapen dus maar één nacht aan
de wal. hoewel ze hemelsbreed soms
niet meer dan vijf kilometer van huis
zijn. Tot 1932, toen de Afsluitdijk
dicht ging, werd er op de Zuiderzee
nog haring, schot, bot, schar en spie
ring gevangen, maar dat is, nu het wa
ter zoet is, afgelopen. Alleen de paling
heeft zich gehandhaafd, en wat schele
ter zoet is, afgelopen. Alleen de paling
omhoog worden gehaald en verkocht
worden aan vismeelfabrieken. Het uit
zetten van snoekbaars in het IJssel
meer is geen succes geworden. Deze
smakelijke, maar graterige vis, is bijna
verdwenen.
Het Departement houdt de Spaken
burgse vissers kort aan de lijn. Paling
korter dan 28 cm. moet weer in zee ge
gooid worden. Met de motor aan mo
gen zij niet vissen en ook j otteren is
verboden. Bij het jotteren spant men
het net tussen twee botters, beide zet
ten de motor aan en zo graast het net
de zee af. Men zou zo wel driehonderd
pond paling per nacht kunnen van
gen. Maar dan gaat de visstand te snel
achteruit.
HOE harder je vaart, hoe meer veld
trek je af. zegt Roelof en hij kijkt
bedenkelijk naar de lucht. Het is
nu bijna helemaal bewolkt en de wind
is bijna gaan liggen. Hier en daar
dobbert een botter, scherp afgetekend
tegen het avondlicht.
We zullen maar halen. neef. roept
Roelof. - het wordt nu toch niks meer.
De vissers strijken nu het meeste
Na vergifting door haarverf
Michel Simon heeft de nachtmer
rie, of beter het drama van zijn
bestaan overleefdook al is hij dan
niet meer helemaal de oude gewor
den. Indertijd schreven wij over
zijn trieste ervaringen. Hoe deze
bekende Frans-Zwitserse filmac
teur in juni van het vorig jaar, tij
dens de opname voor de film „Een
zekere mijnheer Jo"terwille van
zijn rol, zijn peper- en zoutkleurige
baard wat moest laten opbleken.
Hoe een grimeur van de studio
dat karweitje toen wel even zou
verrichten en de beroemde filmster
zich, een kwartier later, moest te
rugtrekken, omdat hij zich plotse
ling onwel gevoelde en even rust
wilde nemen.
Een rust. die byna een jaar zou
voortduren en waaraan nu pae een
einde is gekomen. Michel Simon viel
aan een totale uitputting ten prooi en
hy werd door algemene verlamming
die vooral zijn ledematen al had aan
getast bedreigd. En die toestand van
een menselijk wrak meende hü toe te
mogen schrijven aan het haarverf-
middel dat voor zün baard was ge
bruikt. Een mening, die door de fabri
kant van het preparaat bestreden
wordt. Een proce6 is door de befaamde
acteur intussen tegen de fabrikant
aanhangig gemaakt en nog altijd wekt
Simon alle klanten van het haarverf je.
die overeenkomstige ervaringen zou
den gehad kunnen hebben, op, hem te
schrijven om zo zijn lijst van getuigen
nog wat langer te kunnen maken.
Mlohei Simon heeft de laat6te maan
den van zyn herstel in zijn vaderland,
Zwitserland, willen doorbrengen, waar
hij in Genève in ee particuliere kli
niek werd verpleegd. Ook dankzij zijn
zoon. die als acteur (en regisseur) de
voet-stappen zijns vaders drukt en in
de buurt van Geneve juist bezig was
De Provinciale Utrechtse Bond
voor Vreemdelingenverkeer or
ganiseert dit jaar in de maan
den juni, juli en augustus in de
nacht van vrijdag op zaterdag
tochten voor toeristen per pa-
lingbotter van Spakenburg af.
Liefhebbers voor deze tochten
dienen om vier uur in café „De
Korporaal'' te Spakenburg te
zijn. De vertrektijd is uiterlijk
half vijf. Voor een lunchpakket
dient men zelf te zorgen. Dikke
wollen en regenkleding dient
men mee te nemen. De botters
gaan bij deze tochten normaal
op visvangst. Onze verslaggever
maakte voor U zo'n tocht mee
en vertelt in nevenstaand arti
kel over zijn ervaringen.
Ontmoeting met
zijn eerste film op te nemen, kreeg de
artiest gaandeweg weer wat vertrouwen
in de toekomst, en tenslotte zelfs zin
de handen ook weer eens uit de mou
wen te steken.
Aanbiedingen genoeg, zo vertelt de
kunstenaar, die intussen om een her
haling van zijn laatste avontuur te
voorkomen voor de zekerheid zijn ka
ken verder maar baardloos wil hou
den. Het liefst zou Simon nu echter de
rollen eens omkeren, en als acteur een
schrijver de grote lijnen van een scena
rio dicteren. En de 6tof? Het drama,
dat hij zelf heeft beleefd, zou dan ten
minste de strekking van het filmver
haal moeten bepalen. Michel Simon is
voor zijn verder leven niet alleen de
sche stand staat bij hem nu niet meer
in het allerbeste blaadje. Molière en
Jules Romains, met zijn dokter Knock,
zijn, zo meent hij, nog veel te zacht
zinnig met ze omgesprongen.
Ik kan er nu een boekje over open
doen. gromt de vermaarde acteur.
Hoeveel heb ik er niet geconsulteerd.
Tientallen! En geen twee waren het
onderling met elkaar eens. Maar het
fraaiste is dan nog, dat zo'n dokter
die er zelf niet meer uit kan komen,
probeert ons, zijn patiënten, de schuld
te geven. Ik was helemaal' niet ziek.
Alleen maar allergisch
Als buitenstaander moeten we het nu
maar aan de rechter overlaten om uit
te maken wie, Michel Simon, ofwel de
fabrikant der kosmetische produkten,
die zich ook op medische expertises
beroept, het gelijk aan zijn zijde, of
tenminste het meeste recht van spre
ken heeft.
Maar voor H.H. medici mogen we
hopen dat de autobiografische film
van Michel Simon nooit zal worden op
genomen: Hun reputatie zou er weinig
by te winnen hebben
zeil en trekken een voorschoot aan.
Terwijl de een met een katrolletje het
net aan de zijkant aanhaalt, trekt de
ander aan de achtersteven een punt
omhoog. Samen halen zij de vracht
aan boord. In de punt spartelt een
kluit miniatuur visjes waardoorheen
wat palingen kronkelen. Roelof kiepert
de buit in het klaarnet, dat midscheeps
in een met water gevulde bak hangt.
De vangst bestaat uit dertig palingen
met een emmer schele pos. Aart
schept met zijn handen de kleine zil
verachtige visjes in een andere bak,
waarbij de paling zichzelf sorteert door
tussen de vingers door te glijden. Pa
lingen van twijfelachtige lengte gaan
vervolgens stuk voor stuk in de maat-
bak, want „zo wil de minister het".
ALS het dek weer gezwabberd is,
slaat Roelof de motor aan en
stevent op een dichtbij gelegen
botter af. Nog een derde komt langszij
en zo blijven de schuitjes een paar uur
liggen. De wind is nu helemaal ver
dwenen en een slagregen verandert het
dek in een glibberige glijbaan, waarin
de lamp op de voorplecht en het
schijnsel uit het roefje flauwtjes weer
spiegelen.
De vissers praten wat met elkaar,
kauwen hun pruimpje of trekken aan
hun pijp. Het is overal duister. In de
verte pinkelen de lichten van Spaken
burg. Langzaam en geluidloos komt af
en toe een donkere schim voorbij, een
olielamp voorop, de zeilen wat slapjes.
Tenslotte gaat ieder wat eten in het
roefje. t)e koffie pruttelt op het gas
komfoor. En omdat er toch geen wind
is. legt ieder zich te rusten, zo goed en
zo kwaad als dat gaat op twee matras
sen, wat dekens en kussens.
S MORGENS om half vijf maakt
de schipper ons wakker. - D'r
uit mannen, we zijn aan 't net!
Slaapdronken scharrelen we het dek
op. Er staat een stevige bries, en de
botter danst met flinke snelheid over
de golven. De nachtelijke, haast intie
me sfeer is verdwenen. Koud en on
herbergzaam ziet de zee er uit. Wolken
jagen langs een bedekte hemel. Het net
wordt gehaald. Ongeveer vijftig palin
gen hebben zich laten verschalken. Een
slechte vangst vandaag. Het zout in de
pap is niet verdiend.
Met flinke snelheid koerst de botter
huiswaarts. Hoe meer hij Spakenburg
nadert, hoe meer botters zich als uit
het niet bij ons voegen, totdat een
lange rij achter elkaar met gestrekte
zeilen de haven binnentuft.
Veertien uur onderweg. Twaalf pond
paling en een paar emmers grut. Roe
lof Meester kykt onverstoord. Hij vist
al veertig jaar. In die tgd heeft hy
geleerd zich neer te leggen by de gril
lige gedragingen van de natuur. Steeds
vaart hy weer uit, driemaal in de week,
omdat hy niet anders kan. Nu nog ze
ven, of acht jaar, of mogelpk tien.
Totdat de laatste botter uitvaart A-oor
de laatste maal: z y n botter misschien.
VARIA
„de laatste ambachtsman
van de filmkunst"
„Mon Oncle" beeldt leven uit van iemand,
die aansluiting met deze tijd beeft gemist
i
Jacques Tati als de postbode in zijn eerste grote film "Jour de fête'\
die de aansluiting met zyn eigen tyd
heeft gemist. Een man, die moeiiyk
weg weet met al die gecompliceerde
vormen van ons modernisme. En die
daaronder eigenlyk nogal ïyden moet.
omdat dat moderne levensritme hem
belet een gewone, hartelijke verstand
houding met zy'n medemensen te
onderhouden. Alleen met kinderen kan
hy nog wel opschieten. En een jon
getje (zyn eigen neefje Gérard) ver
vult dan ook de andere hoofdrol. Be
roepsacteurs spelen ook in „mon oncle*
byna niet mee. Tati heeft sinds zijd
eerste filmpje, dat evenals „Jour de
fete ook al over een postbode han
delde, een klein groepje vrienden om
zich heen verzamelde en met die
equipe werd nu grotendeels ook „Mon
Oncle voorbereid en opgenomen. Het
conflict of beter een onophoudelijke
serie conflicten van een man met
onze gemechaniseerde, geautomatiseer
de, gestroomlijnde en antiseptisch*
wereld heeft dus de stof voor deze
nieuwe film geleverd. De hoofdpersoon,
„myn oom" en dat is natuurlijk Tati
zelf, wordt door iedereen voor een on
mogelijk fantast versleten.
Lloe Niën Ji, een Chinese miljonair
uit Shangihai en de zoon van een
nog rijkere Chinese miljonair, heeft
op een openbare vergadering, plech-
beloofd, dat hy met zijn vrouw zijn
prachtige villa aal verlaten om op
het land te gaan werken. Lioe Niën,
die een zeer plezierig leventje leidde,
verklaarde onder tranen op de
bijeenkomst, dat hy gedurende zyn
gehele leven ..geen acht had gesla
gen op de nooddruft van het volk"
en dat hij onverwijld zyn leven wilde
gaan beteren.
Een Londense politierechter heeft een
17-jarige jongeman, die in een die
renwinkel een boa constrictor om
zyn middel had gewonden met het
oogmerk dit beest mee naar huis te
smokkelen, veroordeeld tot onder
toezicht stelling voor de tijd van een
week. Men zal trachten hem binnen
die week aan een baantje bij de Lon
dense dierentuin te helpen De rech
ter was zo ontroerd over de dieren
liefde van de jongen, dat hy de re-
olassering opdracht gaf hem te
helpen.
(Van onze Parijse correspondent.
Frank Onnen)
Jacques Tati (eigenlijk Taticheff
geheten)de Russisch-N eder-
landse filmmaker zijn groot
moeder was Nederlandse is de
eer te beurt gevallen. Frankrijk
dat hij als vaderland adopteerde,
als eenling te vertegenwoordigen
met zijn laatste film ,.Mon Oncle"
(Mijn Oom)op het internationale
festival, dat in Cannes is gehou
den. Een eer, waarmee officieel
Frankrijk zich ook zelf onder
scheidt. „Mon Oncle" is namelijk
niet alleen een film zoals er geen
dertien in het dozijn gaan; deze
film is de triomf van het noncon-
formisme. Zoals trouwens wel
bijna alles bovendien aan deze
vriendelijke, wat verlegen vijftig
jarige, afwijkt van de geijkte nor
men en gebruiken
Tati woont in Parijs in een heel
nette, doch wat saaie straat (Rue de
Penthièvre) met uitzicht op de bin
nenplaats van een inrichting voor
Turkse baden. Hij heeft zijn huis in
gericht in de geest van die villa's,
welke men aan de Normandische en
Bretonse kusten wel vindt. Ruwhouten
muren, gordynen van cretonne en
rotanmeubels. Herinnering aan „Les
vacances de monsieur Hulot", de film
die zich ook afspeelde op, bij en achter
de Franse stranden?
Jacques Tati geeft zich nauwelyks
de nloeite die relatie te ontkennnen.
„Och, weet u, mijn films hebben
altijd een ietwat autobiografische in
slag. Ik voel me 't meest op mijn ge
mak in mijn eigen milieu. U zou de
zaak dan ook eigenlyk om moeten
draaien. Monsieur Hulot leek mis
schien wel wat op mij en het decor
van de film werd me waarschijnlijk
door mijn eigen omgeving geïn
spireerd".
Conflicten met een
gemechaniseerde wereld
De nieuwe film?
Tati is geen vlotte verteller.
Van een intrige kan moeiiyk ge
sproken worden. U zult dat zelf wel
hebben opgemerkt. Het zyn meer aller
lei beelden uit het leven van iemand,
Een rustige dag uit
het drukke leven van vioolvirtuoos
De ellende van de vergiftiging door het gebruik van haarverf is weer
vergeten, de Franse acteur Michel Simon is weer volop in actie. Hier
ziet men hem in Parijs een seienade brengen aan zijn medehoofdver-
tolkers in de film „Een zekere mijnheer Jo". Genevieve Kervine en de
kleine Joélle Fournier. Overigens een plaatje, terwille van de publiciteit.
Aan de voet van een van de lief
lijkste heuvels in de Berkshire in
de Verenigde Staten prijkt op een
bordje het woord „Fiddletop" en
daaronder de naam van de man,
die het grote witte huis op de top
bewoont: Francescatti. Daar kan
men, zo vaak - of wellicht beter ge
zegd: zo zelden - als een ongeloof
lijk drukbezette concertagenda dat
mogelijk maakt, de vioolvirtuoos
Zino Francescatti vinden. Daar
zoekt hij dan rust en verpozing.
Daar bewerkt hij zijn tuin, daar
rijdt hij op zijn tractor, maar toch
ook daar repeteert hij viool
composities.
De in Frankryk geboren beroemde
violist is thans Amerikaans staatsbur
ger. Hy houdt van zyn tweede vader
land. zoals hy ook houdt van zyn huis
in de liefeiyke omgeving van Berkshire
..Ik heb er behoefte aan bomen om mij
heen te zien. Ik houd van de natuur
zoals ik houd van de muziek", zegt de
52-jarige maestro. En met welbehagen
glijdt zyn blik over het wyde. kleur-
ryke landschap.
In deze rustieke entourage kan Zino
geconcentreerd oefenen. Hij doet dat op
een zeer uitzonderiyke manier. Het is
een ware krachttoer. Onmiddellyk na
het ontbijt haalt Francescatti zyn
kostbare Stradivarius van het zolder-
vertrekje, dat als „schatkamer" dient,
omdat daar temperatuur en voch
tigheidsgraad het laagst zyn. Soms be
gint hy zijn werk in de 'serre, dan
weer in een aangrenzende kamer, lo
pend en spelend. Naarmate de studie
vordert wandelt hy verder. Een laag
trapje op naar de eetkamerEnkele
maten lang stapt hy door de zonnige
huiskamerDan gaat hy al spe
lend naar de keukenEven wordt
het spel onderbroken voor een kort
babbeltje met zijn vrouw, soms houdt
hy op om nieuwsgierig het deksel van
een pan te lichten of om zyn goud-
rissen te voederen, maar dan heft hij
de strykstok weer op en zet zyn muzi
kale wandeling voort. Langzaam be-
stygt hy de trappen, het huis vullend
met meesterlijke blanken. Helemaal
boven in het huis op zolder biyft
hy het langst. Omgeven door talloze
koffers en kisten beëindigt Frances
catti daar zijn ..dagtaak
En 's avonds? Vaak waart ook dan
de muze door Huize Francescatti op
de heuveltop. Een eenzame wandelaar,
die dan door de verlichte ramen naar
binnen zou kunnen gluren, zou de vio
list met zijn moeder en zyn vrouw
die zowel viool als piano speelt kun
nen zien met partituren in de handen
Muziek voert de boventoon in deze
kleine gemeenschap. Want ook me
vrouw Francescatti is een trouwe vol
gelinge van de kunst. Immers zij was
de eerste en de enige die haar
zoon vioolles gaf. Nog steeds geeft zy
uitvoeringen voor de radio in haar
geboortestad, Maj-seille. Maar niets
kan haar weerhouden om in de zomer
haar garderobe en haar viool te pak
ken en op bezoek te gaan by haar be
roemde zoon in Amerika-
Zeer langzame werkwijze
Maar zetf vindt hy in zijn hart, dat
alle andere mensen juist dwazen znn.
Omdat ze van 't leven geen greintje
meer genieten. En als regisseur is Tati
er zeker in geslaagd zyn overtuiging
op het publiek over te dragen. Dat be-
wyst zyn kracht als kunstenaar, waar
door het my niet overdreven voorkomt
Tati met die andere eenzame en ge
niale figuur uit de filmwereld, Chap
lin, te vergelyken. Ook door zyn (zeer
langzame) werkwyze doet hy aan zyn
grote confrater denken. Anderhalf
jaar heeft Tati eerst met de ideeën
over „Mon Oncle" rondgelopen. Toen
nog eens achttien maanden opnamen
die bovendien moesten worden onder
broken tengevolge van een auto-on
geluk dat hem overkwam. Nog eens
een half jaar montage. En tenslotte de
commerciële voorbereiding.
Tati doet in een tyd, dat de film
zich tot grootindustrie ontwikkeld
heeft, waarin elk schakeltje en iedere
medewerker gespecialiseerd is, nog
alles zelf en bijna alleen. „De laatste
ambachtsman der filmkunst" heeft
men hem terecht eens genoemd. Een
kwestie van artistiek verantwoordeiyk-
heidsbesef, zo legt hij zelf uit.
Ze mogen myn films goed- of af
keuren, in elk geval ben ik alleen ver-
antwoordelyk. Het is myn werk. Ik zal
me nooit verschuilen achter het voor
wendsel, dat het verhaaltje, een ac
trice of acteur, de afloop, of deze of
gene wending van een film me door
de producer of door een geldschieter
werden opgedrongen.
Ongeschikt voor televisie
Die gewetensvolle houding en ge-
dragslyn werden door Tati ook in zyn
functie van producent gevolgd. Het is
in het filmbedrijf gewoonte, dat op de
naam van een ster of van een regis
seur, een rolprent al verkocht wordt,
lang vóór de opnamen voltooid zyn.
Ook met dat gebruik heeft Tati ge
broken. Het had hem altyd onoirbaar
en zelfs immoreel geleken, zegt hy,
een artikel te verkopen, waarvan de
nieuwe eigenaar niet eerst zelf kennis
kan nemen. Voor hem is een film niet
in de eerste nauwelyks de laatste
plaats een zaak. Terwijl bij de pro-
duktie van een film in Frankryk
tegenwoordig met miljarden franken
wordt gegoocheld en gerekend, trok
Tati toen hy nog variétéartist was,
voor „Jour de fête" niet meer dan één
miljoen eigen spaargeld uit. Dat mil
joen is er nu wel weer dubbel en
dwars uitgekomen, maar ook voor de
„normale" exploitatie va?» een film
als handelsobject voelt Jacques Tati
helemaal niets.
Onlangs heeft hij van Amerikaanse
zyde imposante stapels dollarbiljetten
geweigerd in ruil voor het recht zyn
twee voorlaatste films „Jour de féte"
en „Les vacances de monsieur Hulot"
voor de televisie te mogen vertonen,
eenvoudig omdat hij van mening was
dat ze zich voor dat doel niet leenden.
Wat is het geheim van een groot
artiest? Zo in het algemeen is het ant
woord nog al moeiiyk te geven. Maar
met betrekking tot Jacques Tati ben
ik toch wel geneigd dat geheim te zoe
ken in zyn ontwapenende en tevens
heroïsche oprechtheid. Vooral in de
filmwereld i omt men artiesten, die
hun werk nog als een kunst opvatten
en als zodanig ernstig nemen, vandaag
niet zo heel veel meer tegen!